VJLRU.
FEUILLETON.
DE KAASPRTJS.
De minister van Landbouw heeft goedgevonden den
maximum kaasprijs voor binnralanascb verbruik ge
durende de maand November 1914 te bepalen:
A. voor den verkoop en gros:
Voor volvette Goudscne jonge kaas 35; voor vol
vette Goudsche September-kaas 40; voor volvette
Goudsche Mei-kaas 45; voor Edammer- en Goud
sche kaas (-r 40)* 33; voor Edammer- en Goud
sche kaas 30)* 28; voor Edammer- en Goud
sche kaas 20)* 23; voor magere Edammer- en
Goudsche kaas 15; voor Friesche nagelkaps 18
voor Leidsche- en Delftsche nagelkaas f 30, alles per
50 Kg.
B. Voor den verkoop en detail:
Voor volvette Goudsche jonge kaas 1voor vol
vette Goudsche September-kaas 1.10; voor volvette
Goudsche Mei-kaas 1.20; voor Edammer- en Goud
sche kaas 40)* 0.95; voor Edammer en Goud
sche kaas 30)* 0.75; voor Edammer- en Goud
sche kaas 20)* 0.65; voor magere Edammer- en
Goudsche kaas 0.50; voor Friesche nagelkaas 0.55
voor Leidsche- en Delftsche nagelkaas 0.80; alles
per Kg.
Hierbij wordt onder kaas, gemerkt 40, 30
of 20, kaas verstaan, die respectievelijk 40% of
meer of 30% of meer of 20% of meer vet in de droge
stof bevat. (Stct.)
NEDERLANDS ONZIJDIGHEID.
Het scheen, schrijft de „Nieuwe Courant", dat de
buitenlandsche pers eindelijk begon te waarderen,
wat Nederland deed tot handhaving van zijn onzijdig
heid, maar opnieuw houdt men zich met ons bezig op
een wijze waarvan de „Gazette de HolLande" zegt
„dat er beweringen zijn, die er goedaardig uitzien,
maar toch van die kracht zijn, dat zij op perfide wijze
wantrouwen wekken".
Het is Maurice Rondet-Saint, die in de „Eclairi wel
iswaar beweert aan de goede trouw van de Nederland-
sche regeering niet te twijfelen, maai' dan het doet
voorkomen of zonder het weten of de goedkeuring
van de Nederlanders misbruik zou zijn gemaakt van
de Nederlandsche vlag bij het leggen van mijnen, wat
volgens den schrijver de maatregelen betreffende de
winkets
I1L Oi'L LLüókD-LEGER.
Ou*, 'in de unstancasten dei Berlijuscne
wanen üt ,ci»cüii«cnae icgers en de Duitsche jeugd
is vol geestdritt over de veiricntmgen der looden,
houten en papieren legers. Alles gelijkt op de werke
lijke legers te velde.' Bonte kleuren ziet men niet meer
alles is grijs. De turnen en looden soldaten zijn mee-
rendeels door lichtere van papier-maché of hout ver
vangen, wat ook op den prijs grooten invloed uitoe-
fent.
Van de infanterie ziet men niets dan een lijn grijze
stipjes, in een loopgraaf verborgen. De soldaat ligt
daar en schiet. Ook de loopgraaf behoort tot de uit
rusting van een leger.
Een weinig naar achteren staat kaarsrecht een aan
tal mannen met verrekijkers voor de oogen en wat ver
der ziet men een ander, die in afwachting van den
stormaanval het vaandel vast omklemt.
Ergens anders ziet men troepen uit de loopgraven
opspringen voor den bajonetaanvalvooraan het
vaandel en de achterom ziende luitenant met getrok
ken sabel.
Dan strijdgewoel, vechten van man tegen man, ge
wonden, die achterover vallen, en dooden, die op den
grond liggen.
Verder ziet men het slagveld na den strijd; zieken
oppassers dragen den gewonden strijder voorzichtig
naar de ambulance. Doch dit is niet alles.
Op flinke paarden komt de cavallerie aangespron
gen en hier en daar ziet men een paard getroffen neer
vallen. De doode paarden liggen in zeer natuurlijke
houdingen.
Bij andere groepen ziet men de machinegeweren in
volle werking. Het laden, het wachten voor het schie
ten, het neerknielen en mikken van de bedienende man
schappen, alles is goed nagebootst. Niets ontbreekt
aan het slagveld: van den generalen staf met den
standaard ervoor, tot aan het gebroken wiel en het in
den grond geschoten kanon, brandende steden en dor
pen, overblijfselen van molens.
Ook vindt men in het leger de verschillende typen
'de
volgens den schrijver de maatregelen oetrenenue uc kioDen 0iukken varkens slachten, in
Nederlandsche haven van Curacao en de „Emden" zou
hebben geopereerd in de neutrale wateren van Neder-
landsch Oost-Indië. vT
De schrijver wil wel toegeven, dat de Nederland-
sche regeéring niet verantwoordelijk is, maar laat dan
volgen dat het niet de bondgenooten zijn, die profi-
teeren van Nederland's onzijdigheid, en hij besluit
met een bedreiging tegen ons koloniaal gebied.
De „Gazette de Hollande", die uitvoerig het artikel
weergeeft, laat een krachtig en waardig protest hoo-
ren, na reeds in den aanvang te hebben doen uitko
men wat Nederland deed tot handhaving van zijn on
zijdigheid en welke opofferingen het zich daartoe ge
troostte.
DE STAAT ALS KOOPMAN.
Het is den minister van oorlog gebleken, dat bij den
aanvang van de mobilisatie van bet leger verschillen-
de contracten voor levering van paarden, voertuigen,
enz. zijn gesloten, die zeer nadeelig zijn voor s Rijks
schatkist. In verband hiermede is, volgens de „Avp.
bepaald, dat nu nog loopende contracten, waarbij een
hooger bedrag is bedongen dan redelijkerwüze kan ge
vorderd worden, zoo-mogelijk moeten worden herzien
c. q. verbroken.
EEN SMOKKELAAR GEDOOD.
Te Baarle-Nassau is, meldt het „Hbld.", nabij de
rijksgrenzen een Belgische smokkelaar, die, nadat hem
herhaaldelijk door een soldatenpatrouille „halt" was
toegeroepen, en nadat eenige schoten door de pa
trouille in de lucht waren gelost, bij het toch wegloo-
pen naar de grens door een doodelijk schot getroffen.
EEN FRANC-TIREUR IN DEN
ZIEKENFONDSSTRIJD.
Het Tijdschrift voor Geneeskunde schrijft:
In de heetste dagen van den Alkmaarschen strijd,
toen dr. Hoffman te Gouda nog als tegenstander on
zer Maatschappij optrad, heeft een andere arts, blijk
baar onder den invloed eener persoonlijke veete, het
gepast geacht, hem op eigen gelegenheid een onaan
genaamheid te bereiden. Dr. Hoffman odtving n.l. een
telegram, onderteekend door Schreve, waarin hem
werd medegedeeld, dat hij tot eerelid der Maatschap
pij was benoemd. Het spreekt vanzelf, dat een onder
zoek naar deze laffe vervalsching werd ingesteld, en
het bleek, dat op verzoek van dr. Beyers, vroeger te
Gouda, thans te Breda, door een derde het telegram
was aangeboden. De directeur-generaal der telegrafie
heeft de zaak bij de justitie aanhangig gemaakt.
Hoewel het niet onwaarschijnlijk is, dat het tele
gram, door Hoffman nader in aanraking te brengen
met onzen hoofdbestuurder-secretaris, ertoe heeft bij
gedragen den aanvankelijken bestrijder onzer Maat-
land wordt 0 December a.s. geopend.
Gedep Staten stellen voor aan de afdeedeeling Cas-
tricum van „De Hanze", Bond van R.-K., Vereraiging
en van den Handeldrijvenden en Industrieelen Mid-
denstand in het bisdom Haarlem 120 subsidie te
verleenen voor 1915 voor een op te richten handelscur
sus, (gevraagd werd 250, doch Gedeputeerden vin
den 120 voldoende wegens de nabijheid van Alk
maar, waar een goede handelscursus is gevestigd).
Zij Btellen verder o. m. voor, tenminste nog voor
1915 300 subsidie te verleenen aan de openbare
leeszaal te Alkmaar en voorts ta verleenen een subsi
die van 300 voor de uitbreiding van den proeftuin
te Nieuwe Niedorp.
MAANDAG.
(Van een onzer Amsterdamsche correspondenten.)
Maandag is een buitengewone dag in Amsterdam.
Vooral inde city is het dien dag drukker dan op an
dere dagen in de week. Want de Zondag spant na
tuurlijk altijd de kroon, wat levendigheid en rumoer
betreft, en hoe prettig het stadsrumoer in de week aan
doet, zoo onaangenaam is het des Zondags. Ook het
niet naar de kerk gaande deel der burgerij ergert zich
onophoudelijk aan die „Zondagswijding".
Maar die Maandagsche drukte is gezellig, is pret
tig. Het is er een van zoo'n heel andere soort. Hi
staat in het teeken van het zaken-doen, van den handel
En de café's uit de hoofdstraten zitten bijna even vol
als op Zondag, maar met een heel ander publiek. Nu
hoort men geen domineesterara-lawaai, en inplaats
van alcohol, ruikt men een geurige koffielucht. Op de
straat geen dronkemanstaal, geen vechtpartijen, geen
gegil van mooi aangekleede meiden. Maar drukdora-
rjp-7girpnmensrhen, die met elkaar marchandeeren, en
af en toe midden op straat blijven stilstaan, zoodat de
inenschenstroom er door breekt als een rivier tegen
een rots.
Ze komen al vroeg, die buitenmenschen. Ze komen
uit Hollands Noorderkwartier, zelfs uit West-Fries-
land. maar vooral uit de Zaanstreek en uit Water-
land. Ze komen uit Haarlem en uit het Gooi, ja zelfs
uit de Betuwe. En bovendien levert Rotterdam lede
ren Maandag een behoorlijk kwantum.
De boeren in Amsterdam is nog steeds ieder
buitenman een boer, al weet hij ook niet het verschil
tusschen een koe en een'varken en al heeft hij zelfs
geen radijs of tuinkers gezaaid nemen niet zelden
hun vrouw mee, vooral zoo tegen Sinterklaas, en na
eerst een paar uurtjes samen door de stad geloopen te
hebben, zoo 'ns langs de Nieuwendijk en de Kalver-
straat, in een lunchroom 'ns uitrusten, en dan wear te
rug, komt omstreeks het middaguur de scheiding.
Vrouwlief heeft dan een afspraak met een vriendin,
of moet een oude kennis, die in de stad is komen wo
nen, op gaan zoeken, terwijl de „baas" voor zaken in
TVwffphpplVmechaniek in* beweging is, ziet men I „De Pool" of in „Kras" een broodje-ros moet gaan
van het ALi He, op-1
Amsterdamsche die komen er betrekkelijk weinig
maar vooral z'n mede-provincialen.
Die „Pool" schijnt voor de buitenmenschen een
groote aantrekkingskracht te bezitten. Zij zitten er en
staan er tusschen twaalf en half twee mannetje aan
mannetje, zij eten er hun cadetjes, ze drinken er hun
koffie's en hun biertjes, en ze produceeren
Natuurlijk is ook het 42 c.M. kanon niet vergeten,
zijn vorm is honderdvoud, en zelfs in deze miniatuur-
namaak, ziet het er dreigend uit
Deze kanonnen kunnen werkelijk schieten, al zijn de
projectielen van rubber. De soldaten worden zelfs als
halmen weggemaaid. Bij deze kanonnen behoort na
tuurlijk de moderne vesting. Men ziet muren, loopgra
ven, pantsereorens, groene wallen, bastions, glacis en
gedekte wegen. Uit duistere diepten ziet men hier en
rlaar een vuurmond te voorschijn komen.
zelfs het telkens bliksemen van het geschut. Het op
lichten is gelukkig niet gevaarlijk, want het wordt
door kleine electrische gloeilampjes veroorzaakt, die
in den mond van het kanon zijn aangebracht en tel
kens in- en uitgeschakeld worden.
Evenmin heeft men de marine vergeten en vooral
aan de onderzeeër is zeer veel zorg besteed. Hij kan
zelfs in de badkuip onderduiken, onder water een
klein kanon afschieten en dan weer naar boven komen.
Dan de oorlogsschepen, met geheimzinnige zoeklich
ten en kleine accumalatoren binnenin, die den stroom
voor de electrische drijfkracht geven.
Zeilschepen deugen voor niets anders meer, dan
om in den grond geboord te worden, zooals de goed
nagemaakte wrakken doen zien.
er hun
blauwe smook, die men wel kan snijden. In „Kras"
komen in hoofdzaak de menschen, die een verre reis
achter den rug hebben, en die om twaalf uur ook wel
iets warmè lusten. De smulpapen en de beminners
van groote porties gaan naar de „Poort van Cleve",
en verorberen daar hun heele en halve biefstukken en
hun erwten-soepen met worst. De gedistingeerdra
gaan naar het „Poolsche Koffiehuis" in de Kalverstr.,
Zondag zijn te Oldenzaal met de stoomtram van te --j de buitenlui, die samen met hun vrouw willen
Losser twee krijgsgevangen Fransche soldaten aange- koffiedrillken hun toevlucht nemen tot de lunchrooms,
komen, die uit Linden f Hanover) waren ontvlucht Vijl I dJe derjjaive Maandags zoo vol zitten, dat men in en-
dagen en nachten hadden ze omgezworven. kde 8taande z>n maag verzorgt. Die Parysche ge-
Als gevolg van de geconstateerde fraude met mi- wöonte die ook België al populair begon te worden,
litaire verlofpassen en vrijbiljetten is bepaald, dat aan l neemt men al meer m meer Dok in Amsterdam waar.
de stations aan afzonderlijk reizende militairen bene-1 FjnlfP|ff restaurateurs hebben echter hun kellners in
den den rang van onderofficier alleen een plaatskaart 9tructie gegeven, dergelijke staande eters beleefd te
mag worden verkocht, wanneer zij in het bezit zijn van
een marschorder, verlofpas of permissiebiljet, die
steeds op verlangen aan het controleerend personeel
moeten getoond worden.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
PEST OP JAVA.
ten Regeeringstelegram betreffende pestgevallen op
Java en Madoera van 4 tot en met 17 dezer meldt: Ai-
deeling Malang 297 nieuwe gevallen, 257 dooden;
1 oeloengagoeng 13 nieuwe gevallen, 11 dooden; Ma
thoen 6 nieuwe gevallen. 3 dooden; stad Soerabaja 45
doodehjke gevallen; in het overige gedeelte der aldee-
ling van dien naam 10 nieuwe gevallen, 7 dooden;
Paree 50 nieuwe gevallen, 46 doodenLamongan 4
- nieuwe gevallen, 3 dooden; Berbek 29 nieuwe geval-
schappij tot beter inzicht te brengen een uitwerking len, 25 dooden; Kediri 66, Magetan 1, Bengkoelen 2,
die met' het telegram waarschijnlijk niet was bedoeld
hopen wij van harte, verder verschoond te blijven
van de hulp van personen, die op de wijze van dr.
Beyers hinderlijk willen zijn voor onze tegenstanders.
Modjokerto 2 en Pamekasan 3 doodelijke gevallen.
PROV. STATEN NOORD-HOLLAND.
De winterzitting der Prov. Staten van Noord-Hol-
verzoeken, te gaan zitten, en een stoel aan te bieden.
Zoo ziet men weer, dat ae Hollander, en ook de Am
sterdammer, nog altijd prijs-stelt op goede vormen, en
wenscht, dat zijn Belgische gasten er nota van nemen.
Om half twee gaan de „boeren" naar de Beurs, en
als die is afgeloopen, worden opnieuw de café's opge
zocht. De meesten zijn dan vóór half vijf alweer ver
trokken, maar een aantal blijft nog wat langer in Am
sterdam, en tot acht uur 's avonds bemerkt men aan
het publiek, dat het Maandag is. Inmiddels is de
Maandagavond stil, stiller b.v. dan de Vrijdagavond,
en veel stiller dan ae Zaterdagavond. De winkeliers
zien, of hun kas klopt, en zij verheugen zich er weer in,
dat ondanks de crisis de Maandag goed blijft.
DE OORLOGSLEENING.
De openbare vergadering, die Zondag a.s. door den
Vrijz. Democratischen Bond te Amsterdam wordt ge
houden, zal plaats hebben des namiddags 2 uur, in de
groote zaal van het gebouw „Bellevue". Naast Mr.
Marchant treden als sprekers op de heeren J. L. v. d.
Voorden, voorzitter van het Alg. Werkliedenverbond,
en de heer W. O. A. Koster, secretaris van den Vrijz.
Dem. Bond.
UIT ZUID-SCHARWOUDE.
Ten lokale van A. Kist vergaderde Zaterdagavond
de Coöperatieve Verbruiksvereraiging „Vooruit".
De administrateur der vereeniging, de heer T. van
Zoonen, leidde de vergadering, wegens afwezigheid
van den voorzitter. In zijn openingswoord deelde deze
mede, dat deze vergadering in hoofdzaak belegd was,
naar aanleiding van het bekende adres van bakkers èu
coöperatie, aan den Raad, die zich in minder vieiende
woorden voor bakkers en coöperatie had uitgelaten.
Nadat de voorzitter eenige mededeelingen had ge
daan, werd de houding van den gemeenteraad van
Zuid-Scharwoude ten aanzien van de twee adressen
aan critiek onderworpen. Het eerste adres was van de
Coöperatie, met verzoek om vaststelling van gewicht
en hoedanigheid van het brood; het tweede adres was
van alle bakkers van Zuid-Scharwoude, met verzoek
400 H.L. tarwe van gemeentewege te willen aankoo-
pen. In het plaatselijk orgaan is door den heer van
Zoonen in een breedvoerig betoog de houding van
den Raad bekritiseerd. Het is thans duidelijk, dat noch
de raadsleden, noch de burgemeester het eerste adres
begrijpen. En toch was hun door middel van ons or
gaan een dusdanige verordening toegezonden, aldus
de voorzitter.
Aangaande het tweede adres zeide de heer van
Zoonen, dat bijna alle burgemeesters in gemeenten in
den omtrek met de bakkers besprekingen hebben ge
houden; de bakkers hier vroegen zelf eene confe
rentie aan Van de 400 H.L. tarwe zou de coöperatie
zelve 250 H.L. nemen. Den burgemeester bezwaarde
het dat zooveel brood uitgevoerd werd en deze be
riep zich op het antwoord van minister Treub aan
den heer Teenstra. Ik heb gevraagd zeide de heer
van Zoonen of de burgemeester wilde verklaren dat
er in Zuid-Scharwoude meelgebrek was, waarop Z.E.
Achtb. weigerde dit te doen. in tegenstelling hiermee
is de bemiddeling van den burgemeester van Anna
Paulowna, van wien de coöperatie beschikking kreeg
over een partij tarwe, grooter dan waarom in het
adres te Zuid-Scharwoude gevraagd wordt. Met het
beroep op het antwoord van minister Treub kon bij
de indiening van het adres niet gerekend worden, daar
dit antwoord eerst later kwam. Dit had de burge
meester erkend.
De heer P. Zeeman zeide, dat de burgemeester hier
mede nu een „strop" had, want thans is door minister
Treub aan de burgemeesters verzocht mee te deelen,
wat zij ter dezer rake hebben gedaan.
De heer van Zoonen zeide, dat hij in zijn betoog in
de Nieuwe Langedijker Courant ter illustratie had
neergeschreven de houding van den burgemeester
toen hij sprak over den onderwijzer du Burck (secreta
ris van de Coöperatie) en van den heer Bouman, die,
volgens den burgemeester, wellicht door de tijdsom
standigheden niet meer goed kan onderscheidt, daar
hij nu om drukwerk-leverantie vroeg en hem in 1913
is uitbetaald 123,69 en in 1914 61. Bij inzage van
boeken van genoemden heer bleek spr., dat hij sinds
September 1913 tot nu had geleverd aan drukwerk
1. Dit gedeelte is door de Nieuwe Langedijker Cou
rant geschrapt
De heer du Burck kon bewijzen dat drukwerk naar
den heer Keizer gaat
Na nog eenige oogenblikken over de adreskwestie
gesproken te hebben, stapte men van dit punt af, om
nu het punt uitbreiding-Helder in behandeling te ne
men. Medegedeeld werd, dat men op 100 leden en ver
bruikers kon rekenen. Het bestuur zal nader overwe
gen. Hierna sluiting.
UIT WIJDENES.
Sinds onheugelijke jaren bestaat hier een landpad
tusschen de gemeenten Wijdenes en Schellinkhout In
verband met de voorgenomen vergrooting der be
graafplaats wenscht de gemeenteraad thans deze ver
binding op te heffen. Door verscheidene ingezetenen
is nu per adres het verzoek tot den Raad gericht, niet
tot opheffing te willen overgaan.
UIT HENSBROEK.
Mej. M. Woudtonderwijzeres alhier, heeft met
ingang van 1 Januari ontslag als zoodanig aange
vraagd, wegens verandering van werkkring.
UIT ST. PANCRAS.
Mej. M. Engel, tijdelijk onderwijzeres te Zuid-
scharwoude, komt als No. 1 voor op de voordracht
ter benoeming van eene onderwijzeres te Opperdoes.
zei ze:
„Ja, natuurlijk, we nemen u ook mee. Ul heeft wat i ^7e^Id"hd ^vdd~ oWteken mit die bevalïi-
m^Sfva^uSt U hedt geen I ge, treurige houding, die ook dikwijls de edelvrouwen
tiek baadde in een rozig licht
Soms zag men een jonge prinses met een lang
sle-
door COLETTE YVER.
Geautoriseerde vertaling van W.
EL P.
51)
De zomermaanden kwamen aan. In de politiek
heerschte groote kalmte. De gisting, die de herziening
der invoerrechten had, teweeggebracht in alle partijen,
was van zelf weer tot rust gekomen. Het handelsle
ven, dat een tijd stil had gestaan door de stakingen,
was weer in volle bedrijvigheid. De oogst liet zich
mooi aanzien. De prijs van het brood zou dalen te
gen den winter. Hertog Bertie was veel op reis. Nie
mand wist wat het doel van die reizen was. Maar hij
was een bescheiden, stille, bijna spookachtige per
soonlijkheid. Men merkte nauwelijks, dat hij weg was.
Wanneer hij weer verscheen, was er niemand, die zich
er over verbaasde. Het werd warm en druk in Olds-
burg, de koning verlangde naar een verblijf op het
kcistccl C0n.r3.cL
Men ging daar altijd in kleinen getale heen, omdat
het kasteel betrekkelijk klein was. De koningin nam
haar grootmeesteres mee, mevrouw Czerbich en gra
vin Thaven; de koning twee adjudanten en den chef
van het civiele huis, graaf Thaven. De Zoffems ble
ven te Oldsburg, wegens de laatste zitting van het
parlement, zooals zij beweerden; maar in werkelijk
heid, omdat het zeer eenvoudige leven op het buitra-
verblijf hun een te groote ergernis was. Mevrouw de
Bénouville ging met de aartshertogin mee. Dat was
alles. Maar op zekeren dag kwam de koningin huise
lijk naar Clara toe, bevoelde het zwarte laken, ™»r-
van haar japon gemaakt was, en zei
„Dat is nog al warm voor buiten, juffrouw
berg. U zal een lichter costuum moetra nemen
't kasteel Conrad."
En toen de jonge vrouw haar verbaasd aankeek,
waar-
Hers
voor
officieele tïttnoodiging gekregen? Lieve hemel, ik
vond het zoo vanzelf sprekend, dat u ook meeging
Wanda kan niet meer buitra u, en voor dra koning is
het 't grootste genot een beetje te redetwisten niet
zoo'n heftige socialiste als u
Clara ging dus mee naar het kasteel Conrad ra toen
begon er een heerlijke tijd. Voor het eerst genoot zij
werkelijk voor zichzelf, van het genot, de heerlijk
heid van het leven. Zooveel bittere gedachten, harde
beginselen, beelden van ellende haddra haar kindsheid
en haar jeugd omringd, en haar koude omgeving van
laboratoria, dakkamertjes, kroegen, ra bibliotheken
had haar verbeelding,'die toch al door de wetenschap
verstikt was, zoo beperkt gemaakt, dat het gezicht van
dat witte paleis in dra mooistra tuin van de wereld
haar in verrukking bracht. Zij genoot met volle teu
gen van dra zomer, wanneer zij wandelde in de heer
lijke koelte der schaduwrijke grasvelden, aan dra oe
ver van het blauwe meer, waarin zich de larixen en de
denneboomen ra de zilveren populieren weerspiegel
den. Zij zag voor het eerst hoe licht ra bekoorlijk de
morgenstond was in het park. Op het midden van
dra dag schitterde en flikkerde het meer van de zon,
die er zich duizendvoudig iü weerspiegelde.
In de verte achter de dikke eiken en het struikgewas
lag Oldsburg badend in het zonlicht; de leien daken
gloeiden, de torens en de koepeldaken haddra een
verblindraden metaalachtigen glans ra de spits van
de kathedraal wees als era witgloeiende naald naar
boven uit de geblakerde stad. Dan verlangde men
naar een behagelijk lommerrijk plekje in het bosch,
naar de koele schaduw, het fluweelige mos ra de
zachte dennennaalden. Maar 's avonds wandelde men
graag op de zandpaden, omzoomd met geraniums
dan schenen de boomgroepen lichter, een blauwachti
ge nevel gaf hen iets luchtigs en droevigs ra het kas
teel met zijn balustrades, zijn zuilen ra Grieksche por-
van de oude gobelins hebben; dat was een toekom
stige koningin. Haar hoofd was moe van het denken,
haar hart vol verdriet. Of een vermoeid militair, in
klein tenue, ging met een boek in de hand in de scha
duw der hooge boomen zitten. Hij las of droomde,
dra blik verloren in onzichtbaar gebeuren; dat was
een koning van het heden; bezorgd, eigenzinnig ra
dichterlijk. Dan kwam Clara, die door de intieme ge
zelligheid van dit buitenverblijf vanzelf meer vertrou
welijk kon zijn, naar hem toe. Hij vroeg haar naast
hem te komen zitten ra dan hielden zij lange gesprek
ken, waarin de bestemming van era volk behandeld
werd of er heerschte era weldadig stilzwijgen, waar
in beiden genoten van de vredige rust om hen heen.
De koningin had zich in het paleis opgesloten met
graaf Thaven. Zij wilde bezuinigingen invoeren ra
liet zich de uitgaven van de hofhouding voorleggen;
zij verlangde, dat men zich dien avond zou tevreden
stellen met de groenten, die de moestuin opleverde.
Dien avondmaaltijd gebruikten allen te zamen aan
Hun Majesteits tafel, en wanneer het heel warm was,
vroeg Wolfram lachend of er niet buiten gedekt kon
worden zooals bij de Lithauische boeren. Op het ter
ras was het stikkend warm. Hertog Bertie keek naar
de nachtvlinders, die tegen het glas aanfladderden.
Gemma was trotsch op haar eenvoud en zei heel
emsdg:
„Nu, juffrouw Hersberg, u ziet hoe we hier leven, u
kunt getuigen, dat geen wever uit de voorstad van
avond goedkooper maal heeft gehad dan wij."
Maar Clara, die anders zoo ernstig was, leefde nu
langzamerhand in een roes van bekoring; zij raakte
nauwelijks aan de gerechten; zij ademde de geuren
der natuur in; de loomheid van den avond overmees
terde haar, zij sliep half. Wanneer de koning het
woord tot haar richtte, schrikte zij op alsof zij juist
wakker werd. Het gesprek liep over allerlei en werd
op luchtigen toon gevoerd. Bertie en Wanda zaten
KORTE BERICHTEN.
Te Amsterdaiti loste gisteren een 40-jarige man
een revolverschot op een 37-jarige gescheiden vrouw,
waarna hij het wapen op zichzelf richtte en zich
hoogst enrstige verwondingen toebracht. De vrouw
kreeg slechts een lichte verwonding.
Bij resolutie van den Minister van Koloniën, is
de heer Wouter Cool, thans reserve-officier, te Wijk
aan Zee, gesteld ter beschikking van den Gouverneur-
Generaal van Nederlandsch-Indië, om te worden be
noemd tot algemeen adviseur voor het havrawezen
daar te lande.
naast elkaar, maar zwegen beide. De tafel werd lang
gerekt.
Op zekeren avond kwam de maan aan den kristal
helderen hemel op, juist boven den donkeren kruin van
een ceder. De aartshertogin, in een eenvoudigen lin
nen japon, stond van tafel op en ging naar het terras,
waar men het donkere loof zacht neen ra weer zag be
wegen de balustrade en wenkte Clara, die onmiddel
lijk naar haar toe kwam. De oogen van het jonge
meisje hadden dien avond een sombere, dreigende uit
drukking, in haar blik lag wantrouwen en hardheid.
Zij zei tegen Clara:
„Ik héb een inval. Ik wil een wandeling met u ma
ken in den maneschijn."
Clara herinnerde zich, dat zfj die uitdrukking van
haar oogen meer gezien en die die stem meer gehoord
had. Dat was geweest op den morgen, dat Wanda
zich voorgoed aan de omhelzing van den armen prins
Géo had ontrukt. Era aandoening, die zij tot nu toe
niet gekend had, bewoog haar tot een teeder medelij
draen hartelijk zei ze
„Alles wat u wilt, lieve Hoogheid."
„Ja," zei Wanda gebiedend, „maar we zullen niet
alleen zijn."
En zij riep
Bertie.
Era lichte ontsteltenis voer door het gezelschap,
want het was voor het eerst, dat zij dra hertog ver
trouwelijk bij zijn naam noemde. Hij stond op.
„Bertie," zei ze tegen hem, „kom mee; ik wil, dat we
met ons drieën een poëtische wandeling maken."
Het was alsof de bittere, vreemde toon van deze
woorden dra Ierschra prins striemde. Zijn gelaat ver
wrong. Wolfram, die aan tafel was blijven zitten ra
era sigaar had opgestoken, draaide zich om ra keek
langen tijd deze vreemde groep na, die langzaam weg
wandelde.
Eerst sprak geen van drie. De aartshertogin liep
tusschen den Ier ra de geleerde in, met gebogen hoofd
en haar gelaat had die gesloten uitdrukking, die zij
alleen had, wanneer zij slecht gehumeurd was, en
waardoor zij veel ouder leek.
1.5!1 !!l. -!.i nron krt/4 r\ I AA O nn Üimühooon -i rinAtlpl IrP (TPV21 I PTT -
(Wordt vervolgd.)