m
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van tiet westelijk oorlogsterreio,
Vi het oostelijk oorlogsterreio.
No. 248.
Honderd en zestiende Jaargang.
1914.
DINSDAG
20 OCTOBER.
Ter zee.
In do ls.oloniën.
BELGIE.
DUITSCHLAND.
FRAKNRIJK.
ENGELAND.
OOSTENRIJK.
JAPAN.
Andere Mogendheden.
ROEMENIE.
NEDERLAND.
ALKMAAR, 20 October.
„De Zuierzee moesten ze er mee dempen" zei dezer
dagen iemand, die zijn meening niet onder stoelen en
banken stak, op den hoek van een straat, waar een
groepje stadgenooten te praten stond. Natuurlijk
ging het gesprek over den oorlog het is niet aange
naam zich altijd met datzelfde, maar onuitputtelijke
onderwerp bezig te houden, doch heel ons denken
wordt daardoor nu eenmaal beheerscht. Het gaat ons
allen als dien couranten-schrijver van 1870, die een
artikel aanving met de woorden:
„Waarlijk in wou dat ik over iets anders kon praten
„dan over den oorlog, maar 't is mij onmogelijk."
Veel meer dan die eene uitdrukking hebben wij,
voorbij fietsend, van het gesprek niet opgevangen,
maar het is duidelijk, dat de spreker met de soldaten
van een der oorlogvoerende rijken de Zuiderzee wilde
dempen. Het was niet erg christelijk gezegd maar
is het wonder, dat in dezen tijd, waarin zooveel on
christelijks wordt gedaan, de gedachten, welke tot
uiting komen, wel eens denzelfden geest ademen?
Doch het was ook overigens onverstandig, want wan
neer men eenig denkbeeld heeft van den omvang der
Zuiderzee en van de grootte der vechtende legers, dan
zal men reeds uit dien hoofde van oordeel zijn, dat 'n
andere wijze van droogmaken der Zuiderzee de voor
keur verdient. Onze binnenzee is 3139 vierkante kilo
meters dat is 3139.000.000 vierkante meters groot.
Wanneer die zee eens heelemaal bevroren was en er
zaten drie menschen naast elkaar in 'n ruimte van één
vierkante meter (men zat dan zeer ruim) dan zouden
er 9517.000.000 menschen noodig zijn om de ijsopper-
vlakte, begrensd door de provincies Noord-Holland,
Utrecht, Gelderland, Overijsel en Friesland te bedek
ken. D.w.z. daarvoor zouden ongeveer 6 maal zooveel
menschen noodig zijn, als er op aarde wonen! Zelfs
de legermacht van een volk, dat 5 millioen soldaten
op de been zou kunnen brengen, zou slechts ongeveer
het 2000ste gedeelte der Zuiderzee kunnen bedekken.
Wanneer de heele aarde leeg was, omdat alle men
schen in de Zuiderzee waren gevallen, dan zou de
waterspiegel daardoor slechts weinig rijzen. En wan
neer al de soldaten van een oorlogvoerend rijk werden
gebruikt voor het onmenschlievende doel, dat de onge
noemde spreker aangaf, dan het is duidelijk
zou er van „dempen" heelemaal geen sprake kunnen
zijn.
Het zou geen zin hebben het bovenstaande te ver
melden, wanneer wij daarmee niet nog iets anders be
oogden. Wij wilden eens op deze wijze duidelijk ma
ken, hoe leeg de slagvelden wel moeten zijn. Indien
men een kaart van Europa neemt, dan ziet men, dat
het terrein, waarop thans in Noord-Frankrijk gevoch
ten wordt, ettelijke malen grooter is dan het kleine
kringetje hetwelk de Zuiderzee voorstelt. En bedenkt
men dan, dat er op dat gebied vier millioen strijders
staan, dan begrijpt men zeker wel, dat een toeschouw
er op tal van plaatsen wel den indruk zal moeten krij
gen, dat het slagveld leeg is en dat slechts op enkele
plekken groote troepenmassa's geconcentreerd kunnen
zijn.
En toch is tot dusverre geen der beide oorlogvoeren
de partijen er in geslaagd ergens een plekje te vinden,
waar zij gemakkelijk door het front der tegenpartij
zou kunnen breken I Dat dit voornamelijk te danken
is aan de uitnemende middelen van verkenning en
van verkeer, welke den veldheeren ten dienste staan,
hebben wij reeds meer dan eens betoogd. Telkens
leest men weer, gelijk in het gister verschenen commu-
nuqué van den Duitschen generalen staf, dat poging
en van den vijand om aan te vallen, door de troepen
verijdeld werden. En hoe verwoed er thans gevochten
wordt in het Westen, leert het Fransche communiqué.
„Ten noorden en ten Zuiden van Atrecht vechten onze
troepen zonder oponthoud gedurende meer dan 10
dagen met een hardnekkigheid en een ijver, die geen
enkel oogenblik verflauwen", zoo heet het daar, en
verder: „wij gaan huis voor huis vooruit in die twee
plaatsen" (d. w. z. langs het front La Bassée-Ablain).
Uit deze officieele Fransche mededeeling blijkt, wat
men te denken heeft van het bericht van het officieele
Engelsche persbureau, dat de bondgenooten de Duit
schers een 45 kilometer zouden hebben teruggedreven 1
Trouwens voorzichtigheid is tegenwoordig in het
bijzonder geboden tegenover de berichten uit Engel
sche bron. Het laatst verschenen nummer van de Dai
ly Chronicle levert daarvan weer een sprekend bewijs.
„1 let is geen indiscretie voor eenig journalist, te zeg
gen, dat de Duitschers uit Rijsel gejaagd zijn, na
hun derde bezetting van die geteisterde stad." Men
begrijpt natuurlijk onmiddellijk, dat dit onjuist is
een dergelijk gunstig oorlogsfeit zou door het Fran
sche hoofdkwartier niet zoo lang verzwegen worden.
Maar waneer men leest, dat de correspondent seint,
dat het nieuws zich van stad tot stad verspreidde en
overgebracht werd door soldaten en vluchtelingen,
door gewonden en door particuliere brieven, dan ligt
het voor de hand, dat men aan zijn telegram niet veel
vertrouwen hecht. Van hetzelfde gehalte moet wel
het bericht van de Morning Post zijn, volgens hetwelk
de bondgenooten Ostende weer bezet hebben dat
zou de Fransche communiqué-schrijver zoo lang onder
zich houden, om er een Engelsch blad de primeur van
te geven I De Daily Mail-correspondent is althans
nog wat voorzichtiger, waar hij seint, dat de poging
der Duitschers om zoo spoedig mogelijk de Kanaal-
kust te bereiken, op échec zal uitloopen. Dit is natuur
lijk zeer wel mogelijk niemand kan de uitslag van
het belangrijke vechten tusschen Yperen en Nieuw-
poort voorspellen. Laatstgenoemde correspondent
doet verder uitkomen, dat het anders zeer gunstige
terrein in een moeras is veranderd door den zwa-
ren regenval. En ook een Daily-Ghronicle-correspon-
dent, zegt dat „generaal Regen" de bondgenooten is
komen helpen. Het terrein tusschen de twee legers
is op sommige plaatsen weinig anders dan een moeras
waarin menschen en paarden hopeloos spartelen. Het
weer is koud geworden, de dagen worden korter en
de grijze mist waart 's ochtends vroeg over het lage
land. Vlaanderen is alles te zamen een ongezond
land, om er tijdens de herfstdagen te vechten, meent de
correspondent.
Waarom echter alleen de Duitschers van dit alles
te lijden zouden hebben, is niet duidelijk. Ook de
bondgenooten moeten de ongemakken van het jaarge
tijde ondervinden en dat zal hun gevechtswaarde wel
evenmin versterken.
Men kan er overigens overtuigd van zijn, dat in dit
kleine stukje nog niet door de Duitschers veroverd
Belgisch gebied thans, ondanks de weers- en bodem
gesteldheid met felheid wordt gevochten. De strijd
nadert misschien nog wel zoo dicht de Fransche kust,
dat het scheeps geschut nog wel eens zou kunnen in
grijpen en een beslissend woord zou kunnen meespre
ken! Het gaat er nu om, elkaar terug te dringen,
eikaars front te doorbreken. En het blijft er nog maar
steeds naar uitzien, dat hier eiken dag een beslissing
kan vallen.
Er zijn vandaag heel wat oncontroleerbare geruch
ten en beweringen. De Duitsche Keizer zou bij de
neutrale staten hebben laten vragen of zij hem wilden
erkennen als Koning der Belgen, wanneer Duitsch-
land won, doch alleronprettigste ervaringen hebben
opgedaan, de gemeentelijke en staatsbeambten van
Warschau zouden bevel gekregen hebben naar St: Pe
tersburg te vluchten, zoodra de Duitsche troepen 30
mijlen van de stad verwijderd waren, miss Sheeps
hanks, een Engelsche dame, die ons land heeft be
zocht, beweert, dat zonder de hulp van Engeland de
Belgen uit ons land zullen worden teruggedreven
naar België. De onhoudbaarheid van dit alles ligt er
boven op. Wij volstaan dus enkel met het aanstippen
en releveeren ten slotte nog even, dat in Zuid-Afrika
het Maritz-groepje al aardig begint te dunnen (nu
zijn er drie officieren en zeventig manschappen ge
vangen genomen, terwijl vïrder vier officieren en
veertig man zich overgaven) en dat in de baai van Ki-
au-tsjau een aftandsche Japansche kruiser op een mijn
geloopen en gezonken is, waarbij ongeveer 250 man
zijn omgekomen.
DE STRIJD IN NOORD-FRAKRIJK
EN BELGIë.
Het Fransche communiqué van gistermiddag 3 uur
meldt: In België: De vijand heeft met zwaar geschut
het front Nieuwpoort-Vladsloo (ten oosten van Dux-
mude) beschoten. Zonder succes echter.
De troepen der geallieerden en in de eerste plaats
het Belgische leger hebben niet alleen nieuwe aanval
len afgeslagen, maar zijn opgerukt tot Roulers.
Op onzen linkervleugel tusschen de Lys en het ka
naal van La Bassée zijn wij vooruitgegaan in de rich
ting van Rijssel.
Zeer hardnekkig wordt gevochten op het front La
Bassée-Ablain. In deze beide plaatsen winnen wij voet
voor voet terrein.
Ten noorden en ten zuiden van Arras strijden onze
troepen zonder onderbreking sinds meer dan tien da
gen met een volharding en een moed, die zich geen
enkel oogenblik verloochend hebben.
In de buurt van Chaulnes hebben wij een hevigen
tegenaanval afgeslagen en eenig terrein gewonnen.
Op onzen rechtervleugel in Elzas ten westen van
Colmar zijn onze voorposten op de linie Bonhomme-
Barres-Sulzern.
Meer in het zuiden houden wij nog steeds Thann
bezet.
De Duitsche generale staf meldt uit het groote
hoofdkwartier:
Een aanval van den vijand in het gebied westelijk
en noordwestelijk van Rijssel werd door onze troepen
afgeslagen; de vijand leed groote verliezen.
Op het oostelijk oorlogsterrein is de toestand on
veranderd.
BELGISCHE SOLDATEN IN DUITSCHE
HANDEN GEVALLEN.
Te Blankenberge bevonden zich, volgens het N. v.
d. D., 3000 Belgische soldaten en 2000 man burger
wacht, toen de Duitschers daar aankwamen. Zij wer
den verrast en kouden zich niet meer uit de voeten
maken.
DE TOESTAND IN LUXEMBURO.
De hoofdstad van Luxemburg is, als centrum van
de spoorwegverbinding tusschen Duitschland en
Frankrijk, ingericht om de Duitsche gewonden, welke
van de slagvelden in de omgeving van Verdun wor
den aangevoerd, te ontvangen en te verplegen. De
zwaargewonden blijven daar, om door de Duitsche
doktoren zorgvuldig te worden onderzocht, verbon
den en verpleegd. De lichtgewonden worden verder
gevoerd naar Trier. Men weet echter nu reeds niet,
waar men al de zwaargewonde Duitsche soldaten
moet laten. De ziekenhuizen en hospitalen zijn reeds
gevuld en zelfs het stationsgebouw ligt vol gewon
den.
DE STRIJD IN POLEN.
Naar uit Berlijn gemeld wordt zegt het blad „Koe
roer Kodzienoi"
De gemeentelijke en staatsbeambten te Warschau
hebben bevel gekregen in geval de Duitsche troepen
30 mijlen van de stad Warschau verwijderd zijn, uit
de stad te vertrekken en naar St.-Petersburg te vluch
ten. De beambten zijn gereed ieder oogenblik de stad
te verlaten. Dé bevolking van Warschau kreeg de aan
sporing zich spoedig, reeds thans, uit de stad te ver
wijderen, omdat de vesting, gelijk de militaire com
mandant bij manifest bekend maakt, met alle middelen
tot het uiterste verdedigd wordt.
Uit het Duitsche groote hoofdkwartier wordt ge
meld:
Op het oostelijke oorlogsterrein is de toestand on
veranderd.
EEN ENGELSCHE ONDERZEEëR VERNIELD.
De plaatsvervangende chef van den Duitschen ma
rinestaf deelt mede:
De Engelsche onderzeeër E 3 is den 18en dezer
's namiddags in de Duitsche bocht der Noordzee ver
nietigd.
DE VERNIELING DER DUITSCHE TORPEDO
JAGERS.
De Engelsche kruiser Undaunted en de vier torpe
dovernielers zijn Zondag te Harwich aangekomen en
daar met buitengewone geestdrift door de bevolking
ontvangen. Door de mannen werd verteld, dat ze, na
weken geen Duitsch schip te hebben gezien, plotseling
de Duitsche torpedovernielers bij de Nederlandsche
kust opmerkten.
De Duitschers forceerden met kranige zeemanschap
een gevecht en streden dapper.
De kruiser richtte het vuur op twee der torpedover
nielers, terwijl de vier Engelsche torpedovernielers de
overige schepen voor hun rekening namen. De Engel
sche torpedovernieler Loyal schoot onmiddellijk de
pijp en het stuurrad van een der Duitsche schepen
weg, die na een half uur zonk. De overigen zonken
een voor een, tot het laatst vechtende. Het geheele
gevecht duurde anderhalf uur.
De Duitsche bladen zeggen aangaande de vernieti
ging der Duitsche torpedojagers dat de Engelschen in
drie opzichten in het voordeel waren. De Engelsche
kruiser was van het nieuwste type, met een waterver
plaatsing van 3600 ton, een bewapening van twee 15
c.M. en zes 10 cM. kanonnen en vier 53 cM. lander-
buizen. De Engelsche torpedovemielers hadden elk
een waterverplaatsing van 750 ton, een snelheid van
minstens 30 knoopen, een bewapening van drie 10 cM.
kanonnen en vier 53 cM. torpedolanceerbwzen.
De Duitsche schepen waren van 1902, dus oud; ze
hadden een waterverplaatsing van elk 420 ton, een
snelheid van 26 knoopen en een bewapening van drie
5 cM. kanonnen twee machinegeweren en drie 45 cM.
lanceerbuizen, terwijl er in het geheel 700 Engelschen
tegen 230 Duitschers streden.
Het materieele verlies wordt voor Duitschland dan
ook zeer gering geacht, bij het groot aantal torpedo-
booten, dat Duitschland bezit. Door den ongelukki-
gen afloop van het gevecht tusschen twee zoo onge
lijke partijen zal dan ook, aldus de bladen, het ver
trouwen in de Duitsche marine niet schokken, doch
alleen de bewondering wekken, door het moedige ge
drag der zeelieden.
DE STRIJD OM KIAUTSJOU.
Officieel wordt uit Petrograd gemeld: De Japan
sche kruiser „Takachiko" is in den nacht van 17 Oc
tober in de Golf van Kiautsjou op een mijn gestooten
en gezonken.
Een officier en negen man van de équipage werden
gered.
De „Takaschiho" had 264 man aan boord.
DE TOESTAND IN ANTWERPEN.
Een correspondent van het „Hbld." te Roozendaal
meldt, dat gisteren reeds weer een groot aautal vluch
telingen naar Antwerpen terugkeerden. De stad be
gint langzaam aan te herleven, de huizen krijgen weer
bewoners, winkels worden geopend en in de straten
ziet men weer menschen, terwijl eenige tramlijnen
wee rrijden. Vooral het centrum der stad herkrijgt
langzamerhand zijn gewone aanzien.
De burgerlijke overheid is nu bezig tehuizen op te
richten, om arme menschen, die zonder geld in de
stad zijn teruggekeerd en hun woning vernield von
den, onderdak te bezorgen.
Het „comiteit", dat vóór de beschieting in Antwer
pen was gevormd om hulp aan gezinnen te bieden, en
beschikt over 350.000, zet nu zijn werk voort, zoo
dat ook de armen wear terug kunnen keer en.
De watertoevoer zal weldra hersteld zijn.
De requisities, welke Duitschland eischte van Ant
werpen voor devoeding de rtroepen, kunnen, dank zi
de medewerking der burgers, door de gemeentelijke
overheid worden opgebracht, dat in samenwerking
met het Duitsche gezag de orde en rust in de stac
tracht te doen wederkeeren.
OP DE KATHEDRAAL VAN ANTWERPEN.
De oorlogscorrespondent Heinrich Binder vertelt
in het „Berliner Tageblatt" het een en ander over de
Kathedraal van Antwerpen, welke hij dezer dagen be'
zocht.
Flet platvorm der Kathedraal vertoonde nog de spo
ren van de Belgische wijze van oorlogvoeren, zegt hij
Afgesneden telefoondraden, die als eindelooze draden
naar beneden hingen, vormden liet overblijfsel van
een waarnemingspost, welke daar boven ingericht
was. Planken en balken, welke naar boven waren ge
transporteerd, moesten misschien tot het opstellen
van geschut dienen.
DE NEUTRALITEIT VAN BELGIë.
De „Norddeutsche Allgemeine Zeitung" schrijft
over de neutraliteit van België:
Een hoogst opmerkelijke erxenning van de tusschen
België en de Drievoudige Entente bestaande nauwe
verstandhouding is kort vóór het uitbreken van den
oorlog verschenen in het socialistische maandblad
Die Neue Zeiung". De Belgische socialist De
Brouckère heeft in het nummer van 31 Juli over de
overwinning der klerikalen bij de Belgische verkiezin
gen in 1912 en de gevolgen daarvan o. m. geschreven:
„Ons veldleger is op bevel van de Drievoudige En
tente, die zich tot beschermster van onze verdediging
heeft opgeworpen, tot 150,000 man uitgebreid. Enkele
dagen na de verkiezingen van 1912 heeft men gevolg
gegeven aan de dringende vertoogen van Frankrijk,
Engeland en ongetwijfeld ook Rusland, behelzende
dat de toen geldende diensttijd van 25 maanden naar
het oordeel van deskundigen onvoldoende is."
De Brouckère besluit, als met een voorgevoel van
hetgeen zou gebeuren: „Morgen zal misschien En
geland, dat alleen in eigen land den militairen dienst
lastig vindt, van ons vervulling onzer plichten ei-
schcn/'
GROOTE VERZOENDAG.
De Keizer heeft een legerorder uitgevaardigd, waar
bij de Joodsche soldaten werd voorgeschreven, den
Grooten Verzoendag (30 September) te vieren. Alle
Joodsche soldaten, die niet in de vuurlinie lagen,
moesten, onder aanvoering van een Joodschen reser
ve-officier een achter het front liggende stad bezoe
ken. De godsdienstoefening werd daar in Roomsche
kerken gehouden, daar er in Noord-Frankrijk nergens
synagogen zijn. De veldrabbijnen preekten 's morgens
en 's avonds, terwijl de meeste kerkgangers den gehee-
len dag in de kerk bleven en vastten. Daarna kregen
ze uit de veldkeiikens een krachtig maal, waarop ze
naar hun regimenten terugkeerden.
De Joodsche soldaten op het Oostelijk oorlogster
rein kregen den geheelen dag verlof, om dezen feest
dag met hun geloofsgenooten in de Oost-Pruisische
grensplaatsen te vieren.
KRIJGSGEVANGENEN.
Over Keulen kwamen volgens de „Köln. Volks-
zeitung" met een grooten trein met gevangenen en
verscheidene wagens met Indische inlanders aan, die
in den witten boemoes, niettegenstaande zij in dikke
mantels waren gehuld, het akelig koud hadden. De
trein met gevangenen bevatten Belgen, Franachen,
Engelschen, Turco's enz.
GEWONDE KRIJGSGEVANGENEN.
Het grootste gedeelte van de sedert het begin van
den oorlog in het hospitaal Saint Madreire te Toulon
vertoevehde gevangene Duitsche gewonden, die
slechts convalescent zijn, zijn naar verscheidene an
dere plaatsen van Zuid-Frankrijk vervoerd. De regee
ring zou bovendien hebben besloten, dat naar het
eiland Porto Cros, waar een veel zachter klimaat
hei. ;cht. uitsluitend uit Elzas-Lotharingen afkomstige
gevangen herstellenden zullen worden vervoerd.
DE AANWERVING VAN NIEUWE KRACHTEN.
Ongeveer 1000 wegwerkers zullen gemobiliseerd
worden en naar het vasteland gezonden om daar de
spoorwegen te herstellen.
De aanwerving van rekruten in de industrieele cen
tra van Schotland is gestaakt met het oog op de vele
bestellingen, die de fabrieken voor ijzer- en staalbe-
werking van de regeering hebben ontvangen.
RESERVISTEN IN AMERIKA.
Volgens een Londensch bericht bevinden zich in de
Vereenigde Staten rond 550,000 Oostenrijksche reser
visten die onder de wapenen geroepen zijn, maar niet
kunnen vertrekken wegens het gevaar door Engeland
onderweg opgepikt te worden.
DE DUITSCHERS IN JAPAN.
Naar wordt gemeld, verklaarde de Japansche re
geering aan den Amerikaanschen gezant dat de in Ja
pan vertoevende Duitschers de Japansche bescher
ming zouden genieten, wanneer Duitschland de terug
gehouden Japansche studenten vrijliet. 24 Duitsche
leeraren, die aan Japansche regeeringsscholen werk
zaam zijn, zijn vrijgelaten en naar hun vaderland ver
trokken.
HET MISBRUIKEN VAN HET
ROODE-KRUIS-TEEKEN.
De Roemeensche bladen hebben een geval gesigna
leerd, waarin van Russische zijde misbruik is gemaakt
van het Roode-Kruis-teeken. Ongeveer 12 dagen gele
den was een Roode-Kruis-trein uit Besarabië door
Roemenië gekomen met bestemming naar Servië. Het
viel den Roemeenschen beambten op, dat het verple-
gingspersoneel in dezen Roode-Kruis-trein zoo talrijk
was. Achteraf schijnt te zijn gebleken, dat deze „ver
plegers" Russische genie-soldaten waren.
EEN DUITSCHE TREIN AANGEHOUDEN.
Op de lijn Gioergwo—Boekarest is een Duitsche
trein met 150 wagonladingen munitie en oorlogsma
teriaal bestemd voor Turkije aangehouden. De Duit
sche regeering heeft vergeefs tegen deze aanhoding
geprotesteerd.
DE BELGISCHE VLUCHTELINGEN.
De voorzitter van de Centrale Commissie voor de
Belgische vluchtelingen, dr. Jitta, te Amsterdam, ont
ving gisteren het volgende telegram van den Minister
van Binnenlandsclie Zaken:
ALKMAARSC
ODRANT.