DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Kamer van Koophandel eo Fabrieken Alkmaarsehe Huishoud en Industrieschool. GOEDKOOPS COSTUUIHLESSEN. GOEDKOOPE VERSTEL- en NAAILESSEN. DAMES KOOKLESSEN. GOEDKOOPE KOOKLESSEN. No. 243. Honderd en zestiende Jaargang. 1914. WOENSDAG 14 OCTOBER. De Duitschers en de Belgen. Openbare Vergadering Duitschland en de verbondenen. De Duitschers en de Russen. ALKMAAR, 14 October. Zooals te voorzien was, ia de zetel der Belgische regeering thans ook uit Ostende en over de grens ver plaatst. De regeering van het zwaar getroffen rijk heeft zich naar de Fransche oorlogshaven Le Havre, aan den Seine-mond gelegen, begeven, terwijl koning Albert aan het hoofd van het leger is gebleven. De verplaatsing heeft aanleiding gegeven tot een ietwat uitbundige telegrammenwisseling tusschen Bel gische en Fransche regeeringspersonen. Uit dit besluit blijkt, dat de verdedigbaarheid van Ostende, en zeker terecht, niet hoog wordt aangesla gen en dat men zich in de Belgische badplaats aller minst veilig waant, ondanks de bescherming van het vuur der Engelsche Dreadnought-kanonnen. De tijden zijn wèl veranderd! In den tachtigjarigen oorlog werd Ostende door aartshertog Albrecht van Oos tenrijk drie jaar belegerd wie denkt er niet aan het hemd van de aartshertogin, dat immers niet verwis seld mocht worden voordat de belegerde stad was ge vallen en dat dientengevolge immers aan de Isabella- kleur het aanzien gaf? Nu wordt het misschien niet eens verdedigd en als het verdedigd mocht worden, zal het stellig niet voor langen tjjd zijn. Omtrent het lot van het Belgische leger valt nog steeds weinig te zeggen. De Engelsche hulptroepen, de Naval Brigades, die in Antwerpen hebben gevoch ten, zijn, voor zoover ze niet aan onze grenzen ont wapend werden, via Ostende naar Londen terugge keerd, maar de Belgische hoofdmacht is nog niet in veiligheid gekomen en het staat te vreezen, dat dit ook niet meer zal kunnen geschieden. Moet ze slag leveren, dan verkeert ze in een niet benijdenswaardi ge positie. Wij lazen, dat zich van de bevolking van Vlaanderen een soort verdooving heeft meester ge maakt, en dat de overtuiging veld heeft gewonnen, dat een bezetting door de Duitschers ten slotte toch onvermijdelijk zal zijn. Zooiets is volkomen begrijpe lijk maar evenzeer zou het te begrijpen zijn, wan neer wij vandaag of morgen zouden hooren, dat de moed er bij de Belgische troepen uit is en dat het hun aan den lust ontbreekt om een nutteloozen strijd tegen een overmachtigen vijand aan te gaan, om den dood te vinden in den Duitschen vloed, die hoog komt op zetten. Natuurlijk is met de sterkte ook de gevechts- waarde van het .Belgische leger geslonken, zoodat zelfs in het allergunstigste geval, wanneer het zich nog zou kunnen vereenigen met de legers der bond- genooten, het geruimen tijd zou behoeven, voordat het weer op verhaal is gekomen. In het allerongun stige geval wordt het heele leger in het noorden te ruggeslagen, deels vernietigd, deels over de Neder- landsche grens gedrongen, Tusschen deze beide uiter sten ligt natuurlijk nog een heele reeks mogelijkheden, maar het zou tenslotte maar te hopen zijn, dat de nog in het veld staande Belgische troepen of naar ons land konden uitwijken, of zich maar overgaven en niet den strijd tot het laatste aangingen in het schoone West- Vlaanderen. België is al zoo geteisterd door den oor logsgruwel, dat West-Vlaanderen meer dan aan spraak heeft op een gespaard blijven. En buitendien het lot van België ligt helaas niet meer binnen de grenspalen het ligt in de krijgsverrichtingen op de andere oorlogsterreinen, in de toekomstige zee-gevech ten, in de economische worstelingen e. d. Gelukkig gaan er zelfs in Engeland stemnjen op, die zeggen, dat het onverantwoordelijk is geweest Ant werpen tot het bittere einde te doen strijden. De Mor ning Post betoogt, dat men öf het Belgische leger had moeten terugtrekken en den tegenstand in het open veld had moeten voortzetten óf een sterke macht tot ontzet moeten laten aanrukken. De laatste weg ware een slechte geweest, doch erger was het, om van uit Engeland een zwakke troep over te zetten, hetgeen de Belgische overheid in den vergeefschen tegenstand aangemoedigd heeft, zonder dat het baten kon. Wat van Antwerpen werd gezegd, geldt thans ook van West-Vlaanderen en hoe eer daar de strijd ein digt, hoe beter dit voor het arme Belgenvolk zal zijn. Het is te hopen, dat de sympathieke, moedige Koning ook zal inzien, dat verder strijdenrbeteekent noodeloos bloedvergieten. Er zijn gisteren een Fransch en een Duitsch commu niqué verschenen, die allebei uitgebreid en leerrijk zijn Het Fransche bulletin is optimistisch en gewaagt van het terrein winnen op verschillende plaatsen. In de streek van Hazebrouck en Béthune hebben de Fran sehen het offensief hernomen. Wij vermoeden, dat dit hoog tijd werd ook. Zien wij wel, dan is het gedaan met de omtrekkende beweging der Franschen en zijn de Duitschers bezig stellingen in te nemen, die zeer bedenkelijk kunnen worden voor den Franschen linker vleugel. Vochten er tot dusverre rond Rijsel slechts kleinere en grootere cavalerie-afdeelingen, thans is deze stad, blijkens het Fransche communiqué, door een Duitsch legerkorps bezet. Dit lijkt ons een niet onbelangrijk succes. Reeds Zondag meldde de Daily Mail correspondent, dat de Duitschers binnen den driehoek Douai-Béthune-Atrecht een groote macht sa mengetrokken hadden, de Times schreef, dat er de laatste dagen zeker wel 10 divisies waren toegevoegd aan de strijdkrachten in Frankrijk en België, de Man chester-Guardian gewaagde van „de verzwakking van het Duitsche centrum ter versterking van den Duit schen rechtervleugel", terwijl als zeker mag worden aangenomen, dat er thans ook wel minstens 6 divisies in ijlmarschen van Antwerpen trekken om zich zoo spoedig mogelijk bij von Kluck's leger te voegen. Dat de Duitsche opperbevelhebber zich hier zoo geweldig sterk maakt, kan alleen worden verklaard, door aan te nemen, dat hij bezig is met een ernstige poging om in deze streek den Franschen vleugel aan te pakken, in te drukken en op te rollen. De Daily -Mail-corres pondent, die in het begin dezer week seinde, dat de Franschen Vrijdag een groote overwinning hadden be haald ten noorden van Arras, waar de Duitschers 10 mylen moesten terugtrekken, met achterlating van 12000 dooden en gewonden, meldde Zondagavond: „Sedert Donderdagavond kreeg de groote slag bij Atrecht een slecht aanzien, doch daarna kwam er weer een verandering ten goede. Terwijl ik dit schrijf, is de toestand der bondgenooten sterker dan ooit. Op enkele punten werden zij Vrijdag gedwongen terrein te ontruimen, doch nadien hebben wij het verlorene herwonnen en den vijand nog verder teruggedreven." Wij halen dit aan niet om te doen zien hoezeer de beide berichten van denzelfden correspondent met el kaar in strijd zijn, doch enkel om aan te toonen, hoe zeer het de laatste dagen op dit terrein gespannen heeft. En het zal er dezer dagen ongetwijfeld opnieuw spannen gaan. Iets anders is echter of er een beslis sing zal komen. Want al leert een blik op de kaart onmiddellijk, dat het den Franschen veel moeilijker valt naar dit gedeelte versterkingen te doen aanrukken dan de Duitschers, aan den anderen kant moet niet worden vergeten, dat beide partijen tot dusverre steeds aan elkaar gewaagd bleken en dat elke kamp, die be slissend had kunnen worden, steeds op remise uitliep. Ook nu gaat de mededeeling van de bezetting van Rijsel door de Duitschers in het Fransche communi qué gepaard met de verklaring, dat aan denzelfden vleugel, maar iets zuidelijker, n.l. tusschen Albert en Atrecht, de Franschen terrein hebben gewonnen. Zouden wij, ondanks het vrijbeteekenend Fransche terreinwinnen bij Berry Boe, ten noordwesten van Reims gelegen, op het oogenblik evenals de beide partijen, immers de Duitschers hebben daar troepen weggenomen en een deel van het Engelsche leger is van deze linie teruggetrokken niet zooveel gewicht willen hechten aan het centrum, van des te meer be- teekenis is hetgeen aan den anderen vleugel geschiedt. Hoe hardnekkig er gevochten wordt in het Argonnen- woud leert het Duitsche communiqué, dat in dit op- zich een huldebetuiging aan de Fransche dapperheid en aan de Fransche versterkingskunst is. Maar merkwaardig is de tegenspraak tusschen de beide commuuiqué's met betrekking tot de krijgsverrichtin gen in de vlakte van Woëvre en aan den Maaskant. De Franschen zeggen, dat ze opschieten, de Duitschers ontkennen dat pertinent. En toevallig spreken beiden over de Duitsche vesting Metz, de een om te zeggen, dat ten onrechte de val van forten dier vesting door de Fransche krijgsgevangenen wordt verteld overigens heeft men van dat gerucht nog niets gehoord de ander om te verklaren, dat men langs den weg naar Metz voorwaarts gerukt is. De eenige conclusie welke de buitenstaander hieruit kan trekken is, dat de Duit schers ondanks hun hevige aanvallen in de streek Ver- dun-Toul hoegenaamd niets opschieten, immers dit wordt van Duitsche zijde zelf toegegeven door de ver klaring, dat men op geen punt terrein verloren heeft. Zuid-Afrika vraagt nog even de aandacht. Het ligt voor de hand, dat de Boeren meevechten moeten te gen de Duitschers, al heeft het velen pijnlijk aange daan, toen zij vernamen, dat generaal Botha gemeend heeft, zelf het oppercommando op zich te moeten ne men. Niet alle Boeren zijn even warm gestemd voor de zaak der Engelschen getuige generaal Beijers. Maar thans wordt gemeld, dat kolonel Maritz zich aan de zijde der Duitschers heeft geschaard, die voor de onafhankelijkheid der Unie als republiek zouden hebben ingestaan, mits zij de (Engelsche) Walvisch- baai kregen, het beste brokje, dat de Britten indertijd den Duitschers voor den neus weggepikt hebben. Het is best mogelijk dat Maritz volgelingen heeft gekregen, maar de bewonderenswaardige houding, welke Engeland jegens Zuid-Afrika heeft aangenomen is een voldoende waarborg, dat dit oproert je wel tot zeer bescheiden afmetingen zal worden beperkt, ter wijl het een mooi middeltje is om „stemming te ma ken" en allicht er toe leidt, het aantal Engelsche vrij willigers nog wat te vergrooten. Het Wolffbureau maakt met zekeren ophef melding van een kaart, die op een kasteel in de buurt van Ant werpen gevonden zou zijn en die aangaf, hoe verschil lende landen er na het sluiten van den vrede zouden uitzien, wanneer de verbondenen wonnen. Van zulke kaarten is reeds herhaaldelijk melding gemaakt, zonder dat daaraan eenige beteekenis werd gehecht. Waar er hoegenaamd niet vermeld wordt wie de ontwerper van deze kaart is, is er geen enkele reden om hieraan ook maar eenige waarde te hechten. Blijkbaar hebben we hier te doen met een poging tot „stemming maken", maar dan bewust en niet zooals in het hierboven vermelde geval, waarin de Engelsche regeering ondanks zich zelve een mooie gelegenheid kreeg om sympathie te werven, niet enkel onder de Engelschen, doch ook onder die Boeren, die nu niet precies van ganscher harte aan 'Jiaar kant stonden. Tenslotte zij aangeteekend, dat volgens een Russisch bericht in de Oostzee twee Duitsche onderzeeërs het lot van den getorpilleerden Russischen kruiser Palla- da hebben gedeeld. DE PROCLAMATIE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VAN ANTWERPEN. De Keizerlijke Duitsche gouverneur van Antwerpen Von Schroeder, heeft, blijkens een mededeeling gedaan aan den Nederlandschen generaal-majoor, comman dant van de derde divisie, aan de proclamatie van Burgemeester en Schepenen van Antwerpen door ons gisteravond meegedeeld het volgende toegevoegd: Bovenstaande verklaring is met mijn volle in stemming uitgevaardigd. Voor het geval, dat er vijandelijke handelingen, van welken aard ook, mochten voorkomen, kan natuurlijk geen waar borg worden gegeven, dan alsdan niet met den schuldige ook onschuldigen getroffen worden. Antwerpen, den 12/10 '14. De Keizerlijk Duitsche Gouverneur (get.) V. Schroeder, admiraal. De Nederlandsche generaal-majoor heeft daaronder weer het volgende bekend gemaakt: Verder wordt de termijn van vijf dagen, in de verklaring genoemd, door den Gouverneur tot twaalf dagen verlengd. Genoemde Gouverneur heeft verklaard, dat door hem bevelen zijn gege ven, dat geen dorpen mogen worden verbrand, en dat door hem aan de burgelijke besturen zal worden aanbevolen, burgerwachten, uit zorgvul dig te kiezen goedgezinden, te vormen, ten einde elk ongewenscht optreden van oproerige personen tegen te gaan en aldus waarborgen te verkrijgen, voor de burgers zeiven, dat geen moeilijkheden voorkomen. In Antwerpen doet de gewone politie met haar gewone wapens als vroeger dienst. Belgische soldaten, ook al zijn zij in burger- kleeding, zullen bij terugkeer in België als krijgs gevangenen worden beschouwd. De door de uit Antwerpen afkomstige vluchte lingen medegebrachte paarden, voertuigen en automobielen en hun vee, zullen, bij spoedigen te rugkeer, vrij onze douanen kunnen passeeren, ter wijl de Duitsche gouverneur mij heeft verklaard, dat een ieder zijn medegenomen eigendommen ongehinderd naar zijn woonplaats kan vervoeren. De regeling van het spoorwegvervoer zal door de Nederlandsche regeering geschieden. De afkondiging van het vorenstaande geschiedt met goedvinden van de Nederlandsche regeering. Stafkwartier 3e divisie, 13 Oct. 1914. De gen.-majoor, divisie-commandant, Van Terwisga. DE TOESTAND IN ANTWERPEN. Gisteren passeerde te Putte de heer Donald C. Thompson, consul van Amerika in Antwerpen, zoo verneemt de correspondent van het „Hbld.". De heer Donald deelde mede, dat wat de voeding betreft, de toestand in Antwerpen verschrikkelijk is. Er is ner gens bijna iets te krijgen. De voorraden, die nog aan wezig waren, zijn door de Duitschers in beslag geno men. De consul is thans op weg om te trachten uit Londen onder Amerikaansche vlag naar Antwerpen voedsel vervoerd te krijgen voor de Belgen. Omtrent het bombardement deelde de heer Thomp son nog mede, dat zijn huis in de Rue de la Paix ge durende den nacht driemaal getroffen werd, wat tel kens een begin van brand veroorzaakte. Dat kon ech ter voortdurend worden gebluscht. Tijdens het bom bardement was de Nederlandsche consul ten huize van zijn Amerikaanschen collega. DE BEZETTING VAN ANTWERPEN. Het groote Duitsche hoofdkwartier meldt: Onze krijgsbuit in Antwerpen laat zich ook heden nog niet overzien. Het aantal vijanden, dat in Ne derland ontwapend is, is ongeveer tot 28,000 man ge stegen. Volgens officieele berichten uit Londen en Nederland zijn daarbij 2000 Engelschen. Naar het schijnt keeren veel Belgische soldaten in burgerklee- ren naar hun woonplaats terug. De schade, te Antwerpen aan de gebouwen aange richt, is gering. De sluizen en havenwerken zijn door den vijand onbruikbaar gemaakt. In de haven liggen 4 Engelsclie, 2 Belgische, 1 Fransch, 1 Deensch, 32 Duitsche en 2 Oostenrijksche stoomschepen, alsmede 2 Duitsche zeilschepen. Zoover de Duitsche schepen tot nog toe zijn onderzocht, schijnen de ketels onbruik baar te zijn gemaakt. DE DUITSCHERS IN VLAANDEREN. Maandagmorgen zijn de Duitschers in grooten ge tale door Gent getrokken in westelijke richting. Ten Westen van Gent werd gisteren een gevecht geleverd, waaraan beiderzijds artillerie deelnam. De Duitschers schijnen een aanval op Ostende en Zeebrugge voor te bereiden. In Geut vms het gistermiddag volmaakt rustig, zoo meldt de N. Rott. Crt. Te Brugge is een bom op de kazerne gevallen, ter wijl bij Brugge en Gent zwaar geschoten worde De Duitschers staan niet toe, dat de bevolking zich uit het land verwijdert. Manschappen, behoorende tot de landweer, waren bezig met het maken van loopgraven ten westen van Selzaete. Een deel van den spoorweg Is opgebroken en de telegraaf- en telefoontoestellen in het station te Selzaete zijn weggenomen. In het Westen, In de richting van Zeebrugge, was gisteren blijkbaar een gevecht aan den gang. DE VERDEELING VAN DUITSCHLAND. De staf van een Duitsche divisie heeft in het kasteel Bosch ten zuiden van Antwerpen een ontwerp van een vredesverdrag gevonden. Daarbij was gevoegd een AANVANG van den 8i/g-jarigen oorus 1 NOV. e.k. Qnderwijsvakkenvoortgezet onderwijs in Ned. taal en rekenen, verstellen en naaien van onder- kleeding. Costuumnaaien, teekenen, fraaie handwerken, strij ken en vouwen der wasch. Aanvangsleeftijd 12, liefst 13 jaar. Schoolgeld f 85, voor minvermogenden t 80, 116, f IS, f 10 en 1 4 p. jaar. AANVANG 26 OCT.; Maandags-en Donderdags- avonds 810 uur, einde van den cursus MAART. Onderricht wordt gegeven in het knippen en naaien van een gekleurde tusschenrok en een katoenen japon, f per Gursus te voldoen in 2 termijnen. Bij genoegzame deelname,! hierna vervolgcursus voor het maken van een blouse of japon f l,ao. Leer lingen van vorige derg. cursussen ontvangen voort gezet ouderwijs in costuumnaaien. 4 'avonden per week, 5—7 of 7i/gO1'» uur, aan vang 26 OCT., einde van den cursus einde MAART. De kosten bedragen f 0.80 per week, vooruit te voldoen. AANVANG DEC. 20 lessen 1 85, 2 lessen per week, onder schooltijd. AANVANG NOV. 20 lessen f 4Lte voldoen in 2 termijnen, 1 avondles per week. Aangifte voor al deze cursussen tot 23 OCTO BER, des Dinsdags 912 en 24, en Vrijdags op het spreekuur 24 uur. Inlichtingen worden verstrekt door de directrice J. F. BEUMER. te ALKMAAR. ten STADHUIZE, op Woensdag 14 October 1914, des avonds half negen. A. PRINS Azn., Voorzitter. Mr. J. VERDAM, Secretaris. schetskaart, volgens welke bij het sluiten van vrede België de monden van de Schelde, Nederlandsch Lim burg, het groothertogdom Luxemburg en de op den linkeroever van den Rijn gelegen landstreken van Pruisen en Beieren zou krijgen. De schetskaart is te Berjijn en zal in de „Lokal An- zeiger" vangheden worden opgenomen. DE STRIJD IN NOORD-FRANKRIJK. Het groote Duitsche hoofdkwartier meldde giste ren: Van het Westelijk oorlogstooneel zijn geen berich ten van beteekenis. Niet heftige aanvallen van den vijand ten Oosten van Soissons zijn afgeslagen. In het Argonuer woud worden voortdurend verbit terde gevechten geleverd. Onze troepen werken zich in het diente struikgewas van het uiterst zware ter rein met al de middelen van den vestingsoorlog stap voor stap vooruit. De Franschen bieden den hardnek- kigsten tegenstand. Zij schieten uit de boomen, waar in zelfs machinegeweren zijn opgesteld.Zij hebben trapsgewijze loopgraven aangelegd en steunpunten, sterk als vestingen, ingericht. De berichten, door het Fransche legerbestuur ver spreid, over voordeden die zijn troepen in de vlakte van Woëvre hebben behaald, zijn onwaar. Naar krijgsgevangenen vertellen, werd aan de troepen me degedeeld, dat de Duitschers verslagen en reeds ver scheiden forten van Metz gevallen waren. Inderdaad hebben onze troepen, die daar vechten, op geen punt terrein verloren. Etain is nog altijd in ons bezit. Al de aanvallen, die de Franschen laatstelijk op onze stellingen bij St. Michiel hebben gedaan, zijn afge weerd. De officieele Fransche mededeeling van gistermid- drie uur luidt: isteren hebben wij op verscheidene punten aan merkelijke vorderingen gemaakt. In de streek van Hazebrouck en Béthune hebben wij het offensief hernomen. Een Duitsch legercorps heeft Rijssel bezet, doch tusschen Albert sa Atrecht hebben wij terrein gewon nen. In de streek van Beny au Bac (aan de Aisne ten Noorden van Reims) zijn onze troepen naar Souain vooruitgedrongen. Ook ten Westen van Argonne en ten Noorden van Malincourt zijn wij opgeschoten. Op den rechteroever van de Maas houden wij de Maasheuvels ten Oosten van Verdun bezet en zijn langs den weg van yerdun naar Metz voorwaarts ge rukt. Bij Apremont hebben wij terrein gewonnen. Op onze linkervleugel hebben wij een aanval afge slagen. EEN VLIEGER BOVEN ROUAAN. Een Duitsch vlieger is Maandag over Rouaan ge vlogen. Hij liet geen bom vallen, maar alleen de vol gende boodschap: „Franschen. Men bedriegt u. Gij zijt overal verslagen. Wantrouw de trouwelooze En gelschen, die uw vrienden niet kunnen zijn." DE VERNIELDE RUSSISCHE KRUISER. De plaatsvervangende chef van den Duitschen ma- ALKMAARSCHE COURANT. i,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1