DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van hat westelijk oorlogsterrein, Van het zoideliik oorlogsterrein. N©. m Honderd en zestiende Jaargang. 1914 (r. |i. post I1.—AMentieprlls 10 et. p. regel, gioote lettere naar pliatsrnlnite. Brieven ft. If. V. Boek- en Santfelsdrnkknrii ?.k. BERIHs. COSTER 4 ZOON. Voorden C 9. Telefoons!. 3. DINSDAG 24 NOVEMBER. YARIA. NEDERLAND. ALKMAAR, 24 November. Nu de winterveldtocht een aanvang heeft genomen en de operaties op het westelijk oorlogsveld vermoe delijk nog trager zullen plaats hebben dan tot dus verre, is er alle aanleiding om eens te spreken over de middelen, waarmede de soldaten te velde be- V schermd worden tegen het winterweer. Die middelen zijn in hoofdzaak van drieërlei aard. In de eerste plaats verwarmende kleeding, dan de beschermende loopgraven en eindelijk de tenten. Onze ijverige bivak- mutsen-breiende lezeressen, die vooral voor onze mi litairen der kust- en grenswachten aan het werk zijn, leveren reeds het bewijs, dat warme kleedingstukken voor de soldaten een weldaad zijn. Maar voor de vechtende militairen te velde is er natuurlijk nog heel wat meer noodig dan mutsen en mofjes. Dezer dagen werd gemeld, dat de Fransche regeering naar het front heeft gezonden 1,500,000 dekens, 1,000,000 slaapzakken, 1,500,000 onderbroeken en borstrokken, 1,500,000 buikgordels, 1,500,000 paar wollen kousen, 1,000,000 paar warme handschoenen, terwijl zelfs reeds is voorgesteld de soldaten in de voorste linies van schapenvellen te voorzien 1 Over de tenten zullen we morgen het een en ander mededeelen, daar we vandaag willen trachten den le zers een denkbeeld te geven van de loopgraven. Voor op zij echter gesteld, dat de loopgraven in de allereer ste plaats dienen om de manschappen te beschermen voor het vijandelijk vuur en hun tevens in staat te stel len, op den vijand te schieten. De loopgraven in de voorste linie hebben geen andere bestemming, maar die daarachter zijn gelegen, zijn wel degelijk gemaakt met het doel, de soldaten niet slechts een veilige, doch ook een tegen weer en wind beschuttende verblijfplaats te verschaffen. In den regel beginnen de troepen, die voor dat doel kleine schoppen bij zich hebben een loopgraaf voor knielende schutters aan te leggen. Er wordt dan een gat gegraven en met de daaruit opgedolven aarde wordt een wal opgeworpen, zoodat de soldaat zich op zijn knieën liggend, kan verschuilen. Zoodra er meer tijd is, wordt het gat, droge gracht geheeten, dieper en breeder gemaakt en de wal opgehoogd, zoodat een staande schutter er voldoende gedekt is tegen granaat kartetsvuur. Kan er niet diep worden gegraven, door dat het terrein laag en waterrijk is en het grondwater al gauw een beletsel vormt, dan maakt men, om de noodige aarde voor een borstwering te krijgen, ook nog een buitengracht, welke, evenals een prikkeldraadver sperring, de bestorming van den loopgraaf door den vijand bemoeilijkt. De loopgraaf toch dient tot verde diging maar achter een loopgraaf in de voorste ge vechtslinie, wordt er ook nog een gemaakt, welke en kel tot dekking dient voor de ondersteuningstroepen en reserves, die tegen weer en vijand beschermd moeten zijn in den tijd, waarin zij moeten wachten, voordat zij in het vuur (d. i. naar de tirailleurslinies) worden gezonden. Men onderscheide dus de loop graaf voor de troepen, die in het vuur zijn en die, wel ke aan aflossingstroepen een schuilplaats biedt. De eerste wordt soms dag en nacht beschoten, zij is aan de zijde van den vijand open, de tweede is geheel over dekt en gesloten naar den "kant van den vijand en wordt in den regel slechts getroffen door een ver dwaald projectiel, omdat zij zooveel mogelijk verbor gen is. De zoldering van een overdekte loopgraaf be staat uit boomstammen, balken, spoorstaven- of ijzer platen, afgedekt met planken, waarover een laag aar de wordt geworpen. In zandgrond is voor een dek king tegen geweerkogels, scherven van springprojec- tielen e. d. een aardelaag van 75 centimeter reeds vol doende, in gemengden grond wordt 1 M., in veen 2 meter vereischt. Zacht hout moet 1.40 meter, hard hout 80 centimeter dik zijn om afdoende bescherming te geven, plaatijzer 1,5 cM., terwijl één rij spoorsta ven eveneens voldoende is wij ontleenen deze gege vens aan een artikel van den bijzonderen militairen medewerker van de Nieuwe Ct. Deze kunstmatige dek kingen zijn te beschouwen als primitieve woningen, die van lieverlede wat geriefelijker ingericht en voor zien worden van stroo, dekens, kleeden, kussens, pe- troleum-toestellen, zelfs kleine kachels de troepen moeten zeer vindingrijk zijn bij het in orde maken van deze aardwoningen. Wie hier toeft, heeft het nog niet zoo heel kwaad. Erger zijn de troepen in de eerste loopgraaf er aan toe, die aan weer en wind en aan het vijandelijk vuur blootgesteld worden. De laatsten moeten om de vier en twintig uur worden afgelost, maar het kan gebeuren dat de mannen gedwongen zijn er soms dagen met onvoldoend voedsel en bijna zonder slaap te blijven, omdat bijv. de aflossingstroepen plot seling elders noodig bleken I Nevenstaande schetsteekening tracht een denkbeeld te geven van een compagnies-loopgraaf, ingericht om ongeveer tweehonderd man in stelling te brengen. De lijnen stellen dus voor een aarden wal met daarachter een overdekte gracht. De gebroken lijn A-B is de tirail leursloopgraaf. Maar natuurlijk wordt er niet altijd doorgeschoten en evenmin liggen alle soldaten met den trekker aan de hand uit te kijken naar den vijand soms wordt er dagen achtereen geen schot gelost en de vijanden leven dan wel eens waf een buitenstaander onbegrijpelijk voorkomt, op een goeden voet met el kaar, maken grapjes, gunnen elkander pleiziertjes enz. Een aardig actueel staaltje van gemoedelijkheid in de loopgraven wie een beetje aan militaire geschie denis heeft gedaan kent er verscheidene uit vroegere oorlogen kunnen wij hier even inlasschen. De vij andelijke loopgraven, zoo wordt uit Parijs gemeld, zijn elkaar op sommige plaatsen zoo dicht genaderd, dat Franschen en Duitschers een afspraak hebben ge maakt om elkaar wat rust te gunnen 1 De Duitschers vernielden 's avonds telkens weer de aardwerken, door de Franschen overdag gebouwd, terwijl de Fran schen steeds weer vernielden wat de Duitschers aange legd hadden. Op zekeren dag nu verlieten twee Duit- sche officieren, ongewapend, hun loopgraaf en bega ven zich met opgeheven armen naar de Fransche stel lingen. Zij hadden een onderhoud met de Fransche officieren, met wie werd afgesproken de bovenbedoel de werken nu verder over en weer ongemoeid te la ten. Bij het verlaten van de loopgraaf zeiden de Duitschers, dat hun Beiersch regiment spoedig zou worden afgelost. Zij beloofden, dat zij, als er Pruisi sche troepen voor in de plaats kwamen, ter waar schuwing strooken wit papier aan hun prikkeldraad zouden bevestigen 1 In de allereerste loopgraven zijn uitkijkposten aan gebracht, waarin enkele mannen de wacht houden en bij het minste gevaar de bezetting van de loopgraaf alarmeeren, die onmiddellijk gevechtswaardig is. Met de kleine a zijn hierboven uitkijkposten aange geven. Wij herinneren er in dit verband nog even aan, dat de Indische troepen specialiteiten zijn in het onge merkt naderen van deze schildwachten, die ze dan met hun tusschen de tanden meegenomen messen af maken. Zoodra een schildwacht alarm blaast, komen de troepen uit him verblijfplaatsen (door b en c aan gegeven) te voorschijn. Zulk een verblijfplaats is in gericht voor een halve sectie, dus 25 man, zoodat er dan dadelijk 100 man klaar staan om te schieten. De overige honderd man legeren meer achteraf in de schuilplaats der aflossingstroepen (e), maar zoodra er gealarmeerd wordt, snellen zij langs verschillende gangen, z.g.n. gemeenschapsloopgraven (d) toe. pe dienst is nu zoodanig geregeld, dat de uitkijk posten (a) om de twee uur uit de halve sectiën (b en c) worden afgelost, de halve secties om de 24 uur uit de twee secties der ondersteuningstroep (e) en de com pagnieën, die zulke loopgraven bezetten, na eenige dagen uit de reserve-bataljons, die zich meer achter waarts bevinden en beter gehuisvest zijn in het al gemeen kan men zeggen: boe verder van de vuurlinie, hoe beter er aan toe 1 Wij hopen dat het bovenstaande den lezer eenig meerder denkbeeld heeft gegeven omtrent de beteeke- nis van en het leven in de loopgraven en dat het ver schillende berichten over de gevechten (bijv. het ver overen van loopgraven) zal kunnen verduidelijken. Tenslotte willen we nog even herinneren aan het woord, dezer dagen aan den Franschen opperbevel hebber, generaal Joffre, in den mond gelegd, waarin werd gezegd, dat de kapiteins (de commandanten van compagnies) in het bijzonder tot het winnen van een veldslag kunnen medewerken. Vooral in dezen tegen- woordigen positieoorlog met zijn compagnies-loop- graven zou dit woord wel eens juist kunnen blijken 1 Komende tot den algemeenen toestand, mogen we vooropstellen de beschieting van de Belgische kust. De Engelschen hebben Zeebrugge beschoten, vermoe delijk in verband met berichten over het in gereedheid brengen van transportschepen voor een Duitsche lan ding in Engeland. Het resultaat der beschieting is nog niet bekend. Slaat een mededeeling van het Duit sche hoofdkwartier over een klein Engelsch eskader, dat tot tweemaal toe de kust naderde, hierop, dan wordt van deze zijde het vuur zonder uitwerking ge noemd. Particuliere berichtgevers melden enkel, dat een gashouder getroffen werd, maar of de havenwer ken die wel het doel der Engelschen zullen hebben gevormd getroffen zijn, wordt niet gemeld. Leest men herhaaldelijk dat beschietingen ernstige schade aanrichten, uit Parijs wordt thans geseind, dat het 21-daagsch bombardement van Bethunè slechts weinig nadeel heeft gebracht en niet meer dan een ouden man, twee vrouwen en twee kinderen hebben gedood. Het klinkt ongelooflijk! Wanneer wij nog even aanstippen, dat de Engel schen een Duitsche onderzeeër, de „U 18", aan de noordkust van Schotland hebben geramd, zoodat hij zonk, terwijl echter de bemanning op één na gered kon worden, dat de Duitsche regeering gisteren ver klaarde, dat er geen twee of drie Duitsche onderzeeërs in de Noordzee zijn gezonken, zoodat het wel Engel- sche of Fransche moeten zijn geweest, waarover de berichten verleden week spraken, en dat volgens de Engelsche lezing bij den vliegtocai naar Friedrichsha- fen alle bommen doel troffen en de Zeppelinfabriek ernstig beschadigd werd, kunnen we van het Westelijk oorlogstooneel afstappen. Van het Oostelijk oorlogstooneel is er belangrijk Russisch nieuws, dat we heden met het oog op den beschikbaren tijd helaas niet meer zoo uitvoerig kun nen bespreken als wel gewenscht was. Wij stippen dus vandaag slechts aan, dat het volgens deze lezing den Russen in Oost-Pruisen bijzonder goed gaat, zoo wel in het noorden (GumbinnenAngerburg) als in het midden (Mazurisch merengebied) en in het zui den (ThomBialla, aan het laatste front is men zelfs tot het offensief overgegaan), dat in Polen tus schen Weichsel en Warthe, dat is dus in den grooten slag, die nu al vele dagen duurt, de kansen der Duit schers nog steeds gunstig staan, ondanks Petrograder geruchten, volgens welke het Duitsche Thom-leger, dat de Russen op Koetno en verder nog terugwierp, thans zelf zou wijken en dat in Galicië de Russen vlug veldwinnen en de Oostenrijkers op Krakau te rugtrekken. Morgen hopen wij op dit alles ,dat van buitengewoon veel gewicht voor den loop der ge beurtenissen kan worden, uitvoerig terug te komen. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche legerbericht meldt: De vijand heeft Yperen, Soissons en Reims hevig gebombardeerd. Te Yperen zijn de klökketoren, de kathedraal, de markthallen en vele huizen in brand geschoten. In Argonne hebben wij hevige aanvallen afgeslagen. Officieel wordt uit het Duitsche groote hoofdkwar tier gemeld: De strijd bij NieuwpoortYperen duurt voort. Een kléin Engelsch eskader, dat tweemaal de kust na derde, werd door onze artillerie verdreven. Het vuren der Engelsche marine-kanonnen bleef zonder uitwer king. In het Argonnenwoud winnen wij stap voor stap terrein. De eene loopgraaf na de andere, het eene steunpunt na het andere wordt aan de Franschen ont nomen. Dagelijks worden een aantal gevangenen gemaakt. Een oöensieve verkenning tegen onze stellingen ten oosten van de Moesel werd door onzen tegenaanval belet. ENGELSCHE VLIEGERS BOVEN FRIEDRICHSHAFEN. In het Engelsche Lagerhuis deelde minister Chur chill het volgende mede: Een aantal vliegmachines onder bevel van kapitein-luitenant Briggs van de „Na val Air Service", met kapitein-luitenant Babington en luitenant Soppe als bestuurders, vloog Zaterdag van het Fransche gebied naar de luchtschipwerf te Frie- drichshafen. Alle drie bestuurders daalden onder een hevig vuur van kanonnen, mitrailleuses en geweren tot betrekkelijk laag bij den grond en wierpen hunne bommen, overeenkomstig de hun gegeven bevelen. Naar gemeld wordt, is de machine van Briggs naar beneden geschoten en hij zelf gewond als gevangene naar het hospitaal gebracht. De beide andere officieren zijn behouden op Fransch grondgebied teruggekeerd. Hun toestellen waren ech ter beschadigd. De vliegers deelen mede, dat al hun bommen doel hebben getroffen en dat aan de werf ernstige schade is toegebracht. Deze vlucht van 250 mijlen, waarvan 120 mijlen over Duitsch gebied door een bergachtige Streek en bij ongunstig weder, mag een schitterend wapenfeit genoemd worden. IN OOST-PRUISEN, POLEN EN GALICIë. Officieel wordt door het Duitsche groote hoofd kwartier gemeld: In Oost-Pruisen is de toestand onveranderd. In Polen wordt de beslissing vertraagd door het optreden van nieuwe Russische troepen uit de rich ting van Warschau. In de streek ten oosten van Czenstochau en ten noord-oosten van Krakau worden de aanvallen der verbonden Duitsch-Oostenrijksche legers voortgezet. DE ENGELSCHEN AAN DE SCHATT EL ARAB. De Engelsche piinister voor Indië bericht, dat de jongste operaties aan de Perzische Golf nog meer succes hebben gehad dan men aanvankelijk aannam. Na de belangrijke nederlaag op 15 November vlucht ten de Turken en lieten zij acht kanonnen en een groot aantal gevangenen in handen der Engelschen. De vali's van Basorah en Bagdad steunden de Tur ken. Basorah is op 21 November door Britsche troe pen bezet. GEEN DUITSCHE ONDERZEEËRS. Het Berlijnsche Wolffbureau meldt: „Ongeveer acht dagen geleden bevatten Engelsche en Fransche bladen de, ook door een deel der neutrale pers overge nomen, mededeeling, dat in het Kanaal twee, volgens een andere lezing drie Duitsche onderzeeërs vernield zouden zijn, waarvan één door een Franschen tor dovemieler, die met een lichte beschadiging aan boeg in Duinkerken was binnengeloopen. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, ontbreekt er geen enkele Duitsche onderzeeër. Wanneer dus onder zeeërs in het Kanaal gezonken zijn, dan moeten dit Engelsche of Fransche zijn geweest" EEN SCHAAPHERDER ALS SPION. Fransche bladen melden: Gedurende de gevechten, die in de eerste dagen van September rond Reims ge leverd werden, stonden de Fransche kanonnen op het gebied van Puisieux. Tot hun groote verwondering bemerkten de artille rie-officieren, dat, hoe dikwijls de posities der stukken ook veranderd werden, zij dadelijk weer ontdekt wa ren door de Duitschers, die alleen treffers schoten. Te meer bevreemdde zulks de Franschen, wijl de Duit schers tot voor dien tijd niet zoo geweldig en zoo juist schoten. Men begreep: er moest een spion aan het werk zijnen na lang zoeken vond men hem. Het was een 50-jarige schaapherder, die met zijn kudde, bestaande uit een 200 schapen en vijf jvitte geiten, voor de Fransche posities in het veld was gebleven. Telkens als de Franschen hun posities veranderden, bracht hij zijn kudde in dezelfde richting en plaatste de witte geiten zoo, dat zij de richting der Fransche kanonnen aangaven. De herder werd ten slotte gearresteerd en op hem werden verscheidene stukken gevonden, waaruit dui delijk bleek, dat hij in verbinding stónd mefc de Duit schers. De krijgsraad van Chhlons-sur-Mame heeft hem met algemeene stemmen ter dood .veroordeeld. DE KINO-CAMERA IN DE LOOPGRAVEN. Oorlogsfilm is een reisachtig handelsartikel op het oogenblik. Een goede oorlogsfilm brengt 300. huur in de week op, en het is te begrijpen, dat de filmfabrikanten er aardige bedragen voor over hebben, om goede oorlogsfilms te laten vervaardigen. Vooral de Amerikaansche filmmagnaten, gooien met duizen den, om maar goede oorlogsfilm te krijgen, en he laas! juiste titel niet, verdienen het tienvoudige van den gemiddelden oorlogscorrespondent Om te begin nen wordt hun leven voor een enorm bedrag verze kerd. Dan krijgen zij vergoeding voor alle kosten, die ze hebben, en hier „snijen" zij hun principalen ge woonlijk goed mee. Voorts hebben zij een salaris van 1000 dollar in de maand, maar voor bijzonder mooie fims. die zullen pakken, krijgen zij wellicht een 1000 dollar eentra. Inderdaad, oorlogskinomatograaf is een goed baantje. Het beroep lijkt wel iets op oorlogscorrespondent of oorlogspersfotograaf. Alleen dringen de kinofoto- grafen door tot de vuur-linie, en reeds menig film-ma ker bleef op het slagveld. De legerautoriteiten behandelen de kinofotegrafen met onderscheiding, en staan ze allerlei gunsten toe. Voor een persman is men bang. Die kan geheimen verklappen. Maar de opteekenaar van het levende beeld is ni§t gevaarlijk. Zijn „copy" wordt pas gere produceerd, waneer de slag is afgeloopen. Bovendien hebben de militaire autoriteiten den eisch gesteld, dat al het oorlogsfilm aan hen wordt afgestaan, d. w. z. één exemplaar van elk taf reel. Later zal dan de bi oscoop dienstbaar worden gemaakt aan het militaire onderwijs. De oorlogscorrespondent van de Giornale d' Italia heeft met een kinofotograaf kennis gemaak, en be schrijft hem als een kranige Amerikaan, die steeds het juiste moment weet te treffen. Spreken doet hij niet veel. Maar zijn handen staan niet stil. Hij draait van den vroegen ochtend tot den laten avond, en wan neer men rustig met hem op straat loopt, ziet hij in het roüd, of er geen „film" in de straat zit. Hij ver telde den Italiaan, dat hij de laatste 24 uur niet min der dan 500 kanonschoten, 1000 dooden en 2000 ge wond en gefilmd had. Eens, toen de oorlogscorrespondent en de Ameri kaan tusschen de voorposten der Duitschers en Belgen waren geraakt, en de Italiaansche journalist, terwijl de kogels hem om de ooren vlogen, zenuwachtige ge baren maakte, zag hij tot zijn groote ontsteltenis, dat de kinofotograaf zijn camera op hem richtte, en begon te draaien. Wat gebeurt er, wat gebeurd er, gilde de Italiaan. Och, was het antwoord, zoo erg is 't niet, een zeer interessante scene: De arresteering van een Italiaanschen oorlogscorrespondent KORTE BERICHTEN. De Tel. verneemt dat de toestand van prins August Wilhelm van Pruisen, die bij een automobiel ongeval op het oorlogsterrein zware wonden opliep, vooruitgaande is. De recruteering voor het Engelsche leger gaat zoo goed in Manchester, dat de minister van Oorlog de stad Manchester machtigde tot de vorming van een 7e bataljon, meldt Reuter. DE OORLOGSLEENING. De voorzitter van de Tweede Kamer heeft, zoo meldt het „Vaderland", aan de leden meegedeeld, dat het leeningsontwerp, dat oorspronkelijk niet als No. 1 op de agenda voorkwam voor het afdeëlingsonderzoek, waarmee de Kamer vandaag begint, alsnog bovenaan i3 geplaatst. Dit op verzoek van de regeering, die hoogen prijs stelt op spoedige afdoening van het ontwerp. De afdeelingen van de S. D. A. P. zullen, naar „Het Volk" meldt, protest-bijeenkomsten tegen het ontwerp-oorlogsleening beleggen. O v 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1