DAGBLAD VOOR ALKMaAR EN OMSTREKEN.
Van bet zuidelijk oorlogster»
No. -m
Z> e O o r 1 o gr.
Honderd en zestiende Jaargang.
1914
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.80, fr. p. pest i 1.—. fldrertenöepriis 10 ct. p. regel, grnnte letters naar plaatsrnlmte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrnkknrfj v-b. BERIIIn. COSTER A ZOOR, Voordsm C 9. Telefoonnr. 3.
Z A TER DA O 14 NOVEMBER.
ENGELAND.
VARIA.
NEDERLAND.
Dit nummsr bestaat uit 3 bladen.
NOORDZEE
i Blanken-
berghe
Duinkerken
naar
Ostende Bruggf
Westende^-—17
Middelkerke_
jNieuwpoort
I
oRamskapelle
o
o 1 5
o a Dixmuiden -
0 I
o 3 Rousselaere
B
o IJser
o
|B Bixschooten
I Yperen
Kortriik
■^k
0 HollebekeB
o Messinesa I °-
o W arneton ao'Meenen o
o o" o
oo* o
I Armentières
.Lffs
I Rijssel
a La Bassée
F K A N K U IJ K
Lens
Atrecht
ALKMAAR, 14 November.
Nog houdt Yperen stand.
Om de moeilijke positie, welke daar thans bestaat,
duidelijk te maken, zullen we trachten den toestand
rondom de Vlaamsche stad, zooals wij ons dien voor
stellen, te schetsen rondom „de Noordhollandsche me
tropolis", zooals Hildebrand zeide, vooropstellende
natuurlijk, dat elke vergelijking mank gaat.
Men denke zich dus onze bloeiende stad het ver
woeste Yperen. Het Noord-Hollandsch kanaal naar
het noorden kan het veel genoemde Yscrkanaal zijn.
Nieuwpoort ligt dan zoowat op Texel (den Burg bijv.)
De Duitschers staan in den polder Heer-Hugowaard,
Punner, in den Schermer, den Beemster, Waterland
enz. en in Kennemerland. Zij zijn uit 't Noorden geko
men en bezetten alles ten Oosten van een lijn Petten-
Alkmaar- Jisp- Diemerbrug. Maar bovendien hebben
ze Limmen bezet en zijn zc langs den Kennemerstraat-
weg doorgedrongen tot aan Heilo en alleen 't lijntje
naar Egmond is nog vrij En toch handhaven de ver
bonden zich nog in Oterleek, (in werkelijkheid Zonne-
beke, een kilometer of zeven O. N. O van Yperen), of
schoon Alkmaar geheel platgeschoten is.
En deze zonderlinge toestand duurt nu al dagen
lang.
Wie de slooping van het Kurhaus te Egmond aan
zee bijgewoond heeit, herhinnert zich wellicht, dat
brokken muur stonden in een houding, welke spotten
met alle wetten van de zwaartekracht. Zoo schijnt
ook de toestand rond Yperen te spotten met hetgeen
de strategie tot dusverre leerde.
Terecht zegt de Daily Chronicle vandaag dan ook:
„De verdediging van Yperen zal zeker in de geschie
denis worden gerekend tot een der treffendste episodes
in de annalen van het Britsche leger. Want meer dan
drie weken is deze positie welke lijkt op een basti
on in de vijandelijke linies gehandhaafd onder een
regen van granaten, welke nauwelijks over dag of bij
nacht even opgehouden heeft. Gelijk men weet is een
bastion een vooruitstekend gedeelte van een vesting
wal en inderdaad dringt de positie der verbondenen
hier in 't Duitsche front of liever sluiten de Duitschers
hier de positie der verbondenen van verschillende zij
den in, zonder dat het hun lukt, den vijand het veria
ten dezer positie af te dwingen, ondanks de buitenge
wone inspanning, welke zij doen, en de ontzaggelijke
verliezen, welke zij aan het gestelde doel ten offer
brengen en welke zij op hun beurt ook den tegenstan
der doen ondergaan wanneer de Engelsche minis
ter-president in het Lagerhuis verzekert, dat de Engel
sche verliezen op 31 October reeds ongeveer 57.000
man bedroegen, terwijl de Engelsche expeditie-macht
toch maar betrekkelijk klein is, dan blijkt uit dit be
trouwbaar gegeven, hoe moordend de strijd is. En
steeds meer worden er nieuwe troepen in het vuur ge
zonden, daar van alle kanten naar dit gebied van
Moedigen strijd versterkingen worden aangevoerd.
Hoe de streek er uitziet, kan blijken uit een mededee-
liiig van een Times-correspondent, volgens welke .alles
verwoest is en in enkele gedeelten van 't strijdtooneel
elk dorp, elke boerderij een ruïne is. We lezen dan
ook herhaaldelijk van gewonnen terrein, dat weer ver
loren gaat en dan opnieuw herwonnen wordt.
Het laatste Duitsche communiqué zegt wel, dat de
aanvallen nabij Yperen goed vorderen, doch de vorde
ringen worden niet nader aangegeven, zoodat dit niets
zegt. Ook het laatste Fransche communiqué gewaagt
van het hernemen van een verloren gegaan gehucht
ten Oosten van Yperen zonder dat iets naders wordt
vermeld, zoodat ook hiervan de beteeken is niet kan
worden nagegaan. En intusschen blijft de toestand
maar steeds zich zelf vrijwel gelijk. Ondanks de des
kundige medewerkers van de bladen in de oorlogvoe
rende landen, die maar steeds voortgaan met de ver
zekering, dat de beslissing bij den dag nadert. Wan
neer wij die couranten lezen dan denken wij aan de
menschen, die, wanneer ze, zooals heden, maar even
de zon zien, denken dat het nu eenigen tijd mooi weer
zal worden, doch vergetén, dat de herfst het jaarge-
tij-d van bestendig bar weer is en dat elk oogenblik
regen en hagel zelfs het zonnetje weer op de vlucht
kunnen jagen en dat de najaarstonnen op het onver
wachtst kunnen opsteken. En zoo gaat het ook de
Duitsche en Engelsche deskundigen: in een kleine,
plaatselijke overwinning begroeten ze het zonnetje,
dat door de wolken breekt, dat de voorbode van blij
ven den zonneschijn is, doch ze bedenken daarbij niet,
dat de toestand aan het front de evenwichtstoestand
is en dat elk oogenblik het tijdelijk voordeeltje door
aangevoerde versterkingen weer kan worden wegge
vaagd. Natuurlijk wanneer de zon er eenmaal is, kan
zij zich dagen achtereen laten zien. En wanneer een
klein voordeeltje is behaald, kan daaruit een beslis
send succes groeien. Maar men kan van deze dingen
geen voorspelling geven zooals er trouwens in ver
band met dezen oorlog omtrent niets te voorspellen
valt. En zeker tien opzichte van afloop en
duur is elke kansberekening voorbarig. Dat En
geland nu een tweede millioen soldaten gaat aanwer
ven, d. w. z. burgers ronselt, die tot sloldaten moeten
worden gevormd, is een nieuwe aanwijzing, dat op
een langen duur van dezen volkerenkrijg moet worden
gerekend.
Actueel nieuws ontbreekt ook heden. Van het Oos
ten verkondigen de Duitschers, dat ere oostelijk van 't
Mazurische meren-gebied in Oost-Pruisen nieuwe ge
vechten worden geleverd, de Oostenrijkers deelen me
de, dat de Russen eenige steden, Tamow op den weg
naar Krakau en Jaslo en Krosno, ten Westen van
Przemysl hebben bezet en in Servië Kaukdsië en Per-
zië men zal het ons niet kwalijk nemen, wanneer
wij de Oostenrijkers en de Serviërs, de Turken en de
Russen en de Perzen voor loop ig maar aan hun lot
overlaten tot later, wanneer him berichten zich eens
wat minder tegenspreken.
Er kan trouwens wel eens een tijd komen, dat het
onmogelijk wordt in één overzicht alle terreinen van
strijd te behandelen. Niet alleen laat Portugal weten,
dat het, wanneer het meevecht, aan den kant der ver
bondenen zal staan, maar de emir van Afghanistan
moet zoowaar al met een oorlogsverklaring aan Enge
land en Rusland in den zak loopen wanneer het
niet zoo droevig was, zou het om te lachen zijn.
het Parlement verklaard, dat de verliezen der Engel
sche troepen op het oorlogsterrein in Frankrijk op 31
October ongeveer 57.000 man bedroegen.
DE STRIJD IN OOST-PRUISEN, POLEN EN
GALICIë.
Een bericht uit Petrograd meldt:
De Russen moesten, voor zij Johannesburg namen,
ten tweeden male door de bosschen en hei uitgestrekte
moerasiand trekken, dat in het zuiden een natuurlijke
verdediging vormt van het district der Mazurische
meren. Tangs de linie Soldau-Lyck hadden de Duit
schers stevig gebouwde en met kanonnen voorziene
blokhuizen met draadversperring opgeworpen.
De Duitschers hebben zich met kanonnen uit Ko
ningsbergen geconcentreerd ten noorden van de Ma
zurische meren.
Het officieele bericht van het Duitsche groote hoofd
kwartier zegt:
Aan de Oost-Pruisische grens bij Eydtkuhnen en
zuidelijk daarvan, oostelijk van Mazurische meren,
zijn nieuwe gevechten in ontwikkeling, waarin de be
slissing nog niet gevallen is.
Officieel wordt uit Weenen gemeld: In het noorden
gebeurde gisteren aan het front onzer legers niets van
belang.
De vijand is Tamow, Jazlo en Krosno (Galidë)
binnengerukt.
Het totale aantal der in de monarchie geintemeerde
krijgsgevangenen bedroeg gisteren867 officieren
en 92.727 man.
DE STRIJD IN SERVIë.
Van het zuidelijk oorlogstooneel wordt officieel uit
W men bericht: De vijand zet zijn terugtocht van
Koceljewo en Valjewo naar het oosten voort. Usee aan
de Save is stormenderhand genomen en wij hebben
Beljin en Bonjani bereikt.
De vijandelijke versterkte linie GosnileDraginje
is reeds in onze handen en wij hebben Soppot en Stali-
ce bereikt.
De van het westen en noordwesten opgerukte colon
nes zijn in de buurt van Waljewo aangekomen. Vooral
de Zuidelijke collonnes hebben op dit zeer moeilijk ter
rein bewonderenswaardig werk verricht.
Tenslotte z ijer de aandacht op gevestigd, dat de
neutralen van zich doen spreken. Nederland, Dene
marken, Zweden en Noorwegen hebben geklaagd, dat
de mijnen in de Noordzee hun handel met de Ver-
eenigdë Staten hebben verlamd, een hoog ambtenaar
van het ministerie van Buitenlandsche Zaken te Was-
hingon heeft den Engelschen gezant bezocht, maar
van dezen geen inlichtingen gekregen. Aldus meldt
Reuter. En Wolff seint, dat de Zweedsche, Deensche
en Noorsche regeeringen zich met een gelijkluidende
protest-nota tot de oorlogvoerende mogendheden heb
ben gewend, naar aanleiding van verschillende maat
regelen die door de oorlogvoerende mogenheden zijn
genomen, welke den handel en de scheepvaart der neu
tralen raken en waarvan sommige op bedenkelijke
wijze het verkeer der neutralen dreigen te storen! Het
initiatief ging uit van Zweden, Nederland doet blij
kens dit bericht niet mee.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Duitsche groote hoodkwartier meldde gister
ochtend
Aan de Yser bij Nieuwpoort brachten onze marine
troepen den vijand zware verliezen toe; 700 Fran-
schen werden gevangen genomen.
Bij de goed vooruitgaande aanvallen op Yperen
werden 1100 man gevangen genomen.
De heftige Fransche aanvallen, westelijk en ooste
lijk van Soissons, werden, onder zware verliezen voor
de Franschen, afgeslagen.
ZEEBRUGGE ALS ONDERZEEëRSTATION.
Naar de correspondent van de Tijd te Londen meldt
is Zeebrugge op last der Duitsche militaire overheid
geheel ontruimd en de haven aldaar tot een station
voor onderzeebooten ingericht. In de hotels worden
de groote zalen als montage-kamers gebruikt, waar de
verschillende onderdeden der booten, over land aan
gevoerd, in eikander gezet worden.
DE ENGELSCHE VERLIEZEN.
De Engelsche minister-president Asquith heeft in
TURKSCHE SCHEPEN VERMIST.
Een mededeeling van het Turksche hoofdkwartier
zegt: Van de voor acht dagen uit Konstantinopel ver
trokken Turksche transportschepen „Bezwialem",
„Bahrriahmer" en „Midhat-pasja" ontbreekt ieder b
richt.
Daar deze schepen zich, op den dag der beschieting
van Zonguldak, in die stam bevonden, is het waar
schijnlijk, dat zij door Russische vloot aanvallen zijn.
EEN OORLOGSKREDIET.
Behalve de reeds goedgekeurde 100 millioen pond
sterling zal de regeering nog een crediet van 2700
millioen gulden voor oorlogsuitgaven aanvragen.
Het zal dienen om de volgende uitgaven te dekken
1 de onkosten voor leger en vloot tot den 31e Maart;
de leeningen, welke door de koloniën zijn uitgege
ven; 3. een voorschot van 36 millioen aan België; 4
een voorschot van 48 millioen aan Servië; 5. de on
kosten, door de gemeentelijke autoriteiten van Groot-
Brittannië voor liefdadigheidsdoeleinden gemaakt.
DE AANVAL VAN EEN ONDERZEEëR.
De „Zeit" geeft een beschrijving over den aanval
van den Duitschen onderzeeër „U. 26", waaraan we
't volgende ontleenen:
Nadat de boot van voor middernacht aan de opper
vlakte van het water heeft gevaren, bemerkt men te
gen de ochtendschemering een vijandelijken torpedo
jager, en wordt de eerste voorpostenlijn van den te
genstander doorbroken.
De boot moet nu gereed gemaakt worden om te
duiken. De commandotoren wordt gedeeltelijk afge
broken, de vlag opgeborgen en de mast afgenomen,
De bovenste torenklep wordt gesloten, de periscope
komt te voorschijn. Het water stroomd ruischend in
de tanks, de boot duikt onder den zeespiegel. De pe-
U'oleummotoren zwijgen; een electromotor stuwt nu
de schroeven voort.
Terwijl een jonge luitenant-ter-zee aan de buis van
de periscope naar den vijand uitkijkt, staan de matro
zen klaar voor het gevecht bij de torpedo-buis op hun
post. Slechts twee electrische lampjes verlichten de
nauwe ruimte. Overal hangt een vette pertoleum-
lucht, die het ademen bemoeilijkt. Spreken is bijna on
mogelijk; bij het lawaai der machines, het klotsen van
het water buiten, is de menschelijke stem onverstaan
baar. Het is ondragelijk warm in den kleinen
scheepsromp.
Ingespannen kijken alle oogen naar het signaal
toestel aan den muur. De machine ratelt, de golven
bruisen. Benauwder, steeds benauwder wordt de at
mosfeer. Plotseling springt ieder op, en denkt niet
meer aan de benauwde lucht. In verlichte letters staat
op het glas van het Signaal-toestel het commando
„Geeft acht!"
Een zucht van verlichting bij allen. Eindelijk dus,
De hand aan den hefboom, de tweede torpedo gereed
gehouden, opdat deze dadelijk achter de eerste in den
buis geschoven kan worden; zoo gaan enkele se
conden voorbij. Men moet wel vlak bij den vijanc
zijn.
„Los!" verschijnt in vlammenschrift het commando.
De hefboom wordt omgeworpen; een metaal-achtig
geluid in den buis, een borrelen en suizen van het wa
ter, dat in het leege afgesloten compartiment van den
buis binnenstroomt. De torpedo is weg... Treft zij...
De armen grijpen de tweede torpedo. Zij glijdt in de
donkere opening van den buis en na een paar secon
den ziet alles er weer uit, als te voren. Was het schot
raak? In gedachte heeft ieder meegeteld: honderd me
ter.... tweehonderd meter.... driehonderd meter... vier
honderd meter.... onder water dringt geen geluid
door. Achter hoort men slechts het geluid van de ma
chines, die alles overstemmen, Buiten klotsen de gol
ven op tegen de ijzeren wanden.
Tot nu toe zijn de bewegingen regelmatig geweest.
Thans wordt de scheepsromp heen en weer geworpen.
Met kracht worden de manschappen tengevolge van
een bruuske wending tegen elkaar geworpen. Nog een
snelle wending. Dan wiegt de boot weer regelmatig
op en neer. Zij vaart terug
De aanval is gelukt!
DE STRAATJEUGD VAN BRUSSEL.
De straatjeugd is overal dezelfde. Kan men zich
voor een Brusselschen straatjongen een heerlijker ge
voel denken, dan den agent van politie, dien hij van
nature haat, ontwapend te zien en bijna alleen dienst
doende als wegwijzer voor de veroveraars der stad,
in plaats van met groot vertoon van gezag, zooals hij
vroeger deed, de orde te bewaren? Al hebben de
Duitschers den alouden vijand der straatjeugd thans
gekortwiekt, toch draagt de Brusselsche straatjongen
den Duitschers geen goed hart toe. Het eerste wat hij
deel, toen hij zooveel „Pickelhauben" (punthelmen) in
de stad zag, was een gaatje in zijn pet maken en
daardoor een rechtopstaand peentje steken om er de
Pruisen mee te tergen.
Op de galerij van 't Paleis van Justitie hadden de
Duitschers twee kanonnen geplaatst. Daags daarna
zag men op de daken en uit een aantal ramen in de
buurt kachelpijpen dreigend haar trompen tegen de
vijandelijke stukken richten. De woede der Duitschers
kende geen grenzen.
Toen de Duitschers alle paarden, tot zelfs de meest
onbruikbare knollen, hadden gerequireerd, zag men
den volgenden dag een indrukwekkende menigte kin
deren, die oude hobbelpaarden en op wieltjes voort
bewogen paarden en ezels voortsleepten. De meeste
dier paarden hadden een of meer, tot zelfs alle poo-
ten verloren, en wel twintigmaal trokken de jongens
de schildwachten van het Paleis van Justitie voorbij.
Eindelijk nog een andere grap. Een paar honderd
jongens komen aanmarcheeren, in den pas, als de sol
daten. Eensklaps blijven ze staan en markeeren den
pas, zoodat zij niet van de plaats komen.
Wat beteekert dat, jongens? vraagt een Duitsch
officier.
Mijnheer, wij trekken op naar Parijs, antwoordt
de aanvoerder en als men dat, doet, dan komt men im
mers nooit verder?
De officier werd bleek van woede, maar moest zich
inhouden en eindelijk liep hij, zijn schouders opha
lend, verder.
EEN GETEISTERDE FAMILIE.
Dezer dagen, meldt de Deutsche Tageszeitung, ver
scheen bij een bank te Laudau een boer van tegen de
zestig jaar, die met den directeur spreken wilde over
iet beleggen van zijn spaarpenningen. De man ver
telde toenEen gedeelte van mijn vermogen moet ko
men aan de kinderen van mijn zoons, die in den oorlog
gesneuveld zijn. De rest moet aan mijn beide doch
ters komen, wier mannen eveneens op het veld geble
ven zijn. Mijn vrouw heeft het geld niet meer noodig,
want zij is t£i gevolge van al deze slagen krankzinnig
geworden. Ik heb nu dienst genomen als vrijwilliger
onder voorwaarde, dat men mij naar het front zal
zenden.
KERSTGAVEN.
De Duitsche pers zamelt 5 marks-kerstgaven in voor
paketten naar de troepen. Zoo'n paket zal bevatten
1 overhemd of 1 onderbroek of 1 paar wollen kousen
(handwerk), 1 groote cervelaatworst, 1 pakje peper
koek, appels en noten, 12 sigaren, 1 kleine flesch cog
nac. pond klontjes suiker, 1 benzine-vuurslag, 2
stukken zeep, 2 kerstkaarsen, 10 veldpostkaarten. Bo
vendien wordt er in iedere kist een keurig gebonden,
geïllustreerd jaarboek en kalender 1915 verpakt.
KORTE BERICHTEN.
- Bij het vervoer van mijnen heeft een ontploffing
plaats waarbij twee Japansche officieren en acht sol
daten gedood, een officier en 56 man gewond werden,
meldt een officieel bericht uit Tokio.
- Er zijn in het hospitaal te Tsingtau 436 gewon
de Duitschers.
Te Valparaiso zijn twee Duitsche oorlogschepen
aangekomen.
DE OORLOGSLEENING.
Naar de N. R. Crt. verneemt, draagt de nota ter
toelichting der plannen tot bestrijding van de oorlogs
lasten, welke minister Treub aan de leden der Tweede
Kamer heeft toegezonden, een geheim karakter, omdat
eenige invloedrijke Kamerleden daarop hebben aange
drongen. De Minister van Financiën zelf had tegen
publiciteit geen bezwaar.
Gisteravond zouden de ministers van Financiën en
Binnenlandsche Zaken opnieuw een onderhoud hebben
met de seniores onzer Tweede Kamer tot bespreking
der financieele vraagstukken.
DE SPIONNAGE TE OUDE TONOE.
De consul te Rotterdam van het Duitsche Rijk, deelt
in de N. R. Crt. mede, dat de correspondentie tusschen
het Duitsche consulaat en den van spionnage verdach
ten directeur der gasfabriek te Oude Tonge, slechts
heeft bestaan uit de volgende stukken
17 Augustus 1914 heeft hij (de directeur) aange
vraagd, of hij zich in Duitschland als dienstplichtige
in de stamrol moest laten inschrijven, waarop hem op
20 Augustus werd geantwoord, dat hij zich in Bre
men moest aanmelden.
26 Augustus heeft hij aangevraagd, of hij zich ook
bij het consulaat voor de stamrol kon melden, waarop
hem werd medegedeeld, dat hij hier is ingeschreven,
maar dat hij zijn personaliën nog moest opgeven. Deze
heeft hij in een schrijven d.d. 28 Augustus opgegeven.
19 September heeft hij om een paspoort naar Bre
men verzocht, en daarop antwoord ontvangen, dat hij
eerst zijn legitimatiepapieren moest overleggen. Deze
correspondentie is niet door den consul persoonlijk,
maar door het kantoor behandeld. Afgezien hiervan
heeft de consul nooit van den gasifabriek-directeur
een brief ontvangen of aan hem een brief afgezonden
AARSCHE COURANT
o
O
o o