DAGBLAD VOOR ALKMaAR EN OMSTREKEN. 33 e O o x* 1 o Van hst westei oorlogsterreia. Van hat zoidelil II No. 266. Honderd en zestiende Jaargang. 1914 f 0.80, fr.p. post f 1.-. Advertentieprijs 10 et p. regel, groote letters naar DINSDAG plaatsruimte. Brieven fr. N. V. BoeK- en Handelsdrnkkorij v.h. HERIHs. COSTER 4 ZOON, Voordam C 9. Telefoonnr. 3. 10 NOVEMBER. BELGIE. VARIA. a Koningsbergen o o Stallupöbnen o o o o o O O 8 T- o oDSoewalki PBOISEITo o o o Weichsel K a a o a •D Warschau •Ij Iwangorod o o o o o Sandomir 0 Weichsel San □.Przetnysl GiLIClfi ALKMAAR, 10 November. Met Oostelijk oorlogsterrein is vandaag het eerst aan de beurt, omdat wij de daar geleverde krijgsver richtingen wel van dag tot dag hebben gevolgd, doch sinds eenigen tijd geen overzicht hebben gegeven, waaruit duidelijk de verandering blijkt, welke daar in den stand van zaken is gekomen. Wanneer men nu eens een schoolatlas ter hand neemt, dan ziet men duidelijk, dat Russisch Polen (hoofdstad Warschau) westelijk ver in Duitschland dringt, maar tegelijkertijd geklemd zit tusschen Oost- Pruisen in het noorden en Oostenrijksch Galicië in het zuiden. Om dus van Warschau uit in Posen of in Silezië Duitsch gebied te kunnen binnendringen, moe ten de Russen de baas zijn in Oost-Pruisen en in Oali cië. Zoolang toch sterke Duitsche of Oostenrijksche legers daar staan, loopen de Russische verbindingslij nen bij een opmarsch van een Russisch leger in den hierboven bedoelden zin steeds gevaar. In het eerste stadium van den oorlog zijn de Russen dan ook afge trokken op Oost-Pruisen en op Galicië en in het Duitsche zoowel als in het Oostenrijksche gebied drongen zij binnen. Zij stonden weldra voor het Duitsche Koningsbergen, bezetten het Oostenrijksche Lemberg, sloten Przemysl in, trokken op Krakau af, drongen over 'tie Karpathen heen. Hemelsbreed gemeten, stonden ze dus bijkans 150 kilometer van de grens in Duitschland en 200 kilome ter in Oostenrijk. Toen werd hun opmarsch tot staan gebracht. Oene raal von Hindenburg bracht een tweetal Russische le gers in Oost-Pruisen een verpletterende nederlaag toe en, daarna belast met de algemeene leiding, dwong hij de Russen ook in Galicië tot den terugtocht. Maar daarbij bleef het niet Nu trokken de Duitschers en de Oostenrijkers op hun beurt over de Russische grens. In het noorden bereikten de Duitschers het gouverne ment Soewalki, terwijl in Polen de Duitsch-Oosten- rijksche troepen tot aan den Weichsel opdrongen, tus schen Sandomir en Iwangorod, en een ander Duitsch leger tot nabij Warschau kwam. (Wij hebben hierbo ven een schetsplan geplaatst, waarop al deze plaatsen vermeld staan). Zij stonden derhalve in het noorden goed tien ki lometer van de grens in Rusland en in het zuiden een kleine 200 kilometer. Toen werd hun opmarsch weer tot staan gebracht en waren zij aan de beurt van teruggedreven te wor den. De Russen hebben flink en vlug hun land van de indringers bevrijd. Natuurlijk begon hun aanval in het noorden, waar ze de Duitschers weer naar de grens terugdrongen en ze daarover volgden, zoodat ze kwamen te staan in Stalluponen, op de groote spoorlijn, het tweede station Duitschland in, en ver der in het zuiden bij Rominten, het bekende jachtter rein des Keizers. Zoo stonden ze dus dra hier een 25 kilometer weer Duitschland in. In het zuiden werden de Duitschers, die bij War schau stonden, het eerst teruggedreven, vervolgens de Duitschers en Oostenrijkers, die in de buurt van Iwan gorod waren opgesteld, en eindelijk de Oostenrijkers, dië in Sandomir een steunpunt hadden. Zoo werden dus door de Russen de rivieren Weichsel en San van de vijandelijke legers gezuiverd. De Russen lieten de vijanden niet met rust, doch zetten hen hardnekkig na, zoodat zij zich steeds verder moesten terugtrekken. De beide machten keerden op hun punt van uitgang weer de Duitschers in Silezië, de Oostenrijkers in Oalicië. De Russen gaan nu zeker andermaal het Oos tenrijksche Przönysl bezetten en van Polen uit staan ze thans vlak bij de Duitsche grens, of zijn ze er hier en daar reeds overgetrokken, zooals bij Kalisch. Zoo is de toestand dus thans geworden, nadat het Duitsch-Oostenrijksche offensief tot staan werd ge bracht en de Russen met energie en met succes aan vallend zijn opgetreden. Er zijn er, die meenen, dat de Russen hun zegevierenden opmarsch in Duitschland zullen voortzetten en nu spoedig in de richting van Berlijn zullen optrekken. Wie er aldus over denkt, vergeet, dat de nederlaag der Duitschers veel grootere politieke dan militaire beteekenis heeft. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden, dat het voornaamste doel van den oorlog is, de vijandelijke legermacht te vernie tigen. En het is uit alles duidelijk gebleken, dat de Russen er niet In geslaagd zijn den Duitschers groote massa's manschappen te ontnemen, nöch de vijande lijke legers te verspreiden en uit elkaar te jagen. Het eenige belangrijke militaire voordeel van hun succes aan Weichsel en San is, dat zij den Duitschers en Oostenrijkers hebben teruggedreven en blijkbaar want dit laatste is zelfs nog niet zeker de gelegen heid hebben ontnomen voeling met elkaar te houden en gezamenlijk op te treden. Zoowel in Oost-Pruisen als in Silezië en Oalicië weten de Russen nog sterke vij andelijke legermachten tegenover zich. En zoolang zij in Oost-Pruisen en in Oalicië er niet in geslaagd zijn den Duitschers en den Oostenrijkers een verplet terende nederlaag toe te brengen, blijft een verder op rukken naar het Westen een veel te gevaarlijke onder neming. Daarbij dient niet vergeten te worden, dat de ver dedigende houding, waarin Duitschland door zijn nederlaag is geplaatst, ontegenzeggelijk groote voor deden biedt. Nog vanmorgen wordt melding gemaakt van een Keizerlijk telegram waarin wordt gesproken over „den tegenwoordigen verdedigingsoorlog". En de verdediging is door zijn aardrijkskundige ligging Duitschlands sterkste zijde. Op het Duitsch-Oosten- rijksch gebied kan men de troepen her- en derwaarts verplaatsen, van het Oostelijk naar het Westelijk oor logsterrein. In het Oosten krijgt men thans in het bijzonder het groote voordeel van een goed, strategisch spoorwegnet. Voeg daarbij, dat de Russische troepen, om thans verder te kunnen komen in het vreemde land sterke stellingen zullen moeten veroveren en ge hebt 'verschillende redenen, welke tot geen andere slotsom kunnen leiden, dan dat een oprukken der Russen naar Berlijn voorshands niet te verwachten is. Voorshands want wat er in een latere toekomst staat te gebeu ren, kan niemand nu nog weten en 't is voorbarig zich daaromtrent op dit oogenblik aan een voorspelling te wagen. Op twee gewichtige factoren dient echter nog sterk de nadruk te worden gelegd. De eene is de ge weldige overmacht der thans geheel gemobiliseerde Russische legers. En de andere de uitnemende Russi sche legeraanvoering. Niets is zoo duidelijk, dan dat men in het Tsarenrijk van de lessen uit den Japansch- Russischen oorlog profijt getrokken heeft. De oud-mi nister Koeropafkin, die opperbevelhebber werd, plaat ste zich in den slag van Liao Yang op een batterij, om er toch vooral „bij" te zfjn, maar hij verloor den slag. Doch de tegenwoordige Russische legeraanvoering leidt de operaties naar moderne opvattingen, de onge lukkig afgeloopen oorlog is een harde leerschool ge weest, welke de kundige strategen op den voorgrond en aan de slechtere pensioen heeft gebracht. Over macht en goede leiding het zijn twee factoren, die van belangrijken invloed op den uitslag kunnen zijn De telegrammen van heden zeggen, dat op het wes telijk oorlogstooneel de operaties over zekere uitge strektheid door den mist worden bemoeilijkt en dat de Turken ondanks nevel en sneeuw aan de Kaukasische grens hun offensief voortzetten, waar zij in een twee- daagschen slag immers het Russische leger volkomen verslagen hebben, terwijl volgens de Russische lezing de Russen met succes tegen de Turken strijden. Wij zullen maar niet raden wie gelijk heeft, en het zal den lezer vermoedelijk ook weinig belang inboezemen. De Russen verzekeren voorts, dat de Duitschers met 70.000 auto's naar hun grens teruggetrokken zijn. De Franschen verklaren, dat zij in het noorden een goeden dag gehad hebben en merkbaar vooruit ge gaan zijn bij Dixmuiden en Langemarck, d. i. ten noorden van Yperen en ten westen van Rousselaere. De Times spreekt met groote waardeering over de Indische strijdkrachten, de Goerkha's, die door hun nachtelijke messen-aanvallen opening maken voor de Britsche troepen. Overigens worden we aan Zuid-Afrika herinnerd. Allereerst door een toast tijdens een feestmaaltijd in den Qildenhal te Londen. De heer Balfour zinspeelde op het bekende telegram, waarin de Duitsche Keizer in 1898 president Kruger geluk wenschte met het mis lukken van den Engelschen inval (de Jameson-raid). Spreker zelde, dat Japan (door de inneming van Tsingtau) een zeer dramatisch antwoord had gegeven op een der brutaalste telegrammen, dat ooit een vorst aan een ander vorst deed toekomen. Intusschen wordt in Zuid-Afrika blijkbaar overal gevochten. Het is nu duidelijk, dat de geheele op stand niets anders beoogt, dan verzet tegen Engeland. Generaal de Wet heeft gezegd, dat men naar Pretoria wil trekken om de Britsche vlag neer te halen en een vrije Zuid-Afrikaansche republiek uit te roepen. „Allen", zoo verklaarde hij volgens een Engelsch bericht, „die zich aan de zijde der regeering willen scharen, moeten zich bij mij v- gen. Ik teekende het verdrag van Vereeniging en zwoer trouw aan de Britsche vlag, maar wij zijn zoo vertrapt door de el lendige en „pestilente" Engelschen, dat we het niet langer kunnen verdragen." En thans wordt de Bóeren-generaal, die in het ver stoppen zulk een meester was, achtervolgd. Door het lid van de wetgevende vergadering Cronjé. Een zoon van de Wet moet reeds gesneuveld zijn. Zoo voeren thans Boeren tegen Boeren, die gezamenlijk zoo n prachtigen strijd hebben gestreden, den broe deroorlog, waarvan wij vermoedelijk niet eer iets be langrijks zullen vernemen, dan wanneer hij uitge vochten is de politieke mist zal dezen strijd wel aan ons oog onttrekken I DE STRIJD IN BELOIë EN NOORD FRANKRIJK. Het Fransche communiqué van gistermiddag 3 uur zegt: De Duitschers zijn opnieuw overgegaan tot den aanval op Dixmuiden en de streek om Yperen, speci aal ten zuiden van die stad; hun aanvallen zijn echter alle afgeslagen. Wij zijn langzaam vooruitgegaan op het geheele terrein tusschen Dixmuiden en de Lys. De mist heeft de operaties bemoeilijkt, vooral tusschen de Lys en de Oise. Wij hebben ons gehandhaafd op het gisteren ver melde gewonnen terrein aan de Aisne. In den Elzas zijn hernieuwde aanvallen van den vijand op de pas Saint Marie afgeslagen. Van de andere gedeelten van het front valt geen nieuws te vermelden. Het Belgische legerbericht meldt: De toestand bij Nieuwpoort is onveranderd geble ven. Op het overige gedeelte van het front houdt de vijand op den linkeroever van de Yser nog eenige steunpunten bezet, die door ons worden beschoten. De Duitschers hebben Dixmuiden gebombardeerd. DE STRIJD IN SERVIë. Officieel wordt uit Weenen medegedeeld: Onze ope raties op zuidelijk oorlogstooneel hebben over het ge heel genomen een gunstig verloop. Terwijl wij echter bij onzen opmarsch over de linie Schabatz Ljesni- can op een hardnekkigen tegenstand aan de sterk ver schanste voeten van de bergen stuitten, eindigen de driedaagsche gevechten op de linie LoznicaKroe- panj Ljoebovija reeds met een ingrijpend succes. De daar aanwezige legermacht bestond uit het Servische leger, onder bevel van generaal Paul Sturm, het eerste leger onder generaal Peter Boja- vie, met gezamenlijk zes divisies, 120.000 man. Bei de legers, die hunne stellingen dapper hebben verde digd trekken zich thans terug op Valjevo. Onze zegevierende troepen bereikten gisteravond Loznica ten oosten van de domineerende hoogten van den hoofdrug der Sokoloka Planina ten zuidoosten van Kroepanje. Er werden veel manschappen gevangen genomen en oorlogmateriaal buitgemaakt. Nadere bijzonderheden ontbreken nog. IN ARMENIë. De officieele berichten uit het Turksche Hoofdkwar- kwartier meldenIn den strijd die sedert twee dagen aan de Kaukasische grens gevoerd wordt, is het Rus sische leger volkomen verslagen. HET GEVECHT IN DE ZWARTE ZEE. Het bericht van den Russischen admiraals-staf over de gebeurtenissen in de Zwarte Zee op 29 October meldtdat aan boord van de „Pruth" een officier, een scheepsgeestelijke en 26 matrozen gedood werden: aan boord van de torpedoboot „Luitenant Poutschine" werden zeven matrozen gedood en evenveel gewond, van de „Donetz" een officier van gezondheid gedood. EEN ONDERSCHEIDING VOOR KONING aALBERT. Volgens een bericht uit Havre had de Belgische minister-president Brocqueville zich naar het Belgi sche hoofdkwartier begeven in gezelschap van den Russischen gezant prins Koedosjef, die den koning uit naam van den Tsaar de versierselen van de Orde van St. George ter hand zou stellen. WEER DUITSCHERS IN BELGISCH LIMBURG. Uit Hamont wordt aan de „Limb. Koerier" bericht: Evenals hier zijn ook in de kleinste dorpen in de om geving weder Duitsche troepen gearriveerd. Te Achel hebben er een massa hun intrek genomen op „de Kluis". De paters zijn weer over de Nederlandsche grens gevlucht EEN ONTMOETING OP HET SLAGVELD. In het Engelsche partijblad „Justice" deelt korporaal S. Heyhurst, van de lichte infanterie te Shropshire, thans te Cheltenham, zoo meldt het „Volk", mede: „Eenige jaren geleden was ik als gedelegeerde voor de Onafhankelijke Arbeiderspartij op het internatio naal socialistisch cougres te Stuttgart en woonde daar ten huize van een Duitscher, genaamd Hans Wolssel- hoeff. Na den slag aan de Mame was ik met een strijdmacht bij de vervolging der Duitschers en stond op zekeren dag in een bajonetgevecht tegenover een Duitschen cavalerist Hem nader beschouwend, her kende ik mijn gastheer uit gelukkiger dagen. Hij her kende mij ook en wij hadden niet het hart om verder te vechten. Hij redde den toestand door zich over te geven en werd met een bezending gevangenen naar Engeland gevoerd" EEN WAPENSTILSTAND? Een onzer medewerkers schrijft ons: Van verschillende zijden gaan er stemmen op voor een wapenstilstand, liefst een wapenstilstand voor langen termijn, b.v. voor drie jaar. Er wordt zelfs van een twaalfjarig bestand gesproken. Men zou dan tijd hebben, om over den definitieven vrede te conferee- ren, men zou besprekingen kunnen voeren over ont wapening, over de waarden van tractaten, over de rechten der kleine mogendheden en over de plichten der groote Staten, en de kans zou bestaan, dat men tot den duurzamen vrede zou geraken. Er zijn nu in het geheel al meer dan een half mil- lioen, volgens sommigen zelfs 800.000 man gevallen. Dagelijks sneuvelen gemiddeld 7.500 man. Inmiddels breidt de gevechtslinie zich uit met den dag. En dat wil zeggen: het gemiddeld aantal verliezen per dag stijgt, in Augustus was het nog niet grooter dan 3000, in September werd het 5000, voor het jaar geëindigd is zal het misschien 20.000 bedragen. Zoo gaat het voort en wij kunnen ons begrijpen, dat men, met na me in Duitschland, Oostenrijk en Frankrijk, naar den vrede verlangt. Niemand weet, wie den oorlog zal overwinnen. Maar dit staat vast: de partijen zijn aan elkaar gewaagd. Er kan geen sprake zijn van een Fransch échec of een Duitsch débacle. Aan den snel len Duitschen opmarsch in Augustus, toen Parijs al bedreigd werd, kwam spoedig een eind De Duitschers hadden echter gelegenheid, goed terug te trekken, en uit de posities, die zij toen spoedig innamen, zijn ze feitelijk nu nog niet verdreven. Stel nu, dat de Duit schers geleidelijk zullen moeten retireeren. Stel, dat die Franschen zoo heldhaftig strijden, en dat die En- genschen zoo geslepen zijn, dat het Duitsche leger dagelijks eenige meters grQnd verliest. Hoelang zal het dan duren, eer de Duitsche troepenmacht België heeft ontruimd. Zal het Duitsche Maubeuge, zal het Duitsche Namen en Luik, en zal het Duitsdie Antwer pen ook zoo spoedig vallen? Och kom, wij weten al len beter. En de grootste entente-enthousiast zal moe ten toegeven, dat er maanden zullen verstrijken, eer het oorlogstooneel van Noord-Frankrijk en België naar Hannover, West-Falen en de Rijnprovincie zal zijn verplaatst. Wie gelooft er nog in een inneming van Berlijn? Evenmin als thans nog één verstandig mensch gelooft aan een verpletterende Eiuitsche nederlaag, vertrouwt men, dat de Duitschers Frankrijk er geheel onder zul len krijgen. Alle teekenen wijzen er op, dat de strijd onbeslist zal blijven. De bloedigste oorlog, die er ooit geweest is, zonder resultaten, zonder eenig effect! Zal zoo de betrekkelijke onmacht van het zwaard wor den aangetoond, en zal het absolute onnut van den krijg aldus worden aangewezen. Ja, wij kunnen ons levendig voorstellen, dat ieder een snakt naar den vrede, al was het dan ook maar een tijdelijke vrede. Maar dit is het juist, waartegen wij zoo krachtig mogelijk meenen te moeten waar schuwen. Een bestand was steeds de tijd van voorbe reiding van een nieuwen, een ergeren krijg. Dacht gij, dat de wrok, die op het oogenblik bijna geheel Duitschland tegen Engeland koestert, in zoo'n be stand weer zou verminderen? Of dacht ge, dat Rus land zich met Duitschland werkelijk zou verzoenen, en dat Servië en Oostenrijk elkaar de hand zouden reiken? Geen sprake van! Gedurende eenige weken waren wij in Duitschland en wij spraken met verschillende invloedrijke perso nen, behoorende tot diverse partijen, Nationaal Libe ralen, Conservatieven, Katholieken, Sociaal-Democra- en. Zij zagen allen in, dat de kans groot was, dat de oorlog 1914 geen da'capo zou worden van 1870. Zij voelden, dat de krijg van heden een bange worsteling was. Maar allen waren van oordeel, dat Duitschland den oorlog niet mocht verliezen. Zou Duitschland niet in staat zijn, een eervollen vrede te sluiten, dan moest het, zoodra den oorlog voorbij was, nieuwe schepen bouwen, nieuwe, nog grootere mortieren laten ma ken. En dan moest er ook nog meer kanonnenvleesch worden gerecruteerd. Zeker, de Conservatief sprak anders dan de Sociaal-Demoeraat Maar de conclusies, waartoe ze kwamen, waren hetzelfde. Alleen wanneer Duitschland zou winnen, zou een wereld-vrede moge lijk zijn, zou men in Europa een goed georganiseerde maatschappij kunnen invoeren. In Engeland, Frankrijk en Rusland zal men hetzelf de denken. De wereld-vrede komt niet tot stand, zoo lang ieder aan den oorlog denkt De oorlog, die thans gestreden wordt, moet uitgestreden, tot alle oorlog voerende landen uitgeput zijn. Dan is de tijd daar, dat de kleine neutrale mogendheden een machtigen in vloed zullen hebben. Dan zal het militairisme in alle landen gebroken kunnen worden en zullen geleidelijk de idealen van de vredesvrienden kunnen worden ge realiseerd: vermindering van bewapening, bondsta ten, enz. Alle landen, die aan den Btrijd hebben meege daan, zijn dan uitgeput, en zij zullen zich moeten onderwerpen aan den veratandigen wil van de neutra len. Helaas moeten er dan misschien nog millioenen mensch en levens geofferd worden. Maar dan heeft de oorlog in ieder geval een naar wij hopen langdurigen vrede voorbereid. «1: ALRMAARSGHE CODRANT. i o O 0 oo°° °ooooo O, 'O o o° 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1