DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. S s •1 IS O 231 nummer b*ataat u,t 2 bladen. Honderd en zestiende Jaargang. 1914. ZATERDAG 3 OCTOBER. a a Duitsclilimd en de verbondenen. Dc Duitschers en de Belgen. De Duitschers en de Engelschen De Oostenrijkers en de Russen. Duitschland en Japan. BELGIE. ENGELAND. DUITSCHLAND. FRANKRIJK. YARIA. ALKMAAR, 3 October. Dezer dagen seinde een Engelscli oorlogscorrespon dent, gelijk wij hebben medegedeeld, dat 't slechte voorbij was en dat het beste gehoopt mocht worden. Nog altijd zitten zijn lezers op het beste te hopen. „Millioenen angstige families wachten ademloos op een uitslag, welken zij niet kunnen zien en waarover de leger-autoriteiten uit militaire overwegingen moe ten zwijgen," seint hij thans zelf. En hij voegt er aan toe, dat de Russische militaire economist Johann de Bloch gelijk gekregen heeft met zijn voorspelling, dat het moderne oorlogvoeren groote kans had uitteloopen op een volkomen stilstand. Maar hij troost zijn lezers thans, met de verklaring, dat, gelukkig voor de strijders en de wachtende na ties, er twee feiten zijn, welke van grooter invloed zijn dan de sterkste wetenschappelijke loopgraven: de Duitschers zijn door het buitensporig en wreedaardig karakter van hun oorspronkelijken opmarsch en aan val verzwakt en de verbondenen hebben daardoor een bezieling gekregen, welke vermoeienissen nóch verlie zen kunnen doen verdwijnen. De afloop is zoo zeker als er maar iets kan zijn en wanneer Frankrijk en België eerst ontruimd zijn, zal de druk van den honger op de bevolking der groote Duitsche steden de kracht der Rijn-vestingen meer dan opheffen. Vermoedelijk zullen de Engelsche lezers, die immers op het beste hopen, op 't beste nieuws, dat hun als aanstaande aangekondigd was, deze troostredenen een beetje mager vinden. Zij verkeeren eigenlijk precies in hetzelfde geval als de Duitschers. Ook in Duitschland was gezegd, dat het goede nieuws niet lang meer zou kunnen uitblij- van. Ook in Duitschland hoopt men van dag tot dag op overwinningsberichten. En ook in Duitschland trachten de dagbladen hun lezers te troosten met de verzekering, dat de zege wenkt. Het hoogtepunt van den strijd zoo lezen we in het Tageblatt is ge komen. Wat hierop volgen zal, wanneer de Duitsche legers hun tweeden opmarsch naar Parijs, naar Mid den-Frankrijk aanvangen, kan het lot van Frankrijk niet meer afwenden. Verlaten van de overblijfselen der Britsche hulptroepen zal het zichzelf in een volks oorlog vermurwen en het pand voor den vrede zijn. Wanneer eens de geschiedenis van dezen oorlog den sluier over de hulpmiddelen van het Duitsche rijk aan mannen en krachten zal afnemen, zal men in Frankrijk eerst leeren inzien, hoe rampzalig beperkt men daar vóór 't uitbreken van den oorlog dacht, hoe kortzichtig/de politieke blik was, die slechts op de Vogezen staarde, hoe verderfelijk de lichtgeloovig- heui, waarmede men aan vreemde inblazingen gehoor gaf. Wat zouden de verbondenen winnen, wanneer zij onzen rechtervleugel werkelijk tot aan de Belgische grenzen terugdrongen? Niets dan een tijdelijk succes, want het draaipunt der operaties vormt de linie Ver dunToul, welker weerstandsvermogen slechts door dagen wordt bepaald. De verbondenen hebben zich steeds meer van het laatste groote reduit van het land, Parijs, verwijderd, steeds langer wordt hun te- rugtochtsweg, dien ze moeten afleggen, wanneer onze legers van Lotharingen breed en ongehinderd naar het Westen stroomen." En terwijl de bladen aan beide kanten aldus het ver trouwen van de thuisgeblevenen trachten te sterken, worstelen op beide linies in Noord-Frankrijk de strij ders om de overwinning, die maar niet komen wil. Weken achtereen wordt er dag en nacht gevochten, in natte loopgraven, bij kil en vochtig weer en geslapen onder den blooten hemel met den trekker in de hand en met den dood zelfs voor de gesloten oogen. Uit de eerste weken van den oorlog leest men nog wel eens brieven van de strijders in de bladen, het zou ons niet verwonderen, wanneer ook dit spoedig uit zal zijn hoe zullen de soldaten en officieren lust kunnen heb ben aanteekeningen te maken en brieven te schrijven, wanneer hun taak hun reeds zoo zeer in beslag neemt en afmat en versuft? De oorlog is nog te vroeg gekomen. Bioscoop en fonograaf hadden nog iets meer volmaakt moeten zijn. Dan hadden de machines ook een volkomen beeld van den slag kunnen geven, al de geluiden en al de bewe gingen kunnen herhalen, aanschouwelijk en hoorbaar. De Machine dat is de groote kracht in dezen me- chanischen, onmenschelijken oorlog. De strijders op het slagveld hebben slechts een dubbele automatische taakmet machines dood te schieten en met machines doodgeschoten te worden. Machinegeweren zijn men- schelijke maaiinachines, reuzen-mortieren, de vervaar- lijkste vernielings-werktuigen. Indien er op een punt gevaar dreigt, worden de mannetjes in auto's van el ders aangevoerd. Op de gevaarlijkste plekken vin den ze zelfs in loopgraven soms een stalen dak boven zich. Gepantserde vliegmachines geven de richting van het vuur aan. Veldtelegraaf en telefoon hebben een ongekende volmaaktheid bereikt. Gepantserde auto's doen het werk van ruiters. En in plaats van den oorlog te bekorten, doet de Machine hem verlengen. Eiken morgen bij het op staan denken w«: „wat zal de dag brengen?", eiken avond moet onveranderlijk het antwoord luiden „niets nieuws." Zoo is het dagen gegaan, zoo begint het weken te gaan. En het voordeel, dat een der par tijen op een gegeven oogenblik heeft bèhaald en zege vierend verkondigd, wordt het volgende oogenblik door een tegenoverwinning van den tegenpartij weer te niet gedaan! Uit het laatste communiqué van den Franschen ge nera lun staf blijkt, hoe de omtrekkende beweging van den Duitschen rechtervleugel tengevolge heeft, dat deze vleugel hoe langer hoe meer uitgerukt wordt. Van uit Arras, een 60 K.M. ten noord-oosten van Amiens, nemen troepen aan deze beweging deel en zij moesten ten noorden van de stad terugtrekken, zoodat daar Duitsche troepen staan en de Franschen dus wel „bewegen", maar niet „omtrekken", derhalve niets vorderen en alleen hun front verzwakken en daardoor de kans versterken, dat de Duitschers in het zuiden door de Fransche legermacht breken en deze afsnijden. De „heftige aanvallen" tusschen Roye en Lassigny wijzen op deze pogingen, die wel afge slagen worden, doch herhaald zullen worden, gevaar lijk blijven en de Fransche hoop met vernietiging dreigen. Maar tegelijkertijd meldt het communiquéj dat bij St. Michiel op den linker Maasoever geen Duitschers meer zijn. Dat is het punt, waarop de Duitsche hoop gevestigd was. Toen de Duitschers het sperfort namen en de Maas overtrokken, kon een deel der troepenmacht worden teruggeslagen de rest bleef en zal wel getracht hebben een bruggenhoofd te vormen, ten einde meerdere troepen te doen volgen. Wij hoorden er niets van of dit gelukt is en als deze rest nu ook verdreven is, dan hebben de Duitschers daar dus vasten voet verloren derhalve ook grond voor hun hoop. D Estbrand Stabroek t Putte O Brasschaet t n t Capellen Liefkens- q Red. Dorderen hoek t DSchooten Merxem t St. Marie P Citadel D Graven- Antwerpen t wezel 7 tl DOeleghem Zwijndrecht t 2 Haesdonk Cruybeke t t t 4 t t t t 5 D 8 7 6 Rupelmonde t t f Liezel t Pt Waelhem t P Kessel P Wavre St.Catherine Terwijl de Belgen beweren, dat de Duitschers on danks hun heftige pogingen geen vooruitgang hebben gemaakt in den aanval op Antwerpen, deelt het Duit sche hoofdkwartier mede, dat het fort Wavre St. Ca therine en de redoute Dorpweldt D o n d e r d ag- miüuag 3 uur stormenderhand genomen zijn, dat het fort Waelhem is ingesloten en dat het westelijk voor uitgeschoven belangrijke steunpunt Dendermonde in Dunsch bezit is. Het laatste was ons bekend om trent Mechelen, dat, wanneer het fort Wavre St. Ca therine inderdaad in Duitsche handen is, onmogelijk door de Belgen kan zijn bezet, hooren we niets. Het Duitsche hoofdkwartier heeft in de koele mede- deeiing van dit succes weer zijn stijl teruggekregen en ook de Belgische berichten zijn geschreven in den stijl uit het begin van den oorlog, toen Duitsche en Belgi sche mededeelingen voortdurend met elkaar in strijd waren en ten slotte de Duitsche officieele mededee- hngen in die periode het betrouwbaarst bleken. Een Belgisch telegram leert nog, dat er hulp is ko men opdagen Engelsche troepen en Engelsche ka nonnen. Waarom echter zoo laat en in welken getale, is men geneigd het allereerst te vragen en dan: is dat de eenige verrassing, of zijn er nog in petto? Gisteren meldde een telegram aangaande het Oos telijk oorlogstooneel we zouden daarop vandaag terugkomen dat er volgens Russische berichten in Duitschland krachtige maatregelen waren genomen oin Rusland het hoofd te bieden en om het prestige van Oostenrijk te herstellen. Vooral uit Zuid-Duitscli- laud zouden troepen ter versterking zijn aangevoerd vermoedelijk van den Landweer en de Duitsche generale staf zou het opperbevel op zich hebben ge nomen voor de geheele campagne van Duitschland en Oostenrijk tegen Rusland. Vergissen we ons niet, dan is dit commando opgedragen aan den in Duitsch land thans zoo popuiairen generaal von Hindenburg, die gisteren zijn óVsten verjaardag vierde en die on langs in Oost-Pruisen op de Russen zoo'n geweldige overwinning met zijn Landweer-troepen heeft be haald. Men herinnert zich natuurlijk, dat het doel der Russen oorspronkelijk is geweest aanvallend op te treden in Oost-Pruisen en verdedigend in Galicië en dat de loop der gebeurtenissen dit precies anders om heeft gewild. Werd aanvankelijk het offensief der Russen in Oost-Pruisen en der Oostenrijkers in Rus sisch Polen met succes bekroond, in beide gevallen keerdt de Vnjgskans, de DuitsrLers joegen de Russen en de Rus. m de Oostenrijkers binnen hun eigen grenspalen terug. De Oostenrijkers kregen daarbij geweldige klappen en moesten zich steeds verder „achterwaarts concentreeren", gelijk een nederlaag vergoêi.jkend wordt genoemd. Zij concentreerden zich net zoo lang achterwaarts, dat de Pussen naar Duitschen zin veel te ver vooruit kwamen. Toen de Russen eenmaal Przemysl en Jaroslaw hadden inge sloten, ko.u\ i ze even gemakkelijk als indertijd de Duitschers de Maas na den val van Luik, de rivier de San oversteken het schetsje hieronder doet zien, hoe gevauTijk dicht zij Krakau naderden en hoezeer de Duitsche, immers Silezische, grens werd bereikt. B Warschau e d H z ft b f o C Kalisch o o o o o o o o Czenstochow 0 a P °c O O O O O o b Tarnow D n-jaroslaw Krakau O Przemysl '3 milt Lemberg De Duitsch-Oostenrijksche legermacht, welke de Russen tegenstand moet bieden, bezet de lijn Krakau- Czenstochow-Kalisch. De Oostenrijkers bij Krakau vormen dus deri rechtenvleugel, terwijl de hoofdop stelling gaat vlak over en evenwijdig aan de Oost grens van de Duitsche provincies Silezië en Posen en de Duitsche linkervleugel langs de Warthe-linie tot Posen gaat. De Russen hebben zich echter ook ver sterkt. Hun hoofdopmarsch gaat over Tarnow. Zij hebben wel is waar ook de Karpathen-passen bezet, maar dit is slechts een neven-operatie. fntusschen zijn de Russen ook weer in het Njemen- gebied offensief opgetreden, zoodat de troepen van den Tsaar de Duitschers en de Oostenrijkers langs de geheele gemeenschappelijke grens aanvallen. Berichten uit Rome geven te verstaan, dat men in Weenen erg onrustig is en de stad in staat van verde diging wil brengen. Zeker is echter, dat er ook aan dit front ernstige, maar ook langdurige gevechten te wachten zijn wellicht gaan de partijen daar ingegraven den winter tegemoet DE STRIJD IN NOORD-FRANKRIJK. Het officieele Fransche communiqué meldt: Op onzen linkervleugel wordt zeer hevig gevoch ten, in het bijzonder in de streek van Roye, waar de Duitschers aanzienlijke troepenmachten schijnen ge concentreerd te hebben. De strijd breidt zich meer en meer in noordelijke richting uit. Het gevechtsfront heeft thans de streek ten Zuiden van Atrecht (Arras) bereikt. De Duitschers hebben beproefd over de Maas bij St. Michiel een brug te slaan, die echter hedennacht vernield is. In Woeuvre blijft ons offensief langzaam terrein winnen, in het bijzonder in de streek tusschen Agre- mont en St. Michiel. DE AANKOMST DER INDISCHE TROEPEN IN FRANKRIJK. Te Marseille zijn de Indische keurtroepen ontscheept Het was een schitterend schouwspel de vorsten, Shiks, Gourchha s, Punchabis en Baluchies met hun turbans, versierd met juweelen, en gezeten op prachtige paar den langs de beroemde Cannebière te zien passeeren meldt een Londensch bericht. De vensters, balkons en daken zagen zwart van de menschen. De troepen werden met bloemen bestrooid. De menigte speldde bloemen op de tunika's der In diërs. HET BELEG VAN ANTWERPEN. Bij Deynze is een gevecht tusschen Duitschers aan den eenen en Belgen en Franschen aan den anderen kant begonnen, meldt een bericht uit Antwerpen. Er zijn Engelsche kanonnen aangekomen. De Duitschers hebben gedurende den nacht een aan val op Dendermonde gedaan doch zijn teruggeslagen. Een Taube verscheen boven de stad en wierp dui zenden strooibiljetten omlaag, waarop stond dat de Belgen toch niet meer voor de belangen van Russen en F.ngelschen moesten vechten. „Als Antwerpen zich overgeeft, luidde het, „zullen de Belgen het goed heb ben." Het publiek lacht om die biljetten en de Taube werd met granaatkartetsen ontvangen. Ten Zuiden van de stelling van Antwerpen woedt een verbitterd gevecht. VIER ANTWERPSCHE FORTEN GEVALLEN? Naar de „Om en bij den strijd" -medewerker van het Hbld. meldt, wordt door de Duitschers officieel meegedeeld, dat vier van de Antwerpsche forten in hunne handen zijn. ZEVEN ENGELSCHE SCHEPEN VERNIELD. Volgens een officieel bericht heeft de Duitsche krui ser „Karlsruhe" in den Atlantischen Oceaan zeven Engelsche schepen in grond geboord. De „Karlsruhe" is een kleine kruiser van 4.900 ton, in 1913 gebouwd, heeft een bemanning van 370 koppen en loopt onge veer 28 knoopen. AARTSHERTOG FRIEDRICH AAN HET FRONT. Uit het Oostenrijksche hoofdkwartier wordt offici eel gemeld: De oppercommandant van het leger, aartshertog Friedrich, maakte van den vrij langdurigen stilstand in de operaties op het Galicisch oorlogstooneel ge bruik, om, vergezeld van aartshertog Karl Franz Jo seph, iederen dag het een of andere legercorps te in- specteeren. Bij de inspecties, die hem nagenoeg met alle troepen der noordelijke legers in aanraking brachten, deed het den aartshertog bijzonder genoe gen den van strijdlust bezielden geest en trots alle weersveranderingen de flinke houding der troepen te kunnen vaststellen. De verpleging, waaraan de opper commandant van het leger zijn bijzondere aandacht wijdde, bleek overal buitengewoon goed te zijn. Aller lei krijgsmateriaal en vooral munitie was in groote overvloed voorhanden. DE STRIJD OM KIAUTSJOU. De correspondent van de „Times" te Peking meldt van betrouwbare zijde te hebben vernomen, dat de Britsche troepen eerst den dag daarna met de Japa- neezen te Tsingtau gaa nsamenwerken. Zij landden op het oorspronkelijk gepachte gebied en hadden der halve part noch deel aan de schending der neutrali teit, die de Chineezen den Japanners toeschrijven. De Japanners leggen zich blijkbaar toe op de bezet ting van den ganschen Duitschen spoorweg tot Tsi- nanfoe. DE „WILDE TREINEN". De machinist en stoker van een der „wilde treinen", die op de Duitschers werden „losgelaten", zijn be noemd tot ridders in de Leopoldsorde. Beide mannen zijn in volle vaart van de locomotief gesprongen. Van de bestuurders der andere treinen wordt niets gerept misschien zijn deze niet zoo gelukkig ge weest het leven er af te brengen. OORLOGSCONTRABANDE. De Amerikaansche gezant te Londen heeft aan zijn regeering medegedeeld, dat Engeland voornemens is, de volgende grondstoffen voor oorlogscontrabande te verklaren: koper, lood (ruw, in schuitjes, in bladen of in pijpen), glycerine, ijzerchroom, rood- en bruin- ijzersteen (hematiet, ijzermineralen, magnetische mi neralen, caoutchouc, ruwe en bewerkte huiden, eenvou dig gelooid of tot leder bewerkt. MIJNEN IN DE NOORDZEE. De Engelsche admiraliteit deelt mede, dat de Duit sche tactiek va nonderzeesche mijnen gecombineerd met de activiteit der Duitsche onderzeebooten het ne men van dergelijke tegenmaatregelen uit militaire oog punt noodzakelijk maakt. De Engelsche regeering heeft dientengevolge mach tiging gegeven tot het leggen van onderzeesche mijnen op verschillende plaatsen en een systeem van een mij nenveld is ingevoerd en zal op groote schaal worden uitgebreid. Ten einde de gevaren voor neutrale schepen te ver minderen deelt de admiraliteit mede, dat het voortaan voor elk vaartuig gevaarlijk is de ruimte te passeeren begrepen tusschen 51 gr. 15' en 51 gr. 40' noorder breedte en 1 gr. 35' en 3 gr. oosterlengte. In herinnering wordt gebracht, dat de zuidelijke grens van het Duitsche mijnenveld ligt op 52° NB. Ofschoon deze grenzen wat men noemen kan de ge vaarlijke zórie vormen, mag men er niet uit afleiden, dat de scheepvaart veilig is in het geheele zuidelijke deel van de Noordzee. Aan Engelsche schepen is instructie gegeven om alle schepen, die in oostelijke richting varen, te waarschuwen. HET NIEUWE VRIJWILLIGERCORPS. De recruteering in Wales wordt zoo actief voortge zet, dat minister Lloyd George daar weldra de 50.000 vrijwilligers, die hij gevraagd heeft, bij elkaar zal heb ben. DE „VORWaRTS" WEER VERSCHENEN. De „Vorwarts", het Duitsche sociaal-democratische hoofdorgaan, is gisteren weer verschenen. De heer Haase, de rechtsgeleerde raadsman van de „Vor warts", heeft schriftelijk verklaard, dat de redactie van de „Vorwarts" in overleg met de commissie van toezicht, het besluit heeft genomen de courant volgens den door den opper-bevelhebber in de Marken, gestel den eisch tijdens den oorlog te redigeeren. ONTZIET DE OVERWONNENEN! Men leest in de te Nancy verschijnende dagbladen dezen raad, die met vette letters tusschen de artikelen staat in gedrukt: „Inwoners van Nancy, verwelkomt de gewonden, ontziet de overwonnenen." DE DUITSCHE LOOPGRAVEN AAN DE AISNE. De Italiaansche „Secoio" beschrijft den aanleg der Duitsche loopgraven, die, zegt het blad, bewonde renswaardig is, van militair standpunt beschouwd. ALKMAARSCHE COURANT. ■W-Ti Lillo D 3 •ff 3C O o o O 00 O O v C «5 OOSTENRIJK. O

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1