DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. to Van bet oostelijk oorlogsterren. Groote Poor to r Van het zui 13 e O o x* 1 o gr. No. 260. Honderd en zestiende Jaargang. 1914 per 3 maanden f 0.80, fr.p. post f 1. DINSDAG Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrnkkarij v.h. HERffls. COSTER tf ZOON, Voordam C 9. 3 NOVEMBER. op Woensdag 18 November a.s. op Woensdag 11 November a.s. In do Tiolonien. TUBKIJE. DUITSCHLAND. SPANJE. .3. ALKMAAR, 3 November. Er is eens gezegd, dat de minister van oorlog alles doet om de levende strijdkrachten en doode weermiddelen zoo geschikt voor den oorlog te maken als maar eenigszins mogelijk is, het zwaard smeedt en scherp houdt, terwijl wanneer de regeering het trekt, het 'gehanteerd wordt door den opperbevelhebber. Op het oogenblik zijn voor het Duitsche rijk beide functies in één hand vereenigd. De Pruisische minister van oorlog, generaal von Falkenhayn, neemt thans de taak waai van den chef van den generalen staf, gene raal von Moltke, die ten behoeve van een volslagen herstel van zijn ziekte verlof noodig heeft en die zich gisteren heeft begeven naar het slot in Homburg, door den Keizer ter zijner beschikking gesteld. Deze laatste toevoeging aan de officieele mededeeling is zeker geen toevalligheid. Zij bewijst, dat de heer von Moltke niet in ongenade is gevallen. Toen den 66-jarigen luite nant-generaal de hooge functie van chef van den gene ralen staf werd opgedragen, bedankte hij, maar de Keizer drong «an en gaf hem de verzekering van zijn bijstand. Men heeft dit aldus uitgelegd, dat de Keizer zelf het werk van den generalen staf leidt. In elk geval de heer von Moltke heeft tot dusverre de bijnamen van zijn grooten voorganger van den „onoverwinne lijke" en den „veldslagen-winner" nog niet verdiend. En het is de vraag of de stramme, corpulente opperbe velhebber, die zoo geheel het tegendeel is van zijn le vendiger en beweeglijker Franschen tegenstander, ge neraal Joff re, wel weer aan het front terugkeert. De geschiedschrijver zal later hebben vast te stellen of het Duitsche leger tot het stadium, waarin de oorlog thans verkeert, heeft beantwoord aan de verwachtingen van de ingewijden en zoo niet, waar aan dit dan te wijten is geweest. Wij, die dezen oorlog beleven, kunnen dat niet, al doen wij nog zoo ons best om een objectief oordeel te vellen. Wij krijgen enkel, behalve allerlei min of meer dwaze en fantastische en subjectieve berichten en beschouwingen, waaruit ui terst moeielijk de korreltjes waarheid vallen op te die pen, korte mededeelingen der partijen zelve, die de za ken natuurlijk op de voor haar voordeeligste wijze trachten voor te stellen. Wanneer men in latere jaren authentieke bronnen ter zijner beschikking zal hebben, zal het allerinteressantst zijn het objectieve relaas van de krijgsverrichtingen te vergelijken met de voorstel ling van de gebeurtenissen, zooals deze door de cou ranten wordt weergegeven. Eerst dan zal men waar heid en verdichting scherp kunnen onderscheiden en eerst dan zal men met zekerheid kunnen vaststellen, waar men d. w. z. iedereen thans moet volstaan met vermoeden en veronderstellen. Wat thans kan worden gegeven, het zijn slechts waarschijnlijkheids berekeningen, waartoe men komt na wikken en wegen van verschillende factoren. Na dit nog eens uitdrukkelijk voorop gesteld te heb ben, zouden we de vraag willen opperen, of de tactiek der verbondenen niet geheel en al gebaseerd is op het lange front. Zeker, het ligt voor de hand, dat de tal rijke legerkorpsen een lange gevechtslinie vereischen om tot hun recht te kunnen komen. Doch was het wel zoo noodzakelijk, dat de lengte zoozeer uitgerekt werd als thans is geschied, aan den eenen kant van de Oost zee tot OaliciS en aan den anderen kant van de Noord zee tot Zwitserland? Of zou een speciale berekening de verbondenen er toe geleid hebben om deze wijze van vechten te verkiezen? Oroote voordeden zijn gemakkelijk aan te wijzen. Doordat in het Oosten het front zoo lang is, kunnen er wel hier en daar plaatselijke voordeden worden be haald, maar is een meer beslissende overwinning weg gelegd voor wie op een bepaald punt met een groote overmacht zou kunnen oprukken. In het Oosten was Rusland hiertoe in staat en het heeft een belangrijk voordeel op den vijand verkregen. En in het Westen? De Fransche Noordergrens was onbeschermd ge laten. Een Duitsche overmacht van troepen zou hier veel kwaad kunnen doen. Door het front maar heel lang te maken, kon dit worden gekeerd, immers dan zou men den vijand over de heele linie bezig kun nen houden en hem nopen, de troepen van de plaatsen, waar zij het gevaarlijkst zouden kunnen zijn, weg te nemen. Bezien wij het optreden der verbondenen In dit licht, dan krijgen wij een geheel anderen kijk op de gebeurtenissen, die achter ons liggen. Dan be schouwen we het verlengen van het front uit Noord- Frankrijk tot in West-Vlaanderen niet meer als het on gewilde resultaat van een reeks mislukte pogingen om den Duitschen linkervleugel om te trekken, doch als den uitslag, die gewenscht werd, en die door den vij and niet werd voorzien. Zoo kan dus door de stelsel matige frontveplenging de evenwichtstoestand bereikt zijn, waardoor voor Duitschland anders zeer waar schijnlijke overwinningen te loor gingen. En waar Düitschland niet over een overmacht beschikt, zooals Rusland in het Oosten heeft, hebben de verbonde nen in het Westen niet te vreezen voor een nederlaag als den vijand in het Oosten is kunnen worden toege bracht. Het bovenstaande is louter veronderstelling. Waar zij echter evenveel recht heeft, als menig andere meenen we deze hypothese over 'n doelbewuste lange- front-tactiek der en ten te-mogen dheden, zoowel in het Oosten als in het Westen, hier om te profiteeren van overmacht, daar om een evenwichtstoestand te oerei- ken, wel eens te mogen stellen. NOORDZEE i Blanken- berghe naar jOstende Brogg£ Westende1 Middelkerke ■INleuwpoort e oRamskapelle I 0 1 hilnkerken ,o I o Dlxmuiden 0 S I o Rousselaere W O B o 6 |B Bixschooten o IJser Kortrük o Yperen v 0 Hollebeke* o Messinesg o. g -o o Warneton >o'Meenen o o o o 0 Armentières Rljssel La Bassée F 11 A W K 11 IJ K Lens Atrecht Het lange front in het Westen Is waarschijnlijk de oorzaak, dat de Duitschera voortdurend juist sterk ge noeg blijken te zijn om op verschillende punten aan te vallen en aanvankelijke voordeelen te behal -a, maar geen kracht genoeg bezitten, om deze voordeden tot meer blijvende en meer beteekenende te vergrooten. In het begin van den oorlog is reeds gezeg i, dat (ge neraal Onvoorzien" hun parten speelt Daar heeft het inderdaad veel van. Telkens, wanneer zij op het punt staan een vrij aanzienlijk voordeel te behalen, blijkt de kans op het laatste nippertje verkeken. Nu eens zijn het scheepskanonnen, die hun nan het doel afhou den, wan weer wordt hun verwachte opmarsch bemoei lijkt door het plotseling onder-water-zetten van land en een anderen keer stuiten ze onvoorzien op de lange messen van de Indische troepen. Dit alles leidt er toe, dat men de verbondenen voor sterker houdt Jmi zij zijn. Zelfs de Times waarschuwt hiertegen Men moet niet gelooven, aldus dit Engelsche blad, dat de bondgenooten Ostende naderen, of dat de Duitscher3 op den terugtocht zijn. Zeker, de bondgenooten hou den 8tand, ze brengen hevige verliezen toe en winnen van tijd tot tijd een paar mijlen veld, doch niets wijst er op, dat de Duitschers aan het terugtrekken zouden zijn. Wel lijden zij zware verliezen, maar zij brengen deze ook toe aan de bondgenooten, zegt de Times. Wanneer men de verhalen van menschen, die kort in België hebben getoefd hoort, of leest wat sommige „particuliere correspondenten" van Nederlandsche bladen schrijven, Han schijnt het, alsof de Duitschera in Henegouwen, West- en Oost-Vlaander en en Bra bant verslagen zijn en dat hun verdrijving uit Brussel en Antwerpen slechts een kwestie van dagen is. Zoo staat het nu niet. Het is mogelfjk, dat de Duitschera overal verdedigingsmaatregelen nemen, maar daarme de is het niet gezegd, dat daarvan per sé gebruik zal worden gemaakt. Natuurlijk kan het noodig zijn, maar voor het oogenblik geeft het bovenaangehaalde Engelsche oordeel den stand van zaken in België ze ker wel goed weer. Ook Renter's speciale correspon dent seint, dat de toestand op de linie Nieuwpoort- Dixmuiden in de laatste dagen zoo goed als niet ge wijzigd is. Hij voegt er aan toe, dat de Duitschera vermoedelijk nog meer versterkingen verwachten, daar zij met hun tegenwoordige strijdmacht in België wei nig kans hebben de geallieerden terug te slaan. Het Belgische communiqué verklaart, dat verder in 't Zui den 't gevechtsdoel der Duitschera de vermeestering van Yperen is en dat daarom de zwaarste druk wordt uitgeoefend tusschen Yperen en de Lys, waar de bond genooten echter Zondag en Maandag alle aanvallen, afgeslagen hebben de „Times" beweert, dat de Kei zer in de vuurlinie stond! Het communiqué zegt ver der, dat de Duitschera den linker-oever van den Yser ontruimd hebben Maar hoe kan Ramcapelle in Duit sche handen zijn, welk plaatsje immers eenige kilome ters Zuidwaarts van dezen linkeroever ligt? Ook aan de herneming van Rijssel door de bond genooten, waarover Engelsche correspondenten maar steeds blijven seinen, zouden we voorloopig geen ge loof willen hechfen. Op dit gevechtsterrein zijn voorts een tweetal po gingen gedaan, om met behulp van bommen in een groot hoofdkwartier dood en verderf te brengen. De Duitschers zouden volgens een Parijsch bericht verle den Woensdag aldus bommen geworpen hebben, wel ke in den tuin van een villa, waarin koning Albert vertoefde, terecht kwamen, en een Londensch bericht vertelt, dat een troepje Fransche vliegers het hoofd kwartier van den hertog van Wurtemberg heeft ge bombardeerd. Eindelijk zij nog even aangestipt, dat de Engelsche en Fransche comomniqué's het DuitBche offensief in de buurt van Vailly a geheel mislukt be schouwen. 1 'Over Turkije weinig nieuws. Grappig klinkt het Reuter-bericht uit Londen, dat de Turksche grootvi zier zijn verontschuldiging zou hebben aangeboden over de gebeurtenissen in de Zwarte Zee, tyelke ver ontschuldiging tekstueel stilletjes geheim gehouden wordt. In Klein-Azië is inmiddels een Fransch eskader een Golf binnengestevend, waar een stoomschip en een kleine Turksche kanonneerboot lagen; de com mandant van de kanonneerboot liet volgens een be richt uit Konstantinopel de herkomst is geen aan beveling voor de betrouwbaarheid 1 het stoomschip zinken en de kanonneerboot springen. Een andere, ook Turksche, lezing, zegt echter, dat een Engelsch eskader de beide schepen in den grond geboord heeft en dat Engeland het volkerenrecht geschonden heeft, omdat de kanonneerboot voor wetenschappelijke doel einden uit was. Ook worden er grensgevechten gele verd. Alle pogingen om Turkije buiten den oorlog te houden zullen wel niemendal baten. De Oostenrijksche nederlaag in het Oosten wordt nog altijd in de officieele communiqué's gemaskeerd door de gevangen Russen, die nu al per honderdtal worden gerelateerd. Het Duitsche communiqué acht den toestand onveranderd en gewaagt van een mis lukte poging der Russen om in Oost-Pruisen (bij Szit- tkehmen) door te dringen. De Daily Chronicle be weert, dat de Duitschers hier door de kou bevangen worden, daar ze geen winterkleeding hebben, terwijl de Russen in schapenvachten gekleed gaan. Het blad zegt, dat de Duitschers sedert 25 October in een be paalde streek 20.000 dooden verloren. Een bericht uit Petrograd via Kopenhagen meldt, dat de Russen in Oost-Pruisen den opmarsch begonnen zijn. Wij teekenen ten slotte nog aan, dat de Japanners den gouverneur van Kiautsjou een eervolle overgave hebben aangeboden en dat de Duitsche „Karlsruhe" weder een paar Engelsche en een Belgisch handels schip buitgemaakt heeft en de bemanning netjes aan land heeft laten zetten. DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK. Tiet Fransche communiqué van gistermiddag 3 uur luidt: Op onzen linkervleugel hebben de Duitschers gisteren hunne aanvallen met onveranderde hevigheid voortgezet. In België en Noord-Frankrijk hebben wij terrein ge wonnen tusschen Dixmuiden en de Lys. De vijand heeft, zonder succes echter, een krachtigen aanval gedaan op de buitenwijken van Atrecht en op Lihons en Quesnoy en Santerre. Op het centrum in het Aisne-gebied zijn wij eenigs zins vooruitgegaan in de richting van Tracy-le-Val ten noorden van het Aigle-bosch en op eenige punten van den rechteroever van de Aisne. Tusschen het genoem de bosch en Soissons in een aanval op onze troepen, die de hoogten op den rechteroever van de Aisne bezet hielden, eveneens mislukt. In de streek van Reims tusschen het Argonnerwoud en de Maas werd het zwaar geschut weder krachtiger in werking gesteld. In de Vogezen hebben wij de hoogten genomen, die de bergpas St. Marie beheerschen en hebben wij ter rein gewonnen in de buurt van Ban de Sapt. DE DUITSCHE OPPERBEVELHEBBER. De chef van den Generalen Staf van het Duitsche veldleger, generaal von Moltke, heeft voor volledig herstel behoefte aan een verlof, teneinde rust te kunnen nemen. De Keizer heeft voor dit doel zijn kasteel in Homburg ter beschikking van den generaal gesteld en deze heat zich op 2 dezer daarheen begeven. Gelijk tot dusverre zal zijn functie ook verder wor den waargenomen door den minister van oorlog lui tenant-generaal v. Falkenhayn. DE STRIJD IN OOST-PRUISEN, POLEN EN QALICIë. Officieel wordt uit het Duitsche groote hoofdkwar tier gemeld: In het Oosten is de toestand onveranderd. Een Russische poging om bij Szittkehmen door on ze linies te breken werd afgeslagen. Officieel meldt men uit Weenen: De gevechten in Russisch Polen duren voort. Aan de San hebben de Russen zware verliezen geleden, vooral bij Roswadow. Wij namen 400 man gevangen en maakten drie machine-geweren buit. Ook ten zuiden van Stary Sambor werden 400 Rus sen krijgsgevangen gemaakt. Hier en ten noord-oosten van Turka zijn wij verder voorwaarts gekomen. DE STRIJD TUSSCHEN OOSTENRIJK EN SERVIë. Officieel wordt uit Weenen medegedeeld: Ons of fensief in het Servischee landschap Macva wordt zege vierend voortgezet De uit hun verschanste stellingen verdreven Serviërs hebben tot dusverre slechts weinig tegenstand geboden. Alleen ten noorden van Schabats aan de Save) hebben onze troepen sterk verschanste stellingen stormenderhand moeten vermeesteren. Schabats zelf is 's nachts bestormd en genomen. Onze door Macva opgerukte kolonnes zijn reeds over de spoorlijn SchabatsLesnitsa getrokken. De ruiterij heeft voeling met den vijand en heeft ook ge vangenen gemaakt. DE ENGELSCH-FRANSCHE VLOOT IN KLEIN-AZIë. Volgens berichten uit Konstantinopel liep de En- gelsch-Fransche vloot Zondag de Golf van Tscheme in Klein-Azië binnen, waar een kleine Turksche ka nonneerboot „Burakreis" en het stoomschip „Kinali Aga" werden aangevallen. De commandant van de „Burakreis" bracht het schip „Kinali Aga" tot zinken, om het niet door den vijand te laten vernielen en liet daarna de kanonneerboot in de lucht vliegen. DE OPSTAND IN ZUID-AFRIKA. In Pretoria is bericht ontvangen dat 110 man van het commando van De Villiera, die te Treurfontein door de opstandelingen gevangen waren genomen, al len door kolonel Albert's troepen zijn bevrijd. DE BOMBARDEERING VAN KIAUTSJOU. Volgens een in Duitschland ontvangen bericht uit Tokio, heeft de Japansche admiraal Kato den gouver neur van Kiautsjou nogmaals een eervolle overgave voorgesteld. Het antwoord van den Duitschen gou verneur is in Duitschland niet bekend gemaakt. VERONTSCHULDIGINGEN AAN RUSLAND. Naar Reuter verneemt heeft de Turksche grootvizier zijn verontschuldigingen over de jongste gebeurtenis sen in de Zwarte Zee aangeboden. GEVECHTEN. In Trebizonde en aan de Russisch-Turksche grens in Klein-Azië'zijn gevechten begonnen tusschen Russi sche en Turksche troepen. DOCTOR IN DE WIJSBEGEERTE. De faculteit voor wijsbegeerte aan de hoogeschool te Bonn heeft Krupp von Bohlen und Flalbach en voorts een der der leden van directie van de firma Krupp, prof. Rausenberger, den samensteller der zwa re mortieren, als erkenning voor de buitengewone praestaties van het zware geschut van Krupp, tot doc tores honoris causa benoemd. Dezelfde onderscheiding viel te beurt aan den presi dent van de Reichsbank Havenstein, wegens, de door hem tot voorbereiding van den oorlog genomen maat regelen. DE SPAANSCHE VLOOT. Het in de Spaansche Kamer door den minister van marine ingediende wetsontwerp tot reorganisatie van de Spaansche vloot omvat den bouw van vier snelle kruisers, zes torpedojagers, 28 onderzeesche booten, 3 kanonneerbooten, 18 kustwachtschepen, mijnen en andere onderzeesche verdedigingsmiddelen. Voor het materieel is 9 millioen peseta's uitgetrok ken, voor onvoorziene uitgaven 6 millioen, voor den bouw van dokken, dépots enz. te Ferrol 3.900.000, voor hetzelfde doel te Cadix 9.600.000, te Cartagena 6.375.000, voor havens, voor torpedo- en onderzeesche booten 9,000,000, voor drijvende dokken 3,800,000 en voor drijvend materiaal 5,478,000 peseta's. De Spaansche ministerraad heeft het effectief voor 1915 vastgesteld op 140,763 man voor het leger, 11,096 matrozen en 4100 man marine-infanterie voor de vloot. KORTE BERICHTEN. Het Prins van Wales-fonds in Engeland is thans gestegen tot een bedrag van 42,780,000 gulden waar van reeds een 10 millioen tot leniging van nood is uitgegeven. Te Straatsburg is een houthandelaar gearres teerd, die voor ongeveer 5000 aan het militaire be stuur had geleverd, doch er 15.000 voor In rekening had gebracht en ontvangen. De blijkbaar omgekochte leider van het bouwwerk, die het bedrog met zijn handteekening had gedekt, is eveneens in hechtenis ge nomen. Een aanwijzing omtrent de aanwezigheid en de AARSCHE COURANT 0 0' o 0 0' o o o

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1