DAGBLAD VOOR ALKMaAR EN OMSTREKEN.
D e O o x* 1 o
Van hst westelijk oorlogtein.
Van bat zuideli ooilogsterrein.
No. 271
Honderd en zestiende Jaargang
1914
f 0.80, fr.p. post f 1.-. Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groote letters naar
MA|ANDAG
Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrokkorli v.h. HERlHs. COSTER d ZOON, Voordam C 9. Telefoonnr. I
16 NOVEMBER.
Tr> de lioloniën.
ENGELAND.
AMERIKA.
YABIA
NEDERLAND.
ALKMAAR, 16 November.
Toen de eerste sneeuw hier gisteren viel zal menig
een, veilig en behagelp bij den huiselljken haard, ge
dacht hebben aan de zonen der oorlogvoerende volke
ren, die te midden van mist, water en sneeuw de
verschrikkingen van den krijg hebben te verduren.
Maar ook zal menigeen, genietend van die veiligheid,
denkend aan lotgenooten, wier zonen, echtgenooten,
andere verwanten en vrienden evenwel niet aan een
warmen haard zitten, doch vooral met weemoed in ge
dachten toevend bij de beklagenswaardige menschen
zelve, die geen warmte en geen veiligheid en geen
Zondagsrust kennen, den emstlgen wensch bij zich
hebben voelen opkomen: „ach, mocht de naderende
winter aan het vechten een einde maken."
Die wensch is echter een vrome wensch. Hoezeer de
weersomstandigheden het oorlogvoeren mogen be
moeilijken, hoevele slachtoffers zij ook mogen eisohen,
direct en indirect, er wordt doorgevochten.
Wij weten dat uit de geschiedenis. Wij, die in deze
streek van Nederland wonen, herinneren ons natuur
lijk in het bijzonder, hoe graaf Willem II in den winter
van 1256 een krijgstocht tegen de West-Friezen onder
nam, omdat hij van het ijs een slagveld wilde maken,
heigeen hem zijn leven heeft gekost, daar hij met zijn
zwaar geharnast paard door de plaag zakte en door
zijn vijanden doodgeslagen werd.
Dezer dagen vertelde de gemoedelijke kroniek
schrijver van de Daily Chronicle, dat er in 1572 ge
vochten is op.schaatsen 1 In dat jaar, zoo vertelt
hij, waren er eenige Hollandsche schepen bij Amster
dam vastgevroren. Don Frederik, ons Alkmaarders
natuurlijk allen bekend, zond een leger-afdeeling om
hen aan te vallen. Toen de Spanjaarden naderden
stieten ze op een troep bekwame schutters, die de
schaatsen hadden ondergebonden. De Hollanders
overwonnen de vijanden gemakkelijk en daar ze hen
snel konden nazetten, moesten deze, veel dooden op het
ijs achterlaten.
En dezelfde schrijver verhaalt ook, dat in de laat
ste helft van de zeventiende eeuw de Hollanders op
schaatsen de Franschen van de Schelde verdreven.
Nog een andere kleine herinnering in verband met
'8 lands historie. In den buitengewoon strengen win
ter van 1794 tot '95 wisten de Franschen over de be
vroren rivieren ons land binnen te dringen. Dit was
het begin van het einde van de regeering van prins
Willem V, die 18 Januari 1795 scheep ging en des
nachts den schepelingen voorlas den 144sten Psalm:
Gezegend zij de Heer die 't allen tijd Mijn rotsteen
is, mijn handen leert ten strijde, En tot den krijg mijn
vingers toebereidt
Het moeien van het Opperwezen in den strijd, dat
tegenwoordig zooveel geschiedt en terecht zoovelen
ergert, gebeurde ook in vroeger en tijd. Men denke
maar eens aan het Gebed voor de verovering van
's-Hertogenbosch door Frederik Hendrik van Jacob
Cats:
Gij, die in den Hemel woont,
En van daar de vorsten kroont,
Die hier wagen goed en leven
Om den vijand te doen beven,
Die vertredet uwe" eer;
Wil ons hooren, lieve Heerl
Neem den vijand zijnen moed,
Neem hem wijsheid ende spoed,
Neem hem koren ende haver,
Neem hem krijger ende graver,
Neem hem harnas en geweer;
Wil ons hooren, lieve Heerl
Deze slotregel keert terug in alle coupletjes, waarin
o. m. wordt gebeden, dat de vijandelijke soldaten on
willig worden ggmaakt en hun bevelhebber veracht,
dat wijn of voeder, kruit of lood, voor hen bestemd,
onderweg blijft of buitgemaakt wordt, dat duurde en
gebrek door hen worden geleden
Het is, teekende Busken Huet hierbij in '63 aan, of
men in onze dagen een poolschen priester der revolu
tie-partij hoort bidden om den val van den moskovi-
schen heerscher.
Dat men niet altijd zoo verhard is, dat er ondanks
al het kwaad, hetwelk de vijanden elkaar ook nog in
dezen tijd van ganscher harte toewenschen, sprankjes
van menschlievendheid op het slagveld voorkomen,
leert de „Daily Telegraph", waarin de volgende mede-
deeling van een gewond Engelsch soldaat wordt ver
meld:
„Urenlang lag ik gewond op het slagveld aan de
„Aisne. Toen kwam een Duitsch soldaat en verbond
„mijne wonden, terwijl wij ons in het zwaarste vuur
„bevonden. Toen hij mij geheel verbonden had, wilde
„hij verder gaan, doch een afgedwaalde kogel trof
„hem en dicht naast mij viel hij dood neer."
En een kapitein verhaalt, dat hij bij Soissons zwaar
gewond naast een ij lenden soldaat lag, toen een
Duitsch Infanterist zich over dezen boog en zijn veld-
flesch aan diens lippen hield. De ijlende riep in het
Engelsch uit: „moeder, ben jij het?" De Duitscher
begreep, streelde het gloeiende voorhoofd en liefkoos
de den armen gewonde „zoo teer als anders alleen
een vrouw gedaan zou kunnen hebben", zegt de En-
gelsche kapitein. Toen de Engelsche gewonde over
leed, had de Duitscher moeite zijn tranenloop te be
dwingen.
Wij zien, dat de menschelijkheid zelfs op de
slagvelden nog niet geheel verdwenen is. Er mogen
onmenschelijke wreedheden worden begaan het
beste, dat in den mensch is komt gelukkig ook daar
nog tot uiting in episodes, die wel klein, maar niette
min ontroerend zijn.
Zoo moet ook de dag van gisteren den Belgischen
koning bijzonder getroffen hebben. Het was zijn
naamdag. En niet alleen in de landen der verbonde
nen, maar ook in neutrale rijken, ook in ons land
heeft men deze gelegenheid te baat genomen om den
heldhaftigen koninklijken strijder hulde te betuigen
Zijn vijanden mogen hem „Albert zonder land" noe
men, zijn vrienden en zij, die zich in dezen oorlog
geen partij wensch en te stellen of zich daartoe niet in
staat achten, zullen hem gaarne anders betitelen.
Want zijn land moge hij grootendeels hebben verlo
ren, gewonnen heeft hij in eerbied, in achting. En bij
ai het leed, dat hem in de laatste drie maanden is
wedervaren, nu immers zijn land grootendeels werd
prijsgegeven, zijn leger grootendeels werd vernietigd,
zijn onderdanen grootendeels zijn weggevlucht en
zijn regeering buiten de grenzen moest worden ge
plaatst, moet 't hem en 't kleine, moedige koninginne
tje goed hebben gedaan te vernemen, dat de Belgen
ook in den vreemde Belgen zijn gebleven, dat men in
de verbonden landen behoefte aan eerbetoon heeft ge
voeld, maar ook, dat neutralen niet hebben nagelaten
in den koning die eigenschappen te eer en, die ieder
mensch tot sieraad strekken 1
Actueel oorlogsnieuws is er heden niet te bespre
ken of aan te geven.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRAXRIJX.
Het Fransche communiqué van gisteravond 11 uur
luidt: De resultaten van de heden van de zee tot aan
Rijssel geleverde gevechten waren gunstig voor ons.
De aanvallen van den vijand ten zuiden van Yperen
werden met groote verliezen afgeslagen.
Uit het groote Duitsche hoofdkwartier werd gister
morgen gemeld: De gevechten aan den rechtervleugel
werden ook gisteren door het ongunstige weer beïn
vloed en maakten weinig vorderingen. Bij het moeilijk
voortdringen werden eenige honderden Franschen en
Engelsclien gevangen genomen. Twee mitrailleurs
werden buitgemaakt.
In het Argonnenwoud gelukte het een sterk Fransch
steunpunt in storm te nemen. Het bericht van Fran
sche zijde dat de Franschen een Duitsche afdeeling bij
Coincourt (zuidelijk van Matsal) in wanorde hebben
gebracht, is verzonnen. De Franschen leden hier inte
gendeel aanzienlijke verliezen, terwijl wij geen man
verloren.
DE STRIJD IN OOST-PRUISEN, POLEN
EN GALICIë.
Het communiqué van den Russischen generalen staf
zegt:
Op het front StallupönenPossessem (in de om
streken van Angerburg en bij Johannesburg) gaan
onze troepen, al strijdend, vooruit.
De actie wordt voortgezet in de streek om Soldau
en Neidenburg, waar wij, ondanks den heftigen tegen
stand van den vijand, terrein hebben gewonnen.
Aan den linkeroever van de Weichsel ontwikkelt
zich een gevecht op een front, zich uitstrekkend van
Plotsk tot aan de rivier de Warta.
Op het front Kalisch—Weljun trekt de vijand terug.
In de omstreken van Czenstochow en naar het zui
den is de vijand aanvallenderwijze opgetreden, maar
zonder succes.
Onze opmarsch naar Krakau wordt voortgezet.
In Galicië trachten de Oostenrijkers een verdedi
ging te organiseer en aan de Dunajec, een zijrivier van
de Weichsel, in de streek ten westen van het front Jas-
lo—Tamow en op het front van Jaslo.
Onze troepen rukken op in de richting van de pas
sen door de Karpathen.
Uit het Duitsche groote hoofdkwartier werd giste
ren gemeld: In het Oosten duren de gevechten aan de
grens van Oost-Pruisen en in Russisch Polen voort.
Een beslissing is nog niet gevallen.
Uit Weenen meldt men officieel: De verdediging
van Przemysl wordt bij de eerste insluiting met de
grootste activiteit geleid. Zoo drong een groote uit
val naar het Noorden den vijand gisteren tot op de
hoogten van Rokietnitza terug. Onze troepen hadden
daarbij slechts zeer geringe verliezen.
In de Karpathen zijn afzonderlijke aanvallen van
vijandelijke detachementen zonder moeite afgeslagen.
Ook op het overige front zijn de Russische verken
ningspatrouilles er niet in geslaagd om door te drin
gen.
DE STRIJD IN SERVE.
Van het zuidelijk oorlogstooneel wordt officieel uit
het Oostenrijksche hoofdkwartier bericht:
Ten einde tijd te winnen voor het terugtrekken van
zijn trein, is de vijand, die op de hoogten ten noorden
en ten westen in vooruit gereedgemaakte stellingen
ligt, opnieuw tegenstand gaan bieüen.
Aan onze troepen, die ondanks de voortdurende ge
vechten en groote vermoeienissen met den besten
geest bezield zijn, is het gisteren na hevige gevech
ten reeds gelukt het hoofdpunt van de vijandelijke stel
ling op de hoogten bij Komenica, aan den weg van
Leschnitza naar Valjewo, te veroveren. Daarbij wer
den 580 man gevangen genomen en een groote hoe
veelheid wapens en munitie buitgemaakt.
Onze troepen stonden gisteravond voor Obrenovatz
bij de Oeb en deden een aanval op de heuvelruggen
ten oosten van Komenica en in zuidelijke richting tot
aan Stubica, het beheerschende punt van den weg Re-
gacica—Valjewo.
DE STRIJD IN DEN V \UKASUS.
Het communiqué van den gemalen staf van het le
ger in den Kaukasus meldt: Op den 13en November
geen nieuws.
Den 12en verschenensterke detachemeenten Koer
dische ruiterij ten zuiden van Karakilisse en Alasj-
gerd en geraakten in gevecht met onze cavalerie. De
Koerden werden teruggeslagen.
Uit het Turksche hoofdkwartier wordt officieel me
degedeeld. Onze troepen bezetten de stelling Kotoer-
in de Perzische provincie Aserbeidsjan, die tot dus
verre door de Russen was bezet. Deze werden versla
gen en sloegen op de vlucht
Heden hadden kleine gevechten plaats tusschen on
ze troepen, die den vijand achtervolgden en diens
achterhoede.
De gevechten bij Keuprikeui waren zeer heftig. On
ze troepen betoonden buitengewone dapperheid. Eén
regiment deed driemaal een bajonetaanval op hoogte
190. Geen enkele man van de vijandelijke bezetting
ontkwam uit deze stelling.
Tot den aanzienlijken buit behoort ook een groote
hoeveelheid versterkingsmaterieel.
Op de bij Fao aan de kust van de provincie Baso-
rah gelande Engelschen werd een heftige aanval ge
daan. Aan de zijde der Engelschen sneuvelden 60
man.
DE GEZAGVOERDER VAN DE EMDEN.
Von Müller, de gezagvoerder van de Emden, zal
naar Australië worden overgebracht. Te Melbourne
moet volgens een Reuter-telegram het denkbeeld zijn
geopperd om hem met eenig eerbetoon te ontvangen,
doch daartegen zijn zooveel protesten ingebracht, dat
men er van heeft afgezien.
Volgens de Engelsche bladen worden von Mül
ler en de luitenant-ier-zee prins Frans Jozef van Ho-
henzollem naar Engeland overgebracht.
DE VERNIELDE TURKSCHE
TRANSPORTSCHEPEN.
De Turksche transportschepen „Bezemialen",
„Bachriachmer" en „Midhat Pasja" (waarvan we de
ondergang reeds meldden) zijn door de Russische
vloot in den grond geboord, zoo meldt men uit Kon-
stantinopel. De bemanningen, ter sterkte van 219
n en eenige passagiers, zijn volgens een Rus-
siscü bericht gevangen genomen. Deze drie schepen
werden door drie betere, van de Russen weggenomen,
Russische schepen vervangen, die nu de namen der
drie gezonken schepen zullen krijgen.
DE OPSTAND IN ZUID-AFRIKA.
Een officieel (dus Engelsch) telegram uit Pretoria
deelt mede, dat kolonel Badenhorst, die opgerukt was
van Wolvenhoek in het noorden van den Oranje-Vrij
staat, gerapporteerd heeft, dat hij den 12den Nov. een
aanval had gedaan op een opstandelingencommando
onder bevel van Van colier bij Frankfort. Hij had het
kamp genomen met 47 man en 56 paarden buitge-
aakt.
Van de opstandelingen sneuvelden er twee en wer
den er drie gewond.
Een ander officieel bericht uit Pretoria meldt, dat
commandant Visser tusschen Vrijburg en Marigobo 17
opstandelingen gevangen nam en dat commandant De
Beer een klein commando van 50 man gevangen nam
en 70 paarden buitmaakte in de omstreken van
Schweizerrenke.
Aan beide zijden werden twee man gewond.
LORD ROBERTS OVERLEDEN.
Een officieel Londenscb bericht meldt, dat Veld
maarschalk Lord Roberts is oveileden.
Lord Roberts had zooals men weet dezer dagen
een kort bezoek gebracht aan de Indische troepen
in Frankrijk, waarvan hij kolonel en chef was. Hij
deed daarbij een verkoudheid op en overleed na
een korte ziekte aan longontsteking.
Lord Roberts, geboren in 1832, was na te voren
zijn land jaren lang in verschillende rangen met on
derscheiding te hebben gediendvan 1899 tot 1900
tijdens den Boerenoorlog opperbevelhebber in Zuld-
Afrika. Hij ontzette toen Kimberley in Februari 1900
en maakte commandant Cronjé en bet westelijk leger
krij
an 1900 tot 1904 was hij opperbevelhebber van
het Engelsche leger. Zijn ervaringen in Indië legde
hij neer in een boek getiteld Fourty one years in In
dia en bovendien schreef hij nogRise of Wellington.
EEN ENGELSCH-FRANSCH PROTEST.
De correspondent van de „Times" te Washington
seint aan de regeering der Vereenigde Staten een En-
gelsch-Fransche protestnota is overhandigd, waarin
geklaagd wordt over de gunstbewijzen die Ecuador
en Columbia aan Duitsch land geven. De bondgenoo-
ten beklagen zich er over dat Duitschland gebruik
heeft kunnen maken van de draadlooze installatiën van
Columbia en Ecuador en beweren dat de Galapagos-
eilanden dienen als 'n maritieme basis voor de Duit-
schers. Tegen deze inbreuk op de onzijdigheid wordt
geprotesteerd en aan de regeering der Vereenigde Sta
ten wordt verzocht de genoemde Zuid-Amerikaansche
republieken tot rede te brengen. Anders zouden de
bondgenooten verplicht zijn zelf stappen te doen om
de republieken haar verantwoordelijkheid en verplich
tingen ondere het oog te brengen.
EEN BADTREIN.
De Russische minister van spoorwegen zal een bad-
trein naar het front zenden, bestaande uit 20 rijtuigen,
die gelegenheid bieden om eiken dag 2000 baden te
nemen. Er is een tank-wagen bij, voor het geval er
ergens geen water mocht zijn. Uit de voorraden in
den trein kunnen de soldaten ook schoon ondergoed
krijgen. Voorts is er een rijtuig voor het drogen en
ontsmetten van bovenkleeren en een rijtuig met levens
middelen.
DE VERNIELDE DUITSCHE ONDERZEEERS.
Aan de N. Rott. Ct. wordt uit Londen gemeld: De
Daily News verneemt uit Dover„Er is alle reden om
te gelooven, dat met twee onderzeeërs die het Kanaal
onveilig maakten, voorgoed afgerekend is.
Volgens berichten uit betrouwbare marine-kringen,
lad een van deze een aantal vermetele verkenningen
in de buurt van Dover gedaan en een patrouilleerende
cruiser rapporteerde, dat er pogingen gedaan waren
om hem te torpilleeren.
Flotieljes hébben van Dover uit de zee zorgvuldig
afgezocht naar sporen van de onderzee-boot; en de
marine-mannen hebben aanleiding om te gelooven, dat
iet vaartuig zijn brandstof heeft gespaard door ge-
ruimen tijd op den zeebodem te blijven liggen.
Er is zeer scherp de wacht gehouden en er waren
jehoorlijke voorbereidselen getroffen. Op een van de
stille dagen, die het eind van October hebben geken
merkt, is op bepaalde punten het opstijgen van belle
tjes opgemerkt Onmiddellijk werd daarheen gestoomd
en gedregd, op dezelfde manier, al waarop naar mij
nen gedregd wordt, doch ditmaal met een Bterken ket
ting, waaraan ontplofbare stoffen waren bevestigd.
Die ketting werd gesleept op een diepte, waar hij een
onderzee-boot zou hebben ontmoet indien die daar had
gelegen.
Na verloop van eenigen tijd werd een hevige ont
ploffing vernomen, gevolgd door het verschijnen van
een groote hoeveelheid petroleum op de oppervlakte
van de zee. Degenen die deelgenomen hebben aan de
operaties, waarover deze bizonderheden juist zijn uit
gelekt, twijfelen niet of er was een vijandelijke onder
zeeër uiteen gesprongen.
Het tweede geval heeft betrekking op een Duitsche
onderzeeër die bizonder hinderlijk was geweest voor
de schepen van het eskader van Dover, die deelnamen
aan het bombardement van de Belgisdie kust. Ma
trozen vertellen, dat deze onderzeeër was verschalkt op
een cogenblik, dat zij zich veilig waande en een aan
val wilde doen. Zij werd toen hevig beschoten en
zonk. Het persbureau kan deze mededeeling niet be
vestigen, maar heeft geen bezwaar tegen openbaar
making".
KORTE BERICHTEN.
Aan den wachter van de gróote sluizen bij
Nieuwpoort, die het plan opwierp om de Duitsche stel
lingen aan de Yser onder water te zetten en den ge
neralen staf daartoe adviseerde, is de Leopoldorde ver
leend, verneemt 't Hbld.
Duitsche bladen ontvingen uit Tientsin bericht,
dat China opnieuw bij de Japansche regeering een
protest heeft ingediend, thans wegens de bezetting
van het telegraafkantoor te Welhaiwei door Japansche
troepen.
De heer en mevrouw Coillaux zijn naar Brazilië
vertrokken, waar de heer Coillaux met een aconomi-
sche zending is belast.
Een aantal Duitsche overheidspersonen heeft een
bezoek gebracht aan een in Berlijn in verband met den
oorlog voor de slachtoffers door de Sociaal-democra
tische vakvereenigingen gestichte liefdadige in stel
ling.
Volgens te Londen ontvangen berichten heeft een
Fransche torpedoboot een Duitsche onderzeelr tot
zinken gebracht bij Duinkerken.
De Nordd. Allg. Ztng zegt dat Franschen, En
gelschen en Turco's zich hebben schuldig gemaakt
aan plundering van particulier Fransch eigendom.
Volgens bericht uit Londen zijn in Dover geen
bommen geworpen door een Duitsche vlieger.
Een Japansche torpedoboot, die mijnen opruimde
in de baai van Kiautsjau, is op een mijn gestooten en
gezonken.
Volgens berichten uit Marseille zouden 17 trans
portschepen met Japansche artilleristen onderweg zijn
en daar binnenkort landen, verneemt de Tel. uit Ber
lijn.
De Keizer van Oostenrijk heeft voor zijn Jood-
sche soldaten 20,000 gebedskleeden gezonden teneinde
hen gelegenheid te geven hun godsdienstplichten te
vervullen.
Te Hamburg zullen 200,000 zakken van de valo-
risatie-koffie, die 1 millioen zakken bedraagt, op de
veiling komen. Daarvan zal de Duitsche regeering
50,000 zakken nemen.
In het Zuld-Duitsche Midden-gebergte heerscht
reeds winterkoude. Tot op 'n hoogte van 800 meter
zijn de Vogeezen en het Schwarzwald met sneeuw be
dekt. In het Thuringerwoud ligt de sneeuw 30 c.M.
hoog.
OORLOGSSCHATTING OF LEENING.
De N. Rott. Crt. heeft in een tweetal artikelen dit
punt behandeld. In het eerste spreekt ze al haar oor
deel uit, dat de vraag: schatting of leening? er eene is
van bijkomstig belang. Het blad wijst er o. m. op,
dat Dr. Bos, die in de „Vragen des Tijds" sterk op
eene schatting heeft aangedrongen, daarbij de reserve
maakt, dat voor de voldoening van zulk eene heffing
„geruime tijd" zou moeten worden toegelaten, met een
aanzienlijk disconto voor vroege betaling; wie voor
leening zijn, erkennen, dat het eene leening moet zijn
op zoo kort mogelijken termijn. In deze denkbeelden
worden schatting en leening zelfs broertje en zusje.
Het allesoverheerschende punt is eechter: wie zul
len de schatting hebben op te brengen; of, wie zullen
in de kosten van den dienst der leening hebben te
voorzien?
De N. Rott Crt wijst er op, dat dr. Bos zijn voor-
AARSGHE COURANT.