DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
3D e O o x* 1 o gr.
Van but westelijk oorlogsterrein.
Van bat zuidelijk oorlogsterrein.
No»
Honderd en zestiende Jaargang.
1914
VRIJDAG
11 DECEMBER.
)eze Courant wordt eiken avond, behalve op Zn" »n
Wop!Stdagenuitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
Alkmaar f0,80; franco door het geheele Rijk UI.—.
Afzonderlijke nummers 3 Cents.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentiën
D°- 0.10 5ij groot? contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V, Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
ITALIË.
ALKMAAR, 11 December.
Een belangrijke beschouwing over het westelijk
oorlogstooneel vinden we heden in het Berliner Ta-
geblatt.
Uit de operaties, zegt majoor Moraht, welke beide
partijen nu gedurende twee maanden beurt om beurt
hebben verricht, heeft zich een toestand van onwrik
baarheid ontwikkeld, die noch door ons noch door
onzen tegenstander werd beoogd.
De strategie van generaal Joffre was, sinds wij de
omgeving van Parijs verlieten, precies op hetzelfde
doel gericht, hetwelk ook de Duitsche legeraanvoe
ring wilde bereiken: omvatting en beslissing. Op
den weg naar dit doel kwamen onze tegenstanders en
wij zelf op een eigenaardig gevechtsterrein terecht,
het noordelijke Vlaanderen. Dit terrein verhinderde
door zijn gesteldheid, welke zich niet leent voor
groote leger-bewegingen, beurtelings het offensief
van ons en onzen tegenstander en ondersteunde even
zoo herhaaldelijk de verdediging van het weder-
zijdsch bezit. En alsof dit voor beide partijen in hoo-
ge mate beiemmerend werkende terrein op zichzelf
nog niet genoeg grillen had, maakten onze tegenstan
ders zijn bruikbaarheid in operatief opzicht nog ge
ringer. Dat juist de verbondenen besloten tot over
strooming van het land, moet worden toegeschreven
aan het gevoel, dat alle offensief verlamt, n.l. dat na
een succesvol oprukken tusschen Soissons en de zee
de kracht ontbreekt om ons overhoop te loopen. Zoo
hebben dus in den wintertijd beide partijen elkaar
een dubbelen strijd opgelegd, dien tegen den vijand
en dien tegen de elementen. In welke mate de natuur
krachten de plannen over en weer doorkruist hebben,
zal later de geschiedenis van dezen oorlog leeren. In
elk geval is het anders geheel vreemd aan de Duit
sche opvoeding tot den oorlog, om zich door weer
en wind ernstig te laten beïnvloeden. Vragen we,
voor wien de natuur in Vlaanderen het meest partij
kiest, dan schijnt het, alsof zij meer op de hand van
onzen tegenstander is, wijl zij zijn streven steunt, om
de beslissing te verdagen. Ik geloof, dat het onze
taak is te leeren, het goede zelfs te halen uit het
slechte terrein en het slechte weer in Vlaanderen.
Dan zullen we het voordeel kunnen waarnemen, het
welk de natuurlijke beveiliging tegen een doorbraak
ons daar biedt. De vraag is gesteld, of de verbonde
nen hier een poging tot doorbraak zullen doen. Stel
lig heeft Lord Kitchener geen brandender verlangen,
dan de Kanaalkust ongestoord te bezitten. Maar juist
Lord Kitchener heeft eens leeren inzien, wat het be
stormen van een versterkte veldstelling beteekent.
Toen den 18den Februari 1900 de aanval van zijn
brigade Hooglanders op Paardeberg door het vuur
der Boeren mislukte, zeide hij: „Wanneer ik gister
morgen had geweten, wat ik vandaag weet, zou lk
de Boeren niet aangevallen hebben, omdat dit een
voudig tegenover het moderne geweer onmogelijk ia."
En wat beteekende Paardeberg en de wapentechniek
destijds, vergeleken bij Yperen en Dixmuiden thans!
Thans heeft dezelfde generaal als opperbevelhebber
van de Britsche landmacht het verbloeden van zijn
moeielijk aan te vullen leger in het Yser-gebied sinds
weken waargenomen. Er moet hem wel een woord
van den toenmaligen commandant der brigade Hoog
landers in zijn geheugen zijn opgekomen: „Wat
dappere mannen kunnen doen, doen de Hooglanders,
maar het schijnt, dat er zekere wetten zijn, welke de
juiste grenzen der verliezen bepalen, welke een troe-
men-massa van beschaafde soldaten kan lijden."
Maar Engeland heeft ook onbeschaafde en half-be-
schaafde soldaten aan het front. Zeker. Ook Fran-
schen, die tot de jeugd toe zullen worden geëxploi
teerd. Maar voor allen geldt dezelfde wet en de
Britsche hulptroepen missen de innerlijke stuwkracht,
welke tot overschrijding der verliesgrenzen drijft
Zulk een kracht zullen de Engelschen bij hun vijan
den erkennen.
Daarbij komt de zeldzaamheid van een poging tot
doorbraak. Generaal-majoor v. Wenninger zeide in
een studie over de doorbraak als een vorm der beslis
sing: „Gelukte tactische doorbraken zijn te tellen. Zij
gelukken alleen dan, wanneer zij goed georganiseerd
als een eenheid, over groote frontbreedte of wel als
een verrassing op een dekkend terrein worden inge
leid en door artillerie en door nakomen van reserves
voldoende worden gesteund" Aan de laatste eischen,
zegt de heer Moraht verder, kan worden voldaan,
maar de eerste voorwaarden ontbreken in Vlaande
ren. Als een eenheid kunnen de verschillende volke
ren van Engeland zich niet laten leiden, omdat zij
zoo ongelijksoortig zijn. „In groote frontbreedte"
door te breken gedoogt 't terrein van 't Ysergebied
niet. Daar bloeit de wegen-, spoorwegen- en bruggen-
tactiek en wordt elke troepen-ontplooiïng samengere-
gen. De verrassing is 'n probleem geworden. Vlieg
machines, mijnen, zoeklichten en telefonen sluiten ver
rassende handelingen bijna uit. Dekkend terrein ont
breekt langs den Yser. Wat het artillerie-vuur heeft
laten staan, komt voor een groote doorbraak evenmin
in aanmerking als de aanwezige perceelen bosch. Zoo
valt uit vele omstandigheden af te leiden, dat de toe
stand van operatieven stilstand door onzen tegen
stander op het krijgstooneel in Vlaanderen niet zal
worden onderbroken.
Aldus majoor Moraht. Zijn beschouwing kan tot
beter begrijpen van den staat van zaken bijdragen,
omdat de lezer voor zichzelf gemakkelijk kan aan
vullen, hetgeen er aan ontbreekt om haar onpartijdig
te maken. Vooral geldt dit natuurlijk ten opzichte
van de voorwaarden voor een doorbraak. Waar er de
laatste dagen herhaaldelijk een Duitsche poging tot
doorbraak is gewaagd, heeft het zijn nut in beknop-
ten vorm te weten, wat daaraan vast zit.
Voorloopig blijft het in het Westen bij gedeeltelij
ke aanvallen over en weer.
Een Belgisch correspondent meldt ons, dat na de
verovering van Paschendaele nu ook te Staeden de
Engelsche vlag waait. Was dit bericht juist, dan zou
het een belangrijke winst voor de Engelschen betee-
kenen. Immers ligt Paschendaele halfweg Yperen-
Rousselaere, Staeden is reeds tusschen laatstgenoem
de plaats en Dixmuiden gelegen en verschillende
„steenwegen" komen er samen. Maar wij meenen ern
stig te mogen twijfelen aan de juistheid van dit be
richt, zoolang het niet officieel bevestigd is de
officieele communiqué's hebben immers ook nog
nooit melding gemaakt van de verovering van Pa
schendaele!
Belangrijke veranderingen hebben er overigens aan
het front niet plaats gehad. De verbondenen maken
echter nog steeds melding van kleinere overwinnin
gen. Vooral in het Argonnenwoud wordt voortdu
rend gestreden misschien omdat een overwinning
daar, waar immers de toekomstige Duitsche Keizer
staat, dubbel zou wegen?
Om eens een denkbeeld te geven van de positie
verandering, welke er, zonder dat er groote wijzigin
gen plaats hebben, zoo ongemerkt intreedt, laten wij
hier eenige aan een Engelsch blad ontleende dia
grammen volgen, welke doen zien, hoe. de vier ver
schillende posities van de verdediging van de Fran-
sche vesting Verdun, zoo belangrijk voor den loop
der krijgsverrichtingen, zijn geweest.
NW
Verdun
ZW
Verdun \ZO
'ZW
I Bar le Due
W Varennes
St. Menehould
Verdun
O
Daar de stad eerst van het noorden en van het oos
ten uit werd bedreigd, was de eerste positie van het
verdedigende leger een rechte linie, loopend van het
noordwesten naar het zuidoosten. Toen in het laatst
van Augustus de legers der verbondenen in het wes
ten terugweken, moest dit leger zorgen, dat het zijn
verbinding daarmede behield hoe dit geschiedde
geeft de tweede figuur aan. Een bocht naar het zuid
westen was noodzakelijk en toen het leger van den
Kroonprins verder doordrong, moest deze afwijking
tot aan Bar le Due verlengd worden. Maar toen de
Duitschers in het noorden der Argonnen teruggesla
gen werden, nam het Fransche Verdun-leger de posi
tie in, die in nummer vier is aangegeven.
Men begrijpt, dat dergelijke positie-veranderingen
maar niet van vandaag tot morgan tot stand komen.
En men begrijpt dus ook, dat er heel wat geschiedt,
eiken dag opnieuw, zonder dat de officieele commu
niqué's er melding van maken. Men is licht geneigd,
dit uit het oog te verliezen en daarom was het
goed, dit eens aanschouwelijk voor te stellen!
Gaat het in het Westen ongemerkt, in het Oosten
komen de veranderingen veel sneller, we zouden
haast zeggen veel dramatischer tot stand. In hetgeen
op het Oostelijk oorlogstooneel geschiedt zit om
een tooneelterm te bezigen veel meer actie. Daar
zijn de voorwaarden voor een doorbraak aanwezig.
De Duitschers hebben op groote schaal doorbre
kingspogingen gedaan, ten deele zijn deze niet
vruchteloos gebleven, doch een beslissing is nog
geenszins behaald. Wij hebben er reeds meer dan
eens op gewezen, dat op verschillende plaatsen in
Polen voor de Russen gevaarlijke toestanden zijn ont
staan, maar zij hebben zich blijkbaar steeds voldoen
de weten te herstellen, zoodat zij wel tot een verde
digende houding werden gedwongen, maar aan den
anderen kant de Duitschers en Oostenrijkers niet in
staat zijn de verwachte vruchten van hun overwin
ningen te plukken. Doch uit het laatste Russische
legerbericht blijkt, dat de troepen van v. Hindenburg
maar steeds door blijven aanvallen. En het staat te
bezien, of de Russen aan dezen onafgebroken volge
houden druk wel lang weerstand kunnen bieden.
De Engelschen hebben nu ook de „Neurenberg" in
den grond geboord, zoodat er van het Duitsche es-
Küder aileen nog maar de „Dresden" over is, die wel
dra hetzelfde lot zal moeten ondergaan. De Engel
sche marine-staf blijft het zwijgen verder bewaren en
de Engelsche pers wijst er enkel op, dat de Engel
sche schepen in betere conditie verkeerden dan de
Duitsche, dat de strijd met beter materiaal aange
bonden werd en dat het succes wijst op de aanpas
sing van geschikte middelen aan het nagestreefd doel.
Een kleine verschrijving van gisteren herstellende,
deelen we nog even mede, dat ook nog de kruisers
„Bremen" en „Karlsruhe" en de hulpkruisera „Kron-
prinz" en „Eitel Friedrich" de zee onveilig maken,
zoodat de Engelsche, Fransche, Japansche en Russi
sche oorlogsschepen ook deze nog moeten vernieti
gen, voordat elke bedreiging van handelsschepen
weggenomen is.
De Engelsche vreugde over het belangrijke succes
bij de Falkland-eilanden is eenigszins getemperd
door berichten, volgens welke Duitsche onderzeeërs
tot tweemaal to# tevergeefs gepoogd zouden heb en
de haven van Dover binnen te komen. De berichten,
welke te Londen groote opgewondenheid veroorzaak
ten, zijn door den censor doorgelaten met de toevoe
ging, dat de admiraliteit geen bevestiging had ont
vangen.
Te Berlijn weet men natuurlijk weinig bijzonders
omtrent den slag bij de Falkland-eilanden. Men prijst
de schepen, die zonder communicatie-middelen, zon
der beschermende havens, zonder dokken, eenige
maanden buiten de handen der vijanden zijn gebleven
en vereenigd slag hebben kunnen leveren, en men
geeft te verstaan, dat Engeland wel geen nauwkeuri
ge gegevens over de samenstelling van het Engel
sche eskader en over het verloop van het gevecht zal
geven 1
Beijer's lijk is gevonden. In de kracht van zijn le
ven heeft een groot man een droevig einde gevon
den. De „Times" meent, dal: deze dood te genadig is
voor iemand, die zulk een schandelijk verraad pleeg
de. Botha heeft zich echter meer verzoeningsgezind
over de deelnemers aan den opstand uitgelaten.
Engelsche geruchten uit Rome voor officieuze vre
desvoorstellen van Oostenrijk aan Servië zullen we
maar laten voor wat ze zijn geruchten.
Uit Berlijn seint men eenigszins zegevierend, dat
Roemenië aan de verbonden mogendheden geweigerd
heeft Servië te hulp te komen.
DE SLAG BIJ DE FALKLAND-EILANDEN.
Reuter meldt uit Londen: De Duitsche kruiser
„Nümberg" is op den 8sten December tot zinken ge
bracht
De vervolging van de „Dresden" wordt voortgezet
Officieel wordt nog gemeld in aansluiting van het
gisteren door ons meegedeelde bericht:
De zeeslag duurde vijf uren met eenige tusschen-
poozen.
De „Scharahorst" zonk na drie uur, de „Gneise-
nau" twee uur later.
De lichte Duitsche kruisers verspreidden zich,
maar werden vervolgd door Engelsche lichte krui
sers en pantserkruisers.
Geen enkel Engelsch schip moet verloren zijn ge
gaan.
Uit Berlijn wordt officieel gemeld: Volgens een. of
ficieel Reuter-bericht uit Londen werd ons kruisers
eskader op den 8sten December te 7% uur 's ochtends
in de nabijheid der Falkland-eilanden door een En
gelsch eskader, onder bevel van .vice-admiraal Stur-
dee, aangevallen.
Volgens hetzelfde bericht zijn in het gevecht de
„Schamhorst", „Gneisenau" en de „Leipzig" gezon
ken en twee kolenschepen in handen van den vijand
gevallen..
De „Dresden" en de „Nümberg" zijn ontkbmen,
maar .worden, volgens het bericht, nog achtervolgd.
Onze verliezen schijnen zwaar te zijn.
Een aantal overlevenden van de gezonken schepen
werden gered.
Omtrent de sterkte van den vijand, die slechts ge
ringe verliezen zou hebben geleden, bevatten de En
gelsche berichten niets.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche communiqué van gistermiddag meldt:
De dag van gisteren is kalm voorbijgegaan in Bel
gië en in de buurt van Atrecht.
De Franschen zijn eenige honderden meters voor
uitgegaan in de streek van Quesnoy.
- De Fransche artillerie heeft nog steeds de overhand
over de Duitsche aan de Aisne en in Champagne en
heeft de Duitschers genoodzaakt eenige loopgraven
bij Reims te ontruimen.
De Franschen maken nog voortdurend vorderingen
in Argonne en hebben daar nog eenige loopgraven
genomen.
Zij hebben zes tegenaanvallen afgeslagen. Het ter
rein, door de Franschen genomen, wordt overal ver
sterkt.
Officieel werd gisteren uit het Duitsche groote
hoofdkwartier gemeld:
In de streek van Souain bepaalden de Franschen
zich gisteren tot heftig artillerievuur. Een hernieuw
de aanval, aan den oostelijken rand van het Argon
nenwoud, door de Fransdien ondernomen op Vau-
grois en Boureuilles, kwam niet vooruit, doch werd
gekeerd door het vuur onzer artillerie. De vijand
leed klaarblijkelijk groote verliezen.
Drie vijandelijke vliegers wierpen gisteren op de
open, niet in het operatiegebied liggende stad Frei
burg in Baden tien bommen; schade werd niet aan
gericht.
Dit wordt slechts gemeld, om het feit vast te Btel-
len, dat opnieuw, zooals meermalen in dezen oorlog,
in een „open, niet in het operatiegebied liggende
stad", door den vijand bommen werden geworpen.
DE STRIJD AAN HET OOSTERFRONT.
Officieel werd gisteren uit het Duitsche hoofdkwar
tier gemeld:
I en oosten van de Masoerische meren had een ar
tilleriegevecht plaats.
In Noord-Polen werd, op den rechter Weichsel-
oever, door een daar opereerende Duitsche colonne,
de stad Przdcnyse in storm genomen. Daarbij werden
600 gevangenen en eenige mitrailleurs genomen.
Op den linkeroever der Weichsel wordt de aanval
voortgezet.
In Zuid-Polen werden de Russische aanvallen af
geslagen.
Uit Weenen werd officieel geseind:
De dag van gisteren is aan ons front in Polen
kalm verloopen. Een enkele nachtelijke aanval der
Russen in de streek ten zuid-westen van Novo Ra-
domsk werd afgeslagen.
In West-Galicië hebben beide tegenstanders een
aanzienlijke strijdmacht in het veld gebracht Tot
dusverre zijn hier meer dan 10,000 Russen gevangen
genomen. De slag duurt heden nog voort.
Onze operaties in de Karpathen hebben reeds ge
leid tot herovering van groote gedeelten van ons ei
gen gebied.
DE STRIJD IN SERVIë.
Van het zuidelijk oorlogstooneel wordt van 9 De
cember officieel uit Weenen gemeld:
Een deel van onze troepen in Servië stiet westelijk
van Milanovitsj op sterke vijandelijke strijdkrachten
en kon dus niet voortdringen. Om voor den begon
nen vijandelijken tegenaanval uit te wijken kregen en
kele afdeelingen last naar gunstiger gelegen terrein te
trekken.
Zuidelijk van Belgrado maakt ons offensief vorde
ringen. Op 8 December werden in het geheel twintig
kanonnen en een zoeklicht buit gemaakt. Er werden
vele krijgsgevangenen gemaakt.
DE BEQROOTINO.
Bij de beraadslagingen in het parlement, lichtte de
minister van financiën Carcano, de financieele plan
nen toe. De begrooting 1913/1914 wijst een saldo te
goed van 19 millioen. De vermeerdering der uitga-
Ven voor 19141915 betrof bijna geheel de militaire
V
AiRSCHS COURANT