DAGBLAD VOOR ALKMaAR EN OMSTREKEN.
3> e O o x* 1 o g*.
Van het westelijk oorlogsterrein.
Van het oostelijk oorlogsterrein.
Van bat zuidelijk oorlogsterrein.
No. 262,
Honderd en zestiende Jaargang.
1914
5 NOVEMBER.
f 0.80, fr.p. post f 1.-. Advertentieprijs 10 et p. regel, groote letters naar
HONDERDAO
Brieven fr. N. V. Boek- en Handeisdrnkknrii v.h. HERHIs. COSTER ZOON, Voordam C 9. Telefoonnr. 3.
In do koloniën.
ALKMAAR 5 November.
Vandaag willen we allereerst het ee nen ander me-
dedeelen over Engeland's vloot.
Groot-Brittanje's vloot is tegelijk zijn zwaard en
zijn schild. Zijn zwaard immers zijn vloot stelt dit
rijk in staat de heerschappij ter zee te vermeesteren,
de vijandelijke vlaggen van de zeeën te doen verwijde
ren, handel en nijverheid der vijandelijke en der
onzijdige 1 landen te knotten en troepen van de ge-
heele wereld naar het oorlogstooneel in het Westen
over te brengen. En zijn schild als verdedigings
middel beschermt de vloot den handel en de kust te
gen vijandelijke aanvallen, zoodat zij ip deze functie
eenerzijds zorgt, dat het grondgebied veilig blijft en
andererzijds, dat er voedsel en werk te over is.
Het tijdstip, waarop zwaard en schild tot hun volle
recht zullen komen in den grooten strijd op leven en
dood, is nog niet aangebroken. Feitelijk heeft er tot
dusverre nog maar één zeegevecht, en dat slechts van
zeer ondergeschikte beteekenis, plaats gehad, n.l. den
28sten Augustus bij Helgoland.
Het volgende lijstje geeft naar de nieuwste Engel-
Bche gegevens een overzicht vim de Britsche vloot,
waarnaast wij ter vergelijking ook de sterkte der Duit-
sche zeemacht plaatsen (de djfere tusschen haakjes ge
ven het aantal schepen in aanbouw aan).
Engeland Duitsehland
Slagschepen 55 (11) 33 (7)
Gepantserde kruisers 41 (3) 12
Beschermde kruisers 81 (7) 41 (4)
Onbeschermde 5 (2) 4
Torpedobooten 300 (38) 203 (9)
Onderzeeërs 64 (22) 23 (15)
(Over de verschillende schepen zijn in het artikel
van gisteren bijzonderheden vermeld).
Engeland beschikt dus over 546, schepen, terwijl er
83 in aanbouw zijn, (voor Duitsehland zijn deze ge
tallen 316 en 38). Hierbij dient 't voorbehoud te wor
den gemaakt, dat de cijfers ten opzichte van de kleine
re schepen sinds ze werden opgegeven alweer veran
deringen zullen hebben ondergaan, daar in beide rij
ken op de marine-werven met koortsachtigen haast
aan den aanmaak van nieuwe onderzeeërs e. d. wordt
gewerkt.
In een oorlogsvloot-statistiek van 1913 vonden we
nog aangegeven het aantal scheepskanonnen van
Gróot-Brittanje op 2.878 en van Duitsehland op 2191,
zwaar geschut op 362 en 230 stukken, bemanning op
146.000 en 67.710.
Deze cijfers spreken, zij getuigen van Albion's
groote meerderheid op Germania.
Voor de verdediging van het rijk en de bescherming
van de zeewegen in oorlogstijd is de Britsche marine
verdeeld in vijf vloten, afgezien van de kleinere vaar
tuigen, die voor de kustbewaking zijn bestemd.
De voornaamste macht is de „Home fleet", samen
gesteld uit drie vloten met kruiser-eskaders, torpedo
jagers en onderzeeër-flotieljes. De „Home fleet" treedt
zooals haar naam aangeeft, dicht bij huis op: de
Noordzee is haar gebied. Zij staat onder bevel van
Sir John Jellicoe, wiens vlaggeschip de dreadnought
Iron duke is. Haar sterkte is aldus: 20 super-dread-
noughts, schepen dus van het allergrootste type, 22
dreadnoughts, 8 kruiserslagschepen, 100 kruisers, 250
torpedobooten en 75 onderzeeërs. Zij is ingedeeld in
8 eskaders slagschepen, (een eskader is een aantal, ge
woonlijk minder dan twaalf, schepen, die een ge
meenschappelijke bestemming hebben, onder het bevel
van een vlagofficier, een vice-admiraal of een schout
bij-nacht).
De eerste vloot is samengesteld uit de vier eerste
eskaders, de tweede vloot uit het vijfde en zesde eska
der, de derde uit het zevende, de vierde uit het achtste.
Bij de eerste vloot zijn vier flotieljes (afdeelingen van
lichte oorlogsvaartuigen) kruisers gevoegd en 83 tor
pedojagers en onderzeeërs. Een dezer kruisers, „de
Amphion", verrastte dén 5den Augustus den Duit-
schen mijnenlegger „Königin Louise", boorde dezen
in den grond, maar stiet op een mijn en zonk.
De derde vloot heeft tot dusverre het meest nog ge
leden, immers de „Cressy", de „Hogue" en de „Abou-
kir", den 22sten September door een Duitschen onder
zeeër in den grond geboord, behoorden, evenals de
„Hawke", welke den 16den September eveneens door
de U 9 tot zinken werd gebracht, tot het achtste eska
der.
Het gevecht bij Helgoland op 28 Augustus, waar
bij de drie Duitsche kruisers en een topedojager ver
loren gingen, werd geleverd door kruisers van het
eerste eskader.
Langs de Engelsche kust van de geheele Noordzee,
van de Orkaden in het Noorden tot Dover in het Zui
den zijn een reeks voortreffelijke steunpunten voor de
Homefleet aanwezig.
De voornaamste basis op de Zuid en Zuid-Oost kust
zijn: Scapa Flow op de Orkaden-eilanden, Rosyth
aan den mond van de Forth (tegenover Edenburgh),
Immingham nabij Grimsby aan den Humber, Har
wich (waar de Hoek van Holland-passagiersbooten
landen,) Sheer ness, de voornaamste marine-haven op
de Oostkust, in de nabijheid waarvan zich Eastchurch
bevindt, het station voor de luchtscheepvaart, Chat
ham, ieder Nederlander herinnerend aan den stouten
tocht van de Ruyter in 1667, Dover, ingericht voor
de grootste schepen en eveneens een militair depot,
Portsmouth, de sterkste vesting van Engeland, in de
nabijheid van Spithead, bekend om zijn vlootrevues en
't station voor de luchtvaart Calahot, Weymouth, waar
altijd oorlogsschepen liggen en Devonport, een ver
sterkt marine-arsenaal en tevens militair depot.
'De Middellandsche Zee-vloot is samengesteld uit
het eerste kruiser-eskader en het tweede pantserkrui
ser-eskader en bestaat uit 7 groote en 4 kleine kruisers,
waaraan zijn toegevoegd 16 torpedovemielers, 16 tor
pedobooten en 6 onderzeeërs.
De Ooster-vloot bestaat uit het China-eskader, het
Oost-Indische eskader, het Australische station, het
Nieuw-Zeeland-station, Kaap de Goede Hoop, Zuid-
Oost-kust van Amerika, West-kust van Amerika.
Het pas ontvangen telegram over een zeegevecht bij
de Chileensche kust heeft betrekking op het eskader
van de Zuid-kust van Amerika, dat slaags geweest is
met een smaldeel van vijf Duitsche kruisers en
klop gehad heeft. De in den grond geboorde Engel
sche Monmouth is een pantserkruiser van 10.000 ton,
hij liep in 1902 van stapel en had een bemanning van
650 koppen. De volgende kruiser Good Hope is
van 1901, meet 14.300 ton en is bemand met 900
koppen, de Glasgow is een beschermde kruiser van
1909, metend 4900 ton en met een bemanning van
376, terwijl wij vermoeden, dat de Otranto een hulp-
kruiser is. Deze drie kruisers werden beschadigd.
Ook uit dit gevecht blijkt weer, dat het bij het behalen
van gedeeltelijke voordeden niet zoozeer aankomt op
een algemeene overmacht als wel op de groepeering
ter zee. Dit geldt voor de kleine gevechten, maar ze
ker ook voor de groote beslissende zeeslagen. Want
wat tot dusverre op zee is gebeurd, moge het ver
trouwen der Engelschen met hun roemrijke maritieme
tradities eenigszins hebben geschokt en dat der Duit
schers, die nog geen marine-reputatie bezitten, wat
moed gegeven hebben, van beteekenis is het in materi
eel opzicht niet. De kostbare dreadnoughts en slag
kruisers blijven nog steeds wel bewaard en de Engel
sche vloot heeft tot dusverre slechts fluistertoontjes la
ten hooren, om eerst later met de bulderstem van het
allergrootste scheepsgeschut de woorden te spreken,
die een beslissing kunnen brengen!
Dat het laatste beslissende woord aan de vloot zal
blijven, wanneer de legers der oorlogvoerende staten
verlamd zijn, nemen tal van deskundigen aan.
Dat dit nog lang kan duren, eveneens.
In het „maandschrift voor Christendom en Cultuur"
Stemmen des Tijds geeft onze oud-minister van oorlog
Colijn een belangrijke beschouwing, waarin hij tot de
volgende slotsom komt
„Aan voorspellingen over dezen oorlog wagen
we ons niet. Het schijnt ons volstrekt niet on
denkbaar toe, dat het overwicht te land aan
Duitsehland—Oostenrijk zal toevallen, tenzij door
het ingrijpen van landen als Italië b.v. de gealli
eerden belangrijke versterking ontvingen. Maar
de teekening van den toestand is nog niet zoó of
ook het omgekeerde kan zeer goed juist blijken."
In Augustus had de heer Colijn gedacht, dat de
eerste aanstorming van het Duitsche leger meer beslis
send zou zijn geweest en dat de oorlog snel zou af-
loopen. Thans verwacht hij dat de oorlog van langm
duur zal worden. En hij is niet zonder vrees, dat bij
de eindregeling vraagstukken aan de orde gesteld zul
len worden, die de moeielijkheden voor Nederland op
ernstige wijze zullen vermeerderen, zoodat nog altijd
waakzaamheid, maar niet minder stugge onverzette
lijkheid plicht blijft. Al zijn de directe gevaren voor
ons stellig veel verminderd, de eindregeling kan voor
ons, bij een bepaalde situatie, ernstige gevaren mee
brengen.
Over het nieuwe element in dezen oorlog, hierin be
staande, dat Engeland een deel zijner Britsch- Indi
sche troepen van Aziatisch bloed naar Europa voerde
en dat het met Japan tegen een anderen Europeeschen
staat samenwerkte zegt de schrijver, dat men wellicht
zelf jaren onder Aziatische volken geleefd moet heb
ben om ten volle te beseffen, van welke beteekenis dit
optreden is. Tot heden was Europa het heerschende
werelddeel, het gezag der Europeesche volken in Azië
berustte ten deele wel op macht, maar waarschijnlijk
voor een grooter deel toch op de zedelijke en intellec-
tueele meerderheid der koIoniseerende natiën, waar
van Engeland en Nederland de voornaamste waren.
Een, die de hulp der door hem bestuurde Azia
ten inroept, kan, ter wille van zijn prestige, geen
nederlaag lijden, zonder gevaar te loopen dat zijn
positie in Azië tegenover de door hem bestuurde
volken ernstig gevaar loopt Dient eenerzijds er
kend, dat wat Engeland nu ondernemen kon een
schitterend getuigenis is voor zijn koloniaal sy
steem, aan den anderen kant is het toch bezwaar
lijk aan te nemen, dat een échec aan Engeland's
zijde op Britsch-Indië zonder uitwerking zou
blijven, vooral indien men rekening houdt met
hetgeen in de laatste tien jaren in Azië gaande is.
Deze omstandigheid wijst dus op de noodzake
lijkheid van een voortgezetten oorlog voor En
geland; het uiterste zal beproefd moeten worden
om het overwicht aan de zijde der verbondenen
te brengen. Het ziet er echter niet naar uit dat dit
indien ooit, spoedig gebeuren zal, en ook
daarom is m. i. alleen plaats voor de weinig
troostvolle voorspelling, dat de oorlog nog lang
zal duren.
Dat is een direct waarneembaar gevolg van de
door Engeland genomen maatregelen, waarvan
men echter nog zeggen kan, dat Engeland ook
zonder dat tot het uiterste ul volhouden. Doch
wat voorshands aan elke waarneming zich nog
onttrekt, is de invloed dien deze deelneming van
Aziatische strijders aan den Europeeschen vol-
kerenstrijd op Azië zal gaan uitoefenen. Hier
staan we voor een ernstige vraag; een vraag ook
voor Nederland van het hoogste belang".
Het „nieuwste nieuws" is buitengewoon schaarsch
vandaag. In het Westen is er alweer geen wijziging
van belang in den toestand. In het Oosten trekken de
Duitschers zich op het front van Oost-Pruisen terug,
over den Weichsel duurt hun terugtocht nog voort,
de Oostenrijkers zijn voorbij Kielce teruggedreven, zij
trokken op het front KielceSandomir haastig terug,
Kielce werd door de Russen bezet en Sandomir geno
men. Dat alles leert het Russische communiqué. En
een Parijsch communiqué vertelt verder, dat het Duit
sche hoofdkwartier is overgebracht naar Czenstockow
bi' de grens van Silezië. Het is duidelijk, dat de Rus
sen geweldig komen opzetten zou de Russische
stoomwals, na aanvankelijk wat heen en weer bewo
gen te hebben, thans Duitsehland gaan binnenrollen?
Nog altijd vecht Turkije en wordt het bevochten
zonder oorlogsverklaring. In één adem wordt gemeld
de beschieting van de haven van Mekka, het heiligdom
van den Islam, en van Jeruzalem, het heiligdom van
het Christendom, men beschiet de Dardanellen en men
vecht in den Kaukasus het gaat blijkbaar zonder
oorlogsverklaring evengoed als er mee.
Over het zeegevecht aan de Chileensche kust spra
ken wij hierboven reeds. De Britsche admiraliteit kon
vanmorgen voorloopig nog geen geloof hechten aan
de voorstelling van het gevecht en vermoedde, dat de
Duitsche lezing nog al wat wijzigingen zou onder
gaan, maar de „Morning Post" geeft een uitvoerig re
laas over de „schitterende wijze", waarop het En-
gelsch eskader van admiraal Craddock streed tegen
een overmachtigen vijand, waarin o. m. wordt verteld
dat de „Monmouth" zoo lang de vlag liet wapperen,
totdat de scheepsromp als een zeef doorboord wasde
„Glasgouw" kon zich terugtrekken, maar over de
„Good Hope" wordt hier niets gezegd, terwijl de offi-
cieele Duitsche lezing verklaart, dat deze krachtige
kruiser zwaar beschadigd werd. De Duitsche schepen,
die aan het gevecht deelnamen, waren de „Scharn-
horst", de „Gneisenau", de „Leipzig" en „Neuren
berg", pantserkruisers en kleine beschermde kruisers,
die allen in 1908 van stapel liepen op de „Leipzig"
na, die van 1905 is.
In de Jade (bij Wilhelmshafen) zonk de Duitsche
pantserkruiser York, 9500 ton, in 1905 van stapel ge-
loopen en bemand door 629 koppen. Vermoedelijk is
deze Duitsche kruiser op een Duitsche mijn ge loopen.
Uit Kaapstad meldt Reuter, dat de rebellie van
Beyers in West-Transvaal en van Maritz in het noord
westen van de Kaap thans geheel bedwongen
schijnt, en dat er „naar verluidt" onderhandelingen
worden gevoerd tusschen de rebellen in het noorden
van den vrijstaat en bemiddelaars.
DE STRIJD IN BELG 16 EN N.-FRANKRIJK.
Het Fransdie communiqué van gistermiddag 3 uur
luidt
Aan onzen linkervleugel is de toestand onveran
derd. Sinds gisteren is de vijand teruggetrokken op
den rechteroever van Yser.
Wij hebben Lombaertzijdg hernomen.
Aan den linkeroever van den Yser houden de Duit-
schers niets meer bezet dan het bruggehoofd halver
wege Dixmuyden en Nieuwpoort. Behalve de ge
vangenen en gewonden lieten zij belangrijk materiaal
achter, waaronder kanonnen die in het zand waren
blijven steken.
Aan de Lys wordt de actie voortgezet met afwisse
lend voortrukken en retireeren, doch over het algemeen
genomen hebben de geallieerden merkbare vordering
en gemaakt.
In de streek tusschen Atrecht en de Oise rukten wij
voorwaarts van het oosten van Quespoy en Santerre
tot aan de hoogten bij Parvilliers.
In het centrum is de aanvallende beweging der
Duitschers, die zich ontwikkelde langs den rechter
oever van de Aisne in de streek om Vailly en ons de
eerste hellingen deden verliezen ten Noorden van Vail
ly en Chavonne. gisteren tot staan staan gebracht; on
ze tegenaanvallen hebben ons een deel van het verlo
ren terrein doen terugwinnen.
Op de hoogten bij Chemin des Dames en rondom
Reims zijn de heftige aanvallen der Duitschers afge
slagen.
Volgens een officieel Engelsch rapport over de jong
ste gebeurtenissen in België, streed de Britsche cava
lerie öf te paard, öf afgezeten in de loopgraven als
infanterie, zij wekte de bewondering van het geheele
leger. De Indische troepen nemen ook deel aan den
strijd.
Den eersten November werden onze troepen, zoo
meldt het rapport, over het geheele front aangevallen.
De vijand werd echter over de geheele linie terugge
slagen en leed zware verliezen.
Onze houwitsers vernielden twee vijandelijke 18
inch kanonnen.
Uit alle mededeelingen blijkt, dat onze artillerie
duchtige verliezen teweeg bracht. De handhaving van
onze linie, het terugslaan van herhaalde aanvallen,
met het verlies soms van geheele colonnes, ontmoe
digde de Duitschers zeer. De Duitschers lieten hun
gewonden achter. De positie der bondgenooten is
krachtiger geworden door allerlei versterkingen.
DE STRIJD IN OOST-PRUISEN,
POLEN EN GALICIë.
Omtrent de operaties op het oostelijk oorlogsterrein
deelt een Fransch communiqué van 4 uur gistermid
dag het volgende mede:
In Oost-Pruisen bewaren de Duitschers het defen
sief. De Russen maken vorderingen op enkele gedeel
ten van het front in Polen. Zonder emstigen tegen
stand hebben zij Szadek, Lask en RosprSsza bezet.
Ten Westen van Kielce trekken de Duitschers terug
op Wloszowa en Andrejef.
De Oostenrijkers zijn teruggedrongen ten zuidoos
ten van Kielce. Zij houden nog slechts stand ten noor
den van Sandomir aan de Beneden-San. De gevechten
vallen uit ten voordeele van de Russen, die bezig zijn
de rivier over te trekken.
Het Duitsche hoofdkwartier is verplaatst naar
Czentochau bij de Silezische grens.
Een officieel Oostenrijksch bericht meldt:
De bewegingen onzer troepen in Russisch Polen
zijn gisteren niet door den vijand gestoord. Een onzer
corpsen heeft bij de gevechten in het Lysa Gora-ge-
bergte twintig officieren en 2200 man gevangen geno
men. Aan het Galicische front gaven zich bij Podbuz
ten zuiden van Sambor meer dan tweehonderd en
gistermorgen bij Jaroslaw driehonderd Russen over.
De bij Kuty en ook ten noorden van Czemowitz bij
Kootyornik verslagen Russische afdeelingen trokken
zich terug op Sniatyn, zoo luidt een bericht uit Boe
dapest. Zij poogden zich daar te vereenigen, wat ech
ter mislukte. De verliezen der Russen zijn zeer aan
zienlijk. Sniatyn werd weer door ons bezet. Voor
Czerncwitz houden de Russen zich kalm.
DE RUSSEN OVER DE TURKSCHE GRENS.
Officieel wordt uit Petrograd gemeld, dat de Rus
sische troepen, uit Kaukasië komend, de Turksche
grens overtrokken en Kara Kilissa en andere plaatsen
namen na de Turksche troepen te hebben verslagen.
DE STRIJD IN SERVIë.
Officieel wordt uit Weenen gemeld:
Toen de Oostenrijksche troepen verder voortrukten,
stieten zij zuidelijk en zuidwestelijk van Schabatz op
nieuw op den vijand. Een dadelijk begonnen aanval
heeft een gunstig verloop gehad.
Gedurende de gevechten in het Romanja- gebergte
zijn in het geheel 7 officieren, 647 man gevangen ge
nomen en 5 kanonnen, 3 munitiewagens, 2 machine
geweren, benevens veel munitie en oorlogsmaterieel
buit gemaakt.
Aan de Moutenegrijnen zijn meer dan duizend stuks
vee, die zij uit Bosnië wilden meenemen, afgenomen.
EEN DUITSCHE KRUISER GEZONKEN.
Officieel wordt uit Berlijn gemeld, dat de Duitsche
groote kruiser „York" gistermorgen in de Jade op
een havenmijnversperring is geloopen en gezonken.
Volgens tot dusver ingekomen berichten zijn 382
man, meer dan de helft van de bemanning, gered. Het
reddingswerk werd door den dikken mist bemoeilijkt.
(De „York" is een paniserkruiser in 1905 van stapel
geloopen. De waterverplaatsing is 9500 tonhet schip
liep 21.5 knoop, voerde 4 kanonnen van 21 c.M., 10
van 15 c.M., 12 van 8.8 C.M., 2 machine-geweren en 4
torpedolauceerbuizen. De bemanning telde 629 kop
pen).
ONDERSCHEIDINGEN VOOR DE BEMANNING
VAN DE „EMDEN".
De commandant van den kleinen kruiser „Einden"
heeft het Ijzeren Kruis eerste en tweede klasse gekre
gen, alle officieren, beambten, dekofficieren, 50 on
derofficieren en minderen ontvingen het IJzeren Kruis
tweede klasse. Bovendien is den commandant het ee-
re-burgerschap van de stad Emden verleend.
EEN OOSTENRIJKSCHE KRUISER
GEZONKEN.
Uit Tokio wordt officieel gemeld, dat men gelooft,
dat de Oostenrijksche kruiser „Kaiserin Elisabeth"
zich zelf in de lucht heeft doen springen op de reede
van 1 singtau. Het drijvende dok is eveneens gezon
ken. Het bombardement wordt voortgezet.
De „Kaiserin Elisabeth" was een kruiser van weinig
militaire waarde en liep in 1890 van stapel. De wa
terverplaatsing is 4064 ton; de snelheid 19 knoopen.
Het pantserdek is 5 c.M. dik. De bewapening bestaat
uit twee kanonnen van 23 c.M. in barbettes, zes van
15 c.M. en 16 van 4.7 c.M. De bemanning bestaat uit
360 koppen.
HET BOMBARDEMENT VAN TSINGTAU.
Een te Tokio ontvangen telegram uit Tsinau in
Sjangtoeng meldt, dat de Japanners voor Tsingtau
800 gevangenen maakten en 26 kanonnen vernielden.
Volgens een telegram uit Tokio naar Petrograd, be
gonnen de Japanners een heftigen aanval op het fort
litis, nadat dit door een scherpe beschieting, waar
door het werk vrijwel in een puinhoop werd veran
derd, voor een bestorming gereed was gehaakt.
ALKMAARSCHE COURANT.
i