No. m DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. e O o r 1 o gr, Van hot waste! oorlogsterrein. Van bat oostelijk oorlogster» Van hat zuldelii Honderd en zestiende Jaargang. 1914 DINSDAG 1 DECEMBER. VARIA. Abonnementsprijs per 3 maanden i 0.80, fr.p. post f 1.—. Ad?ertentieprijs 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij ?.h. HERffls. COSTER 5 ZOON, Voordam C 9. Telefoonnr. 3. DUITSCHLAND. J5ELGIE. Openbare Vergadering NEDERLAND. OR Rtimm©F bestaat ®5S 2 bladen. ALKMAAR, 1 December. In het Fransche communiqué van gistermiddag wordt gezegd, dat boven de hoogten van de Maas een dikke mist hangt. Dat hebben wi] met alle be scheidenheid gezegd al lang gemerkt. En wij dur ven aan deze officieele mededeeling nog wel een aan zienlijke uitbreiding geven. Heel het Westelijk oor logsterrein is weer in mist gehuld. Er staat wat te ge beuren, heeft men ons al dagen lang verkondigd. Uit Fransche en Engelsche bronnen hebben wij gehoord van nieuw geconstrueerde onderzeeërs, gepantserde en van snelvuurgeschut voorziene motorbooten, welke te Zeebrugge zouden liggen, van gepantserde auto's en zware stukken geschut, die in Vlaanderen zouden zijn aangekomen, van groote troepenmassa's met B runs wij ker paardenvolk, van genie- en pontonniers- expe dities. Duitsche bronnen laten met betrekking tot dit alles geüeimzinnigheden los, geven te verstaan, dat er wat in voorbereiding is, maar zijn overigens Indisch doof-stom. En de Duitsche overheid sluit zoo zorgvuldig mogelijk het bezette Belgisch gebied van de buitenwereld af. Het eenige, dat men hoort, is het hevige geschut van de Engelsche vloot voor de haven van Zeebrugge. De eerste maal, dat deze Belgische havenplaats gebom bardeerd werd, constateerde men van Duitsche zijde, dat de sluizen en de militaire inrichtingen volkomen onbeschadigd waren gebleven en dat er geen onder zeeër was vernield. Doch gisteren hebben de Engel- schen de scheepskanonnen opnieuw op Zeebrugge ge richt. Hieruit volgt, dat zij bijzonder belang denken te hebben bij het vernielen van Duitsch materiaal al daar. Dit is dunkt ons de eenige conclusie welke op dit oogenblik in verband met al de vermelde, doch in mist gehulde, voorbereidingen geoorloofd is. En dit kan een aanwijzing zijn, dat er werkelijk voorberei dingen worden getroffen. Maar verder moet men op het oogenblik ook niet gaan. Evenzeer toch is het mo gelijk, dat al die Duitsche geheimzinnigheid geen an der doel heeft, dan belangrijke troepenverplaatsin gen van het Westelijk naar het Oostelijk oorlogsterrein te verbergen, dat de Duitschers het niet aan de groote klok wil hangen, hoe zwak men thans wel is in Bel gië, dat men overigens door een oorlogscontributie van 375 millioen fres. benevens nog de aanzienlijke plaat selijke heffingen, zwaar treft, zoodat het niet behoeft te verwonderen, dat het, gelijk te Antwerpen, tot wrij vingen tusschen de burgerlijke en de overheerschende mtlilaire overheden is gekomen. De mededeeling in het Fransche communiqué „In België bleef de vijand bij zijn verdedigende houding", geeft wel steun aan deze laatste veronderstelling. Is toch deze mededeeling juist, hebben de Duitschers een verdedigende houding aangenomen, dan is dit tien te gen één, een bewijs, dat zij daar op het oogenblik zwak zijn. Wanneer de verbondenen aanvallend kunnen op treden, dan is daarmede één der voorwaarden vervuld om hun tegenstander uit het veroverde gebied, waarop hij zich tot dusverre heeft gehandhaafd, terug te drin gen. Het offensief alleen is echtar niet voldoende zal het tot het beoogde doel leiden, dan moet het krach- en machtig zijn. Bezit het deze beide eigenschappen niet, dan geeft het aanvallend optreden nog niemendal zooals de talrijke vergeefsche Duitsche pogingen om de vijandelijke linies terug te werpen of er door heen te breken hier en elders voldoende hebben bewezen. Het pas ontvangen latere Fransche communiqué doet nog eens zien, dat de Duitsche verdedigende po sitie zich alleen tot België "bepaalt, daar de Duitschers ten noorden van Atrecht (Arras) aanvallen hebben ge daan, die (natuurlijk) geen resultaat hebben gehad. In een officieel Fransch weekoverzicht wordt de dikwijls gehoorde meening zelfs onderstreept, dat de Duit schers zich uitputten door machtelooze en te weinig krachtige aanvallen. Een griezelige episode uit den strijd wordt verder uit Fransch-Engelsche bron ge meld: Duitschers stonden aan één zijde, Franschen aan de andere van een kerkhof. De Franschen groeven er een gang onder, de Duitschers deden desgelijks en zoo had er weldra een bloedige ontmoeting onder de graven plaats, waarbij de grafkelders, waaruit de lijk kisten waren weggenomen, als verschansingen dienst dedenl De Engelsche bladen melden met ingenomenheid, dat Koning George zich thans aan het front in Noord- Frankrijk bevindt, waar hij door zijn zoon, den Prins van Wales, werd begroet. Het is honderd en zeventig jaar geleden, dat een Engelsch monarch een vastelands slagveld bezocht Koning George II heèft in 1747 in Beieren tegen de Franschen gevochten en die verslagen. Met dit al weten we omtrent den toestand op het Westelijk oorlogstooneel, gelijk hij thans is en gelijk hij zich weldra zal kunnen ontwikkelen, bitter wei nig, en daarin zal geen verandering komen, zoolang niet de mist, die er boven hangt, weggetrokken isl Op het Oostelijk oorlogstooneel verwacht men, zoowel in Rusland als in Duitschland, groote dingen. Alleen in Oostenrijk zal men wel niets te hopen en enkel te vreezen hebben. Het begint er voor Krakati bedenkelijk uit te zien, ook al hechten we thans, zoo min als eenigen tijd geleden, eenig geloof aan de Ita- liaansche berichten, die ons komen vertellen, dat de Russen de forten der stad al beschieten, dat de grana ten in den binnensten vestinggordel ontploften, dat een der voorsteden in brand jgeschoten is, enz. enz. Maar wanneer men de door den Russischen genera- len staf genoemde plaatsen op de kaart nagaat blijkt, dat de Russen hun vingers al aardig dicht bij den „sleutel van Silezië" uitsteken en dat deze Galicische stad het lot van die andere, Przemysl, n.l. belegering, spoedig te wachten staat. Vandaar, dat de Oostenrij kers o. i. slechts te vreezen hebben en niet te hopen. Bovendien trekken de Russen nu over de Karpathen verder, terwijl ze gedurende de eerste helft van No vember reeds 50.000 man en 600 officieren van het Oostenrijksche leger krijgsgevangen maakten. Anders staat het echter tusschen de Russen en de Duitschers in Polen, waar beide partijen nog te hopen hebben en waar de strijd gaat tusschen tactische over macht en strategisch overwicht, eenvoudiger gezegd tusschen troepen-meerderheid en hoogere militaire be kwaamheid. Een belangrijke overwinning laat hier nog steeds op zich wachten, maar er wordt in elk ge val hardnekkig om gevochten. In het laatste bericht van den Russischen generalen staf wordt nog eens na- drukkeUjk gezegd: „de hardnekkige gevechten in de richting van Lowitz duren voort", en het laatste Duitsche communiqué is hiermede niet in strijd. Dit is wel het beste bewijs, dat er geen definitieve resulta ten zijn bereikt, dat er nog niets beslissends op het Poolsche oorlogsterrein heeft plaats gehad en dat er voor beide partijen nog op een zege te hopen valt, hetgeen wij trouwens ook reeds een week geleden, toen velen meenden, dat de beslissing gevallen was, hebben aangenomen. Uit Hoek van Holland bereikt ons even voor het af drukken van dit blad het bericht, dat een Engelsch oorlogsschip draadloos gevraagd heeft te mogen bin- nenloopen. Blijkbaar heeft het te veel averij bekomen (op een mijn gestooten?), om een eigen haven te be reiken, maar is het niet dusdanig ontramponeerd, dat het niet meer door eigen kracht verder zou kunnen va ren, zoodat de commandant liever schip en bemanning wil laten intemeeren dan omkomen. Officieel ia het bericht daarna ongegrond verklaard. DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué van gistermiddag 3 uur meldt: „In België is de vijand niet anders dan de fensief opgetreden, zijn kanonvuur was slechts zwak. Wij zijn op eenige punten vooruitgekomen. Rondom Fay handhaven wij ons krachtig op de bezette punten. De stad Soissons werd met tusschenpoozen bescho ten. In Argonne werden verschillende aanvallen door ons afgeslagen. Er hangt een dikke mist boven de hoogten van de Maas. In Woëvre beschoot de vijand het bosch van Apré- mont, echter zonder resultaat. Officieel werd gisteren, zooals we reeds in een deel van ons vorig nummer meldden uit het groote Duit sche hoofdkwartier geseind: Van het Westelijk oorlogsterrein is niets te melden. KONING GEORGE NAAR HET OORLOGSTERREIN. Officieel werd te Londen medegedeeld, dat koning George Zondagavond naar Frankrijk is vertrokken om een bezoek te brengen aan het hoofdkwartier van het expeditionnaire leger. DE STRIJD AAN HET OOSTERFRONT. Officieel werd gister, zooals we reeds in een deel onzer vorige oplaag meedeelden, uit het groote Duit sche hoofdkwartier gemeld: Op het oostelijk oorlogstooneel mislukte een poging van sterke Russische troepen, om de Duitsche verster kingen oostelijk van Darkehmen te overvallen; de Russen werden met zware verliezen afgeslagen. Een deel der aanvallers, eenige officieren en 600 man wer den door de Duitschers gevangen genomen. Ten zuiden van de Weichsel leidde de gisteren ge melde contra-aanvallen tot belangrijke resultaten. Achttien kanonnen en meer dan 4500 gevangenen vie len in Duitsche handen. In Zuid-Polen is niets bijzonders voorgevallen. Het officieele Oostenrijksche bericht meldt: In het noorden had gisteren niets belangrijks plaats. DE STRIJD IN SERVIë. Officieel wordt uit Weenen bericht: Op het zuide lijk oorlogstooneel duren de gevechten voort. Gisteren werd het hardnekkig verdedigde punt Soevobor aan den weg Waljewo-Catjak na hevige gevechten stormen derhand genomen. In het geheel zijn gisteren 1254 man gevangen ge nomen en 14 machine-geweren buitgemaakt. Te Uzice zijn veel wapens en munitie gevonden. IN DEN KAUKASUS. De tegen Batoem march eer ende troepen trekken vol gens een bericht uit Konstantinopel aan het „Berliner Tageblatt", zegevierend verder. Volgens de laatste mededeelingen van het Turksche hoofdkwartier, staan de Turken nog slechts 10 K-M. afstands van Batoem, ten zuidoosten van de stad, nabij Archara. De poging der Russen om aan de monding van den Tsjoeroek troepen te ontschepen werd door de Turken verijdeld. DE AUDACIOUS VERGAAN? Nog steeds is van Britsche zijde geen tegenspraak gekomen van het gerucht als zou de superdreadnought „Audacious" einue October in het noorden van Schotland vergaan zijn. In verband met dit gerucht en met het uitblijven van tegenspraak, deelt een lezer aan de N. Ct. mede, dat men hem m een brief uit Syraouse, in den staat Nieuw-York, die gedagteekend was 15 November, schreef: „E>e courant van heden deelt als een feit me de, dat de Britsche superdreadnought „Audacious" in den grond is geboord. De courant van Vrijdag (13 Nov.) zeide, dat het schip op het strand was gezet". In een telegram van „Korr. Norden", werd ook reeds mededeeling gedaan van het gerucht, dat het schip op h testrand zou zijn gezet. Dat het bericht, den 24sten eerst in Europa ver spreid, reeds den 13en in Amerika rondging, is voor zeker merkwaardig, zegt het blad. HET LEGGEN VAN MIJNEN ONDER NEUTRALE VLAG. Het Wolff-bureau meldt uit Christiania: De Noorsche trawler „Nestor", die door een En gelsch oorlogsschip bij Fleetwood is aangehouden en opgebracht onder beschuldiging onder neutrale vlag ten noorden van Ierland Duitsdhe mijnen te hebben gelegd, i8 het eigendom van een Noorsche reederij, die echter grootendeels met Engelsch kapitaal werkt. Het schip was door de firma FrankBarret te Grimsby gecharterd. Er kan dus geen sprake van zijn, dat het voor Duitschland mijnen strooide. EEN INTERVREUW MET DEN KROONPRINS. Een Amerikaansch journalist heeft een onderhoud gehad met den Duitschen Kroonprins, waarin de kroonprins o.m. zei„Ik had vele vrienden in Amerika, en ik geloof dat ik er daar nog wel enkele heb. Ik heb vele vrienden in Engeland, of liever die had ik!" Toen voegde hij er langzaam aan toe. „U moet mij eens vertellen, wat men in Amerika van mij denkt." Toen hij zag dat de journalist even aarzelde, zeide hij: „Ik hoor graag de waarheid." „Uwe Hoogheid wordt meestal voorgesteld als Kriegshetzer, het hoofd van de oorlogspartij, het sym- b van het militairisme." „Ja, dat weet ik, de Engel sche pers gaat nog verder en beweert dat ik steel." Het hoofd schuddend zei hij daarop„Gelooven de men- schen werkelijk dergelijke dingen van mijacht men mij in staat van diefstal of gelooft men, dat ik verlof zou geven Fransche huizen te plunderen. Het is een voudig krankzinnig, wat Engelsche couranten vertel len van mij en van de Duitschers. Hoe vaak heb ik nu al volgens die couranten zelfmoord gepleegd? Hoe vaak ben ik al gewond? Nog onlangs heeft men ver teld, dat ik een nederlaag had geleden aan het Russi sche front. Het zou belachelijk zijn en amusant, als ik niet wist, dat de publieke opinie daardoor misleid #de- zen oorlog zou hebben aangezet, ik kan alleen maar be treuren dat men mij niet beter kent. Er is geen oor logspartij in Duitschland, en die is er nooit geweest. Ik geloof, dat de wereld begint te begrijpen, dat, in- zooverre Duitschland hierbij betrokken is, dit geen oor log is van een of andere mythische militaire partij, maar van geheel het volk; de schitterende eenheid en solidariteit van Duitschland moet dat toch bewijzen. Het gepraat over militarisme is een in Engeland uitgevonden frase, waarmee men poogt de heele we reld tegen ons in het harnas te jagen." De Kroonprins lachtte hartelijk, toen de correspon dent hem vertelde van de Russische berichten, als zou de Keizer onlangs bijna gevangen genomen zijn bij Warschau. „Dat moest ik vader vertellen, daar zal hij pleizier in hebben." De Kroonprins sprak met de grootste waardeering van den moed der Fransche soldaten en de wijze, waarop zij worden aangevoerd: „De Fransche soldaat wordt door niemand overtroffen wat moed in het ge vecht betreft. Hij gaat op schitterend individueele wij ze te werk, en doet in intelligentie niet onder voor onze eigen soldaten, bovendien is hij in sommige op zichten wat bewegelijker en vlugger dan de Duit schers. Alleen als defensief vechter overtreft de Duit- scher hem in volharding en hardnekkigheid. Wat de aanvoering betreft, wij hebben groote bewondering voor den Franschen leider." De correspondent weerspreekt voort het praatje dat de Kroonprins alleen zo ulezen, wat voor hem werd uitgeknipt. Hij zag op zijn tafel voorname Engelsche, Amerikaansche, Fransche en Italiaansche couranten, en met bijzonder genoegen wees de Kroonprins hen op enkele caricaturen in „Puck" en „Life". De staf van den Kroonprins bestaat bijna uitsluitend uit jonge officieren. Verschillende hunner verhaalden, dat hij een bijzondere gave bezit strategische proble men op te lossen. Ik geloof niet te veel te zeggen", al dus besluit de journalist, „als ik beweer, dat de Kroonprins na dezen oorlog niet slechts een beroemd generaal maar ook een zeer populair man zal zijn." TROEPENVERPLAATSINGEN De „Tel." meldt: Te Brussel worden paspoorten voor alle richtingen geweigerd. Hettreinverkeer is ge heel en al gestaakt, terwijl op alle dagbladen beslag wordt gelegd. Men meent, dat de Duitsche legerauto- riteiten de militaire maatregelen, welke in verband met den toestand in het Oosten genomen worden, ab soluut geheim willen houden en daarom alle verkeer stil leggen. LIDEREN VAN HULLEBROECK EN RENé DE CDERCQ IN DE LOOPGRAVEN. De bekende Vlaamsche letterkundige Lod. Dosscl schrijft aan „De Tijd": te ALKMAAR. ten STADHUIZE, op Woensdag 2 December 1914, des avonds half negen. A. PEINS Azn., Voorzitter. Mr. J. VERDAM, Secretaris. Aan een brief van een V laamsch-gezinden vriend ontleen ik: „Doe ook mijn beste wenschen aan René de Clercq en zeg hem, dat alle soldaten en ziekenverplegers van Vlaamschen bloede zijne liederen zingen, zelfs met begeleiding van kanongebulder. Overal hoort men hier 's avonds in de legerplaat sen „Ruig, kuig", „Tineken van Heule", „Moederke alleen", „Kermis te Rupelmonde". Eens 's avonds, toen wij in de loopgraven de gekwetsten kwamen af halen en de springbommen dicht bij ons ontploften, zong een sergeant De C...., van D...., zijn soldaten „De Noordzee'' voor. Alhoewel het verboden is in de loopgraven te zingen, juichten de officieren zelf toe, medegesleept door den gloed van den zanger, die bij de woorden „De Noordzee blijft de onze" krampach tig zijne vuisten toeneep en daarna geestdriftig met zijn kepi zwaaide. Ik lichtte dien versregel bondig toe, daarna werd met degedmpte stem „De Vlaamsche Leeuw" gezongenToen gingen wij heen met onze gekwetsten." DE OORLOGSLEENING. Aan de Tweede Kamer is een adres verzonden door den Ned. Bond van huis- en grondeigenaren en bouw kundigen in zake de oorlogsleening. Hierin wordt er o. m. op gewezen, dat vele bouwondernemers door deze verhoogde heffingen der belastingen en hoogere kosten van hypothecaire leeningen in him bedrijf zeef zullen worden belemmerd. Adressant verzoekt daar om te willen trachten de middelen te vinden om aan zijn zeer ernstige bezwaren tegemoet te komen en eene regeling te maken, die niet een bepaald deel der bur gerij speciaal zwaarder belast. BESTENDIGING VAN. DEN STAAT VAN BELEG. In een nota, naar aanleiding van het verslag over het wetsontwerp betreffende bestendiging van den staat van beleg, deelt de regeering mede, dat, indien zij het noodzakelijk acht den staat van beleg ook uit te breiden over eenige grootere handelssteden, zij voor dien maatregel zeker niet zal terugschrikken. Zij handhaaft echter ook ten aanzien van de hier bedoelde steden haar standpunt, om niet tot de afkondiging van den staat van oorlog of beleg over te gaan, dan in ge val van besliste noodzakelijkheid. Deze omstandig heid heeft zich ten aanzien van de grootere handels steden nog niet voorgedaan. MAXIMUM KAASPRIJS. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goedgevonden, den maximum kaasprijs voor bin- nenlandsch verbruik gedurende de maand December 1914 te bepalen: A. voor den verkoop en grosvoor volvette jonge Goudsche kaas 35, voor volvette jonge Goudsche kaas met rijksmerk 37, voor volvette Goudsche Mei- en September-kaas 45 voor Edam mer Mei-kaas (+40)* 40, voor jonge Edammer kaas (+40)* 35, voor Goudsche kaas (+40)* ƒ33, voor Edammer en Goudsche kaas (+30)* voor Edam mer Goudsche kaas (+20)* 23, voor magere Edammer en Goudsche kaas 15, voor Friesche nagel kaas 18, voor Leidsche en Delftsche komijnekaas 40 per 50 Kg. B. voor den verkoop en détail: voor volvette jonge Goudsche kaas 1, voor volvette jonge Goudsche kaas met rijksmerk 1.05, voor volvette Goudsche Mei- en September-kaas 1.20, voor Edammer Mei-kaas (+40)* 1.10 voor jonge Edammer kaas (+40)* 1, voor Goudsche kaas (+40)* 0.95, voor Edammer en Goudsche kaas (+30)* 0.75, voor Edammer en Goudsche kaas (+20)* 0.65, voor magere Edam mer en Goudsche kaas 0.50, voor Friesche nagel kaas 0.55, voor Leidsche en Delftsche komijnekaas 1.10 per Kg. Hierbij wordt onder kaas, gemerkt +40, +30 of +20, kaas verstaan, die respectievelijk 40% of meer, 30% of meer of 20% of meer vet in de droge stof be vat. MAXIMUM BOTERPRIJS. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goedgevonden, den maximum-boterprijs voor bin- nenlandsch verbruik voor den verkoop en gros gedu rende de maand December 1914 te bepalen op 1,55 per Kg. bij verpakking in wit fust van 50 Kg. Bij verpakking in wit fust van 25 Kg. kan vorenge noemde prijs verhoogd worden met 1 cent per Kg. Bij verpakking in eiken fust van 20 Kg. kan vorengenoem de prijs verhoogd worden met 5 cents per Kg. Boven genoemde prijzen zijn franco station van afzending. De detailprijs van boter wordt per Kg. in maximum be paald op 1.75. Voor speciaal verpakte boter kan een verhoogde prijs worden toegestaan in overleg met het Rijks Cen traal Bureau voor den uitvoer van Boter, 42a Buiten hof 's-Gravenhage. BOTERPRIJZEN. In een te Doetinchem gehouden vergadering van di recteuren en besturen van zuivelfabrieken in den Gel- derschen Achterhoek werd besloten een adres tot den Minister van Landbouw te zenden, met verzoek den maximumprijs van boter 1.45 per K.G.) te verhoo- gen, aangezien deze prijs in verhouding tot de voeder- prijzen veel te laag is en bijgevolg het productiever mogen sterk zal verminderen. BEMIDDELING. De Nationale Vrouwenraad van Nederland heeft een adres gericht aan H. M. de Koningin, waarin H. M. wordt verzocht, zich in verbinding te stellen met de regeering der andere neutrale landen van Europa COURA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1