VJLRU. FEUILLETON. DE KAASPRTJS. De minister van Landbouw heeft goedgevonden den maximum kaasprijs voor binnralanascb verbruik ge durende de maand November 1914 te bepalen: A. voor den verkoop en gros: Voor volvette Goudscne jonge kaas 35; voor vol vette Goudsche September-kaas 40; voor volvette Goudsche Mei-kaas 45; voor Edammer- en Goud sche kaas (-r 40)* 33; voor Edammer- en Goud sche kaas 30)* 28; voor Edammer- en Goud sche kaas 20)* 23; voor magere Edammer- en Goudsche kaas 15; voor Friesche nagelkaps 18 voor Leidsche- en Delftsche nagelkaas f 30, alles per 50 Kg. B. Voor den verkoop en detail: Voor volvette Goudsche jonge kaas 1voor vol vette Goudsche September-kaas 1.10; voor volvette Goudsche Mei-kaas 1.20; voor Edammer- en Goud sche kaas 40)* 0.95; voor Edammer en Goud sche kaas 30)* 0.75; voor Edammer- en Goud sche kaas 20)* 0.65; voor magere Edammer- en Goudsche kaas 0.50; voor Friesche nagelkaas 0.55 voor Leidsche- en Delftsche nagelkaas 0.80; alles per Kg. Hierbij wordt onder kaas, gemerkt 40, 30 of 20, kaas verstaan, die respectievelijk 40% of meer of 30% of meer of 20% of meer vet in de droge stof bevat. (Stct.) NEDERLANDS ONZIJDIGHEID. Het scheen, schrijft de „Nieuwe Courant", dat de buitenlandsche pers eindelijk begon te waarderen, wat Nederland deed tot handhaving van zijn onzijdig heid, maar opnieuw houdt men zich met ons bezig op een wijze waarvan de „Gazette de HolLande" zegt „dat er beweringen zijn, die er goedaardig uitzien, maar toch van die kracht zijn, dat zij op perfide wijze wantrouwen wekken". Het is Maurice Rondet-Saint, die in de „Eclairi wel iswaar beweert aan de goede trouw van de Nederland- sche regeering niet te twijfelen, maai' dan het doet voorkomen of zonder het weten of de goedkeuring van de Nederlanders misbruik zou zijn gemaakt van de Nederlandsche vlag bij het leggen van mijnen, wat volgens den schrijver de maatregelen betreffende de winkets I1L Oi'L LLüókD-LEGER. Ou*, 'in de unstancasten dei Berlijuscne wanen üt ,ci»cüii«cnae icgers en de Duitsche jeugd is vol geestdritt over de veiricntmgen der looden, houten en papieren legers. Alles gelijkt op de werke lijke legers te velde.' Bonte kleuren ziet men niet meer alles is grijs. De turnen en looden soldaten zijn mee- rendeels door lichtere van papier-maché of hout ver vangen, wat ook op den prijs grooten invloed uitoe- fent. Van de infanterie ziet men niets dan een lijn grijze stipjes, in een loopgraaf verborgen. De soldaat ligt daar en schiet. Ook de loopgraaf behoort tot de uit rusting van een leger. Een weinig naar achteren staat kaarsrecht een aan tal mannen met verrekijkers voor de oogen en wat ver der ziet men een ander, die in afwachting van den stormaanval het vaandel vast omklemt. Ergens anders ziet men troepen uit de loopgraven opspringen voor den bajonetaanvalvooraan het vaandel en de achterom ziende luitenant met getrok ken sabel. Dan strijdgewoel, vechten van man tegen man, ge wonden, die achterover vallen, en dooden, die op den grond liggen. Verder ziet men het slagveld na den strijd; zieken oppassers dragen den gewonden strijder voorzichtig naar de ambulance. Doch dit is niet alles. Op flinke paarden komt de cavallerie aangespron gen en hier en daar ziet men een paard getroffen neer vallen. De doode paarden liggen in zeer natuurlijke houdingen. Bij andere groepen ziet men de machinegeweren in volle werking. Het laden, het wachten voor het schie ten, het neerknielen en mikken van de bedienende man schappen, alles is goed nagebootst. Niets ontbreekt aan het slagveld: van den generalen staf met den standaard ervoor, tot aan het gebroken wiel en het in den grond geschoten kanon, brandende steden en dor pen, overblijfselen van molens. Ook vindt men in het leger de verschillende typen 'de volgens den schrijver de maatregelen oetrenenue uc kioDen 0iukken varkens slachten, in Nederlandsche haven van Curacao en de „Emden" zou hebben geopereerd in de neutrale wateren van Neder- landsch Oost-Indië. vT De schrijver wil wel toegeven, dat de Nederland- sche regeéring niet verantwoordelijk is, maar laat dan volgen dat het niet de bondgenooten zijn, die profi- teeren van Nederland's onzijdigheid, en hij besluit met een bedreiging tegen ons koloniaal gebied. De „Gazette de Hollande", die uitvoerig het artikel weergeeft, laat een krachtig en waardig protest hoo- ren, na reeds in den aanvang te hebben doen uitko men wat Nederland deed tot handhaving van zijn on zijdigheid en welke opofferingen het zich daartoe ge troostte. DE STAAT ALS KOOPMAN. Het is den minister van oorlog gebleken, dat bij den aanvang van de mobilisatie van bet leger verschillen- de contracten voor levering van paarden, voertuigen, enz. zijn gesloten, die zeer nadeelig zijn voor s Rijks schatkist. In verband hiermede is, volgens de „Avp. bepaald, dat nu nog loopende contracten, waarbij een hooger bedrag is bedongen dan redelijkerwüze kan ge vorderd worden, zoo-mogelijk moeten worden herzien c. q. verbroken. EEN SMOKKELAAR GEDOOD. Te Baarle-Nassau is, meldt het „Hbld.", nabij de rijksgrenzen een Belgische smokkelaar, die, nadat hem herhaaldelijk door een soldatenpatrouille „halt" was toegeroepen, en nadat eenige schoten door de pa trouille in de lucht waren gelost, bij het toch wegloo- pen naar de grens door een doodelijk schot getroffen. EEN FRANC-TIREUR IN DEN ZIEKENFONDSSTRIJD. Het Tijdschrift voor Geneeskunde schrijft: In de heetste dagen van den Alkmaarschen strijd, toen dr. Hoffman te Gouda nog als tegenstander on zer Maatschappij optrad, heeft een andere arts, blijk baar onder den invloed eener persoonlijke veete, het gepast geacht, hem op eigen gelegenheid een onaan genaamheid te bereiden. Dr. Hoffman odtving n.l. een telegram, onderteekend door Schreve, waarin hem werd medegedeeld, dat hij tot eerelid der Maatschap pij was benoemd. Het spreekt vanzelf, dat een onder zoek naar deze laffe vervalsching werd ingesteld, en het bleek, dat op verzoek van dr. Beyers, vroeger te Gouda, thans te Breda, door een derde het telegram was aangeboden. De directeur-generaal der telegrafie heeft de zaak bij de justitie aanhangig gemaakt. Hoewel het niet onwaarschijnlijk is, dat het tele gram, door Hoffman nader in aanraking te brengen met onzen hoofdbestuurder-secretaris, ertoe heeft bij gedragen den aanvankelijken bestrijder onzer Maat- land wordt 0 December a.s. geopend. Gedep Staten stellen voor aan de afdeedeeling Cas- tricum van „De Hanze", Bond van R.-K., Vereraiging en van den Handeldrijvenden en Industrieelen Mid- denstand in het bisdom Haarlem 120 subsidie te verleenen voor 1915 voor een op te richten handelscur sus, (gevraagd werd 250, doch Gedeputeerden vin den 120 voldoende wegens de nabijheid van Alk maar, waar een goede handelscursus is gevestigd). Zij Btellen verder o. m. voor, tenminste nog voor 1915 300 subsidie te verleenen aan de openbare leeszaal te Alkmaar en voorts ta verleenen een subsi die van 300 voor de uitbreiding van den proeftuin te Nieuwe Niedorp. MAANDAG. (Van een onzer Amsterdamsche correspondenten.) Maandag is een buitengewone dag in Amsterdam. Vooral inde city is het dien dag drukker dan op an dere dagen in de week. Want de Zondag spant na tuurlijk altijd de kroon, wat levendigheid en rumoer betreft, en hoe prettig het stadsrumoer in de week aan doet, zoo onaangenaam is het des Zondags. Ook het niet naar de kerk gaande deel der burgerij ergert zich onophoudelijk aan die „Zondagswijding". Maar die Maandagsche drukte is gezellig, is pret tig. Het is er een van zoo'n heel andere soort. Hi staat in het teeken van het zaken-doen, van den handel En de café's uit de hoofdstraten zitten bijna even vol als op Zondag, maar met een heel ander publiek. Nu hoort men geen domineesterara-lawaai, en inplaats van alcohol, ruikt men een geurige koffielucht. Op de straat geen dronkemanstaal, geen vechtpartijen, geen gegil van mooi aangekleede meiden. Maar drukdora- rjp-7girpnmensrhen, die met elkaar marchandeeren, en af en toe midden op straat blijven stilstaan, zoodat de inenschenstroom er door breekt als een rivier tegen een rots. Ze komen al vroeg, die buitenmenschen. Ze komen uit Hollands Noorderkwartier, zelfs uit West-Fries- land. maar vooral uit de Zaanstreek en uit Water- land. Ze komen uit Haarlem en uit het Gooi, ja zelfs uit de Betuwe. En bovendien levert Rotterdam lede ren Maandag een behoorlijk kwantum. De boeren in Amsterdam is nog steeds ieder buitenman een boer, al weet hij ook niet het verschil tusschen een koe en een'varken en al heeft hij zelfs geen radijs of tuinkers gezaaid nemen niet zelden hun vrouw mee, vooral zoo tegen Sinterklaas, en na eerst een paar uurtjes samen door de stad geloopen te hebben, zoo 'ns langs de Nieuwendijk en de Kalver- straat, in een lunchroom 'ns uitrusten, en dan wear te rug, komt omstreeks het middaguur de scheiding. Vrouwlief heeft dan een afspraak met een vriendin, of moet een oude kennis, die in de stad is komen wo nen, op gaan zoeken, terwijl de „baas" voor zaken in TVwffphpplVmechaniek in* beweging is, ziet men I „De Pool" of in „Kras" een broodje-ros moet gaan van het ALi He, op-1 Amsterdamsche die komen er betrekkelijk weinig maar vooral z'n mede-provincialen. Die „Pool" schijnt voor de buitenmenschen een groote aantrekkingskracht te bezitten. Zij zitten er en staan er tusschen twaalf en half twee mannetje aan mannetje, zij eten er hun cadetjes, ze drinken er hun koffie's en hun biertjes, en ze produceeren Natuurlijk is ook het 42 c.M. kanon niet vergeten, zijn vorm is honderdvoud, en zelfs in deze miniatuur- namaak, ziet het er dreigend uit Deze kanonnen kunnen werkelijk schieten, al zijn de projectielen van rubber. De soldaten worden zelfs als halmen weggemaaid. Bij deze kanonnen behoort na tuurlijk de moderne vesting. Men ziet muren, loopgra ven, pantsereorens, groene wallen, bastions, glacis en gedekte wegen. Uit duistere diepten ziet men hier en rlaar een vuurmond te voorschijn komen. zelfs het telkens bliksemen van het geschut. Het op lichten is gelukkig niet gevaarlijk, want het wordt door kleine electrische gloeilampjes veroorzaakt, die in den mond van het kanon zijn aangebracht en tel kens in- en uitgeschakeld worden. Evenmin heeft men de marine vergeten en vooral aan de onderzeeër is zeer veel zorg besteed. Hij kan zelfs in de badkuip onderduiken, onder water een klein kanon afschieten en dan weer naar boven komen. Dan de oorlogsschepen, met geheimzinnige zoeklich ten en kleine accumalatoren binnenin, die den stroom voor de electrische drijfkracht geven. Zeilschepen deugen voor niets anders meer, dan om in den grond geboord te worden, zooals de goed nagemaakte wrakken doen zien. er hun blauwe smook, die men wel kan snijden. In „Kras" komen in hoofdzaak de menschen, die een verre reis achter den rug hebben, en die om twaalf uur ook wel iets warmè lusten. De smulpapen en de beminners van groote porties gaan naar de „Poort van Cleve", en verorberen daar hun heele en halve biefstukken en hun erwten-soepen met worst. De gedistingeerdra gaan naar het „Poolsche Koffiehuis" in de Kalverstr., Zondag zijn te Oldenzaal met de stoomtram van te --j de buitenlui, die samen met hun vrouw willen Losser twee krijgsgevangen Fransche soldaten aange- koffiedrillken hun toevlucht nemen tot de lunchrooms, komen, die uit Linden f Hanover) waren ontvlucht Vijl I dJe derjjaive Maandags zoo vol zitten, dat men in en- dagen en nachten hadden ze omgezworven. kde 8taande z>n maag verzorgt. Die Parysche ge- Als gevolg van de geconstateerde fraude met mi- wöonte die ook België al populair begon te worden, litaire verlofpassen en vrijbiljetten is bepaald, dat aan l neemt men al meer m meer Dok in Amsterdam waar. de stations aan afzonderlijk reizende militairen bene-1 FjnlfP|ff restaurateurs hebben echter hun kellners in den den rang van onderofficier alleen een plaatskaart 9tructie gegeven, dergelijke staande eters beleefd te mag worden verkocht, wanneer zij in het bezit zijn van een marschorder, verlofpas of permissiebiljet, die steeds op verlangen aan het controleerend personeel moeten getoond worden. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. PEST OP JAVA. ten Regeeringstelegram betreffende pestgevallen op Java en Madoera van 4 tot en met 17 dezer meldt: Ai- deeling Malang 297 nieuwe gevallen, 257 dooden; 1 oeloengagoeng 13 nieuwe gevallen, 11 dooden; Ma thoen 6 nieuwe gevallen. 3 dooden; stad Soerabaja 45 doodehjke gevallen; in het overige gedeelte der aldee- ling van dien naam 10 nieuwe gevallen, 7 dooden; Paree 50 nieuwe gevallen, 46 doodenLamongan 4 - nieuwe gevallen, 3 dooden; Berbek 29 nieuwe geval- schappij tot beter inzicht te brengen een uitwerking len, 25 dooden; Kediri 66, Magetan 1, Bengkoelen 2, die met' het telegram waarschijnlijk niet was bedoeld hopen wij van harte, verder verschoond te blijven van de hulp van personen, die op de wijze van dr. Beyers hinderlijk willen zijn voor onze tegenstanders. Modjokerto 2 en Pamekasan 3 doodelijke gevallen. PROV. STATEN NOORD-HOLLAND. De winterzitting der Prov. Staten van Noord-Hol- verzoeken, te gaan zitten, en een stoel aan te bieden. Zoo ziet men weer, dat ae Hollander, en ook de Am sterdammer, nog altijd prijs-stelt op goede vormen, en wenscht, dat zijn Belgische gasten er nota van nemen. Om half twee gaan de „boeren" naar de Beurs, en als die is afgeloopen, worden opnieuw de café's opge zocht. De meesten zijn dan vóór half vijf alweer ver trokken, maar een aantal blijft nog wat langer in Am sterdam, en tot acht uur 's avonds bemerkt men aan het publiek, dat het Maandag is. Inmiddels is de Maandagavond stil, stiller b.v. dan de Vrijdagavond, en veel stiller dan ae Zaterdagavond. De winkeliers zien, of hun kas klopt, en zij verheugen zich er weer in, dat ondanks de crisis de Maandag goed blijft. DE OORLOGSLEENING. De openbare vergadering, die Zondag a.s. door den Vrijz. Democratischen Bond te Amsterdam wordt ge houden, zal plaats hebben des namiddags 2 uur, in de groote zaal van het gebouw „Bellevue". Naast Mr. Marchant treden als sprekers op de heeren J. L. v. d. Voorden, voorzitter van het Alg. Werkliedenverbond, en de heer W. O. A. Koster, secretaris van den Vrijz. Dem. Bond. UIT ZUID-SCHARWOUDE. Ten lokale van A. Kist vergaderde Zaterdagavond de Coöperatieve Verbruiksvereraiging „Vooruit". De administrateur der vereeniging, de heer T. van Zoonen, leidde de vergadering, wegens afwezigheid van den voorzitter. In zijn openingswoord deelde deze mede, dat deze vergadering in hoofdzaak belegd was, naar aanleiding van het bekende adres van bakkers èu coöperatie, aan den Raad, die zich in minder vieiende woorden voor bakkers en coöperatie had uitgelaten. Nadat de voorzitter eenige mededeelingen had ge daan, werd de houding van den gemeenteraad van Zuid-Scharwoude ten aanzien van de twee adressen aan critiek onderworpen. Het eerste adres was van de Coöperatie, met verzoek om vaststelling van gewicht en hoedanigheid van het brood; het tweede adres was van alle bakkers van Zuid-Scharwoude, met verzoek 400 H.L. tarwe van gemeentewege te willen aankoo- pen. In het plaatselijk orgaan is door den heer van Zoonen in een breedvoerig betoog de houding van den Raad bekritiseerd. Het is thans duidelijk, dat noch de raadsleden, noch de burgemeester het eerste adres begrijpen. En toch was hun door middel van ons or gaan een dusdanige verordening toegezonden, aldus de voorzitter. Aangaande het tweede adres zeide de heer van Zoonen, dat bijna alle burgemeesters in gemeenten in den omtrek met de bakkers besprekingen hebben ge houden; de bakkers hier vroegen zelf eene confe rentie aan Van de 400 H.L. tarwe zou de coöperatie zelve 250 H.L. nemen. Den burgemeester bezwaarde het dat zooveel brood uitgevoerd werd en deze be riep zich op het antwoord van minister Treub aan den heer Teenstra. Ik heb gevraagd zeide de heer van Zoonen of de burgemeester wilde verklaren dat er in Zuid-Scharwoude meelgebrek was, waarop Z.E. Achtb. weigerde dit te doen. in tegenstelling hiermee is de bemiddeling van den burgemeester van Anna Paulowna, van wien de coöperatie beschikking kreeg over een partij tarwe, grooter dan waarom in het adres te Zuid-Scharwoude gevraagd wordt. Met het beroep op het antwoord van minister Treub kon bij de indiening van het adres niet gerekend worden, daar dit antwoord eerst later kwam. Dit had de burge meester erkend. De heer P. Zeeman zeide, dat de burgemeester hier mede nu een „strop" had, want thans is door minister Treub aan de burgemeesters verzocht mee te deelen, wat zij ter dezer rake hebben gedaan. De heer van Zoonen zeide, dat hij in zijn betoog in de Nieuwe Langedijker Courant ter illustratie had neergeschreven de houding van den burgemeester toen hij sprak over den onderwijzer du Burck (secreta ris van de Coöperatie) en van den heer Bouman, die, volgens den burgemeester, wellicht door de tijdsom standigheden niet meer goed kan onderscheidt, daar hij nu om drukwerk-leverantie vroeg en hem in 1913 is uitbetaald 123,69 en in 1914 61. Bij inzage van boeken van genoemden heer bleek spr., dat hij sinds September 1913 tot nu had geleverd aan drukwerk 1. Dit gedeelte is door de Nieuwe Langedijker Cou rant geschrapt De heer du Burck kon bewijzen dat drukwerk naar den heer Keizer gaat Na nog eenige oogenblikken over de adreskwestie gesproken te hebben, stapte men van dit punt af, om nu het punt uitbreiding-Helder in behandeling te ne men. Medegedeeld werd, dat men op 100 leden en ver bruikers kon rekenen. Het bestuur zal nader overwe gen. Hierna sluiting. UIT WIJDENES. Sinds onheugelijke jaren bestaat hier een landpad tusschen de gemeenten Wijdenes en Schellinkhout In verband met de voorgenomen vergrooting der be graafplaats wenscht de gemeenteraad thans deze ver binding op te heffen. Door verscheidene ingezetenen is nu per adres het verzoek tot den Raad gericht, niet tot opheffing te willen overgaan. UIT HENSBROEK. Mej. M. Woudtonderwijzeres alhier, heeft met ingang van 1 Januari ontslag als zoodanig aange vraagd, wegens verandering van werkkring. UIT ST. PANCRAS. Mej. M. Engel, tijdelijk onderwijzeres te Zuid- scharwoude, komt als No. 1 voor op de voordracht ter benoeming van eene onderwijzeres te Opperdoes. zei ze: „Ja, natuurlijk, we nemen u ook mee. Ul heeft wat i ^7e^Id"hd ^vdd~ oWteken mit die bevalïi- m^Sfva^uSt U hedt geen I ge, treurige houding, die ook dikwijls de edelvrouwen tiek baadde in een rozig licht Soms zag men een jonge prinses met een lang sle- door COLETTE YVER. Geautoriseerde vertaling van W. EL P. 51) De zomermaanden kwamen aan. In de politiek heerschte groote kalmte. De gisting, die de herziening der invoerrechten had, teweeggebracht in alle partijen, was van zelf weer tot rust gekomen. Het handelsle ven, dat een tijd stil had gestaan door de stakingen, was weer in volle bedrijvigheid. De oogst liet zich mooi aanzien. De prijs van het brood zou dalen te gen den winter. Hertog Bertie was veel op reis. Nie mand wist wat het doel van die reizen was. Maar hij was een bescheiden, stille, bijna spookachtige per soonlijkheid. Men merkte nauwelijks, dat hij weg was. Wanneer hij weer verscheen, was er niemand, die zich er over verbaasde. Het werd warm en druk in Olds- burg, de koning verlangde naar een verblijf op het kcistccl C0n.r3.cL Men ging daar altijd in kleinen getale heen, omdat het kasteel betrekkelijk klein was. De koningin nam haar grootmeesteres mee, mevrouw Czerbich en gra vin Thaven; de koning twee adjudanten en den chef van het civiele huis, graaf Thaven. De Zoffems ble ven te Oldsburg, wegens de laatste zitting van het parlement, zooals zij beweerden; maar in werkelijk heid, omdat het zeer eenvoudige leven op het buitra- verblijf hun een te groote ergernis was. Mevrouw de Bénouville ging met de aartshertogin mee. Dat was alles. Maar op zekeren dag kwam de koningin huise lijk naar Clara toe, bevoelde het zwarte laken, ™»r- van haar japon gemaakt was, en zei „Dat is nog al warm voor buiten, juffrouw berg. U zal een lichter costuum moetra nemen 't kasteel Conrad." En toen de jonge vrouw haar verbaasd aankeek, waar- Hers voor officieele tïttnoodiging gekregen? Lieve hemel, ik vond het zoo vanzelf sprekend, dat u ook meeging Wanda kan niet meer buitra u, en voor dra koning is het 't grootste genot een beetje te redetwisten niet zoo'n heftige socialiste als u Clara ging dus mee naar het kasteel Conrad ra toen begon er een heerlijke tijd. Voor het eerst genoot zij werkelijk voor zichzelf, van het genot, de heerlijk heid van het leven. Zooveel bittere gedachten, harde beginselen, beelden van ellende haddra haar kindsheid en haar jeugd omringd, en haar koude omgeving van laboratoria, dakkamertjes, kroegen, ra bibliotheken had haar verbeelding,'die toch al door de wetenschap verstikt was, zoo beperkt gemaakt, dat het gezicht van dat witte paleis in dra mooistra tuin van de wereld haar in verrukking bracht. Zij genoot met volle teu gen van dra zomer, wanneer zij wandelde in de heer lijke koelte der schaduwrijke grasvelden, aan dra oe ver van het blauwe meer, waarin zich de larixen en de denneboomen ra de zilveren populieren weerspiegel den. Zij zag voor het eerst hoe licht ra bekoorlijk de morgenstond was in het park. Op het midden van dra dag schitterde en flikkerde het meer van de zon, die er zich duizendvoudig iü weerspiegelde. In de verte achter de dikke eiken en het struikgewas lag Oldsburg badend in het zonlicht; de leien daken gloeiden, de torens en de koepeldaken haddra een verblindraden metaalachtigen glans ra de spits van de kathedraal wees als era witgloeiende naald naar boven uit de geblakerde stad. Dan verlangde men naar een behagelijk lommerrijk plekje in het bosch, naar de koele schaduw, het fluweelige mos ra de zachte dennennaalden. Maar 's avonds wandelde men graag op de zandpaden, omzoomd met geraniums dan schenen de boomgroepen lichter, een blauwachti ge nevel gaf hen iets luchtigs en droevigs ra het kas teel met zijn balustrades, zijn zuilen ra Grieksche por- van de oude gobelins hebben; dat was een toekom stige koningin. Haar hoofd was moe van het denken, haar hart vol verdriet. Of een vermoeid militair, in klein tenue, ging met een boek in de hand in de scha duw der hooge boomen zitten. Hij las of droomde, dra blik verloren in onzichtbaar gebeuren; dat was een koning van het heden; bezorgd, eigenzinnig ra dichterlijk. Dan kwam Clara, die door de intieme ge zelligheid van dit buitenverblijf vanzelf meer vertrou welijk kon zijn, naar hem toe. Hij vroeg haar naast hem te komen zitten ra dan hielden zij lange gesprek ken, waarin de bestemming van era volk behandeld werd of er heerschte era weldadig stilzwijgen, waar in beiden genoten van de vredige rust om hen heen. De koningin had zich in het paleis opgesloten met graaf Thaven. Zij wilde bezuinigingen invoeren ra liet zich de uitgaven van de hofhouding voorleggen; zij verlangde, dat men zich dien avond zou tevreden stellen met de groenten, die de moestuin opleverde. Dien avondmaaltijd gebruikten allen te zamen aan Hun Majesteits tafel, en wanneer het heel warm was, vroeg Wolfram lachend of er niet buiten gedekt kon worden zooals bij de Lithauische boeren. Op het ter ras was het stikkend warm. Hertog Bertie keek naar de nachtvlinders, die tegen het glas aanfladderden. Gemma was trotsch op haar eenvoud en zei heel emsdg: „Nu, juffrouw Hersberg, u ziet hoe we hier leven, u kunt getuigen, dat geen wever uit de voorstad van avond goedkooper maal heeft gehad dan wij." Maar Clara, die anders zoo ernstig was, leefde nu langzamerhand in een roes van bekoring; zij raakte nauwelijks aan de gerechten; zij ademde de geuren der natuur in; de loomheid van den avond overmees terde haar, zij sliep half. Wanneer de koning het woord tot haar richtte, schrikte zij op alsof zij juist wakker werd. Het gesprek liep over allerlei en werd op luchtigen toon gevoerd. Bertie en Wanda zaten KORTE BERICHTEN. Te Amsterdaiti loste gisteren een 40-jarige man een revolverschot op een 37-jarige gescheiden vrouw, waarna hij het wapen op zichzelf richtte en zich hoogst enrstige verwondingen toebracht. De vrouw kreeg slechts een lichte verwonding. Bij resolutie van den Minister van Koloniën, is de heer Wouter Cool, thans reserve-officier, te Wijk aan Zee, gesteld ter beschikking van den Gouverneur- Generaal van Nederlandsch-Indië, om te worden be noemd tot algemeen adviseur voor het havrawezen daar te lande. naast elkaar, maar zwegen beide. De tafel werd lang gerekt. Op zekeren avond kwam de maan aan den kristal helderen hemel op, juist boven den donkeren kruin van een ceder. De aartshertogin, in een eenvoudigen lin nen japon, stond van tafel op en ging naar het terras, waar men het donkere loof zacht neen ra weer zag be wegen de balustrade en wenkte Clara, die onmiddel lijk naar haar toe kwam. De oogen van het jonge meisje hadden dien avond een sombere, dreigende uit drukking, in haar blik lag wantrouwen en hardheid. Zij zei tegen Clara: „Ik héb een inval. Ik wil een wandeling met u ma ken in den maneschijn." Clara herinnerde zich, dat zfj die uitdrukking van haar oogen meer gezien en die die stem meer gehoord had. Dat was geweest op den morgen, dat Wanda zich voorgoed aan de omhelzing van den armen prins Géo had ontrukt. Era aandoening, die zij tot nu toe niet gekend had, bewoog haar tot een teeder medelij draen hartelijk zei ze „Alles wat u wilt, lieve Hoogheid." „Ja," zei Wanda gebiedend, „maar we zullen niet alleen zijn." En zij riep Bertie. Era lichte ontsteltenis voer door het gezelschap, want het was voor het eerst, dat zij dra hertog ver trouwelijk bij zijn naam noemde. Hij stond op. „Bertie," zei ze tegen hem, „kom mee; ik wil, dat we met ons drieën een poëtische wandeling maken." Het was alsof de bittere, vreemde toon van deze woorden dra Ierschra prins striemde. Zijn gelaat ver wrong. Wolfram, die aan tafel was blijven zitten ra era sigaar had opgestoken, draaide zich om ra keek langen tijd deze vreemde groep na, die langzaam weg wandelde. Eerst sprak geen van drie. De aartshertogin liep tusschen den Ier ra de geleerde in, met gebogen hoofd en haar gelaat had die gesloten uitdrukking, die zij alleen had, wanneer zij slecht gehumeurd was, en waardoor zij veel ouder leek. 1.5!1 !!l. -!.i nron krt/4 r\ I AA O nn Üimühooon -i rinAtlpl IrP (TPV21 I PTT - (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 2