rt DAGBLAD VOOR ALKMaAR EN OMSTREKEN Van u6t É'BÉi oorlogsterrein. Van hat oostelijk oorlogsterrein. '1 12, No. 251. Honderd en zestiende Jaargang, 1914. V HI JD AH 23 OCTOBER. HELHÏE. DUITSCHLAND. li! m :j |j! di- NOORDZEE Westende> Middelkerke, i Blanken- berghe naar I Ostende Brugge l'Nleuwpoort o Veurne Duinkerken I Dixmuiden I Yperen 9 Kortrjk o W arneton po-Meenea o 0 0' o o o 0 o 0 Armentières 1 .Ljfs pRijssel I La Bassée I Lens Atrecbt ALKMAAR, 23 October. Aller belangstelling zal zich voor het oogenblik wel bepalen tot de krijgsverrichtingen in het driehoekje Ostende-, Nieuwpoort-, Yperen waar wellicht over het lot van Europa wordt beslist. Men kan zich natuur lijk vergissen, wanneer men groote beteekenis hecht aan hetgeen daar in dat kleine stukje van België, wel eens de hanenmat van Europa genoemd om de vele belangrijke slagen welke er zijn gevallen, geschiedt, maar alles wijst er op, dat de oorlogvoerende partijen zelf de gebeurtenissen daar van het allergrootste be lang achten. Het is, waar uitvoerig, stellig en be trouwbaar nieuws uitblijft en men moet afgaan op de weinig volledige communiqué's en uitgebreider doch ook ongeloofwaardiger geruchten, uiterst moeielijk een juist denkbeeld van den stand van zaken te krij gen. Oorspronkelijk stonden, zooals men weet, de troepen der Duitschers en die der Verbondenen ter hoogte van Atrecht. Toen het Duitsche belegeringsleger van Ant werpen vrij kwam rukte dit deels in Westelijke rich ting op en bereikte den 15den dezer de stad Ostende. Tegelijkertijd werd ook de rechtervleugel van het Duitsche leger naar het noorden verlengd, van Atrecht tot Rijsel. De verbondenen verlengden niet alleen hun vleugel eveneens, maar zorgden ook, dat zij voldoende troepen aanwezig hadden om den Duitachen op- marsch naar het Zuiden langs de kust tegen te hou den. Hadden de Duitschers daar tot dusverre te doen met het overgebleven deel van het Belgische leger, nu kregen ze een sterke troepenmacht der verbondenen tegenover zich. Hoe de Belgische troepen daar ope- reeren is nog steeds onduidelijk en met name is tot dusverre nog niet gebleken, of zij onder aanvoering van den Koning afzonderlijk optreden, dan wel of zij zich aangesloten hebben bij de legermacht der verbon denen, waarover generaal Joffre het opperbevel voert. Maar hoe de tegenstander dan ook moge zijn samen gesteld, zeker is dat de Duitsche opmarsch tot staan werd gebracht. Ostende konden ze tot dusverre hou den, maar Nieuwpoort, dat door de verbondenen tijdig was bezet, konden ut niet naderen. Daar gaat het op het oogenblik in hoofdzaak om: of Ostende door de verbondenen kan worden genomen, of Nieuwpoort door de Duitschers. Daarnevens trachten de verbon denen door de Duitsche linie te breken in de buurt van Rijsel, teneinde daardoor de heele Duitsche macht tusschen Rijsel en Ostende staande, af te snijden en te kunnen omsingelen. En ten noordwesten daarvan trachten de Duitschers eveneens de troepen der ver bondenen af te snijden en te omsingelen. Maar de strijd om Ostende en Nieuwpoort trekt wel het meest de aandacht. Voor de verbondenen biedt het gevechtsterrein tal van voordeelen. De bodem is drassig en staat gedeel telijk onder water, zoodat de Duitschers hun zwaar ge schut moeilijk kunnen plaatsen en van hun paarden volk weinig voordeel kunnen trekken. Maar vooral de Engelsohen zijn in staat hulp te bieden. Zij kun nen troepen ontschepen, zij kunnen met hun oorlogs schepen de Duitschers in de flank bestoken. Geheel uitgesloten is zelfs de mogelijkheid niet, dat zij er in slagen troepen aan land te zetten ten noorden van Os tende, achter de Duitsche linies, zoodat de Duitschers in den rug kunnen worden aangevallen. De Duit- scliers kunnen dit Engelsche gevaar slechts keeren door hun veldgeschut en de stuk of wat onderzeeërs, die vermoedelijk över land te Ostende zijn aangeko men. Zij ontblooten het Belgische iand Antwer pen moet bijv. zeer zwak bezet zijn zooveel moge lijk van troepen, om deze naar de bedreigde streek te zenden. Natuurlijk zijn dit geen versche, flinke troe pen wat men bijv. leest en hoort over de Antwerp- sche landweermannen geeft een weinig gunstigen in druk. Uit Italiaansche bron verluidt zelfs, dat de Oostenrijk8che troepen, welke van de Oostenrijksch- ltaliaansche grens zijn genomen, naar de Noordzee kust zijn gezonden, om daar te vechten. Over de diensten welke het Engelsche flottielje, vol gens Duitsche berichten uit elf schepen bestaande, aan de kust verricht, geeft een bericht uit Londen eenige belangwekkende bijzonderheden. De drie monitors, welke daartoe behooren waren voor rekening van de Braziliaansche regeering gebouwd, welke ze op de groote rivieren gebruiken wilde, zoodat ze weinig diepgang hebben en dus de stellingen aan de kust dicht kunnen naderen. De schepen waren voorzien van vele, zware, vèrdragende scheepskanonnen, waar tegenover de Duitsche zware artillerie machteloos stond, daar zij niet zoo ver droeg. Door middel van ballons werd aangegeven, waar de Duitsche batterijen zich bevonden. De nieuwste communiqué's bevestigen, dat de Duitschers aanvallend optreden, zoodat zij zich nog niet tot de verdediging behoeven te bepalen. Zij tre den met een activiteit op, welke volgens het laatste Fransche communiqué nog niet verslapt. Doch zij hebben noch het Belgische leger noch de Fransch- Britsche troepen achteruit kunnen drijven. Men zou uit deze onderscheiding opmaken, dat het Belgische leger toch afzonderlijk opereert, maar wanneer de rap porten der Britsche admiraliteit zeggen, dat de geest drift van het Belgische leger nog wordt verhoogd door de aanwezigheid van den Koning, dan krijgt men toch den indruk, dat de sympathieke Koning Albert thans de rol van toeschouwer vervult. Ook verder wordt over de geheele linie gevochten, maar de toestand blijft stationnair. Een aardige bij zonderheid over de positie van de vijandelijke legers aan de Aisne vonden we in een Reutertelegram van de Daily Chronicle, waarin wordt gezegd, dat op een plek Franschen en Duitschers water uit dezelfde bron putten, er voor zorgend, dat ze elkaar niet ontmoeten. De loopgraven zijn in alle richtingen aangelegd, zoo dat het gebeurd is, dat soldaten vroolijk de loopgra ven van den vijand binnentraden, meenend, dat ze zich in hun eigen bevonden 1 Het verhaal doet eenigs- zins denken aan dat van de Fransche soldaten van Parijs, die tijdens het beleg in '70 aan de Duitsche wachtposten om een pijpje tabak vroegen. Natuurlijk blijven wilde geruchten aanhouden. Wij noteeren slechts, dat de Duitsche commandant van Brussel den Duitschen families zou hebben aangezegd binnen twee etmalen de stad te verlaten, dat de burge meester van Wenduyne bij Blankenberghe zou hebben aangeplakt, dat de overwinning aan de verbondenen was en dat er tusschen Chalons en Longwy 70.000 Duitschers gevangen genomen waren en 300 kanonnen en 31 vaandels buitgemaakt waren. Natuurlijk zij dit slechts curiositeitshalve vermeld. De Londensche admiraliteit bericht, dat de onder zeeër E 3 zoolang is uitgebleven, dat zij wel niet meer boven water zal komen en de Times verneemt uit Bor deaux dat de Fransche lichting 1914 na een oefening van twee maanden klaar zijn en naar het front wordt gezonden. Blijkbaar om dit harde feit wat te verzach ten, wordt er aan toegevoegd, dat er aan reserves nog wel een half millioen geheel versche troepen zijn. Een Londensche firma, die het grootste schip der wereld, de Vaterland van de Hamburg-Amerikalijn te Nieuw- York liggend, had gemeubeld heeft beslag op dit schip laten leggen, omdat de rekening niet was betaald Van belang zou kunnen worden de bezetting van Walona in Albanië door de Italianen. De Italiaansche regeenng schijnt echter te voren de regeeringen te Weenen, Berlijn, Londen, Parijs en Petrograd ge waarschuwd te hebben, dat zij deze stad zoowel tegen Oostenrijk als tegen Griekenland wilde beschermen. Geen der regeeringen maakte eenig bezwaar. De Gior- no d'Italia beweerde dezer dagen, dat Jong Turken bezig waren de Albaneezen over te halen tegen de Serviërs te vechten, ofschoon Albanië een onzijdige staat is. De Tribuna merkte op, dat Frankrijk en Engeland de onzijdigheid van Albanië geëerbiedigd hadden. Maar wanneer men te Weenen en te Berlijn geen bezwaar maakte tegen den aangekondigden stap, zullen de beide bondgeuooten „le facheux troisième" hierover wel niet lastig vallen. Dat is ook het oordeel der Kölnische. Ten slotte zij gemeld, dat men te Parijs weet uit Petrograd zelf komen tegenwoordig geen officieele berichten meer naar het schijnt dat de Russen een belangrijke overwinning bij Warschau hebben be haald en de Duitschers daar 10 K.M. teruggeslagen zijn, hetgeen zou kunnen doen vermoeden, dat de Pa- rijsche geschiedenis van einde Augustus zich bij de Poolsche hoofdstad gaat herhalen. Het Duitsche leger- bericht zegt voorzichtig, dat de toestand nog in een stadium van ontwikkeling verkeert. Overigens wordt thans al niet meer van tienduizenden of duizenden, maar van „honderden" gevangen Russen melding ge maakt en worden via Berlijn voor Duitschland gun stige berichten uit een Krakauer courant wereldkun dig gemaakt, wel het beste bewijs, dat men ons op het oogenblik een bedroefd klein beetje te zeggen heeft. Wat het Verre Oosten betreft, voor Tsingtau het Port Arthur van Kiautsjou is thans naar ver luidt het Japansche belegeringsgeschut in stelling ge bracht, zoodat elk oogenblik een algemeene aanval kan worden verwacht. DE STRIJD IN BELGIë EN N. FRANKRIJK. De Duitsche generale staf meldt uit het groote hoofdkwartier De strijd aan het Yser-kanaal duur nog voort. 11 Engelsche oorlogsschepen ondersteunen de vijande lijke artillerie. Ten oosten van Dixmuyden werd de vijand teruggeslagen. Ook in de richting van Yperen drongen onze troepen door. De strijd ten N.-W. en ten W. van Rijsel is zeer ver bitterd; maar de vijand week op het geheele terrein langzaam terug. Hevige aanvallen uit de richting van Toul tegen de hoogten, zuidelijk van Thiaucourt werden met zware verliezen voor de Franschen teruggeslagen. Het is vastgesteld, dat de Engelsche admiraal, die het eskader voor Ostende commandeert, slechts met moeite kon worden weerhouden door de Belgische autoriteiten, om Ostende te beschieten. het Fransche communiqué van gistermiddag 3 uur luidt: Op onzen linkervleugel hebben aanzienlijke Duitsche strijdkrachten haar hevige aanvallen voort gezet, vooral rondom Dixmuiden, Wameton, Armen tières, Radinghem en La Bassée. De geallieerden hebben zich in de door hen bezette positie gehandhaafd. Op het overige gedeelte van het front werden door den vijand hier en daar aanvallen gedaan, meer be paaldelijk te Fricourt ten oosten van Albert, op het plateau ten westen van Craonne, in de streek van Souain, en Argonne op het fort de Paris ten zuidwes ten van Varennes, in Woëvre in de richting van Cham pion en ten zuidoosten van St. Mihie! en in het Dail- lybosch. Al deze aanvallen werden afgeslagen. Wij zijn eenigszins vooruitgegaan in Argonne en Zuid-Woévre in de richting van het Mortemare-woud. DE STRIJD IN POLEN EN GALICIë. Een Fransch communiqué meldt: De voorwaartsche beweging van de Russische legers is een groot succes gebleken. In de buurt van Warschau is de vijand 10 K.M. teruggedreven. Ook te Iwangorod en ten zuiden van Przemysl hebben de Russen belangrijkevorderin gen gemaakt. De Duitsche groote generale staf deelt nog mede: Op het noordoostelijk oorlogsterrein vervolgen ge deelten onzer troepen de terugwijkende Russen in de richting van Ossowez. Vele honderden gevangenen en machinegeweren vielen in onze handen. Bij Warschau en in Polen werd gisteren na de on beslist gebleven gevechten van de laatste dagen niet gestreden. De toestanden zijn daar nog in de ontwik- kelings-periode. Volgens berichten in de Hongaarsche bladen zijn de Oostenrijksch-Hongaarsche troepen, nadat zij de Russen uit Sereth hadden verdreven, tegen Czerno- witz opgerukt. De Russen ontruimden Czemowitz en trokken in Noordwestelijke richting af. De Oostenrijksche generale staf meldt: In den slag aan beide zijden van de Strwiaz is het ons gelukt nu ook in de streek ten Zuiden der rivier voorwaarts te dringen Op den de streek beheerschen- de heuvel ten Zuiden van Stary Sambor zijn twee ver dedigingsposities van den vijand genomen. Ten Noord westen van Stary Sambor is onze gevechtslinie dichter bij den heirweg naar Starasol gekomen. Volgens de tot dusver ontvangen rapporten zijn in de laatste gevechten 3400 Russen, onder wie 25 offi cieren, gevangen genomen en 15 machinegeweren buit gemaakt. HET SUEZ-KANAAL. De Engelsche regeering heeft aan de Vertegenwoor digers van vreemde regeeringen medegedeeld, dat Engeland een door de Egyptische regeering genomen maatregel had goedgekeurd, waarbij aan alle vijande lijke schepen, die een genoegzameü tijd in de havens van het Suez-kanaal hebben doorgebracht en die klaarblijkelijk niet voornemens zijn te vertrekken ten einde niet voor goeden prijs te worden verklaard, ge last is om het kanaal te verlaten. Het Suez-kanaal, al dus de Engelsche regeering, is niet voor dergelijk ge bruik bestemd. DE ONTHULLINOEN VAN DE NORDD. ALLO. ZTG. BETREFFENDE BELGIë. Naar aanleiding van hetgeen de Nordd. Allg. Ztg. over in de oorlogsarchieven te Brussel gevonden docu menten inzake Engelsche tusschenkomst in België in de jaren 1906 en 1911, voor het geval DuitBchland de Belgische onzijdigheid zou schenden, deelt het Belgi sche gezantschap te 's-Gravenhage o.m. mede: Het Belgische gezantschap heeft ten aanzien van de ontdekking dezer stukken slechts één zaak te betreu ren, namelijk, dat de openbaarmaking van onze krijgs- toebereidselen verminkt is met het ooamerk den lezer onder den indruk te brengen van een dubbelhartigheid van Engeland en van een toetreden door België, met schending van zijn plichten van onzijdigheid, tot de politiek der Triple Entente. Wij verzoeken de „Norddeutsche Allgemeineji Zei- tung" het resultaat van haar opdiepingen uit onze ge heime dossiers in extenso te publiceeren. Men zal daarin een nieuw en schitterend bewijs vinden van de eerlijkheid, de correctheid de onpartijdigheid waarmee België gedurende 84 jaren zijn internationale ver plichtingen heeft vervuld. Het lag voor de hand dat kolonel Bemardiston, mi litair agent te Brussel, van eene mogendheid die de Belgische neutraliteit waarborgde, tijdens de crisis van Algeciras, den chef van den Belgischen generalen staf vroeg naar de maatregelen welke hij genomen had om elke schending van deze neutraliteit te verhinderen De chef van den generalen staf toen ten tijde luitenant-generaal Ducarne heeft hem geantwoord, dat België in staat was een inval af te slaan, vanwaar deze ook kwam. Heeft het onderhoud deze grenzen overschreden en heeft kolonel Bemardiston in een onderhoud van par ticulieren en vertrouwelijken aard aan generaal Du carne het krijgsplan ontvouwd, dat de Britsche gene rale staf wenschte te volgen voor het geval dat deze neutraliteit geschonden mocht worden? Wij betwijfe len het, maar wel kunnen wij plechtig verzekeren en men zal het tegendeel niet kunnen aantoonen dat nimmer de Koning of diens Regeering rechtstreeks of middellijk zijn uitgenoodigd om zich bij de Triple En tente te voegen in geval van een Franseh-Duitschen oorlog. f Door hunne woorden, door hunne daden hebben zij trouwens steeds blijk gegeven van zulk een besliste houding te dien aanzien, dat elke onderstelling dat zij het standpunt der meest strikte onzijdigheid zouden prijsgeven, bij voorbaat is uitgesloten. Wat het telegram van Baron Greindl van 23 De cember 1911 betreft, dit heeft betrekking op een plan tot verdediging van Luxemburg op eigen gelegenheid ontworpen door den chef van de eerste afdeeling van het Ministerie van Oorlog. Dit ontwerp is van volko men particulieren aard en was niet goedgekeurd door den Minister van Oorlog. Men behoeft zich niet te verwonderen, dat dit plan in de eerste plaats een aanval van Duitschland in het oog vatte, immers de voornaamste Duitsche militaire schrijvers, met name v. Bemhardi, v. Schliffenbach, von der Goltz, bespraken openlijk in hun verhande lingen over den eerstvolgenden oorlog de schending van het Belgisch grondgebied door de Duitsche troe pen. Bij den aanvang van de vijandelijkheden heeft de keizerlijke regeering bij monde van den Rijkskanselier en van den secretaris-generaal bij Buitenlandsche Za ken geen looze voorwendsels gezocht voor den aan val, waaraan België heeft blootgestaan. Zij motiveerde dien slechts door de militaire noodzaak. Sedert dien evenwel heeft zij tegenover de veroor deeling door de heele wereld van deze schandelijke daad, de openbare meening op een dwaalspoor wil len brengen door het voor te stellen, alsof België reeds vóór den oorlog zich bij de Triple Entente had ingelijfd. Deze kuiperijen zullen niemand bedriegen. Zij zul len tot schande van Duitschland verkeeren: de ge schiedenis zal de mogendheid brandmerken, die, na zich bij verdrag te hebben verbonden de onzijdigheid van België te verdedigen, begonnen is deze te schen den zonder zelfs een voorwendsel te vinden zich te rechtvaardigen ZITTING VAN HET PRUISISCHE PARLEMENT In de gisteren gehouden zitting van het Pruisische parlement waren vele afgevaardigden, waaronder eenige gewonden, in uniform ter vergadering versche nen. Aan den president werd, ook door de soc. democra ten machtiging verleend de Keizerin namens de Ka mer ter gelegenheid van haren verjaardag een geluk- wensch te doen toekomen. De vice-president van het ministerie, diende de oor- logsontweipen in. - Hij besprak de ontwerpen, waaronder een tot het toe staan van een bedrag van anderhalf milliard mark en eindigde aldus: „Terwijl in het buitenland onze le gers strijden, rust op ons de taak het land in alle op zichten sterk en proactief te houden." (Levendige toejuichingen.) „Er worden ons voorbeeldelooze eischen gesteld en ontzaglijke offers worden van ons gevorderd, er ont waken echter ook machtige krachten in ons. Ieder weet, dat wij de wapens niet neer mogen leggen, voor de zege bevochten is, die ons een duurzame vrede ver zekert." (Stormachtige bijval.) „Ieder weet tevens, dat wij de kracht en de middelen hebben om vol te houden, tot die overwinning is be haald." (Wederom stormachtige toejuichingen.) „Ik ben ervan overtuigd, dat ook uwe beraadsla gingen blijk zullen geven van onzen onwrikbaren wil om te overwinnen." (Geestdriftige toejuichingen.) Na een kort betoog van den soc.-democraat Hirsch en een vaderlandslievende toespraak van den presi dent nam het Huis de wetsontwerpen met algemeene stemmen in drie lezingen aan. De president van den landdag sprak nog over den oorlog en eindigde aldus: „Onuitsprekelijk grooten dank brengen wij naast God en onzen Keizer aan on ze ongeëvenaarde, heldhaftige troepen, grooten dank ook aan de bevelhebbers, die opnieuw de wereld heb ben verbaasd". Met stormachtige geestdrift werd daarna een „hoe ra" op leger, vloot en Keizer uitgebracht. De Landdag werd daarop verdaagd tot 9 Februari 1915. In het Heerenhuis lichtte minister Delbrück onder geestdriftige toejuichingen op gelijksoortige wijze als in 't Huis van Afgevaardigden de wetsontwerpen toe, die daarop zonder debat en bloc werden aangenomen. DE ZOON VAN VON MOLTKE GESNEUVELD. Naar bericht wordt, is de zoon van den chef van den generalen staf van het leger, veldmaarschalk von Moltke, in Frankrijk gesneuveld. EEN TEGEN-MAATREGEL. Het bestuur van den Bond van Duitsche tooneel- schrijvers heeft als tegenmaatregel tegen den maatre gel, in Frankrijk genomen, voorgesteld, dat ook de Duitsche theaters en bureaux voor opvoeringsrecht i;1 ALKMAA COURANT. m n 0 O. 'O 0 0' o FRAKEKUE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1