DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De O o x* 1 o gr.
Van het westelijk rtgstm
Van het lideliik oorlogsterrein,
No. 274
Honderd en zestiende Jaargang.
1914
19 NOVEMBER.
VARIA.
.80, fr. p. post f 1.—Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groote letters naar
DONDERDAG
i. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrnkknrij v.h. HERIHs. COSTER fi ZOON, Voordam C 9. Teiefoonnr. 3.
In do lioloniën.
BELQIE.
DUITSCHLAND.
RUSLAND.
ITALIË.
ALKMAAR, 19 November.
De communiques zeggen heel weinig over de krijgs
verrichtingen op 't westelijk oorlogstooneel. Daar is
de dag van 17 November, zoo luidt de Fransche me-
dedeeling van drie uur, geheel gelijk geweest aan den
voorafgaande en het Duitsche hoofdkwartier meldde
gisteren, dat de toestand feitelijk onveranderd was.
Waar beide partijen het er in hun sobere communi-
qué's zoo geheel overeens zijn, dat er over het geheel
geen wijziging is, mogen we de kleine voordeelen, wel
ke des ondanks vermeld worden, laten voor wat ze zijn.
Toch willen we. er even op wijzen, dat het Duitsche
communiqué erkent, dat de tegenstander aanvankelijk
succes gehad heeft met een aanval op de bij St. Mihiel
op den Westelijken Maasoever vooruitgeschoven Duit
sche troepen. Wel wordt gezegd, dat deze aanval ten
slotte volkomen is mislukt, maar er blijkt dan toch uit,
dat de verwrongen positie, waarbij de Duitsche voor
uitgeschoven macht zoowat half door de Franschen
wordt omvat, ernstig gevaar geloopen heeft.
Hoewel de correspondent van een Engelsch blad in
Noord-Frankrijk van een Belg, die door de Duitsche
linie is heengeloopen, vernomen heeft, dat de
Duitschers er in Vlaanderen slecht voorstaan,
hoewel 'n correspondent der Times uit West-Vlaan-
deren seint het als zeker te beschouwen dat de terug
tocht der Duitschers slechts 'n kwestie van tijd is en
dat hun hoop om aan 't noordelijk front voorwaarts
te dringen geheel verijdeld is, geven de Duitschers den
strijd nog geenszins op zij zijn tusschen Nieuw-
poort en Dixmuiden een nieuwen aanval begonnen.
De Times-correspondent zegt verder, dat de onderwa
terzetting voltooid is „overeenkomstig het plan van
een document uit een gerechtszaak uit het jaar 1793
tusschen een boer en een grooten landeigenaar"
Hptp mededeeling is zooals ze daar staat onbegrijpelijk
maar Iran door nadere toelichting interessant worden.
Ook ten opzichte van het Oostelijk oorlogstooneel
stemmen de officieele communiqué's uitstekend over
een. De Duitsche mededeeling zegt, dat zich in Polen
in de streek ten Noorden van Lodz nieuwe gevechten
ontwikkelen, waarvan de beslissing niet is gevallen,
ook het Oostenrijksche spreekt van een slag in Rus-
sisch-Polen, welke zich onder gunstige voorwaarden
ontwikkelt en het Russische is daarmede geenszins in
strijd. Immers men deelt te Petrograd mede, dat
men is moeten terugtrekken en men verklaart, dat de
tegenstanders vasten voet hebben gekregen bij Lens-
zyca en Orlow, plaatsen, die goed 25 K.M. ten zuiden
en ten Zuid-Oosten van Koetno zijn gelegen, op welke
laatste plaats de Russische hoofdmacht Zondag is te
ruggedreven. De operaties van von Hindenburg om
de Russische troepen ten zuiden van den Weichsel van
Warschau af te drukken en te verpletteren, ontwikke
len zich dus in de door dezen bevelhebber gewenschte
richting. Ook 't berie htdat 't Russische Mlawa-leger
is moeten terugtrekken, is voor de Duitschers gunstig
onze lezers weten, dat in dit leger nog steeds een
ernstige bedreiging moet worden gezien. Van de Rus
sische troepen, die op Plock zijn teruggedreven, dus
die ten noorden van den Weichsel staan, hooren we
niets. Krijgen de Duitschers hier succes, dan kan dit
echter nog wel best eenige dagen uitblijven.
Ook thans weer neemt het aantal Russische krijgs
gevangenen geleidelijk toe. Te Berlijn wordt het nu
reeds als meer dan 50.000 opgegeven, terwijl de Times
de Russische verliezen schat op 40.000 h 50.000. Het
genoemde blad stelt het totaal der strijdende Duit
sche en Oostenrijksche legers op 1.500.000 h
2.000.000 en dat van Rusland op 3.500.000 man. Oost
Pruisen is hier echter buiten gerekend. Uit dit gebied
melden de Duitschers een klein succesje: een sterke
Russsiche cavalerie-macht is op Pillkallen (district
Qumbinnen, knooppunt van spoorwegen) teruggesla
gen. De Russen staan in het bijzonder stil bij hun po
sitie hier, die zij zeer gunstig noemen. In Galicië heb
ben de Russen voorts de passen over de Karpathen be
zet, de Oostenrijkers geven dit toe, maar zeggen, dat
tegenover de groote gevechten in Polen het voor-
waartsdringen der Russen in deze streek slechts een
ondergeschikte beteekenis heeft.
Over het geheel genomen is de toestand van de Rus
sen er dus niet op verbeterd en is de „Russische
stoomwals" weer langzaam aan bezig in de voor de
bondgenooten verkeerde richting te rollen.
Nu wij een paar dagen achtereen minder op Servië
hébben gelet, blijkt ons dat de Oostenrijkers daar in
derdaad vorderingen hebben gemaakt. Men kan nu
zelfs zonder vergrootglas op de kaart waarnemen, dat
de Oostenrijksche legermacht in het land, waarnaar
ze immers een kleine straf-expeditie zouden uitzenden,
terrein gewonnen hebben. Zij hebben thans den ge-
heelen Noordwesthoek van Servië bezet. En zij doen
dat stelselmatig ze rukken binnen de eigen grens
precies even ver op als in Servië. Maar men moet nu
niet denken, dat dit zoo geweldig snel gaat. Zoo ten
naaste bij zijn ze thans meester in een stuk Servisch
grondgebied ter grootte van onze provincie Noord-
Holland. Niet onwaarschijnlijk treden hier troepen
op, welke Oostenrijk van de grens van Italië heeft kun
nen wegnemen sinds het met dit land omtrent Albanië
tot overeenstemming is gekomen.
In vijf colonnes zijn de Oostenrijkers naar Valjewo
opgerukt, welke vesting spoedig genomen is en een
50 kilometer ten Westen van de Oostenrijksche grens
ligt. De Serviërs moesten, volgens de Oostenrijksche
lezing teruggaan tot Arandjelovtz, welke plaats weer
een 50 K.M. westwaarts van Valjewo gelegen is. Een
deel der Oostenrijksche troepen van Valjewo is thans
noordwaarts opgerukt naar Belgrado, de hoofdstad
zooals men echter weet is de Servische regeering
naar Nisj in den zuid-oosthoek overgeplaatst. Inmid
dels hebben de Oostenrijkers van het noorden uit,
Belgrado weer eens beschoten men herinnert .zich,
dat zij dit bij den aanvang van den oorlog ook al
herhaaldelijk deden. Maar nu de stad zoowel uit het
noorden als uit het zuiden wordt bedreigd, is er thans
meer kans op succes dan destijds. Onmogelijk is het
niet, dat de Servische troepen, die Belgrado verdedi
gen, het Antwerpsche voorbeeld van het Belgische
veldleger volgen, de stad ontruimen en zich bij de
rest van het leger voegen. Zoolang de Oostenrijkers
nog niet de verbindingslijnen Belgrado—Nisj bezit
ten, kan een dergelijke vereeniging plaats hebben.
De Oostenrijksche actie in Servië wordt wel in ver
band gebracht met de Weifelende houding van andere
Balkan-staten. Zoo heet het, dat Servië een dringend
beroep heeft gedaan op Roemenië en dat Bulgarije
wel graag de verliezen van verleden jaar zou willen
vergoed hebben. De Londensche Star wijst er op, dat
Servië's positie nu moeielijk wordt en dat het kleine
rijk hulp noodig heeft, zoodat Roemenië of Bulgarije
maar gauw moeten bijspringen. Men kan hieraan al
lerlei speculatieve beschouwingen vastjmoopen en
men. kan ook rustig de komende dingen afwachten.
Wij geven aan het laatste de voorkeur.
DE STRIJD IN BELOIë EN NOORD-FRANKRIJK
Het Duitsche groote hoofdkwartier meldt officieel:
De strijd m West-Vlaanderen duurt voort De toe
stand is in hoofdzaak onveranderd.
Ip het Argonnenwoud werden onze aanvallen met
succes voorgezet. De Fransche aanvallen, zuidelijk
van Verdun, werden afgeslagen. Een aanval tegen on
ze troepen, die bij St. Mihiel aan den westelijken
Maasoever stonden, is na een aanvankelijk succes, to
taal mislukt.
Onze aanvallen ten zuid-oosten van Cirey nood
zaakten de Franschen een deel hunner stellingen te
ontrüimen.
Het slot Chatillon werd door onze troepen in storm
genomen.
Het Fransche communiqué zegt gistermiddag: De
dag van gisteren onderscheidde zich niet van den vo-
rigen.
In Elzas moesten de Duitsche Landwehr-bataljons,
die naar de streek om Sainte-Marie-aux-Mines waren
gezonden, achteruitgebracht worden, daar zij de helft
van hunne manschappen hadden verloren.
DE STRIJD AAN HET OOSTERFRONT.
Het Petrograder Telegraafagentschap meldt:
Tusschen de Weichsel en de Warta trekken onze
voorhoeden, die aanvallend waren opgetreden tegen
de Duitschers, in de richting van Bzoere terug.
De vijand is er in geslaagd vasten voet te krijgen
in de streek van Lentsjitza en Orlof en dirigeert zijn
voorhoede in de richting van Priauntek.
In Oost-Pruisen naderden onze troepen, al vechten
de, het front Gumbinnen—Angerburg, dat door den
vijand wordt verdedigd.
In de loopgraven, die wij bij Borsjlage namen, heeft
de vijand meer dan 300 dooden achtergelaten. Tot de
gevangenen, die wij daar maakten, behoort een infan-
terie-officier, die wegens het gebrek aan officieren
dienst deed bij de artillerie. Aan het front bij de Ma-
surische meren hebben wij de barrières van prikkel
draad bereikt, die thans door onze troepen geforceerd
worden.
Aan het front Tsjenstokof—Krakau hebben wij een
sterke legermacht aangevallen en de detachementen,
die te Lodowitze opereerden, op de vlucht gejaagd. In
Galicië bezetten wij achtereenvolgens de passen in de
Karpathen.
Uit Marmomitsa, op de Oostenrijksch-Hongaarsche
grens, wordt naar Petrograd gemeld, dat in de noor
delijke Boekowina hevige gevechten worden geleverd.
De Russische troepen rukken hier zegevierend voort,
de Oostenrijkers voor zich uitdrijvend. De Oostenrij
kers zouden in volkomen wanorde vluchten.
Officieel meldt het groote Duitsche hoofdkwartier
In Polen ontstonden, in de streek ten noorden van
Lodz, nieuwe gevechten, waarvan de beslissing nog
niet is gevallen. Ten zuid-oosten van Soldau were
de vijand gedwongen tot den terugtocht op Mlava.
Op den uitersten noordelijken vleugel werden sterke
Russische cavalerie-troepen op 16 en 17 Nov. geslagen
en tot voorbij Pilkallen teruggedreven.
Officieel wordt uit Weenen bericht onder dagtee-
kening van 18 Nov.: „De operaties der bondgenooten
dwongen de Russische hoofdmacht in Russisch Polen
tot een veldslag, die zich over het geheele front onder
gunstige omstandigheden ontwikkelde.
Een onzer groepen maakte gisteren meer dan 3000
man krijgsgevangen
Tegenover deze groote gevechten is het voortdringen
van Russische troepen in de richting van de Karpa
then slechts van ondergeschikt beteekenis.
Een sterke cavalerie-afdeeling, die uit Grybow op
trok, werd door een onverwachte beschieting van onze
jatterijen uiteengedreven."
DE STRIJD IN SERVIë.
Uit Weenen wordt officieel bericht:
Op het zuidoostelijk oorlogstooneel hadden een
aantal gevechten plaats aan de vernielde doorgangen
van de Koloebara.
Eenige troepen zijn reeds aan den anderen oever.
Op 16 dezer zijn 1400 Serviers in krijgsgevangen
schap geraakt en werd een menigte oorlogsmateriaal
^uitgemaakt.
Aan de Boedepester „Az Est" wordt uit Servie be
richt
De verliezen, die de Serviërs bij Waljewo hebben
geleden, zijn veel grooter dan men vermoedde,
moedde.
Hun weerstandsvermogen en slagvaardigheid zijn
gebroken.
Niettegenstaande een rust voor den tijd van twee
dagen was gelast, vervolgden onze troepen den
vijand nog 2 K. M. ver.
Wij hebben alle hoogten rondom Waljewo van
het noordoosten tot het zuidwesten bezet.
Onze buit is groot. De buitgemaakte munitie is
toereikend voor een half jaar.
DE OPSTAND IN ZUID-AFRIKA.
De regeeringstroepen, onder kolonel Cilliers, kwa
men den 15en November bij Bulfontein, in den Vrij
staat, in gevecht met een troep opstandelingen, onder
generaal Beyers, 'welke tr9ep, naar gemeld, 1500 man
sterk was. De opstandelingen werden achtervolgd tot
de paarden der regeeringstroepen uitgeput waren. De
reb "len verloren een aantal manschappen aan dooden
en gewonden en een hondertal gevangenen, benevens
een hoeveelheid geweren en munitie, zoo meldt een
Reuter bericht uit Kaapstad.
LIBAU OPNIEUW BESCHOTEN.
Het communique van den Russischen marinestaf
meldtIn den ochtend van 17 Nov. verscheen een
Duitsch eskader, bestaande uit twee kruisers, een
aantal stoomschepen en tien torpedobooten voor de
Russische Oostzeehaven Libau. De Duitschers be
schoten de haven opnieuw, waardoor op verschil
lende plaatsen brand ontstond.
TREBIZONDE GEBOMBARDEERD.
Het communiqué van den Russischen marinestaf
meldt: In den ochtend van 17 Nov. stoomde de
Russische vloot, die in de Zwarte Zee krui*, tot bij
het Turksche fort Trebizonde en beschoot het fort
en de kazernes, waardoor een hevige brand ontstond.
Van Turksche schepen werd aan de kust geen
spoor ontdekt.
GEHEIME MEDEDEELINGEN
VAN MINISTER DE BROQUEVILLE.
Het persbureau Vas Diaz is in de gelegenheid ge
steld openbaarheid te geven aan nog een stukje voor
geschiedenis van den oorlog:
De Belgische minister van oorlog de Broqueville
heeft in een geheime zitting 1913 van de Belgische Ka
mer, tijdens de behandeling der militaire wet, een re
de gehouden, waarna de oppositie tegen de voorge
stelde militaire wetten verstomde.
De minister zei toen:
„ik heb deze geheime zitting doen samenroepen
omdat ik u eenige inlichtingen te geven heb, die voor
't oogenblik niet voor publicatie bestemd zijn. Daar
door wil ik nochtans niemand beïnvloeden en iedereen
blijft vrij te stemmen gelijk hij wil. Ik zal ook niemand
iets verwijten, zoo hij geen rekening houdt van mijn
verklaringen. Ik vraag enkel bescheidenheid.
De oorsprong van ons wetsvoorstel is vervat in het
indienen der Duitsche wet van 14 Juni 1912. Deze
wet is de grootste krachtsinspanning welke zich
Duitschland heeft getroost sedert 1870. Dit land zal
in zijn eerste linie 300.000 man meer hebben dan
Frankrijk. Tijdens den laatsten zomer hebben wij ver
nomen dat deze vermeerdering voor doel had de
Duitsche armee door België heen te doen breken. Dit
hebben wij vernomen van verschillende mogendheden.
Onze onrust werd nog vermeerderd door het feit dat
ons plannen werden medegedeeld. Wij hebben dan
ook de wezenlijkheid der feiten willen nagaan. (Hier
na las de minister verschillende rapporten betreffende
de spoorwegen rondom Elsenbom, betreffende de mo
gelijkheid voor Duitschland 50.000 man in minder
dan 24 uren en drie uren marsch tijdens een enkelen
nacht op Belgisch grondgebied te zenden). Wij moe
ten ons dus voor Duitschland hoeden.
Wat Frankrijk betreft. Laat mij u herinneren, dat
Maubeuge gedeclasseerd werd, dat Rijssel niet gede
classeerd werd, dat op onze zuidergrens nieuwe for
ten werden gemaakt en de Fransche regeering het
aantal régimenten cavalerie en infanterie vermeer
derde.
Ik vrees wel geen verkrachting van onze onafhan
kelijkheid door Frankrijk, maar ik stel vast dat de
Fransche staf de hypothese van een doormarsch op
Belgisch grondgebied heeft moeten bestudeeren inge
val ons grondgebied door Duitschland niet werd ge
ëerbiedigd.
Om alle verrassing te voorkomen moeten wij ons
dus voorbereiden en ons hoeden aan beide zijden.
Verschillende mogendheden hebben ons te kennen
gegeven, dat we niet meer in staat waren dezen plicht
van zelfverdediging te vervullen. Het grootste gevaar
ware dat vreemde mogendheden zich op ons grond
gebied zouden vestigen om ons te beschermen....
Die waarschuwing werd ons gegeven door ver
schillende staatshoofden, en in de laatste maand, Juli,
heeft een vriend van België en staatshoofd aan onzen
Koning letterlijk gezegd:
„Ik geef België den vriendenraad zijn zelfverdedi
ging ernstig voor te bereiden, want het mirakel van
1870, toen België ongedeerd bleef tusschen de twee
vijandelijke legers, zal zich niet meer verwezenlijken."
In tegenwoordigheid van die opeenhooping van fei
ten en inlichtingen hebben we niet meer kunnen twij
felen. De militaire toestand van België is geworden
een element van vrede en dit oordeel werd ons mede
gedeeld langs diplomatieken weg en voor de eerste
maal klaar en duidelijk.
Onze plicht was ons te wenden tot de militaire
overheid en zij heeft ons als antwoord gegeven wat
staat vervat in ons wetsvoorstel."
De heer de Broqueville heeft den naam van het
staatshoofd niet genoemd.
Dit is naar het V. D.-bureau thans meedeelen
kan, de onlangs overleden Koning van Roemenië, den
oom van den Koning der Belgen, geweest
EEN JEUGDIG HELD?
Onlangs wisten de Duitsche bladen te berichten van
een vijftienjarigen vrijwilliger die reeds het ijzeren
kruis had verworven, omdat hij in een kogelregen
was voortgekropen ten einde de tasch van een zwaar
gewonden officier, welke belangrijke documenten be
vatte, op te halen. Enkele illustraties geven zelfs het
portret van den jeugdigen héld. Nu melden de Duit
sche bladen, dat men met zulke heldengeschiedenissen
voorzichtig moet zijn. De jeugdige held is namelijk
een oplichter gebleken, die zijn bedelarijen met meer
succes bemerkte te kunnen uitvoeren, door zich als
bezitter van het ijzeren kruis voor te doen. De veel
belovende jongen wordt nu door de politie gezocht
DE VERDEELING VAN TURKIJE.
Het Russische blad „Birsjewia Wjedomosti" heeft
aan zijn lezers de vraag gericht: „De zieke man (Tur
kije) is stervende; wat moet met zijn nalatenschap ge
beuren
Aan een der ingekomen antwoorden kent het Petro
grader blad groote waarde toe. Het zou althans
volgens de „Vossische Zeitung" geschreven zijn
door Giers, die tot het begin van den oorlog met Tur
kije gezant te Konstantinopel is geweest
De schrijver is van oordeel, dat het oogenblik voor
de Drievoudige Entente gunstig is om' het Turksche
vraagstuk eens en voorgoed op te lossen. Hij denkt
zich die oplossing als volgt: De Zware Zee wordt
een Russische binnenzee, waarin de voorschriften om
trent de scheepvaart geheel van Rusland afhangen. De
forten aan de Dardanellen worden geslecht en de in
gang van den Bosporus wordt een Russisch Gibral
tar, tot weik doel de Russen een strook aan beide oe
vers van de zeeëngte bezetten, bijv. van Therapia tot
de Zwarte Zee. Het lot van Konstantinopel zou daar
mede vanzelf beslist zijn. De schrijver is van meening,
dat Rusland zich moet onthouden van een bezetting
van Konstantinopel, en zich moet vergenoegen met
het planten van het kruis op de Ay aSofia. Het zou
n.l. tegen de beginselen van de Russische politiek in-
druischen een stad te bezetten, die langs den weg over
land niet rechtstreeks met het Russische staatsgebied
verbonden is. Konstantinopel zou naar schr.'s wensch
de hoofdstad van een ,,vrijstaat(je) Tsarigrad" wor
den, gelegen aan beide oevers van den Bosporus en
zich uitstrekkend tot waar de Russische strook aan de
Zwarte Zee (bij Therapia) begint
Met uitzondering van dit gedeelte ziet sehr. een ver
deeling van het Ottomaansche rijk als gevolg van de
zen oorlog komen. De Engelschen krijgen Arabië en
Mesopotamië, de Franschen Syrië, de Italianen en
Grieken verdeelen de Turksche eilanden, de Russen
krijgen Armenië en (over Klein-Aziatisch gebied) een
uitgang naar de Middellandsche Zee.
Aan een zelfstandig voortbestaan van Turkije na
dezen oorlog gelooft de schr. niet.
Als proefballon hebben zijn denkbeelden misschien
eenige beteekenis-
DE PAUS OVER DE NEUTRALITEIT VAN
ITALIË.
Uit Rome wordt aan de „Voss. Zeit." bericht, dat
de Paus op een audiëntie tot den hoofdredacteur
van de „Unita Cattolica" heeft gezegd: „Italië moet
tot eiken prijs neutraal blijven, opdat de gruwelen
van den oorlog door het toetreden van Italië niet
nog meer uitbreiding krijgen. Geen geloovige en
geen blad, die waarachtig katholiek en gehoorzaam
aan den Paus willen zijn, mogen oorlogszuchtige be
doelingen koesteren jegens de een of andere mogend
heid en allen moeten ervoor zorgen, dat zij in dezen
tijd aan den Heiligen Stoel of aan de regeering
geen ongelegenheden bereiden."
HET VARKEN EN DE „DUTSEN."
Een van een rondreis door Belgie terugkeerende
Belgische dame heefl aan het Eindh. Dagblad het
volgende, verhaaltje medegedeeld
In het Belgische dorpje R. liep het gerucht, dat
de Duts naderde. Een boer, vreezende, dat zijn zwaar
gemest varken door den Duts zou worden meege
nomen, slachtte het oogenblikkelijk.
Eensklaps vernam hijdat de vijand R.'s grond
gebied heeft betreden. Goeden raad was duur. Voor
den Duts lag het varken gereed, gekapt en al.
De slimme boer bracht het varken in zijn bed,
plaatste op het nachttafeltje een crucifix, wijwater
en een groote kaars.
De Duts drong overal binnen, ook in de kamer
van onzen boer, meende een doode te zien, salueerde
en vertrok.
INDISCHE TROEPEN IN FRANKRIJK.
In de Times schrijft een Engelsch-Indiër over zijn
bezoek aan een kamp van het Indische expeditie-leger
in Noord-Frankrijk.
„Op een morgen was een kudde schapen en geiten
met sikken, die door een paar Punjabi Mohammeda
nen uit een veiligheidsoogpunt waren er bijna even
veel bewakers als bewaakten langs een Franschen
boulevard werden voortgedreven, het eerste stukje Oos-
tersch leven dat ik in het Westen zag. Een van de
mannen droeg een in den trein geboren lam
V
AARSCHE COURANT.