DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
ii
No. 237.
Honderd en zestiende Jaargang.
1914.
WOENSDAG
7 OCTOBER.
Duitschland en de verbondenen.
De Duitschers en de Belgen.
Do Duitschers en -de Russen.
De Oostenrijkers en de Russen.
Duitschland en Japan.
DUITSCHLAND.
BELGIE.
dB
ALKMAAR, 7 October.
Antwerpen zal worden blootgesteld aan een bom
bardement. De luitenant-generaal De Guise, bevelheb
ber der versterkte stelling, heeft gisteravond aan de
burgemeesters der binnen deze stelling gelegen ge
meenten een brief gezonden, waarin hij mededeelt, dat
het bombardement onvermijdelijk is, doch dat de be
dreiging daarmede of de uitvoering daarvan geen in
vloed zal hebben op den duur van den weerstand, die
tot het uiterste zal worden volgehouden.
Misschien hPeft de Engelsche marine-minister, die
dezer dagen in de vesting is geweest, de overheid
daartoe aangespoord. In elk geval hebben de Antwer
penaren hun hoop mede gevestigd op de Engelsche
troepen en de Engelsche „Longtoms", de uit den Boe-
ren-oorlog welbekende scheepskanonnen, die weer te
land worden opgesteld. Men zegt te Antwerpen, dat
het aantal daar aangekomen Engelsche manschappen
30.000 40.000 bedraagt, doch de correspondent van
„de Tijd", die in de vesting toeft, gelooft, dat het er
maar 3000 zijn. Deze correspondent seinde, dat er z.
i. aanwijzingen waren, dat koning Albert de stad zou
sparen. Zijn belangrijke mededeelingen laten we hier
volgen:
„In veel kringen is de overspanning zoo intens, dat
men verklaart: „Eerder de stad straat voor straat ver
dedigen, dan ons over te geven 1" Maar ik ging dezer
dagen een kijkje nemen rondom het fort Stabroek
dicht aan de Nederlandsche grens.
Wat viel me daar op? De verschansingen, prik-
draad-versperringen, loopgraven enz. enz., zijn niet
aangebracht in de richting van den vijand, die Ant
werpen ook uit het noorden zou willen omsingelen.
Neen, wij verwachten met onze kanonnen en mitrail
leuses den vijand uitsluitend uit Antwerpen zelf. Alles
is gericht tegen troepen, die uit de provincie zelf na
deren.
Dat gaf mij te denken. Ik stel mij nu voor, dat,
zoodra de tweede fortenlinies in handen van den vij
and zijn, de stad eenvoudig onverdedigd zal worden
gelaten. Het hoofdkwartier trekt zich langs Eecke-
ren en Capelle terug op Stabroek en verdedigt daar
tot het uiterste het vaderland, dat in de laatste dagen
toonde nog zoo diep in 't hart der Belgen begraven
te liggen.
Dan zal alles wel in een laatste gevecht beslist
worden. Indien het leger verliest, is de eer schitterend
gewroken.
Wie vlucht, kan zich spoedig in Hollandsch Put
ten terugtrekken, of bereikt misschien nog, gedekt in
zijn eervollen aftocht door de versterkingswerken tus-
sclien Capelle en Stabroek, de Schelde, om vandaar
uit nog een laatsten strijd te wagen in Vlaanderen."
Voorloopig schijnen de Belgen nog alles te ver
wachten van hun stellingen aan het riviertje de Nethe.
Maar waar de moderne forten slechts kort tegenstand
kunnen bieden, daar zullen veldstelliugen nog minder
moeilijkheden kunnen opleveren aan 't belegeringsge
schut. Uit briefkaarten van soldaten te velde, welke
in de Lok. Anzeiger zijn opgenomen, blijkt, dat 't wel
degelijk de „Grosse Brummer" de „fleiszigen Ber
tha's" zijn, die van Maubeuge naar Antwerpen zijn
vervoerd. Een dezer briefkaarten luidt:
„B. 27 September 1914. Hedenmorgen werden wij
in de vroegte gewekt door het schrille fluiten van een
locomotief, dat maar aldoor klonk en niet weer op
hield. Spoedig daarop vernamen wij, dat een aanslag
op onzen materiaal-transporttrein, die het materiaal
voor de opstelling van het 42 centimeter-geschut ver
voerde, door de Belgiêrs was beoogd. Een vijande
lijk vlieger, die daags te voren boven onze streek
kringen beschreef, heeft waarschijnlijk het bericht
naar Antwerpen gebracht, dat hier in B. overladingen
plaats hadden. Om verwoestingen aan te richten had
de vijand in den nacht vier treinen zonder bediening
losgelaten. Het plan werd echter door de voorzorgs
maatregelen, welke de spoorwegcompa^h ie, die den
avond te voren was aangekomen, had genomen, verij
deld. Op een afstand van 1,5 tot 2 Kilometer van
onze laadplaats stieten de door den vijand losgelaten
onbediende treinen op de door onze spoorwegcom
pagnie op de rails gelegde dwarsliggers en werden
tot ontsporing gebracht. Doordat de aanslag mis
lukt was, kon het werk ongestoord worden voort
gezet. Morgen zullen de stukken voor het eerst
hun vuurmonden openen en hun verderf brengende
projectielen naar de forten van Antwerpen zenden."
Men ziet hieruit, dat de Belgen goed op de hoogte
waren van de vijandelijke plannen en men leest hier
uit tevens, welke de eigenlijke bedoeling met de „wil
de treinen" is geweest.
Natuurlijk zullen de verdedigers van Antwerpen
zoo lang mogelijk trachten te verhinderen, dat het
zware Duitsche geschut binnen de buitenste fortenli-
nie wordt opgesteld.
De „Nieuwe Gazet" schreef hierover:
„We mogen niet vergeten, dat ze de binnenste for-
tenlijn niet kunnen aanvallen en nog veel minder de
stad beschieten óf ze moeten hun zware kanonnen
kunnen vooruit brengen en daartoe moeten ze toch
nog altijd geschikt terrein vinden om het op te stellen.
Nu begrijpt iedereen, dat we dit zoo maar niet zullen
laten gebeuren en dat sinds lang reeds alle maatrege
len zijn genomen om binnen onze buitensten vesting-
ring den Duitschers naar behooren te ontvangen."
Tot die maatregelen zullen wel behooren het maken
en in staat van verdediging brengen van veldwerken,
met name van loopgraven, gedekt en versterkt zooals
dat ook aan de Aisne door Franschen en Duitschers
is geschied. Infanterie en artillerie zullen wel behoor
lijk zijn opgesteld, gepantserde mitrailleuses zullen
wel veilige plekjes hebben .gekregen, door schijndek-
kingen en andere misleidingen zal men wel mogelijk
heden hebben geopend om den vijand te vérrassen.
Men kan door dapperheid en door list den Duitschers
gevoelige verliezen toebrengen, men kan het bombar
dement vertragen, hetgeen men blijkens een tele
gram ook doet maar dat men het zal kunnen af
stellen wie is er, die daaraan gelooft? Slechts één
ding zou het Duitsche plan kunnen verijdelen: een
geslaagde poging om Antwerpen door een gelijktijdi-
gen aanval van buiten en een uitval van de vesting
uit te redden.
Er dient rekening te worden gehouden met het doen
van een dergelijke poging, doch heel groot is de kans,
dat ztj zal geschieden, zeker niet.
Behalve Japansche papieren onderkleeren voor de
Westersche soldaten moeten er nu. ook Japansche troe
pen zijn aangekomen om gezamelijk met de Russen te
strijden. Zij zouden over de Transsiberische lijn via
Wladiwostock zijn gekomen en hun aantal wordt zelfs
op 150.000 geschat. Vermoedelijk zullen ze wel vech
ten aan de zijde van de 200.000 Russen, die via Ar
changel naar Frankrijk zouden zijn getransporteerd,
maar van wie na de eerste geruchten nooit weer iets
is gehoord. En de legende der Japanners zal wel
even stilletjes uitsterven als de legende der Russen.
De spoorwegen en transportschepen presteer en in de
zen oorlog ongetwijfeld buitengewoon veel. Maar
de fantasie dicht hun soms een al te groote rol in de
krijgsverrichtingen toel
De gouverneur van Brussel, generaal von der Goltz
heeft indertijd een boek geschreven „Het Volk in de
Wapens", waarin hij betoogde dat in een toekomsti-
gen oorlog het werk onder alle omstandigheden moei
lijker, het loon karig zou zijn dan in de vroegere veld
tochten. De schrijver was van meening, dat in een
toekomstoorlog de beslissing eerst zou vallen, wanneer
alle beschikbare krachten waren opgeroepen en daar
door aan de eene zijde onvermijdelijk een uitputting
zou volgen.
Die voorspelling begint aardig uit te komen en het
is opvallend, dat de militaire medewerkers^ van de
groote Engelsche en Duitsche bladen de laatste da
gen weer bijzonder de aandacht vestigen op de nog
beschikbare reserves, terwijl ook het wapen der eco
nomische uitputting voortdurend bespreking vindt.
Natuurlijk zijn alle schrijvers vau oordeel, dat de ei
gen partij er het best voorstaat. Voorloopig is hieruit
dan ook geen andere conclusie te trekken, dan deze,
dat de oorlog van langen duur zal zijn, ondanks alle
vermoedens en verzekeringen van het tegendeel. En
misschien komt men in de verschillende landen, ook
ten opzichte van de reserves en van de economische
krachten tot de erkenning, dat men den vijand heeft
onderschat hetgeen reeds lang ten aanzien van de
deugdelijkheid der strijdende troepen is geschied.
Voorbij zijn de dagen, waarin de Duitschers de Fran
schen voorstelden als soldaten, die geen schoenen
droegen en die de patronen aan touwtjes hadden ge
bonden, of waarin de Franschen vertelden, dat men
den Duitschen soldaten maar een stuk brood had voor
te houden, om hen krijgsgevangen te maken. De Duit
schers zijn te geduchte tegenstanders gebleken, om
zich spoedig weer uit Noord-Frankrijk te laten ver
drijven, het Fransche leger en de Fransche bevelvoe
ring te uitstekend, om den Duitschers den tocht naar
Parijs tot een militair wandelingetje te maken.
De evenwichtstoestand blijft in Noord-Frankrijk
nog steeds bestaan. In het Westen wordt echter van
beide kanten de actie hoe langer hoe feller en zonder
dat daar belangrijke voordeelen worden behaald gaat
het daar spannen. Overigens is er niet veel te vermel
den. Het Oostersch raadseltje is nog steeds niet op
gelost. De Duitschers hebben onder nog niet opge
helderde omstandigheden een torpedoboot verloren
bij Schiermonnikoog gelukkig niet binnen de terri
toriale wateren. Op klaarlichten dag is de torpedo
boot gezonken. Het bericht van het „N. v. d. D."
spreekt van een stooten op een mijn, maar waar in de
buurt twee onderzeeërs zijn gezien en waar in een te
legram uit den Haag spraké is van „in den grond bo
ren", daar is het vermoeden gewettigd, dat twee En
gelsche onderzeeërs op revanche zijn uitgeweest en de
torpedoboot getorpilleerd hebben. In die veronder
stelling is het zeker een uitermate gevaarlijke onder
neming geweest van- den ongenoemden Duitschen
kruiser en van andere torpedobooten, om zich naar
de plaats des onheils te begeven, immers dan had ook
hen het lot der verdwenen boot kunnen treffen en had
men licht op verkleinde schaal een herhaling van de
Engelsche ramp in de Noordzee kunnen krijgen.
Ten slotte zij melding gemaakt van de bezetting der
Duitsche Marshali-koraal-eilanden door de Japan
ners, naar gezegd wordt om strategische redenen,
waarmede wel zal worden bedoeld, dat men het den
nog rondvareuden Duitschen schepen zoo moeilijk
mogelijk wil maken een vluchthaven te vinden.
DE STRIJD IN NOORD-FRANKRIJK.
De offici'eele Fransche mededeeling van gistermid
dag drie u< luidt:
Op onzta .ankervleugel breidt het front zich nog
steeds ui In Je omstreken van Rijssel zijn aanzien
lijke troepen Duitsche ruiterij gesignaleerd, die de
vijandelijke strijdmacht, welke door de streek ten noor
den van de lijn Tourcoing (ten noorden van Rijssel)-
Armentières (ten westen van Rijssel, aan de Belgische
grens) oprukt, voorafgaat.
Om Al recht (Arras; en op den rechteroever der
Somme, waar scherpe gevechten gaande zijn, is nog
geen beslissing gevallen.
Tusschen Somme en Oise wordt met afwisselend
succes gestreden. Bij Lassigny (ten w. v. Noyon) is
een aanval van een sterke Duitsche strijdmacht afge
slagen.
Op den rechteroever der Aisne, ten noorden van
Soissons, zijn de Franschen en Engelachen een weinig
opgeschoten.
Ook in de streek van Berry au Bac hebben wij eeni-
ge vorderingen gemaakt.
Van het overige deel van het front is niets te melden
Uit Duitsche bron wordt gemeld
De Duitsche rechtervleugel op het vyestelijk oorlogs-
tooneel heeft in den omtrek van Atrecht een zwaren
strijd te voeren tegen de verbondenen. Een afdeeling
Fransche kavallerie, vooruitgedrongen tot 25 kilome
ter noordoostelijk van Atrecht, ten einde het Duitsche
leger in den flank te kunnen aantasten, heeft geen
succes gehad.
HET BELEG VAN ANTWERPEN.
Heden verscheen de volgende proclamatie:
De toestand te Antwerpen is erg. Luitenant-generaal
Deguise, bevelhebber der versterkte stelling, heeft aan
(ie burgemeesters dér gemeenten, liggende binnen de
versterkte stelling, den volgenden brief gezonden:
„Ik heb de eer, ter kennis van de bevolking te bren
gen, dat de beschieting van Antwerpen en omgeving
nakend is. Het blijft wel verstaan, dat de bedreiging
met of de uitvoering van deze beschieting, geenerlei
invloed zullen hebben op den duur van den tegen
stand, die tot het uiterste zal worden doorgedreven.
De personen, die zich aan het bombardement willen
onttrekken, worden verzocht, zich zoo spoedig moge
lijk te verwijderen in de richting van het Noorden of
Noord-Oosten."
De officieele Fransche mededeeling van gistermid
dag drie uur zegt, dat de Belgische strijdkrachten, die
Antwerpen verdedigen, de sterke linie van de Rupel
en de Nethe bezet houden. De aanvallen der Duit
schers daarop zijn mislukt.
DE STRIJD AAN DE OOST-PRUISISCHE
GRENS.
De Russische groote generale staf deelt mede:
De Oost-Pruisische grensstations zijn opgepropt
met treinen. De Duitsche troepen, die zich in de rich
ting van Oost-Pruisen terugtrekken, hebben verster
kingen ontvangen van het garnizoen van Koningsber
gen en bezetten, onder dekking van het vuur van veel
zwaar belegeringsgeschut, versterkte stellingen aan
de grens. De Russen zetten hun offensieve beweging
voort.
In de buurt van Bakalarzewo (ten westen van Soe-
walki, vlak bij de grens) zijn buitengewoon hevige ge
vechten aan den gang.
De vliegers-verkenners melden, dat onafgebroken
groote Duitsche transportkolonnes naar het westen
over de grens trekken.
Uit Berlijn wordt gemeld:
Op het oostelijk oorlogtooneel zijn de Russen eene
groote terugtrekkende beweging begonnen. Het blijft
nog zeer de vraag of het daar tot een grooten veldslag
zal komen, daar de Russen een ernstig treffen trachten
te ontwijken.
Officieel wordt uit het Duitsche hoofdkwartier ge
meld:
Op het Oostelijk oorlogstooneel ,is de Russische op-
marsch naar Oost-Pruisen, in het gouvernement Soe-
walki, tot staan gebracht.
Bij Soewalki wordt de vijand met succes aangeval
len.
In Russisch Polen verdreven de Duitsche troepen
een Russische brigade jagers van de garde, uit de ver
sterkte positie tusschen Opatof en Ostrowiec. Hierbij
vielen ons drie duizend gevangenen en verscheidene
kanonnen en machinegeweren in handtn.
Den 5en October werden 2% divisie Russische ca
valerie en afdeelingen der reserve uit Iwangorod bij
Radom aangevallen en op Iwangorod teruggeworpen.
DE STRIJD IN GALICIë.
Officieel wordt door aeq Oostenrijkschen staf be
kend gemaakt:
De operaties in Russisch Polen en Galicië hebben
een gunstig verloop.
Schouder aan schouder strijdend, wierpen de Duit
sche en Oostenrijksch-Hongaarsche troepen den vijand
van Opatof en Klimontof op de Weichsel terug.
In de Karpathen werden de Russen bij den Oessok-
pas geheel verslagen.
Bij Sandomir, in Galicië, rukken wij stelselmatig
voort. Bij Tamobrzej werd een Russische infanterie
divisie door de onzen teruggeworpen.
Naar uit Berlijn gemeld wordt is te Weenen offi
cieel bekend gemaakt, dat het op 6 October plotselin
ge vooruitdringen der Duitsch-Oostenrijksch-Hon-
gaarsche strijdmachten in Russisch Polen de Russen
geheel schijnt verrast te hebben. Zij verplaatsten wel
sterke afdeelingen uit Galicië naar het Noorden, doch
werden bij hun poging, om de Weichsel in de richting
van Opatow over te trekken, door de verbonden le
gers over de rivier teruggeworpen. Onze troepen ver
overden een Russisch bruggenhoofd.
DE STRIJD OM KIAUTSJOU.
Een Duitsch bericht meldt: Bij den eersten storm
loop op de verdedigingswerken van de Duitsche in
fanterie voor Tsingtao werden de Japansche en En
gelsche troepen met een verlies van 2500 man afge
slagen.
De uitwerking van de Duitsche landmijnen, kanon
nen en machinegeweren was vernietigend. De rechter
vleugel van de bondgenooten werd ook door den
Oostenrijk-Hongaarschen kruiser „Kaiserin Elisa
beth" en de Duitsche kanonneerboot „Jaguar" met
goed gevolg beschoten.
De Duitsche verliezen moeten gering zijn. De Ja
panners wachten versterkingen uit Japan af.
DE JAPANNERS BEZETTEN JALUIT.
Een Japansche afdeeling heeft het eiland Jaluit,
den zetel van het Duitsche bestuur op de Marshall
eilanden ten N.O. van Nieuw Guinea, bezet De
Duitschers hebben geen tegenstand geboden.
De Engelsche schepen, die in de haven werden vast
gehouden, zijn vrijgelaten.
Het Japansche departement van marine verklaart
dat de bezetting, door militaire noodzaak gebodejj,
niet blijvend zal zijn.
EEN DUITSCHE TORPEDOBOOT VERNIELD.
Het N. v. d. D. verneemt uit Schiermonnikoog: Gis
termiddag omstreeks 1 uur kruiste ongeveer 10 12
K.M. ten N. O. van het eiland, patrouilleerende voor
de monding van de Eems, een Duitsche torpedoboot.
Het weer was helder en de bewegingen van het vaar
tuig waren duidelijk te volgen. Plotseling werd een
ontploffing gehoordaan den boeg vertoonde zich een
hoog opschuimende waterzuil. E)e torpedoboot helde
onmiddellijk over en verdween na 3 minuten voor de
oogen der toeschouwers op het strand onder water.
Kort daarna vertoonden zich in de buurt van de
plaats waar de boot was gezonken, eveneens duidelijk
waarneembaar, twee koepels van onderzeeërs. Het
was natuurlijk niet te zien van welke nationaliteit deze
waren, zoodat de mogelijkheid blijft bestaan, dat de
Duitsche torpedoboot op een eigen of mogelijk ook op
een der laatste dagen daar gelegen Engelsche mijn is
gestooten, en door eigen onderzeeërs geassisteerd
werd.
Een poos nadat de onderzeeërs weer verdwenen wa
ren, stoomde met groote snelheid uit de Eemsmonding
een Duitsche kruiser naar de plaats des onheils, die
booten uitzette, en verscheidene op en aan wrakstuk-
Één ronddrijvende schipbreukelingen oppikte. Later
stoomde de kruiser terug naar den Eemsmond; den
geheelen middag voeren nog verscheidene torpedo
booten rond op de bewuste plaats.
HET ZINKEN VAN DE „KAISER WILHELM
DER GROSSE".
De „Köln. Ztng." meldt over het zinken van den
hulpkruiser „Kaiser Wilhelm der Grosse" o. m. het
volgende
De „Kaiser Wilhelm der Grosse" nam in de Spaan-
*sche haven Rio del Oro kolen in, toen de Engelsche
pantserkruiser „Highflyer" in het zicht kwam.
Door middel van sigsalen werd toen het volgende
gesprek tusschen de twee schepen gevoerd:
Highflyer: „Geef u onmiddellijk over."
Kaiser Wilhelm der Grosse: (Geen antwoord).
Highflyer: „Ik zeg u onmiddellijk over te geven."
Kaiser Wilhelm der Grosse: „Duitsche oorlogs
schepen geven zich niet over. Ik verzoek u de
Spaansche neutraliteit te eerbiedigen."
Highflyer: „Ge neemt voor den tweeden keer kolen
in deze haven in, ik eisch de overgave. Zoo niet, dan
zal ik dadelijk vuren."
Kaiser Wilhelm der Grosse: „Ik heb u niets meer
te zeggen."
Hiersa opende de „Highflyer" het vuur, dat door
de Kaiser Wilhelm der Grosse" beantwoord werd,
die ongeveer twee kilometer van de kust lag, dus in
de Spaansche wateren.
Na een gevecht van 1% uur moest de „Kaiser Wil
helm der Grosse" het vuren wegens gebrek aan muni
tie staken De commandant beval toen het schip te
doen zinken. Toen het begon over te hellen verliet de
bemanning h'et schip in de bootèn en landde aan de
Spaansche kust. De Engelsche kruiser zette nog twee
booten uit. die de Duitsche achtervolgden, doch deze
keerden later terug. De bemanning van het Duitsche
schip werd in het Spaanse!"1 fort opgenomen.
GEEN ENGELSCH.
Te Hamburg is een vereeniging opgericht ter be
strijding vgn het gebruik van Engelsche woorden in
Duitschland. Zij zendt gratis adviezen aan de Pers.
Gentleman, Champoing enz. enz. moeten uit redacti
oneel gedeelte en advertenties verdwijnen.
OPROEP VAN VRIJWILLIGERS.
De commandant der versterkte stelling van Antwer
pen heeft een oproep gericht tot alle jonge mannen
die binnen de versterkte stelling van Antwerpen ver
blijven, en welke luidt:
s „In het belang der nationale verdediging is het vol
strekt noodzakelijk dat ons leger versterkt worde.
In die omstandigheden doe ik een dringend beroep
op de vaderlandsliefde van alle weerbare mannen tus
schen 18 en 30 jaren, op 31 December 1914, opdat zij
dienst zouden nemen in het leger als vrijwilligers tot
het einde van den oorlog.
Jonge lieden, uw vaderland heeft u noodig!
Geeft gevolg aan dezen oproep.
Stelt u niet aan het gevaar bloot dat de overweldi
ger u, trots recht en wet, dwinge tegen uw land
dienst te nemen.
Blijf niet werkeloos gedurende lange maanden.
De voor den dienst goed verklaarde mannen zullen
zonder verwijl en zonder gevaar naar het niet door
den vijand bezette deel van het land gtzonden worden
om er geoefend te worden."
1 ijl
Min'
'Mn
ALKMAARS