DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
No. 246. Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Honderd en zestiende Jaargang.
1914.
ZATERDAG
17 OCTOBER.
•I
I
I
De Duitschers eu de Engelschen.
Duitsehland en de verbondenen.
De Duitschers en de Belgen.
De Duitschers en de Russeri.
Duitsehland en Japan.
DUITSEHLAND.
ENGELAND.
ALKMAAR, 17 October.
Een Duitsche onderzeeër is in de Noordzee weer
fortuinlijk geweest: de Britsche admiraliteit heeft me
degedeeld, dat de kruiser „Hawke" (een oud schip
van 1891door een onderzeeër in den grond werd ge
boord pn dat er van de bemanning 49 officieren en
matrozen werden gered en 350 worden vermist.
Men zal zich er misschien over verbazen, dat het
tot dusverre steeds oude schepen waren, die door on
derzeeërs tot zinken werden gebracht. De verklaring
ligt voor de hand: de schepen, die het verst van de
marine-bases verwijderd zijn, die als het ware voor
uitgeschoven posten innemen ter bewaking, of wel als
verkenneis ter zee optreden, vormen den gemakkelijk-
sten buit voor den onder water opereerenden vijand
en daarom gebruikt men voor deze doeleinden zooveel
mogelijk de oudere jaargangen, terwijl de moderne,
groote, dure schepen achterbaks gehouden en niet
aan het altijd dreigend gevaar blootgesteld worden.
Wanneer het toeval geen groote rol mocht spelen, zal
men voorloopig wel niet vernemen wat de kleine_ on
derzeeërs kunnen uitrichten tegen de kolossale Dread
noughts, die driemaal zoo groot zijn als de thans ge-
torpilleerde kruiser. Dat zal wel tot de verrassingen
behooren, in een volgend stadium van den oorlog,
wanneer er groote zeeslagen zullen worden geleverd,
voor ons weggelegd, lntusschen moet men niet mee-
nen, dat zoo'n „Hawke" een notedopje is zij meet
7600 ton, terwijl ons grootste oorlogsschip, de „Ze
ven Provinciën" de 6600 ton nog niet haalt. Van de
omstandigheden, waaronder dit oorlogsfeit heeft
plaats gehad, is op het oogenblik nog niets bekend.
Wij weten niet of de „Hawke" alleen was, dan wel
deel uitmaakte van een eskader, waarvan de andere
schepen dan wel in de vlucht hun heil zullen hebben
gezocht Ook niet, of de Duitsche onderzeeër op zijn
alleentje op avontuur is uitgetrokken, dan wel of hij
tot een flottielje behoorde. En eindelijk is nog niet
bekend waar de onderzeeër thuis hoorde, al zal dit
vermoedelij wel weer Wilhelmshaven zijn, en waar
het feit plaats gehad heeft, zoodat wij voor het oogen
blik niet anders kunnen veronderstellen, dan dat het
in de buurt van Doggersbank is geweest.
De Duitsche onderzeeërs presteeren tot dusverre
meer, dan in het buitenland werd verwacht. In de
Oostzee hebben zij onlangs minstens twee dagen aan
de Russische kust gekruist voordat ze door de wacht
schepen werden ontdekt, zoodat ze geheel zelfstandig
op grooten afstand kunnen opereeren. Van Duitsche
zijde wordt verder verklaard, dat bij het torpilleeren
van de Pallada opnieuw werd bewezen, dat de Duit
sche onderzeeërs met een enkele torpedo een schip da
delijk tot zinken kunnen brengen, terwijl de schepen,
door Engelsche torpedo's getroffen, eerst na eenigen
tijd zinken, zoodat de verliezen, den vijand toege
bracht, nimmer zoo groot zijn. Het lot der „Hawke"
bevestigt deze opvatting, welke natuurlijk ook de En
gelsche-marinekringen bezig houdt.
Engelsche marinekringen hebben thans ongetwijfeld
bijzondere reden om het probleem der onderzeeërs
het gevaar dat ze opleveren, en de wijze, waarop dit
het best kan worden afgewend, te bespreken.
Officieel wordt thans van Duitsche zijde gemeld,
dat Ostende 15 October door de Duitsche troepen is
bezet. De straten der stad waren geheel verlaten, de
burgerwacht had haar wapens en patronen in zee ge
worpen. de stad werd dus heelemaal niet verdedigd.
Tot voor kort kruisten er nog eenige Engelsche oor
logsschepen ter hoogte van Ostende, doch die zullen
thans wel veiliger vaarwater opgezocht hebben waar
schijnlijk na eerst wat mijnen te hebben uitgestrooid,
toen er geen transportschepen meer naar Engeland
gingen. Immers Ostende kan thans als operatiebasis
worden gebezigd voor Duitsche onderzeebooten, die
uit elkaar genomen en per trein aangevoerd kunnen
worden. Bovendien ook voor het luchtleger, waar
over graaf Zeppelin het opperbevel heeft.
Vermoedelijk zullen de Duitschers nu wel graag ook
Duinkerken en Calais gaan bezetten, om behalve de
Belgische kustlijn, welke zij nu als thans geheel
België op Yperen na volkomen beheerschen, ook de
Fransche noordkust in handen te hebben en de Duit
sche vlag in het zicht der Engelsche kust te planten,
aldus het Engeland bedreigend Duitsche gevaar
symboliseerend.
Of het hiertoe echter zal komen? Rijsel is zeker een
mooi steunpunt voor operatiën tegen Duinkerken en
Calais. Maar natuurlijk zal veel van hetgeen er ver
der kan geschieden, afhangen van de beslissing aan
liet front, gevormd uit den vleugel in het Westen, een
beslissing welke blijkbaar door beide partijen wordt
verhaast. Een Engelsch Yperen tusschen een Duitsch
Rijsel en een Duitsch Duinkerken is niet wel denk
baar! De slag, aan de Aisne, of feitelijk reeds aan
de Mame begonnen, is langzamerhand naar de zee
opgekropen en daar kan de toestand, gelijk hij nu is,
niet lang stand houden, daar moet weldra een beslis
sing vallen, hetzij dan gedeeltelijk of wel verder strek
kend.
De Fransche communiqué's laten over den stand
van zaken nog steeds een optimistisch geluid hooren
en gewagen van eenig vooruitkomen, in het bijzon
der in de richting van Rijsel. In het Engelsch overge
zet, heet het, dat men aan den vooravond staat van de
bevrijding van het Fransche gebied van de indringers.
Het is mogelijk, dat deze vertaling juist is en de Duit
schers moeten in België sterke stellingen in gereed
heid hebben gebracht, zoodat ze, mochten ze uit
Noord-Frankrijk verdrongen worden, zich daar op
nieuw zouden kunnen vastzetten en daar de aanvallen
van den vijand opnieuw afwachten. Voorloopig lijkt
het er echter niet op. En wanneer de Times-man in
zijn telegram zegt, dat de slag aan de Aisne geëindigd
is zonder resultaat, dan herinnert men zich ongetwij
feld, hoe de Engelsche pers zich ten opzichte van den
daar te verwachten uitslag even uitbundig uitliet, als
dat ook thans geschiedt.
Ten slotte zij met betrekking tot het Westen nog
aangeteekend, dat de Duitschers in het Belgische ge
deelte van de Schelde mijnen gelegd hebben.
o
DITITSCHLAHDo
o O Augustow
o
o Orodno
o
o
«8a
o - fe
Q° a Lomsha nBialstok
ö.Poeltoesk p
SS
o .n.'
o Nowo Oeorgiewsk
o D Warschau Boeg
o
o
o
o Brest
o -Litowsk
o g. Iwangorod
o Sandomir O. 0 o
- Welchsel San
n. Przemysl
Over den stand van zaken op het Oostelijk gevechts
terrein geeft de Times weer een belangrijke uiteenzet
ting, welke wij hier gedeeltelijk laten volgen. Wan
neer men op bovenstaand kaartje een lijn trekt van
Warschau uit langs Weichsel en San naar Przemysl
toe, dan heeft men de linie van den grooten slag, die
thans in Russisch-Polen en Oostenrijksch Galicië ge
leverd wordt.
Het centrum van de Russische verdediging is de
linie van de versterkte kampen van Warschau naar
Nowo Georgiëwsk - men weet, dat onder 'n versterkt
kamp wordt verstaan een kemvesting, die een stad
omsluit, een daarvoor gelegen kring van vooruitge
schoven forten, met een uitgestrekte gelegenheid tot
het opnemen van een veldleger, dat van daaruit aan
vallend kan optreden. De vleugels van het Russische
oentrum worden door deze vestingen gedekt.
Aan den rechtervleugel strekken natuurlijke verdedi
gingslijnen zich noordoostwaarts uit langs de Narew
naar de versterkingswerken van Lomsha, waardoor
de uiterste rechtervleugel wordt beschermd. Aan den
linkervleugel strekt de natuurlijke verdedigingslinie
zich zuidoostwaarts uit langs de Weichesel, linkt rus
tende op Iwangorod.
Er is als het ware een reusachtig gewapend kamp
ontstaan, dat lijkt op een veelhoek, waarvan de hoek
punten zijn Lomsha, Nowo-Georgiewsk, Warschau,
Iwangorod en Brest Litofsk. Een spoorwegnet stelt
de Russen in staat een geweldige krijgsmacht samen
te trekken of langs het geheele front heen en weer
te bewegen, naarmate en wanneer het noodig is. De
noordelijke vleugel wordt tegen omvattingspogingen
beschermd door de linie van de Bobr, die in de verde
digingswerken van de streek om Grodno zeer sterk is
en voorts geleidelijk overgaat in de moerassen van
Augustow.
De bewegingen van de Oostenrijkers in het Zuiden,
met het doel om het Russische front te omvatten langs
de lijn Iwangorod - Sandomir zou hen volgens den
schrijver blootstellen aan een rechtstreekschen aanval
in flank en achterhoede van de Russen, die Galicië
verdedigen. Maar nu hebben de Duitschers en de
Oostenrijkers het bruggenhoofd (d. w. z. een steun
punt, dat het bezit van een belangrijken rivierover
gang verzekert en het mogelijk maakt, dat de strijd
macht van oever verwisselt) Sandomir genomen en
volgens de Oostenrijksche berichten tusschen Iwango
rod en Warschau een aanvallende Russische leger
macht van 320.000 man teruggeslagen.
Bovendien wordt er gevochten van Sambor, dat ten
Zuid-Oosten van Przemysl ligt tot aan den mond der
San. En eindelijk natuurlijk eveneens op de grens
van Oost-Pruisen, waar de Russen volgens 'n Duitsch
bericht alweer getracht hebben L.yck te veroveren.
Dat het Russische leger heel veel hooger staat dan
in den oorlog met Japan is herhaaldelijk gebleken.
Het blijkt opnieuw uit een beschrijving, welke de Rus
sische kolonel Sjoemski geeft van dè achterhoede van
het leger.
„In dezen oorlog", schrijft hij o. in., „maakt de ach
terhoede volstrekt geen slechteren indruk van de
kracht en de macht van ons leger dan het front. „Het
geheim van den oorlog bestaat in het geheim der ver
bindingen", zeide Napoleon, en inderdaad, men ziet,
dat de Russen dat geheim hebben begrepen. De ach
terhoede opereert op onvergelijkelijke wijze. Nergens
ziet men massa's zieken en gewonden, nergens zijn
voorraden opeengehoopt, nergens is wanorde en ver
warring. De enorme machine, die voor de levensorga
nen in het leger dient, werkt zonder wrijving of knar
sing.
Ik was in verschillende hospitalen midden in de
achterhoede en zag vele ongebruikte bedden en dat
na den slag in Galicië, waar twee millioen mannen
streden en waar de verliezen in de tienduizenden lie
pen. „Hoe komt het, dat er zooveel plaatsen open
zijn?" vroeg ik verbaasd. „Allen zijn weggevoerd",
was het antwoord van den officier van gezondheid.
„Alle bedden waren bezet, maar we brengen de ge-
wouden geleidelijk bij de eerste de beste gelegenheid
naar Rusland." En alle hospitalen zijn gereed om de
gewonden in nieuwe gevechten te ontvangen.
Het uiterlijk der steden in de achterhoede maakt ook
een verblijdenden indruk. Nergens zag ik rondboeme-
lende soldaten, overal ziet men energieke en ernstige
gezichten; allen zijn bezig, werken hard."
EEN ENGELSCHE KRUISER VERNIELD.
.De Engelsche Admiraliteit meldt, dat de kruiser
„Hawke" Donderdag in de Noordzee is aangevallen
en in den grond geboord door een Duitschen onder
zeeër; 49 officieren en manschappen der bemanning
werden gered, ongeveer 350 man worden vernist.
De „Hawke" is een oude pantserkruiser, die in 1891
van stapel liep. Het schip heeft een waterverplaatsing
van 7.600 ton. De schepen dezer klasse hebben een
snelheid van 19.5 a 20.5 knoop. Het aantal paarden
krachten bedraagt tusschen 12000 en 13500. De be
wapening bestaat uit 2 kanonnen van 23.4, 10 van
15.2, 12 van 5.7 en 5 van 4.7, 2 machinekanonnen en
2 torpedolanceerbuizen. Het pantserdek wisselt af
van 25 tot 127 m.M. Een pantsergordel ontbreekt.
DE STRIJD IN NOORD FRANKRIJK.
Het Fransche communiqué van gistermiddag 3 uur
meldt: De vooruitgang, vermeld in het communiqué
van gisteren, houdt aan.
Op onze linkervleugel strekt de actie der geallieer
den zich than3 uit van de buurt van Yperen tot aan de
zee.
Het Duitsche legerbericht zegt:
Een heftige aanval van de Franschen Noord-Weste
lijk van Reims werd afgeslagen.
De Franschen zeggen in hun ambtelijke mededee-
lingen, dat zij op verschillende punten aan het front,
bijv. bij Berry au Bac, noordwestelijk van Reims, merk
bare voordeden hebben behaald.
Deze beweringen gronden zich op geen enkel feit.
GRUWELIJKE BEHANDELING VAN
ENGELSCHE GEWONDEN.
De oorlogscorrespondent van „de lijd", die sedert
twee maanden op het oorlogsterrein in België ver
mijt' houdt, vertelt in zijn biad een voorval, dat hij
bijwoonde tijdens zijn reis van Leuven naar Maas
tricht.
„We kwamen in Landen, een plaats tusschen Thie-
ueu en Waremme", zoo vertelt hij. „Hier werd veer
tig minuten gewacht om den gewonden voeding te
kunnen geven. Uit groote waschtobben werd soep in
borden opgediend en ook ik werd van dezen solda-
tenkost bediend. Toen ik gegeten had, liep ik het
stationsemplacement op en neer, om wat beweging te
nemen. Mijn aandacht werd getrokken door een op
stootje voor een der laatste wagens.
Ik ging daarheen en.... wat ik daar zag, vergeet ik
mijn leven niet. Fiadde ik het nooit aanschouwd! Tus
schen eenige Fransche gewonden lagen op wat stroo
een drietal Engelsche zwaar gewonden. Zé zagen er
treurig uit en hun toestand leek me ernstig toe. Uit
informaties bleek me, dat deze menschen sinds vijf
dagen geen voedsel gehad hadden. En nu stonden
vóór de geopende wagendeuren een 200 h 300-tal
Duitsche soldaten, deels Ticht gewonden, die nog
goed loopen konden, deels de Duitsche soldaten van
de bezetting, die aangewezen waren voor de uitdee-
ling der soep.
En die 200 h 300 stondente razen en te tieren te
gen de drie ongelukkige zwaargewonde Engelsche
soldaten, die in geen vijf dagen gegeten hadden en
hulpeloos, steunend op wat vuil stroo in den beesten
wagen, lagen uitgestrekt. De rookende tonnen met
heete soep werden hun voorgehouden en toegedon-
derd„Eten wilt ge hebben, zwijnenzwijnenKa
pot moet je! Slaat ze dood, slaat ze dood! Dat kun,
je krijgen!" En terwijl ze dit laatste zeiden, richtten
ze hun geweren op de ongelukkige, bloedende, hulpe-
looze en hongerige wezens. Anderen stonden hen te
spuwen op de kleeren en in het gezicht en het schuim
stond den dollen mannen op de monden.
Met gebroken oogen, oogen van den naderenden
dood, lag een hunner zijn beulen aan te staren, dan
weer dof blikkend naar de dampende soep. De twee
anderen hadden het hoofd afgewend en lagen met ge
sloten oogen. Doch ten 6lotte wendde ook de derde,
zuchtend en steunend het hoofd en sloot de oogen.
Ondertusschen gingen de soldaten voort met dreigen,
allerlei van de gemeenste scheldwoorden uitstootend,
spuwend, of de geweren op de ongelukkigen richtend.
Een andgr deel lachte, had schik in de hulpeloosheid
van die drie daar.
Ik stond stil, verstomd, wezenloos; ik kon geen
woord uitbrengen aanvankelijk. Dan echter ging ik
op een onderofficier toe, die het tooneel ook lachend
stond aan te zien en, over mijn heele lichaam beven
de, zeide ik: „Wat hier gebeurt is gruwelijk, 't zijn
toch ook menschen, menschen, die hun plicht hebben
moeten doen, evenals gij!" Meer kon ik niet zeggen,
mijn stem stokte in m'n keel.
En wat kreeg ik ten antwoord? „Wat, hun plicht
moeten doen? Neen, 't zijn zwijnen, betaalde zwijnen,
ze krijgen geld voor hun vuil werk, de zwijnenVan
antwoord heb ik niet meer gediend.; ik kon niet. Dof
heb ik dit beestachtig tooneel nog wat staan aansta
ren, slechts betreurende, dat ik geen kolossus was, die
met één sterke hand de aanvallers in bedwang kon
houden en met de andere de brandende koortsige lip
pen der ongelukkigen te laven.
Wat me het meeste trof was, dat onder die 2300
soldaten vóór dien geopenden beestenwagen zich niet
één mensch bevond, die de partij voor de ongelukki
gen wilde opnemen. Niet één! Ik ben me ten volle be
wust van de schrikkelijke beschuldiging, die ik door
deze mededeeling doe, maar met de heiligste eeden
zou ik durven en willen beweren, dat niets, niets in
deze beschuldiging onwaar of ook maar het geringste
overdreven is. En wanneer de Duitsche autoriteiten
een ernstig en onpartijdig onderzoek er naar doen
willen, dan vermeid ik nog de volgende aanduidin
gen: het is gebeurd te Landen, op Vrijdag den 9en
October, in den trein met gewonden, die daar uit de
richting Brussel was aangekomen en gevoed, onge
veer in het middaguur.
En dat feit, dht tooneel heeft me meer geschokt dan
al het verschrikkelijke, dat ik in de laatste twee maan
den gezien heb, alle gevaren, die ik heb doorstaan.
Neen, ik trek geen conclusies. Ik weet, dat niet het
geheele Duitsche leger verantwoordelijk kan gesteld
worden voor het gedrag van deze ontaarden der
krijgsmanseer, die door een edelen officier zeker zou
den gestraft zijn. Ik hoop, dat dat laatste alsnog ge
schieden zal
GEVECHTEN IN BELGIë.
In de richting van Waerschoot moet hevig gevoch
ten zijn tusschen Duitschers en Engelschen, en de
ontmoeting der Duitschers met de zich daar nog
steeds bevindende Engelsche troepen is verre van for
tuinlijk geweest.
De Duitschers schijnen een 400-tal dooden op het
slagveld te hebben ach tergelaten, en van eene geheele
compagnie Landwehr moet slechts een 7-tal mannen
den dans ontsprongen zijn.
AAN DE OOST-PRUISISCHE GRENS.
Het Duitsche groote Hoofdkwartier deelt mede:
De Russen beproefden den 14en zich weder in het
bezit van Lyck te stellen. De aanval werd afgewezen
800 gevangenen, 1 kanon, 3 mitrailleurs vielen in
Duitsche handen.
DE STRIJD OM KIAUTSJOU.
Officieel wordt uit Tokio gemeld: In den ochtend
van 14 dezer is een gedeelte van de forten litis" en
Kaiser' te Tsingtau door een eskader vernield. Te
gelijkertijd werden door aeroplanes bommen geworpen
De Engelschen verloren één doode en twee gekwets
ten, de Japanners leden geen verliezen.
ENGELAND EN DE OORLOG.
Over de openbaarmaking van de reeks officieele
stukken die de aanslagen van Engeland, Frankrijk en
Rus,and aan het licht hebben gebracht, zegt de „Vos-
sische Ztg.": Men heeft ons omsingeld onder Geor
ge V zoo goed als onder Eduard Vil. Engeland heeft
zich verbonden met Rusland, Frankrijk, België en Ja
pan en heeft vreemden haat aan zijn eerzucht dienst
baar gemaakt en heeft ook vreemden in dienst van
zijn brutale zelfzucht gesteld, om te trachten Duitseh
land er onder te krijgen. Engeland heeft altijd den
sterkste als zijn vijand beschouwd. Na de stukken die
gisteren openbaar zijn gemaakt, zal men moeten op
houden, om van een Duitsche oorlogspartij te spre
ken.
Tn de „Kreuzzeitung" wordt betoogd, dat Engeland,
hetwelk in zijn belustheid naar wereldheerschappij al
tijd de kunst heeft verstaan, om de mogendheden van
het vasteland op elkaar af te hitsen, Europa door zijn
politiek in de Marokkaansche en Bosnische kwesties
reeds tweemaal aan den rand van een oorlog ge
bracht. De aanmoediging die het aan het Fransche
chauvinisme gaf, was, naar de thans openbaar ge
maakte stukken onweerlegbaar aantoonen, de eenige
oorzaak van den oorlog. Engelsche en Fransche sol
daten moeten op de slagvelden van Frankrijk de om-
singelingspolitiek van Eduard VII met hun bloed be
talen. Het zaad dat men gezaaid heeft, is vreeselijk
opgeschoten.
DE OPSTAND IN ZUID-AFRIKA.
Er wordt te Kaapstad van een opmerkelijke samen
werking met de regeering der Unie blijk gegeven.
Verscheidene Hollandsche commando's hebben zich
gevormd voor den dienst onder Botha.
De regeering past de strengste maatregelen toe, om
eenige anders gezinde stemmen tegen te gaan. Er
hadden verscheidene belangrijke arrestatiën plaats in
het noord-westen, waaronder zich Duitsch-gezinde
Afrikaners bevonden, die als bemiddelaars optraden
tusschen Maritz en de Duitschers.
COURANT.
O
M
X
O
o
O
O
o
O
o
o
O
O
n o o
o o
oO00Cl0oo0.
O O O O O
OOSTEN KIJK.