DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
1U
IV o. 245.
Honderd en zestiende Jaargang*
1914.
y RIJ D A G
16 OCTOBER.
Duitschland en Japan.
P
De Duitschers en de Belgen.
Duitschland en de verbondenen.
De Duitschers en de Russen.
De Oostenrijkers en de Russen.
De Duitschers en de Engelschen.
BELGIE.
ENGELAND.
'nil I
ALKMAAR, 16 October.
Bij het verlaten van het land heeft de Belgische re
geering een bekendmaking doen aanplakken, waarin
wordt verklaard, dat de aftocht van het leger uit Ant
werpen in onberispelijke orde en waardigheid is ge
schied en dat deze strijdkrachten het vechten zullen
kunnen voortzetten.
Sinds dien zijn er eenige dagen verloopen, zonder
dat deze verklaring is bevestigd, maar ook zonder dat
er een afdoende reden is gekomen, welke tot haar on
juistheid zou mogen doen besluiten.
Wij weten met zekerheid ongeveer niets van het Bel
gische leger. Niet hoe sterk het in Antwerpen was en
daarbuiten, niet of er een deel per schip langs de
Fransche kust is gevoerd, niet of een ander deel zich
in het Zuiden bij de Fransdien heeft kunnen voegen,
niet of het verschil in munitie in verband met de
eigenaardigheid van het Belgische geweer inderdaad
zooveel beteekeot als wordt opgegeven (overigens zal
men in Engeland en Frankrijk wel genoeg geweren
hebben om dit bezwaar te ondervangen) niet, hoeveel
Belgische troepen door de Duitschera naar de kust
gedreven worden.
Wij moeten afgaan op particuliere berichten. En
die geven heel weinig houvast. De een zegt, dat de
Belgische troepen zich in Frankrijk bevinden, de an
der, dat 30.000 man Belgische troepen in Zuid-Weste
lijke richting voorbij üstende zijn getrokken, een der
de, dat enkel de gewonden in deze havenstad zijn in
gescheept met bestemming naar Engeland, een vierde
dat het daar in de buurt wemelt van Belgische solda
ten in burgerkleeren. Zoo heet het vanmorgen in het
eene blad, dat de Duitschers aan Antwerpen een oor
logsschatting van 200 millioen hebben opgelegd, ter
wijl een andere courant beweert, dat er geen oorlogs
schatting is geëischt, doch dat de stad moet zorgen
voor het onderhoud van de 15.000 man .sterke bezet
ting. De een spreekt van een list der Belgen, die nog
meer dan een Duitsch legerkorps naar Brugge zouden
hebben gelokt, terwijl er zich weinig Belgische sol
daten bevonden, de ander gewaagt van een snel opruk
ken der Duitsche troepen door geheel westelijk België.
En dan is er ook nog een gerucht, volgens hetweik de
Duitschers Ostende reeds in handen zouden hebben
en de Engelschen gedeeltelijk waren afgetrokken in
zuidelijke richting, gedeeltelijk per schip waren weg
gezonden het merwaardige van dit gerucht is zeker
wel, dat het enkel gaat over de Engelsche troepen en
geheel zwijgt over de Belgische.
Het is niet doenlijk wijs te worden uit al die tegen
strijdig- en vaagheden.
Alleen kan op grond van een Duitsch communiqué
worden vastgesteld, dat de Duitschers in Antwerpen
maar weinig krijgsgevangenen (5000) hebben ge
maakt, welk gering aantal vreemd afsteekt bij den ove
rigens verkregen aanzienlijken buit. Overigens lijkt
het er wel naar, dat de Duitschers zich kustwaarts
begeven, misschien om nog wat Belgische troepen
naar zee te jagen, misschien om de Engelschen bang
te maken, misschien ook met 't vooropgezette doel, om
daadwerkelijk tegen Engeland op te treden. Wan
neer men de Duitsche bladen leest krijgt men den in
druk, dat de Duitschers niet liever willen, dan dat de
Engelschen, die den meest gehaten vijand vormen,
worden aangepakt, hetzij vreesaanjagend met Zep
pelins, hetzij met de lange kanonnen, waarmede naar
beweerd wordt Dover zou kunnen worden platgescho
ten. Aanvankelijk heeft men in Engeland, waar men
zich absoluut veilig waande voor een Duitschen inval,
om het denkbeeld wat gelachen, maar de militaire me
dewerker van de Times begint met de mogelijkheid re
kening te houden en hij acht het zelfs geenszins on
waarschijnlijk, dat een poging tot een Duitschen inval
in Engeland wordt gedaan. Hij is echter van meening,
dat de Duitschers zelf de kans op welslagen van deze
poging gering zulten achten. En de operaties te land,
zegt hij, doen op het oogenblik niet vermoeden, dat
zij tot een gunstige beslissing voor Duitschland, al
thans binnen afzienbaren tijd, zullen leiden. Echter
is de druk, dien Duitschland tengevolge van den oor
log ondervindt ontzaglijk en de Duitsche aanvoerders
zullen een verlies van 50.000 man een lagen prijs
vinden om daarmee de ontscheping van de overige
troepen in Engeland te verzekeren. De militaire
Bchrijver van het toonaangevende Engelsche blad zou
gaarne zien, dat er in Engeland een opperbevelhebber
werd benoemd en dat generaal Hamilton voor deze
gewichtige functie werd aangewezen.
Het is niet duidelijk of de bezetting van Yperen
door Fransch-Engelsche troepen van Duinkerken uit
is geschied en dus als een afzonderlijke operatie moet
worden beschouwd, in verband te brengen met het be
zit van de kuststreek zoowel als met het steunen van
pogingen van Belgische troepen om zich met die der
verbondenen te vereenigen, dan wel als 't verlengen
van 't front, gegroeid uit den westelijken vleugel, tot
in België. Hoe onwaarschijnlijk 't moge klinken, wij
zouden op dit oogenblik de mogelijkheid geenszins
willen verwerpen, dat de strijdvoerende partijen, die
elkaar nu al zoolang op Franschen bodem vasthou
den, onder de verlokkingen komen der Belgische slag
velden, waar in 't verleden zulke gewichtige beslissin
gen zijn gevallen. Het zij voorloopig voldoende op de
mogelijkheid te zinspelen, maakt de ontwikkeling der
verdere gebeurtenissen haar tot een waarschijnlijkheid
dan kunnen we hierop nader ingaan dat er zich
dan,, vooral in verband met de Schelde, moeilijkheden
kunnen voordoen, ligt voor de hand. Misschien is
het niet overbodig even te waarschuwen, toch vooral
niet te veel gewicht te hechten aan allerlei besw.ou-
ingen over de positie van ons land in verband met het
Schelde-vraagstuk. Op het moment is er geen reden
daar schending van onze neutraliteit te vreezen en al
die tendenzieuse dagbladartikelen kunnen we uaimp
jes langs ons heen laten glijden.
Het laatste Fransche communiqué luidt zeer oe-
slist gunstig voor de bondgenooten. Het gewaagt
van vorderingen, allereerst op den linkervleugel
aan de Lys tusschen Arras en Albert, van een klein
vooruitgang (die echter wel moeilijk genoeg «tan zijn
behaald I) in het centrum ten noorden van Rei 8, en
van vorderingen op de Maashoogten en in W>evre,
ten zuiden van St. Michiel. Een Duitsch communi
qué is er niet dat lijkt de beste bevestiging van de
juistheid van het Fransche!
Het schijnt, dat aan den linkeroever van den Weich-
sel een groote slag begonnen is, dien de Russen dan
hebben aanvaard met het gevaar van een rivier in den
rug. Men weet, dat de Russen Napoleon, voordat zij
in 1812 slag leverden, over den Weichsel lieten trek
ken. Deze tactiek, waardoor zij de bondge
nooten den overgang der rivier duur zouden kunnen
laten betalen, hebben de Russen thans niet gevolgd.
Zouden het politieke redenen kunnen zijn, die hun,
hun gedragslijn hebben voorgeschreven? Geruchten
over gisting onder de Polen nemen toe!
Opnieuw wordt verklaard, dat de Duitsche Keizer
zich naar het front in het Oosten zal begeven.
De Oostenrijkers maken met eenige voldoening mel
ding van het antwoord dat de commandant van het
Przemysl belegerde Russische leger 3 October kreeg
op zijn vraag, of de stad zich wilde overgeven, welk
antwoord' luidde:
„Mijnheer de commandant. Ik acht het beneden
mijn waardigheid om op uw schandelijk voorstel het
verdiende antwoord te geven. De commandant van
Przemyzl."
Op zee hebben de Engelschen een Duitsche paket-
boot van de HamburgAmerika-lijn bij ons Sumatra
tot zinken gebracht en een Grieksch stoomschip op
gebracht, die de onvindbare „Emden" hadden verge
zeld, en nog een ander Duitsch stoomschip in de
Australische wateren genomen.
De „Göben" en de „Breslau" zouden volgens be
richten, die bevestiging verdienen, Konstantinopel
hebben verlaten en in de Zwarte Zee met een Russisch
eskader slaags zijn.
Zijn die berichjen juist, dan staan ernstige compli
caties tusschen Rusland en Turkije te vreezen, welke
zelfs zullen kunnen leiden tot een meedoen aan den
oorlog van de voornaamste Balkanstaten.
Ten slotte is er misschien verband te zoeken tus
schen Portugal's nog steeds niet vaststaande houding
en een visite van ex-Koning Manuel aan Sir Edward
Grey en van een gewezen Portugeesch gezant aan den
Engelschen Koning.
In Zuid-Afrika begint kolonel Maritz er reeds van
zijn weinige aanhangers te verliezen; zijn neven val
len generaal Botha bij en diens troepen namen 80 re
bellen gevangen.
DE DUITSCHERS IN ANTWERPEN.
Het Duitische groote hoofdkwartier meldt: Bij Ant
werpen werden in het geheel 4 tot 5000 man gevan
gen genomen. Te verwachten is dat in den eersten tijd
bovendien nog een groot aantal Belgische soldaten,
die zich in burgerkleeding hebben gestoken, krijgsge
vangen zullen worden gemaakt.
Volgens een mededeeling van den consul te Terneu-
zen zijn ongeveer 20,000 Belgische soldaten en 2000
Engelsche Holland binnen gekomen en daar ontwa
pend. Zij moeten in groote haast gevlucht zijn. Dit
blijkt uit de menigte weggeworpen kledingsstukken,
vooral van de Engelsche Royal naval division.
Voor Antwerpen is groote buit gemaakt, minstens
500 stuks geschut, een groote hoeveelheid muuitie, een
menigte zadels, zeer veel verbandmateriaal, een groot
aantal automobielen, veel locomotieven en wagons,
vier millioen K.G. graan, veel meel, steenkolen, vlas,
voor lü millioen Mark wol, koper en zilver, ter waar
de van ongeveer een half milioen Mark, een gepant
serde trein, een groot aantal ingerichte ambulaüce-
treinen en een menigte vee.
Belgische en Engelsche schepen bevonden zich niet
meer te Antwerpen.
De 34 Duitsche stoomschepen en 3 zeilschepen, die
bij het uitbreken van den oorlog in de haven van Ant
werpen lagen, zijn behalve eén nog alle daar; de ma-'
chines zijn echter onbruikbaar gemaakt; alleen de
„Gneisenau" van de „Nordd. Lloyd" heeft men laten
zinken. De groote havensluis is intakt, maar voorloo
pig onbruikbaar, doordat men er met steenen gevulde
schuiten heeft laten zinken. De havenwerken zijn niet
beschadigd.
De stad Antwerpen heeft weinig geleden.
De bevolking houdt zich kalm; zij schijnt blijde te
zijn, dat de dagen van verschrikking voorbij zijn, te
meer daar het gepeupel reeds aan het plunderen was
geslagen.
Het overschot van het Belgische leger heeft, toen
onze troepen daderden, Gent met spoed ontruimd.
De Belg sche regeering, fliet uitzondering van den
minister van oorlog, moet zich naar Havre hebben
begeven
Een Fransch communique meldt: De Duitsche troe
pen. die var; Antwerpen zijn gekomen, zijn opgerukt
naar het westen en hebben de streek van Brugge en
Thielt bereikt op 14 dezer 's avonds.
OSTENDE IN DUITSCHE HANDEN.
Van Os tend: vertrokken vluchtelingen verhalen, dat
de stad in an den van de Duitschers is aldus ver
neemt de N. R. Crt. De Engelsche troepen waren bij
de nadering van de Duitschers reeds gedeeltelijk weg
getrokken in zuidelijke richting, gedeeltelijk per schip
afgehaald. Engelsche oorlogschepen kruisen in de
Noordzee ter hoogte van Ostende. De Belgische troe
pen ter sterkte van ciTca 30,000 man, moeten op eeni
ge mijlen afstand van Ostende in Zuidwestelijke rich
ting voorbij getrokken zijn.
GEVECHTEN BIJ DE NEDERLANDSCHE
GRENS.
Gistermorgen heeft te Hoogstraeten, vlak aan de
Noordbrabantsche grens, eene ontmoeting plaats ge
had tusschen een vijf-en-twintigtal Belgische soldaten
en enkele ulanen aldus verneemt het N. v. d. D. De
Belgen trachtten de ulanen te verdrijven, waarop de
ze versterkingen gingen halen. De Belgen verschans
ten zich in een kasteel in de nabijheid.
Des middags hebben de Duitschers de dorpen Hoog
straeten Streibeek en Marle bezet. De bevolking
vluchtte in allerijl naar Breda. De Duitsche troepen
dreven tal van Belgische soldaten voor zich uit, welke
over de Nederlandsche grens vluchtten.
DE DUITSCHE RIJKSKANSELIER TE
BRUSSEL.
De Duitsche Rijkskanselier von Bethmann Hollweg
is met den chef van het civiele kabinet van den Kei
zer, von Valentini, den gezant von Treutler en den le-
gatieraad von Mutius Woensdag te Brussel aangeko
men.
DE STRIJD IN NOORD-FRANKRIJK.
Een Fransch communiqué meldt:
Op onzen linkervleugel heeft de vijand den linker
oever van de Lys ontruimd. Wij hebben aanmerkelijk
terrein gewonnen in den omtrek van Lens ten N. van
Arras en tusschen Arras en Albert, ten N. O. van
Amiëns.
In het centrum tusschen de Oise en de Mars zijn
wij vooruigegaan in de richting van Craonue ten
noordoosten van den weg van Berry-au-Bac en ten
noorden van Prunay. Wij hebben verschillende Duit
sche verschansingen genomen in de richting van Beine
ten O. van Reims.
Tusschen Maas en Moezel zijn wij, na in den nicht
van 13 op 14 Oct. aanvallen ten zoodoosten van Ver
dun te hebben afgeslagen den 14den vooruigetrokken
bezuiden den weg naar Mtz.
Op onze rechtvleugel is het gedeeltelijke offensief
van den vijand ten noorden van St. Dié beslist tot stil
stand gebracht.
Het Duitsche Hoofdkwartier meld over den strijd:
Aanvallen der Franschen in de buurt van Albert
werden met groote verliezen aan hun zijde afgeslagen;
overigens vallen geen wijzigingen van den stand in
het westen te vermelden.
DE SLAG AAN DE WEICHSEL.
De Italiaansche Secoio bevat een telegram uit Petro
grad volgens hetwelk een groote slag aan den linker
oever van de Weichsel plaats heeft. Het front tus
schen Sandomir en Petrokof moet zich over bijna 200
K.M. uitstrekken. Men meent met een sterke Duitsche
strijdmacht te doen te hebben.
De Tsaar zond de bevolking van Warschau de
vermaning te vertrouwen op de Russische wapenen.
JAPANNERS OP HET EUROPEESCHE
OORLOGSTERREIN?
De correspondent van de „Voss. Ztg." op het ooste
lijke oorlogsterrein meldt, dat ook Japansche officie
ren en kanonnen aan den strijd deelnemen, die op het
oogenblik op de lange linie van Schirwindt tot Lyck
wordt gevoerd. Of er ook Japansche manschappen
waren heeft hij nog niet kunnen uitmaken.
DE STRIJD IN OALIClë.
Uit Weenen wordt officieel gemeld:
Onze troepen hebben de versterkte hoogten van Sta-
rasol veroverd, ook met den aanval op Stary en Sam-
bor ten zuid-oosten van Przemysl, gaat het goed.
Ten noorden van de Strwiaz zijn een reeks hoogten
tot aan het zuidoost-front bij Przemysl in onze han
den.
Beneden de San wordt eveneens gestreden. Bij onze
vervolging van den vijand over de Karpathen heb
ben wij Wyszkow en Skole, ten zuid-westen van Stryj,
bereikt.
DUITSCHE SCHEPEN BUIT OEMAAKT.
De Engelsche admiraliteit deelt mede, dat de Yar
mouth de Duitsche stoomboot van de Hamburg
Amerika-lijn Markomania deed zinken, nabij Suma
tra en de Gricksche stoomboot Pontoporos in beslag
nam. Beide schepen waren gesignaleerd als geleide
van den Duitschen kruiser Embden.
De Yarmouth heeft 60 Duitsche krijgsgevangenen
aan boord.
De regeering van Austrlië meldt de buitmaking van
het zeilschip Cornet dat een volledig station van
draadlooze telegrafie aan boord had.
SCHENDING DER CHINEESCHE
NEUTRALITEIT?
Een Japansche voorhoede heeft Tsinanfoe, het eind
station van den Sjantoeng-spoorweg bezet. De Chi-
neesche troepen boden geen openlijk verzet tegen deze
schending van China's neutraliteit, aldus meldt een
bericht uit Duitsche bron.
EEN PROCLAMATIE AAN DE BELGEN.
Bij het verlaten van België heeft de regeering de
volgende bekendmaking doen aanplakken:
Medeburgers.
Sedert bijna twee en een halve maand nu, verdedi
gen de Belgische soldaten, ten koste van heldhaftige
pogingen, voet, voor voet den vaderlandschen bodem.
De vijand rekende er vast op ons leger te Antwerpen
te vernietigen. Maar een aftocht, m onberispelijke
orde en waardigheid volbracht, is deze hoop komen
verijdelen en heeft ons het behoud verzekerd van
strijdkrachten, die zonder ophouden voort zullen gaan
te strijden voor de rechtvaardigste en schoonste der
zaken. Van dit oogenblik af opereeren deze troepen
op onze zuidgrens, waar zij door de bondgenooten
worden gesteund.
Dank zij deze waardevolle samenwerking, staat de
overwinning van het recht vast. Intusschen voegen de
omstandigheden van het oogenblik een nieuwe be
proeving toe aan de opofferingen, welke het Belgi
sche volk zich reeds heeft getroost, met een moed,
die slechts de uitgebreidheid dier offers evenaart. Op
straffe van anders de plannen van den invaller te die
nen, is het noodig, dat de Belgische regeering voor
loopig haren zetel overbrengt naar een plaats, waar
zij, eenerzijds in verbinding met ons leger, ander
zijds met Frankrijk en Engeland, de nationale sou-
vereiniteit kan blijven uitoefenen en de voortzetting
daarvan kan blijven verzekeren. Daarom verlaat z|
heden Ostende met een dankbare herinnering aan
de ontvangst, haar door deze stad bereid; zij zal
zich voorloopig te Havre vestigen, waar de edele
vriendschap van de regeering der Fransche republiek
haar de volledige uitoefening van hare souvereine
rechten zoowel als van haar gezag en hare plichten
aanbiedt.
Medeburgers, deze tijdelijke beproeving, waaraan
onze vaderlandsliefde zich moet onderwerpen, zal,
daarvan zijn wij overtuigd, snel gewroken worden.
De Belgische takken van dienst zullen blijven fungee-
ren, geheel naar mate de plaatselijke omstandigheden
dit zullen veroorloven. Koning en regeering rekenen
op de wijsheid van uw vaderlandsliefde. Rekent uwer
zijds op onze algeheele toewijding, op de waakzaam
heid van ons leger en op de medewerking van de
bondgenooten om het uur van de algemeene bevrij
ding te bespoedigen. Ons geliefd vaderland, dat op
zoo afschuwelijke wijze verraden en behandeld is ge
worden door een der mogendheden, die gezworen had
den zijn onzijdighid te waarborgen, heeft een steeds
toenemende bewondering opgewekt in de geheele we
reld. Dank zij de eenheid, den moed en de helder
ziendheid van al zijn kinderen, zal het deze bewon
dering, die haar heden ten dage verstrekt, waardig
blijven. Morgen zal het uit deze beproevingen groo
ter en schooner te voorschij ntreden, omdat het gele
den heeft voor de rechtvaardigheid en zelfs voor de
eer der beschaving.
Leve het vrije en onafhankelijke België!
(Volgens de onderteekeningen van alle Belgische
ministers.)
DE TOESTAND IN LEUVEN.
Een correspondent van de Tijd heeft een bezoek ge
bracht aan Leuven en vertelt er o ju. over
In Leuven zijn onder de Duiteche soldaten verschil
lende gevallen van typhus voorgekomen en het is den
soldaten verboden ongekookt water te drinken. Nieuwe
gewonden worden in de hospitalen bijna niet meer aan
gebracht, daar voortaan alle gewonden, zelfs uit
Noord-Frankrijk, direct naar Duitschland vervoerd
worden.
De toestand der bevolking in Leuven kan de laatste
dagen nu juist niet rustiger genoemd worden, en ver
schillende personen zijn weer gevlucht. Voortdurend
worden weer nieuwe gijzelaars genomen en vooral zijn
dit geestelijken, waardoor de kerkelijke diensten voort
durend in de war loopen. Burgemeester Nerinx heeft
nu proclamaties doen aanplakken, waarin „vrijwilli
gers" voorden gijzelaars-dienst worden opgeroe
pen. Alsof het kantoorwerk is staat er vermeld: „de
dienst begint des middags te.uur en eindigt na.
dagen, te.uur". Ik kan u echter verzekeren, dat
er weinig „liefhebbers" zijn.
Ter leniging van den nood zijn van gemeentewege
commissies samengesteld, die soep en brood in groote
massa's uitdelen, welke van verschillende zijden, op
alle mogelijke wijze, worden aangevoerd. Heel Leuven
ongeveer wordt op het oogenblik bedeeld, doch het
grootste aandeel in dit liefdewerk blijven nog steeds
de kloosters behouden. Ook betaalt die gemeente aan
de vrouwen van soldaten weer de regeeringsvergoe-
ding uit.
GEEN ENGELSCH-BELGISCHE OVEREEN
KOMST VAN 1906.
De Engelsche legatie te 's-Gravenhage deelt het vol
gende telegram mede van het Ministerie van Buiten-
landsche Zaken te Londen:
Het verhaal omtrent een beweerde Engelsch-Belgi-
sche overeenkomst van 1906, in de Duitsche pers
openbaar gemaakt en gegrond op stukken, welke te
Brussel beweerd worden te zijn gevonden, is slechts
een nieuwe editie van het verhaal, dat in verscheidene
vormen is verspreid en bij verschillende gelegenheden
is ontkend. Geenerlei overeenkomst van dien aard
heeft ooit bestaan, gelijk de Duitschers zeer wel we
ten.
Generaal Grierson is dood en kolonel (thans gene
raal) Barnardieton voert he bevel over de Britsche
strijdkrachten voor Tsing Tau. In 1906 was generaal
Grierson bij den generalen staf aan het Ministerie van
Oorlog en kolonel Bamardiston was militair attaché
te Brussel. Met het oog op de plechtige garantie,
door Groot-Brittannió gegeven, de onzijdigheid van
België te beschermen tegen schending van welke zijde
is het mogelijk, dat eenige gedachtenwisseling van
academisclien aard heeft plaats gehad door bemidde
ling van kolonel Bamardiston tusschen generaal
Grierson en de Belgische autoriteiten omtrent de
vraag, welken steun het Engelsche leger aan België
zou kunnen verkenen, indien een van diens naburen
zijn onzijdigheid mocht schenden. Het is mogelijk dat
ALKMAARSCHE COURANT.
i i