Zaterdag 14 November. De vogels uit onze omgeving. 8 No. 270. üoiM an Zestiende Jaargang. 1914. NOVEMBER. De vogelwereld in onze buurt heeft in de laatste vier weiken heel wat verandering ondergaan. Talrijke soorten, die het hier in den zomer zoo goed hadden, zijn heengegaan, gevolgd door andere, die hier slechts in het najaar tijdelijk op den trek vertoefden, terwijl verscheidene soorten uit NoorderRjker streken hier thans verblijf houden. We zullen beginnen met bij de Zuiderzee te zien naar dien grooten vogel, die telkens wegduikt en op een niet vooraf te bepalen plaats weder boven de op pervlakte van het water verschijnt De bovendeden zijn zwart en de lange hals en kop grijs, terwijl men aan den onderhals een groot, vierkant, bruinrood veld ontwaart. Op den bovenhals, die groenzwart is, vindt men witte, overlangsche strepen. Naar de keel- vlek wordt deze vogel genoemd Roodkelige Zeeduiker (Urinator Septentrionalis). Van October tot Maart vindt men exemplaren van deze soort langs onze kus ten, doch gewoonlijk zijn het jonge dieren, die te ken nen zijn aan vele kleine, witachtige vlekken, waarmede rug en vleugels bedekt zijnook missen deze de roode keelvlek. Moeielijk is het een exemplaar te schieten, want het schijnt wel, dat de vogel telkens onderduikt, wanneer men het geweer richt. Als men een exemplaar in de hand had, zou men kunnen zien, dat de eenigs- zins groenachtige pooten sterk samengedrukt zijn, dat de kleine achterteen van een vliezigen zoom voorzien is en de drie voorteenen door groote zwemvliezen ver bonden zijn. Het zijn uitstekende zwemmers, doch vliegen doen ze bijna nimmer. Nog twee andere soorten Zeeduikers komen af en toe aan onze kusten voor, n.l. de Parelduiker (Urina tor arcticus) en de IJsduiker (Urinator glacialis), doch bijna nimmer vindt men hiervan bij ons exempla ren in het volkomen kleed. De Parelduiker wordt nu en dan aan de kusten of op de binnenwateren aange troffen; de IJsduiker, die de grootste is van het drie tal soorten, moet tot ae zeldzame vogels van ons land gerekend worden. Daar komen aanvliegen eenige vogels van de soort, waarvan we in Mei het bruiloftskleed hebben kunnen zien, wat we toen als een buitenkansje hebben be schouwd. 't Zijn Goudkieviten (Squatarola Squata- rola), die in den zomer grootendeels glimmend zwar te ondervederen hebben, evenals de Goudplevieren (Charadruis pluvialis), die in deze maand ook weder In zeer groote menigte naar onze streken teruggekeerd zijn. Goudkieviet en Goudplevier hebben groote overeenkomst met elkander, zoowel in vorm en veder kleed als in levenswijze. In den winter hebben ook beide de ondervederen witachtig. De Goudplevier, ook bekend onder den naam Wilster, heeft de bovenve- deren donkerbruin met bronskleurige vlekken en zoo men bij den Goudkievit zijn deze vlekken bijna of ge heel wit. Door deze vele punten van overeenkomst oïj deze twee vogelsoorten, heeft men ze na verwant aan elkaar gerekend, te meer, daar ze nogal eens te zamen wonen zoo ook wel gelijktijdig onder het plevierennet gevangen worden. Toch kan men ze niet tot hetzelfde ;eslacht rekenen, al heeft men in sommige streken den oudkievit ook den naam van Zilverplevier gegeven De plevieren toch onderscheiden zich door de afwezig held van een achterteen, en deze is bij den Goudkievit wel degelijk aanwezig. Langs de steenglooiing zien we enkele piepers. Stel- zijn, zijn zich lig zullen dit Oeverpiepers- (Anthus Obscurus) want Graspieper, Boompieper en Duinpiepci grootendeels vertrokken. De Oeverpieper houdt meestal aan den buitenkant op steenen hoofden, pieren enz. op. Zeldzaam komt nog een andere pieper voor, n.l. de Waterpieper (Anthus Spipoletta), doch het zou wel een bijzonderheid zijn, als we deze soort aantrof fen, daar er slechts enkele kceren een exemplaar van in ons land bemachtigd is. Ook zouden we een exem plaar in de hand moeten hebben, om te constateeren, dat we werkelijk met de zeldzame soort te doen had den. Het voornaamste kenmerk is te vinden op de buitenste staartvederen, die bij den Waterpieper ge deeltelijk wit, bij den Oeverpieper gedeeltelijk bruin zqn. Op eenigen afstand laat zich dit niet meer zien. Langs dat zeegrasveldje komt aanzwemmen een vo gel met een langen romp en een zeer smallen snavel, die weinig of niets op den bek van een eend gelijkt. De vogel is grootendeels wit gekleurd, doch zwart ontwaart men op den rug en aan de borst. Het is dan ook geen eigenlijke eend, wat we dadelijk zouden kunnen zien, als we zeer nabij het dier konden komen. De zeer smalle bek is van tandvormige dwarsplaatjes voorzien, waarom de vogel tot de Zaagbek-eenden ge rekend wordt. Dit is de kleinste der bij ons voorko mende soorten, Nonnetje (Mergus albellus), ook Weeuwtje geheeten. Het exemplaar vóór ons is een mannetje in het prachtkleed. Het eenvoudige kleed, dat ook dat der wijfjes is, heeft bruinzwarte bovenve- deren en wit op de onderdeden. Nog twee soorten Zaagbekken komen tegenwoordig en ook verder in den winter aan de kust voor, n.l. de Groote Zaagbek (Merganser merganser) en de Mid delste Zaagbek (Merganser serrator). Het kleed van deze beide vogels heeft veel overeenkomst, doch de Middelste Zaagbek is, behalve aan de mindere grootte, steeds te kennen aan een witten ring om den hals. De drie genoemde zaagbeksoorten behooren tot onze ge regelde wintergastenhet Nonnetje komt hiervan het minst voor. Wanneer we nog even landwaarts zien, valt spoe dig in het oog een groote vlucht Kieviten. Men zou niet zeggen, dat dit dezelfde vogels zijn, die in het voorjaar zoo vroolijk hun „gekiewiewit" laten hooren en nu loom en met flauwe vleugelslagen zich ver plaatsen. Nu, wellicht zijn het ook niet dezelfde die ren, want de Kieviten, die bij ons broeden, gaan ge woonlijk In October naar zuidelijker streken en wor den dan vervangen door vele exemplaren, die in noor delijker streken hun broedplaatsen vonden en hier op den trek vertoeven, gewoonlijk tot de winter invalt. In bijzonder aachte winters blijft een aantal dezer vo gels het geheele getijde over. De boeren zien ze gaar ne, want ze weten, dat de Kievit leeft van insecten^ die schadelijk zijn voor den groei van vele gewassen, in zonderheid voor de grassen. Begeeft men zich in November in de boschjes, dan jelukt het misschien een enkelen Notenkraker (Nuci- xaga caryocatactes) en een Pestvogel (Ampolis gar- rulus) waar te nemen. De eerste behoort tot de kraaien, doch is gekenmerkt door bruin-zwarte vede ren, die ieder een groote witte vlek dragen. Veel komt deze soort hier nimmer voor. De Pestvogel is een mooi veelkleurig dier, zoodat men hem voor een tropischen vogel zou houden. De hoofdkleur is roodachtig grijs en verder vindt men aan den vogel zilvergrijs, roodachtig bruin, zwart, wit en geel, terwijl de harde vermiljoenkleurige aan hangsels van de kleine slagpennen zeer eigenaardig zijn. Aangezien alle vederen bijzonder zacht en zijde achtig zijn, is de naam Zijdestaart, die hem ook wel gegeven wordt, meer passend, dan Pestvogel. Want, dat hij als voorbode van de gevreesde pest beschouwd moet worden, vindt zeker wel geen geloof meer. Al leen zijn onregelmatige verschijning in het gematigd klimaat heeft dit geloof in de wereld gberacht, vooral toen een paar malen de pest hier en daar heerschte. nadat deze vogel zich eenigszins veelvuldig vertoond had. In het boach ontmoeten we verder Koolmeesjes en Pimpeltjes, Boomklevers en Boomkruipertjes, die alle ijverig van stam en takken wegpikken tal van rup- sen-eieren en poppen. Tusschen Meezen en Kruipvo- gels zien we ook gedurig ons aardig Winterkoninkje, dat zelfs bij erge koude zijn deuntje fluit, en Goud haantjes, Vinkeu en Keepen zijn nog in talrijke voor werpen voorhanden. Wie gelukkig is, kan misschien ook nog een Zwartkop (Sylvia atricapilla) vinden, want enkele voorwerpen dezer vogelsoort blijven wel tot begin December bij ons toeven. We zullen hiermede voor November eindigen, of schoon we nog lang niet alles gezien hebben. In Wintermaand zullen we evenwel veel kunnen waar nemen, van wat we in Slachtmaand voorbij moesten J. DAALDER Dz. STADNIEUWS. HET GEMEENTEVERSLAG. We ontvingen 11 November het „uitvoerig en be redeneerd verslag omtrent de ntoeatand der gemeente Alkmaar over 1913" en zullen als andere jaren ook thans een en ander aan het verslag ontleenen. De bevolking bestond op 31 Dec. 1912 uit 10302 mannen en 11159 vrouwen, totaal 21461. Ze vermeer derde in 1913 met 185 mannen en 101 vrouwen, to taal 286, zoodat de bevolking onzer gemeente op 31 December van het vorige jaar 21747 telde. Er vestigden zich hier in het afgeloopen jaar 1256 mannen en 1041 vrouwen, totaal 2297, er vertrokken 1176 mannen en 1030 vrouwen, samen 2206. 227 Jongens en 246 meisjes, samen 473 kinderen (waarvan 4 jongens en 4 meisjes buiten huwelijk) werden hier geboren. Als levenloos werden ingeschreven 3 jon gens en 8 meisjes. De geboorte bedroeg 1 op 46 of 2.16 pet. van de bevolking. De sterfte bedroeg 1.26 pet. van de bevolking. Van de 175 huwelijken werden 125 kosteloos voltrokken, 9 tegen betaling van 30, 14 tegen betaling van 20, 27 tegen betaling van 10. 3 Echtscheidingen werden ingeschreven. In de armen bus, geplaatst op het stadhuis bij gelegenheid van het voltrekken van huwelijken, werd een bedrag van 141,80 gevonden, 't welk werd overgebracht bij het burgerlijk armbestuur. Op 22 Maart werden dc kiezerslijsten 1913/1914 vastgesteld met een getal van 3886 kiezers voor leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 3850 kie zers van leden voor de Provinciale Staten en 3362 kiezers voor leden van den Gemeenteraad. Die getal len hebben voor 1912/1913 onderscheidenlijk bedra gen 3356, 3350 en 3188. Volgens de over 1913 overgelegde rekening en ver antwoording van het door B. en W. van Alkmaar be heerde Prinses-Juliana-fonds (voor de rente waarvan 9 behoeftige kinderen uit de verschillende gemeenten, die aan het fonds hebben bijgedragen gedurende een tijdperk van 5 weken in de Hendrika-stichting te Eg- mond aan Zee zijn verpleegd) bedroegen de ontvang sten van het fonds 473.43, waaronder het voordeelig saldo van 1912 ad 150.82. Aan verpleeggelden werd uitgegeven 224.80 en aan beleggiugskosten 6.64, totaal 231.44, zoodat het voordeelig saldo (belegd) een bedrag aanwijst van 241.99. De drie kohieren der plaatselijke directe belasting naar het inkomen bevatten te zamen 4669 aanslagen met een invorderbaar bedrag van 120729.80, tegen 4402 aanslagen en een invorderbaar bedrag van 110.616.721/2 in 1912, alzoo 267 aanslagen meer, met een hooger invorderbaar bedrag van 10113.07°. Het kohier van de belasting op de gebouwde eigen dommen werd vastgesteld tot een invorderbaar be drag van 15272.10, dc tonnenbelasting bracht 6666.58, de beerputtenbclasting 1307.881/2, de hef fing voor het gebruik van gemeentewerken, bezittin gen of inrichtingen 6742.70, de haven-, kaai- en bruggelden 6572.141/2, de tollen- en straatgelden 1324.401/2, de opcenten op de gebouwde eigendom men 20012.37, die op de ongebouwde eigendommen 520.64 en de opcenten op de personeele belasting 44703.41 op. De hondenbelasting bracht 1929.75 op, die op de openbare vermakelijkheden 2793.02. De ontvangsten en uitgaven van de gemeente-reini ging bedroegen 49623.06/2 ,met een bijdrage uit de gemeentekas van 21736.19. Van de Alkmaarsche waterleiding bedroeg de wa terverkoop 93568.72/2. Het aantal kub. Meters in 1913 bedroeg 605488 voor Alkmaar en 51663 voor Bergen. De uitkeering aan de gemeente bedroeg 15113.75/2 (20 pet. van het bedrag boven 18000). De volgende gevallen van besmettelijke ziekte wer den in 1913 aangegeven: 7 van diphtherie, 3 van fe- bris typhoidea, 10 van roodvonk en 3 van pokken. Eén lijder aan pokken overleed. Van de gelegenheid tot kostelooze inenting aan het Stadsverband werd een veelvuldig gebruik gemaakt. Op het voor Protestanten bestemde deel der Alge meene Begraafplaats werden in 1913 begraven 153 lijken, waarvan 24 le klasse, 14 2e klasse, 24 3e klas se en 91 op het algemeen gedeelte. Op de Israëlitische begraafplaats werden 3 lijken begraven en op de R.- K. Begraafplaats 131 lijken. tiet aantal patiënten in het Stadsziekenhuis beliep in 1913 330 met 9652 verpleegdagen. Van de 330 pa tiënten waren 154 mannelijke en 176 vrouwelijke. In het geheel werden 118 groote operatiën en tal van kleine verricht, benevens op de neus-, oor-, oog- en keelkundige afdeeling 28 operatiën, terwijl 71 maal eerste hulp bij ongelukken werd verleend. Als her steld verlieten het Ziekenhuis 177 patiënten, terwijl 26 verpleegden aan hun ziekten bezweken, waaronder patiënten, die na hun opneming slechts één a twee dagen, soms ook slechts enkele uren leefden. In 1913 zijn in de Stadsapotheek gereed gemaakt 18674 recepten, of ruim 51 daags. In het St. Elisabethsgesticht werden verpleegd 548 patiënten en wel 204 mannen, 269 vrouwen én 75 kinderen met een totaal aan verpleegdagen van 14373. Hersteld ontslagen zijn 183 mannen, 226 vrouwen en 63 kinderen, overleden 8 mannen, 18 vrouwen en 6 kinderen. In de barak voor besmettelijke ziekten wer den 16 patiënten verpleegd met 432 verpleegdagen. In het gesticht hadden 382 operatiën plaats, benevens 12 verlossingen; op de polikliniek werden 340 personen 1184 maal behandeld. De beide verpleegsters der Vereeniging voor Ge zinsverpleging bezochten 192 patiënten, met 8258 be zoeken, 489 meer dan in 1912, waaronder 69 patiënten met 4311 bezoeken kosteloos. 46 Maal werd de hulp der zusters ingeroepen voor het verleenen van de laatste hulp bij overledenen, 36 maal werd hulp ver leend aan geneesheeren, hetzij op het spreekuur of bij patiënten aan huis en 4 maal wer dhulp verleend bij verlossingen. Door de politie werden opgemaakt o. m. wegens diefstal 18 proces-verbaals, verduistering 9, motor- en rijwielwet 187, openbare dronkenschap 226, het rijden met handwagens in verboden straten 30, het fietsen in verboden straten en in plantsoenen 26, het afsteken van vuurwerken op straat 27 De kosten der politie bedroegen 24100.18y2, die der brandweer 4919.52, die der straatverlichting 13591.95. Het aantal lantarens op 31 December be droeg 573. Op de lagere scholen in deze gemeente werd on derwijs gegeven aan 1226 jongens en 1215 meisjes. Op 31 Dec. .jl. bedroeg het aantal leerlingen van den cursus van het herhalings-onderwijs voor jongens 15, dat van den cursus van herhalings-onderwijs voor meisjes 16. De Zondagsschool van den Ned. Protestantenbond telde in 1913 125 leerlingen met 15 onderwijzeressen, de Zondagsschool voor Vrijzinnig Hervormden 180 leerlingen met 10 onderwijzeressen, de Zondagsschool „Laat de kinderen tot Mij. komen" 435 leerlingen, met 37 onderwijzers, onderwijzeressen en assistenten en dc ,Waakt Zondagsschool in en Bidt" omstreeks 30 leerlingen met 3 onderwijzeressen. De bewaarschool, verbonden aan de R. K. school voor meisjes, met 6 on derwijzeressen, werd in December bezocht door 141 ongens en 157 meisjes, waarvan 5 jongens boven 6 aar. Het gemiddeld aantal kinderen, dat de algemeene bewaarschool bezoekt blijft vrij stationnair, ongeveer 9250, lezen we. Nagenoeg de helft der Alkmaarsche bevolking op de banken der Algemeene Bewaarschool, dat klopt waarschijnlijk niet! In dat vermoeden wor den we gesterkt door de mededeeling, dat op 31 Dec. j.l. 236 kinderen tot de school behoorden. De Nuts- fröbelachool werd bezocht door 30 kinderen. (Wordt vervolgd.) VEREENIGING VOOR KINDERKLEEDING EN -VOEDING. Gisteravond vergaderde ten stadhuize de vereeni ging voor Kmderkieeding en -voeding onder voorzi-t terschap van mevr. W. van Buijsen-de Ronde. In haar welkomstwoord sprak de presidente haar leedwezen uit over ae geringe belangstelling, terwijl toch het belangrijke punt „naamsverandering der ver eeniging" behanüeid zal worden. Up aandrang van andere vereemgingcn hier ter stede was het bestuur er n.l. toe gekomen voor te stellen van den naam der vereeniging te schrappen de „kindervoeding". Spr. meende ecüter, dat men er van verzekerd moest zijn, dat die naamsveiaiidenug geen invloed zou heb ben op de door de gemeente verleende subsidie aan de vereeniging. De Vereeniging heelt, nadat ze in 19UI opgericht was precies gedaan, wat de wetgever van haar- verlangde. De dames-bestuursleden zijn n.l. in overleg met de hoolaen der openbare en bizondere scholen hier ter siede, op huisbezoek gegaan en daar bij bleek, dat de steun m kieeding geweuscht werd boven die in voeding en spr. had de overtuiging ge kregen, dat dit nog steeds zoo is. Van de afdeeling Alkmaar van den Bond van Ned. Onderwijzers is aan de vereeniging gevraagd of ze zich niet wat meer met de kindervoeding wilde be moeien, doch na een onderzoek bleek haar, dat de schoolvoeding niet noodig was. Toen daarna de Chr. Geh. Onth. Ver. 's morgens brood en melk uitdeelde, deed de Bond van N. O. nogmaals het verzoek aan de vereeniging, die echter haar standpunt handhaafde. Dit jaar iieüocn üe Bond van N. O. en het Steun comité een verzoek aan de vereeniging gericht inzake deze kwestie, doch in beide gevallen bleef de vereeni ging bij haar besluit. Het bestuur is echter bereid, nu naast de vereeni ging een vereeniging voor Kindervoeding is opge richt, het woord „voeding" van haar naam te laten vervallen, indien hierdoor echter de gemeente-subsidie niet ingetrokken wordt. De heer Wijn vroeg of de vereeniging met de nieuw opgerichte in contact zou willen treden, om deze in haar taak in verschillende punten voor te lichten. De heer R. G. C. Schroder meende, dat de vraag van den heer Wijn te laat kwam, nu reeds een vereeniging voor Kindervoeding bestaat naast deze. Indien het be stuur vroeger in deze richting werkzaam was geewest dan zouden veel moeilijkheden zijn voorkomen, nu er echter een afzonderlijke vereeniging is voor Kinder voeding en nu er in deze vereeniging principieele be zwaren tegen kindervoeding bestaan, achtte spreker hetgeen de heer Wijn wenschte niet aanbevelenswaar dig. De heer Wijn zeide alleen eenig contact tusschen beide vereenigingen te wenschen. De presidente verklaarde, dat de vereeniging desge- wenscht advies wil verleenen, doch geen samenwer king wenscht met de vereeniging voor kindervoeding, De heer van Hattum vroeg nog of de vereeniging in 't geheel niet aan kindervoeding doet. De presidente antwoordde hierop, dat de hoofden van scholen gemachtigd zijn op rekening der vereeni ging brood en melk te verschaffen aan schoolkinderen die dat noodig hebben. De heer Beijneveld juichte het bestuursvoorstel van harte toe. De presidente stelde vervolgens voor om tot stem ming over te gaan. Na nog eenige opmerkingen werd over het voorstel tot naamsverandering gestemd, dat met 8 tegen 2 stemmen (de heeren van Hattem en Wijn) werd aange nomen. De presidente wees er ten slotte nog op, dat de naam veranderd zal worden, indien de Raad er voor is en de gemeente-subsidie blijft, waarna zij de verga dering met een woord van dank sloot. DEBATVERGADERING. Maandagavond a.s. zal in een door de Vrije Socia- 1 listenvereeniging uitgeschreven vergadering, tusschen de heeren G. Rijnders en F. G. Elzinga een debat plaats hebben over het onderwerp: „Kan de uitslag van den Europeeschen oorlog ons onverschillig zijn". GEVESTIGDE PERSONEN. Düinker M. G., huishoudster, n.h., Snaarmanslaan 111, van Utrecht. Schoen geb. Kröger G., z.b., n.h., Varuebroek 30, van 's-Gravenhage. Roskam L. J., z.b., r.c., Egmondermeer 41, van Helder. Slaman Johs. (h.), sergeant mariniers, r.c., le Landdwarsstraat 3, van Leiden. Bogaerde J^C., bakkersknecht, geene, Linden- laan 61, van Wormerveer. Beid van den P. J. C. H., winkeljuffrouw, r.c., Houttil, van Amsterdam. Oord van der C., dienstbode, n.h., Oudegracht 148, van Akersloot. Hulsbergen A. G., ass. huishouding, n.h., Oudegracht 102, van Enschede. Bosch P., off. Leger des Heils, L. d. H., Limmerhoek 40, van Almelo. Ooet C., kruideniersbediende, n.h., Nieuwesloot 47, van Nieuwe Niedorp. Waard de A., dienstbode, n.h., Voordam 9, van Zijpe. Stipriaan van O., dienstbode, n.h., Verl. Landstraat 1, van Barsingerhom. Bruin Jacob, koetsier, n.h., Zijdam la, van Bergen. Veen- man O. A., dienstbode, n.h., Kennemerpark 24, van Zaandam. Wentink G. A. M., dienstbode, n.h., Pater nosterstraat 4, van 's-Gravenhage. Zonderhuis J., kruideniersbediende, r.c., Voormeer 24, van Amster dam. Wallaart A. (h.), varensgezel, n.h., Scharloo 3, van Deventer. Wildt de B., (h.), grondwerker, r.c., Baangracht 18, van Limmen. Jong de C., dienstbode, r.c,, Spoorstraat 56, van Heiloo. Vis J. A., z.b., n.h., van Everdingenstraat 4, vin Amsterdam. Jong de H., (h.)., tuinman, n.h., Grensstraat 14, van 's-Gravenha ge. Ruiter Gass. huishouding, n.h., Langestraat 50, van Koedijk. Jong de G. G., schoenmakersknecht, r.c., Geest 27. Mienis G, (h.), n.h., Scharloo 29, van Eg- mondbinnen. Bussen C. (h.), schildersknecht, r.c., Middenstraat 13, van Bergen. Debets F M., dienst bode, r.c., Oudegracht 184, van Purfnerend. Gingna- gel J. W., machinist, n.h.. Heiligland 48, van Amster dam. Hollebeek A. H., dienstbode, bapt., Emmastraat 71, van Amsterdam lueuger C., winkeljuffrouw, r.c., Houttil, van Haarlem. Roos M., modiste, Langestraat 41, van PunnerencL Kragt geb. Kok IJ., z.b., r.e., Dijk 13a, van Hoorn. Buikstra Al, dienstbode, n.h., Magda- lenenstraat 13, van Sneek. VERTROKKEN PERSONEN. Brunklaus C. G„ z.b., r.c., Langestraat B, naar Dordrecht. Brunklaus H. A., manufacturier, r.c., Lan gestraat 8, naar Hilversum. Zwetsloot L., winkelbe diende, r-.c., Spoorstraat 24, naar 's-Gravenhage. Ha- zes, A. W., dienstbode, r.c., Kennemerstraatweg 35, naar Haarlem. Ramakers S. J. C., dienstbode, r.c., Ka naalkade 18, naar Haarlem. Wagemaker G., dienstbo de, d.g., Stationsweg 34, naar Amsterdam. Krap G., dienstbode, n.h., Spoorstraat 11, naar Heerhugowaard. Dalen van A. F. L., arbeider, n.h., Fabrieksweg 12, naar Limmen. Borst geb. Duijnméijer O., z.b., r.c., Zeglis 21, naar Amsterdam. Brugman R., timmermans knecht, n.h., van Teijlingenstraat, naar 's-Gravenhage. Smit K., smidsknecht, d.g., Wognumsche Buurt 25, naar 's-Gravenhage. Hunnekink L. M., dienstbode, n. h., van Everdingenstraat 12, naar Limmen. Krijns J. J. sigarenfabrikant, n.h., Laat 145, naar Amsterdam. Poppen M., dienstbode, r.c., Wilhelminastraat 18, naar Wieringen. Van Wachendorff van Rijn O., dienst bode, n.h., Houttil 5, naar Anna Paulowna. Rigter P. A., timmerman, r.c., Dijk 13, naar Amsterdam. Nieman F., arbeider ijzerfabriek, n.h., Schoolstraat la, naar Amsterdam. Scheerman H., z.b., n.h., St. Annaetraat 10a, naar Beverwijk. Niermeijer W. J. (h.), ad), lnsp* H. IJ. S. M., n.h., Westerweg 35, naar Amsterdam. Schmitt A. F. G., barbier, r.c., Verdronkenoord 73, naar Amsterdam. Rigter H. (h.), likeurstoker, r.c., Dijk 13, naar Amsterdam. Geratel S. W. P., ass. huis houding ,n.h., Fnidsen 103, naar Utrecht. Kuijper G., dienstbode, r.c., Oudegracht 229, naar Heemskerk. Kuiken N., dienstbode, n.h., Bergerweg 10, naar Hel der. Bloem M. C., dienstbode, r.c., Veerstraat 8, naar Amsterdam. Deijl van A. J. (h.), treinsmid H. IJ. S. M.. r c,, Fabrieksweg, naar Hilversum. INGEZONDEN STUKKEN. M. de R. Beleefd verzoeken wij U het volgende lijstje van aanwinsten gedurende de maand October 1914 van de Openbare Leeszaal en Boekerij,alhier, op te nemen. Bij voorbaat dankend, Het Bestuur, Alkmaar, 31 Oct. 1914. J. de Jager,De Theosophie in hoofdtrekken uiteengezet Annie Besant, De Oude Wijsheid, een schets v. theoso fische leeringen. Chr. J. Schuver, Annie Besant, een beknopt Levens verhaal. A. E. Thierens, Theosofie. De Theosofische Vereeni ging en de theosofische beweging. A. Conan Doyle. De Oorlog. De quaestie voor Groot-Brittannië. De A B C Oorlogsgids. België betrokken in den oorlog. Verzameling van diplomatieke stukken. Vert. v. h. Belgische Grijsboek. Een Nederlander in geteisterd België. Met voorwoord van L. F. Simons. A. Heringa, Treetrade and protectionism in Holland. S. Hoekstra Bz„ Het geloof des harten. J. van Lennep, Nederlandsche legenden, in rijm ge bracht, 2 dln., 1847. P. A. van der Llth, Nederlandseh Oost-Indië, be schreven en afgebeeld voor het Nederlandsche volk. 2 dln. Defoe, Het Leven en de wonderbare gevallen van Robinson Crusoe. 1720—1722. 3 dln. W. J. Hofdijk, De strijd onzer vaderen tegen Spanje. E. Douwes Dekker. Bloemlezing. George du Maurier, Trilby. Uit het Engelsch vert. door Johan Gram. H. Asschenbergh, Vertelsels en Puntdichten. 1827. J. van VlotenBloemlezing uit de Nederlandsche dichters der negentiende eeuw. 2 dln. E. D. Pijzei, Mannen en vrouwen van beteekenis in onze dagen. 2 dln. Ch. S. Lugt, de bosschen van Nederlandsch-lndië. Hunne benutting en verzorging. (Onze Kolo niën No. 9. R. Stratz. De laatste stembewerkt door Mevr. Nuij 6—Posthumus. VROUWEN VAN ALKMAAR EN OMSTREKEN! Naar aanleiding van onderstaand stuk, voorkomen de in de Nieuwe Rotterdamsche Courant ochtendblad van 11 November doen wij nogmaals een beroep op uw weldadigheidszin en offervaardigheid. Wanneer elke vrouw éen wollen borstrok zou willen zenden vóór 24 November aan een der ondergeteekenden zullen wij in staat zijn aan een billijken wensch van den kapitein te voldoen en in een hoog noodige behoefte van het 20ste Regiment Infanterie aan de Zuidgrenzen te voorzien. Alkmaar, 14 November 1914. Mevrouw BASTERT—VAN COEVERDEN, Nassauplein. Mevrouw VAN LOOCKEREN CAMPAGNE— HANNEMA, Langestraat Mevrouw VAN HOUWENINGE—SCHULTZ VAN HAEGEN, Kennemerpark. Mevrouw DE LANGE—WENTHOLT, Langestraat. Mevrouw VAN LIDTH DE JEUDE—PIJN- ACKER HORDIJK, Kennemersingel. Mevrouw MOENSJaGER, Kennemerstraatweg. Mevrouw VAN DER MOERVAN DER KOP Metiusgracht. Mevrouw VAN DE POL—PONSEN, Egmonderstraat. VOOR DE NEDERLANDSCHE MILITAIREN. lederen dag lezen wij in de couranten oproepingen aan het Nederlandsche volk om goede gaven te zen den voor versnapering, kleeding en ontspanning van vluchtelingen en geïnterneerden. Nog in het Avondblad „N. Rott. Crt." van Zondag 1.1. een geheele lijst voor de geïnterneerden te Gronin gen. Prachtig en den liefdadigheidszin der Nederlanders waardig. Alleen maar: Men vergete toch niet onze eigen soldaten aan de grenzen. Sinds 11 Augustus zijn we hier in Brabant. Groote behoefte bestaat ook bij de troepen aan wol- Alii gaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 9