DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van bat Van het zuidelijk oorlogsterrein. No. m o r 1 o Honderd en zestiende Jaargang. 1914 Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.80, fr.p. post f 1—Adyertentiepriis 10 ct. p. regel, groote letters naar plaatsrnimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Bandelsdrnkknrii v.h. HERlïIs. COSTER 5 ZOON, Voordam C 9. Telefoonnr. 3. MAANDAG 23 NOVEMBER. AMERIKA. YAKLL ALKMAAR, 23 November. 't Wintert En wanneer wij kou lijden en de voeten warm stampen op de hardbevroren wegen, dan vra gen wij van zelf, hoe de soldaten in het algemeen en die in België in het bijzonder het wel zullen hebben. Van Engelsche zijde wordt verzekerd, dat het lot der manschappen in de loopgraven bij deze winterkou niet harder zal wezen dan in de voorafgaande weken van sneeuw en regen; stond men toen bloot aan weer en wind, in de nu droge loopgraven is men beschut tegen sneeuw en ijzel en hier en daar heeft men zelfs een petroleum-kachel tot zijn beschikking, terwijl al les zoo geriefelijk en zoo goed mogelijk is ingericht. En ook van Duitschen kant wordt verklaard, dat met het intreden van de vorst de omstandigheden voor de vechtende soldaten veel verbeterd zijn. Maar wij denken aan de dooden. Van begraven in den bevroren bodem zal nu wel haast geen Bprake meer kunnen zijn. En zou de hardheid van den grond het ook niet uiterst moeielijk maken, nieuwe loopgra ven aan te leggen? Onmogelijk is natuurlijk weinig in den oorlog en waar alles zoo uitnemend voorbereid is ach, mochten er aan vredeswerken ook zoo veel zorg en kracht en geld worden besteed 1 daar mag verondersteld, dat men ook wel middelen zal bezitten, om zich door den bevroren grond een weg te banen. Maar ongetwijfeld zal de vorst de krijgsverrichtingen belemmeren en zal het beide partijen nog moeielijker vallen nieuwe stellingen in te nemen. Uit de communiqué's blijkt dan ook, dat in deze dagen voornamelijk het kanon aan het woord is, ter wijl ook het scheepsgeschut weer meespreekt. Gis teren hebben de Duitschers Y per en gebombardeerd van Fransche zijde wordt nog eens nadrukkelijk ge zegd, dat er in die stad alleen Dultsche krijgsgevange nen en misschien Duitsche spionnen zijn, maar overt gens geen Duitsche militairen en de mooie Hal en het Stadhuis werden vernield. En ook in de buurt van Vailly en Soissons is hevig geschoten, maar anders heeft er niets bijzonders plaats gehad aan het Weste lijk front. De Duitschers gaan intusschen door met hun pogingen om zich bij Ypèren een doortocht te banen. Door Luik moeten gisteren ongeveer 17000 man zijn getrokken, bestemd voor deze streek. Maar ook de bondgenooten zullen zich daar versterken uit de „Times" blijkt, dat vooral de Indische troepen zware verliezen lijden. Uit het Oosten niets nieuws. Niet onmogelijk echter, dat er gisteren, Zondag, daar weer iets, belangrijks is voorgevallen. Slaat v. Hindenburg zijn slag niet héél gauw, dan kon zijn kans dit keer wel eens verkeken zijn. Hier vooral geldt het woord: een rijpe krijgskans wint bij uitstel niet dan scha. be- dat Wij Przemysl moet nu ook door de cholera zijn aange tast, maar het desbetreffend bericht uit Milaan aan de „Chronicle" verdient bevestiging. Tusschen Italië en Duitschland schijnt het op oogenblik koek en ei te zijn. De oud-rijkskanselier von Bülow, die eens zeide, dat al deed Italië soms een extra-tourtje met een ander, het zijn bondgenooten trouw zou blijven, wordt Duitsch gezant te Rome en de Italiaansche minister van buitenlandsche zaken heeft verzekerd, dat Italië zijn strikte neutraliteit zal handhaven. Het Turksch-Amerikaansch Smyrna-incident if. minnelijk opgelost. De Engelschen spelen het in hun berichten mooi klaar met Chris de Wet. De regeeringstroepen volgen nu nog „De Wet met zijn vijf en twintig manschap pen", ja de manschappen zijn volgens een later richt al tot vier geslonken. Strakjes blijkt echter, de regeeringspaarden weer moe zijn geworden! kennen dat van weleer. Om volledig te zijn, moeten wij nog even vermei den, dat de Turksche regeering bericht: „met Gods hulp zijn onze troepen aangekomen aan het Suez-ka- naal" en dat er aan het kanaal een onbeteekenende schermutseling heeft plaats gehad. Het interessantste bericht is heden zeker wel het stoute stukje, uitgehaald door Engelsche vliegers, die een bezoek hebben gebracht aan de Zeppelinloodsen te Friedrichshafen. Ook de Duitschers hebben weer in de lucht gewerkt en in Amiens bommen laten vallen, maar wat de Engelschen deden is van grooter betee- kenis en spreekt ook meer. De Duitschers brengen to dusverre voornamelijk schrik en angst in open steden de Engelschen hebben tot tweemaal toe de Duitsche arsenalen voor den \uchtoorlog opgezocht. Eerst van Ostende uit naar Dusseldorf, thans, vermoedelijk van Belfort uit; naar het Bodenmeer, ook wel het meer van Konstanz genoemd. Den laatsten tijd sprak dat meer tot de verbeelding der Engelschen, en in het bijzonder tot die der Lon denaars. Men vreest in Londen verrassingen van Zeppelins. En nu gingen er de laatste dagen door de Engelsche bladen geruchten, volgens welke er te Frie drichshafen iets bijzonders gebeurde. De bekwaamste werktuigkundigen zouden onder leiding van graaf Zeppelin zelf bezig zijn een luchtmonster te bouwen dat, wat betreft zijn kracht tot vernietiging, zijn weer ga niet zou hebben. In November zou de nieuwe Zep- jelin, samengesteld uit drie verdiepingen, voorzien van machine-geweren en lichte artilleriestukken, van nieuwe ontploffingsmiddelen, onfeilbare miktoestellen, geruischbrekers enz. enz. gereed zijn en zijn eerste werk zou een aanval op Londen wezen. In de Daily Chronicle van Zaterdag lazen we, dat 21 November een merkwaardige dag was nu er, naar den smaak der Londenaars te veel Zeppelins en andere vliegende machines in de lucht zijn, immers den 21 en November 1783 werd de eerste reis ondernomen in een uchtballon, de „Montgolfier". Ook uit zulk een stuk- e blijkt, dat men te Londen lang niet gerust is. En nu komen daar een tweetal flinke Engelsche zee-offi cieren we hebben vroeger reeds opgemerkt, dat het uchtvaartwezen in Engeland voornamelijk bij de ma rine is ingedeeld nemen ballast mee in den vorm van bommen, leggen een afstand van een 200 K.M. af en doen een aanslag op de plaats, welke de gedachten der Engelschen zoo zeer bezighoudt. Ook al schijnt de schade, welke zij hebben kunnen toebrengen gering, ook al viel er één vliegmachine in 's vijands handen, toch blijft het een kranig stukje, bevestigend, dat de ïngelschen er ook in de lucht kunnen zijn. In de bijzonderheden van den moedig volbrachten :ocht zullen de lezers ongetwijfeld belangstellen. Ze zijn tot dusverre enkel uit Duitsche bron tot ons ge- comen. Terwijl de meeste Duitsche bladen zeggen, dat er maar twee vliegers waren, meldt het Tageblatt, dat het er drie zijn geweest. Zaterdagmiddag werden de aanvallers, die boven het Rijndal vlogen te Kon stanz gezien. Of ze boven Zwitsersch grondgebied lebben gevlogen is nog niet zeker men weet, dat ook de lucht boven een neutraal land neutraal terrein is en dat een neutrale staat gedwongen is op een lucht schip of vliegmachiene, die zich boven zijn grondge bied bevindt te schieten. Dit moet onlangs nog aan onze zuidergrens zijn gebleken! Van Konstanz, de Duitsche plaats gelegen vlak aan de Zwitsersche grens, uit werd de militaire overheid te Friedrichshafen onmiddellijk gewaarschuwd. De eerste vlieger kwam boven de Zeppelinhal tot op 500 meter in vol plané naar beneden en wierp met lommen, echter zonder schade aan te richten. Direct werden de speciale kanonnen, hier natuurlijk in groo- ten getale aanwezig en steeds tot schieten gereed, op den tweedekker gericht. Zijn benzinereservoir werd lek geschoten en liep leeg, de vlieger zag zich dus tot een onvrijwillige landing genoodzaakt op nog een 100 M. van het terrein der Zeppelinwerf. Hij schoot eerst nog met een pistool op de toesnellende mannen en moest met geweld uit zijn vliegtuig getrokken worden. Hij werd in portierswoning gebracht, waar hij bewus teloos ineenzeeg. Toen hij weer bijkwam werd hij per auto naar het hospitaal gebracht, waar de doktoren lichte kwetsuren aan het hoofd constateerden. De tweede vlieger wierp eerst met bommen in de buurt van het station, een werkman van de Zeppelin maatschappij kreeg een splinter door het hart en was op slag dood, een jonge dame werd de linkerarm afge slagen en verder kregen nog een vrouw en een kind kwetsuren aan het hoofd. Drie huizen werden licht be schadigd. Daarop naderde ook deze vlieger de werf en wierp bommen naar beneden, eveneens zonder daar schade aan te richten. Hij ontkwam echter aan het vuur en vloog in de richting van het meer van Konstanz weg. DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK. Het officieele Fransche legerbericht meldde Zater dag: Heden is niets belangrijks gebeurd, behalve in Woëvre, waar de Duitschers binnen twee uren vijf aan vallen deden, die echter door de Fransche artillerie flink werden afgeslagen. Verder wordt nog bericht dat het gisteren rustig was op het geheele front. Officieel wordt uit het Duitsche groote hoofdkwar tier gemeld: Op het westelijk oorlogstooneel is de toestand onveranderd. BOMMEN IN FRIEDRICHSHAFEN. Het Wolff-bureau meldt uit Friedrichshafen: Zater dagmiddag omstreeks één uur verschenen boven de stad twee Engelsche vliegmachines, die een aanval trachtten te doen op de Zeppelin-werf. Een der vlie gers, die op ongeveer 400 M. boven de hal rondvoer, kon reeds spoedig door een detachement militairen met granaat- en machineijgeweervuur naar beneden worden geschoten en de bestuurder moest zwaar ge wond naar het ziekenhuis worden vervoerd. De vliegers wierpen vijf bommen naar beneden, die ten deele vlak bij de hal uiteensprongen. Twee huizen werden beschadigd, een man gedood en een vrouw gekwetst. De tweede vlieger wist te ontkomen en wierp nog twee bommen in Mangell, die echter geen schade aan- richtten. Volgens een niet bevestigd gerucht zou hij la- [•genaanvallen van ter in het meer van Constanz zijn gevallen. BOMMEN IN AMIENS GEWORPEN. Het Hbld. verneemt dat aan de Londensche „Times" wordt bericht, dat de Duitschers Woensdag j.l. uit aeroplanes een groot aantal bommen in Amiens heeft geworpen. Het eerste doel was de gasfabriek. Daar viel een bom op een muur en sprong daar uiteen. Op dertig verschillende plaatsen werd de gashouder door kogels doorboord, het uitstroomende gas vatte vuur, de brandweer slaagde er echter met levensgevaar in de vlammen te stuiten en de gaten te stoppen, zoodat een ontploffing van den gashouder verhoed werd. n een andere wijk werd een werkman gedood en een ander zwaar gewond. Een derde bom viel in een paardenstal en doodde viiftien paarden. DE DUITSCHERS BIJ DIXMUIDEN. De Belgische corr. van De Tijd heeft te Brugge een gesprek gehad met een Duitschen soldaat, die op wacht stond bij het veldpostkantoor. Hij was bij de laatste gevechten in Dixmuiden geweest, waarvan hij vertelde dat de Duitschers zich in de eene helft van het in puin liggende stadje wel zouden handhaven, terwijl in de andere helft de Engelschen en Belgen door hun eigen inundatie genoodzaakt werden over de Yser terug te trekken Even .cn zuiden van Dix muiden hadden de Engelschen zich nog op den rech teroever weten te handhaven. De soldaat vertelde verder Toen wij Zondagavond (15 Nov.) uit onze loopgra ven achter Dixmuiden optrokken in noordelijke rich ting, waren wij versterkt door cavalerie, bij elkaar wel 2000 man sterk. Na twee uur marcheeren in hevige koude en wind sloegen we weer links af, de richting van de liniën in. Weldra kwamen we honderden onzer mannen tegen, die allen in de richting Leke en Corte- march vertrokken. Ze waren doornat. De meesten waren ziek. Dagen lang hadden ze onder het guurste weer in de loopgra ven gelegen onder voortdurende stortregens en een vij andelijk artillerievuur, dat niet beantwoord kon wor den, daar onze kanonnen door den drassigen bodem te veel naar achteren gebracht moesten worden. Het gezicht van die van koude rillende mannen met hun natte kleederen in den donkeren guren nacht zal ik nooit vergeten. Door de voortdurende regens van de laatste dagen hadden onze vijanden de inundatie op dit terrein weer verder kunnen uitbreiden en door allerlei greppels en geulen was het langzaam de locograven ingekomen. Onderwijl vlogen vijandelijke bommen in de lucht, die boven onze liniën uiteenspatten en een helsch licht verspreidden. Het water dwong hen eindelijk de loopgraven te verlaten, waar ze zooveel dagen reeds hadden doorgebracht, maar nauw hadden ze zich op weg begeven of met verbluffende juistheid vielen de granaten onder hen. Thans moesten wij hun plaatsen gaan innemen. Niet echter zonder de grootste moeite, want terwijl onze ka meraden hun posities verlaten hadden, was het den vij and, begunstigd door de duisternis, met een ongeken de vermetelheid gelukt in vlotten over te steken en tot vlak voor onze vroegere loopgraven positie te nemen. Deze overtocht heeft ons verrast en toen we stil in half met water gevulde loopgraven wilden afdalen, trof ons van dichtbij een moorddadig geweervuur, dat vele van onze soldaten vallen deed en neerstorten in de waterpoelen, die eens loopgraven waren. Ofschoon we onmiddellijk het vuren op het onbekende beant woordden, werden er zeker een 200 man van de onzen gedood, zonder dat we merken konden of de vijand ook door ons vuur leed. Plotseling hoorden we een hoorn achter ons schallen en het geklots van paarde- pooten in het drassige terrein. Het wds de cavalerie, die met ons was uitgetrokken en ons te hulp kwam. De paarden huilden en snuif- den en de adem bliezen ze als heeten stoom uit de neusgaten. In dolle vaart renden ze door de opening, die we gemaakt hadden, over de loopgraven heen, waar vele echter op de glibberige kanten verongeluk ten. De woeste draf werd voorgezet tot de plaats, waar de vijanden geland moesten zijn, doch werd plots af gebroken door het ratelend getik van mitrailleurs, dat voor velen den dood beteekende. Wij hoorden nog de uitroepen onzer kameraden en zien het geflikker der korte sabels onzer cavaleristen. Slechts een zwakke uitroep van onze cavaleristen be reikt ons nog, het is een kreet om hulp. Van de zijde, waar onze kapitein stond, hoor ik een „voorwaarts! en dit woord plant zich door den mond der feldwebels langs de rijen Voort, „Bajonet!" Met gebogen hoof den en de bajonet vooruit, rukken we voort, alle hin derpalen trotseerend, onze kameraden ter hulp. Ik val in een loopgraaf, waarin ik me ernstig be zeer en slechts met moeite kan ik me uit het water red den. M'n kameraden echter zijn naar voren gekomen. Thans is er niemand meer over van onze heele cava- lerie-afdeeling, maar ook geen vijand is gespaard ge worden. Ze waren een tweehonderd man sterk, maar van ons zijn er veel meer gevallen. De drie mitrail leurs, die we veroverden, zijn te duur betaald. macht is in grooten getale reeds over de Koloebara getrokken; de vijand biedt echter nog tegenstand in verschillende goed gekozen versterkte stellingen. Sterke patrouilles hebben in de jongste twee da gen wederom 2440 man krijgsgevangen gemaakt. Het totale aantal van de in de gevechten vanaf 6 de zer gevangen genomen vijanden bedraagt thans 13000. TURKSCHE TROEPEN AAN HET SUEZ-KANAAL. Uit het Turksche hoofdkwartier wordt officieel me degedeeld: De Turksche troepen zijn aangekomen bij het Suez-kanaal. In een gevecht bij Kantara werden de Engelsche verslagen en op de vlucht gejaagd. Zij le den zware verliezen. DE STRIJD AAN HET OOSTERFRONT. De Russische generale staf verspreidt het volgende communiqué: De strijd tusschen Weichsel en Warthe wordt met de uiterste hardnekkigheid voortgezet. Wij behaalden eenige gedeeltelijke successen. De gevechten aan he front bij Tsjentochau en Kra- kau brachten geen enkele werkelijke verandering te weeg. Wij maakten 2000 krijgsgevangenen en namer eenige mitrailleuses. In Galicië werd, door den druk onzer troepen, No- vy Sandec door de Oostenrijkers ontruimd. Officieel wordt uit het Duitsche groote hoofdkwar tier gemeld: In Polen wordt de-strijd nog voortgezet, ten zuider. van Plotz, in de omstreken van Lodz en bij Czensto- chau. Uit Weenen ineldt men officieel: De bondgenooten zetten hunnen aanval op Rus sisch-Polen krachtig en met succes voort. Enkele te naanvallen van den vijand werden afgeslagen. Tot dusverre hebben de Oostenrijksch-Hongaarsche troepen meer dan 15,000 krijgsgevangenen gemaakt. Ook ten westen van de Dunojec en in de Karpathen zijn hevige gevechten gaande. DE STRIJD IN SERVIë. Officieel wordt uit Weenen bericht: Onze strijd BOMBARDEERING VAN TOEAPSE. Uit het Turksche hoofdkwartier wordt bericht: De kruiser „Hamidie" bombardeerde en vernielde giste ren de Russische petroleum-depots en de stations voor draadlooze telegraphie te Toeapse, een plaatsje bij Noworossysk (aan de Zwarte Zee). GEVECHTEN IN SCHATT EL ARAB. In Schatt el Arab hadden op 18 dezer gevechten plaats tusschen Engelschen en Turken, zoo meldt het Turksche hoofdkwartier. De Engelschen leden groote verliezen. Gevangen genomen Engelschen verklaarden dat de opperbevelhebber der Engelsche troepen ge wond is. Een schot van de kanonneerboot „Marmaris" trof een Engelsche kanonneerboot en veroorzaakte een ontploffing. Nadere bijzonderheden van het gevecht ontbreken nog. TURKIJE EN DE TENESSEE. De kapitein van de Amerikaansche „Tennessee" heeft verklaard, dat het schieten op de stoombarkas van de „Tennessee" bij Smyrna geen vijandelijke daad was. De Amerikaansche regeering heeft genoegen geno men met de verklaring van de Turksche regeering. Zooals we meldden, wilde de Tennessee" in den loop der vorige week de haven van Smyrna binnenloopen en zond zij een stoombarkas af om zulks aan de over heid mede te deelen. De barkas werd echter uit de haven beschoten, zoodat zij terug moest keeren, waar op Amerika zijn ambassadeur opdroeg de Turksche re geering nadere inlichtingen omtrent het gebeurde te verzoeken. GEEN FRANSCH EN ENGELSCH. In een Duiische school moest het onderwijs in het Fransch en het Engelsch worden gestaakt, wegens ge brek aan onderwijzers voor die talen. De directeur liet daarop bekend maken „Het onderwijs in de Noord-Amerikaansche en in de West-Zwitsersche talen zal voorloopig niet gege ven worden." EEN DE WET-ANECDOTE. De gebeurtenissen in Zuid-Afrika brengen weer al lerlei gebeurtenissen uit den Boeren-oorlog in herin nering, en zoo kan men dezer dagen allerlei ancdotes vernemen van de menschen, die in dien krijg op den voorgrond traden. Van generaal Christiaan de Wet vernamen wij onlangs het volgende: Het was bij den slag b Bethlehem. De Wet had elke overtreding der bevelen met strenge straf trachten tegen te gaan. Toch hield de veldkomet, die zich met zijn commando het Platkop je te verdedigen had, zich niet aan de orders en verliet hij zijn post. Na den slag liet -„0o mChristiaan" den man bij zich komen en deelde op zijn rug een zweepafstraffing uit met de woorden„Het spijt me wel, maar ik moet het doen. Eigenlijk ben ik het echter niet, die je slaat, doch de wet." De woordspeling is zeer aardig gevondene, zoo niet door De Wet zelf, dan toch door onzen zegsman, want voor de waarheid der anecdoten kunnen wij niet instaan. KORTE BERICHTEN. Officieel wordt uit Pretoria medegedeelddat de opstand verloopt; dagelijks geven zich een groot aantal opstandelingen over. Zaterdag meldden zich twee zoons van De Wet aan. Van Duitschers en vrienden van Duitschland in Argentinië ter verzachting van den nood door den oorlog ontstaanis een bedrag van f 220.000 naar Berlijn gezonden. De Emir van Boekhara gaf een m i 11 i o e n roebels aan Ruslanddie naar gelang van de behoefte door den Tsaar kunnen worden besteed voor de oorlogsbehoeften en voor hulp aan zieken en gewonden. De politie deed bij Petrograd een inval in een socialistische b ij eenkomst, waaraan ook vijf leden der Doema deelnamen. Alle deelne mers werden gearresteerdbeschuldigd van samen zwering tegen de Russische regeering. De vertegenwoordigers van 14 Canadee- sche banken besloten de bedragenwelke die banken op de Engelsche oorlogsleening hadden ingeschreven, te verhoogen als bewijs van vaderlandsliefde. Het bedrag zal ongeveer 50 mil- Iioen bedragen. Prins August Wilhelm van Pruisen, „de vierde zoon van den Duitschen Keizerkreeg bij een auto mobielongeluk tijdens een dienstrit een gecompliceer de dijbreuk en een kaakkwetsuur. De Turksche regeering legde beslag op den En gelschen spoorweg van Smyrna naar Aidin, waarvan de concessie dezen zomer verlengd werd. Aan Erich Kohier, de commandant van den op gesloten Duitsche kruiser Karlsruhe, is het IJzeren Kruis eerste klasse verleend. De Engelsche „Rubber Growers Association" heeft besloten aan het Engelsche departement van oor log een motor-ambulance ten geschenke te geven, uit sluitend bestemd voor de Indische troepen. Bovendien is besloten aan de Australische marine een reddingsband van rubber te geven, voor ieder lid van het personeel, als dankbetuiging voor het vemie- AARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1