DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Ei e O o r 1 o Van bat oostelijk oorlogsterreln. Van bat zuidelijk oorlogsterrein. Noo m Honderd en zestiende Jaargang. 1914 RbonnementsprQs pet Standen f 0.80, fr.p. post 11.—. Advertentieprijs 10 ct. p. tegel, groots letteis naai plaatstoimte. Brieven ft. N. V. Boek- en flandelsdtikkoiii ï.b. HERBIs. COSTER 4 ZOON, Voordam C 9. Tetefooom. 8. WOENSDAG 16 DECEMBER. ENGELAND. PORTUGAL. DUITSCHLAND. ALKMAAR, 16 December. Afgaande op de berichten van heden, zou men zeg gen, dat er in Vlaanderen weer heviger gevochten wordt. De verbonden legermachten hebben een ge- combineerden aanval gedaan op de lijn Hollebeke Wyteschaete, welke volgens het Engelsche communi qué het Londensche persbureau heeft heden zijn stilzwijgen der laatste dagen verbroken heeft ge leid tot het nemen van verscheiden Duitsche loopgra ven en gevangenen en tot 't maken van vrij aanzien lijke vorderingen. Het latere Parijsche communiqué verklaart, dat deze terreinwinst gehandhaafd werd niettegenstaande heftige Duitsche tegenaanvallen. Hollebeke ligt ongeveer een uur gaans zuid-ooste lijk van Yperen, Wytschaete zoowat drie kwartier van Hollebeke aan een straatweg naar Yperen, die precies zuid-noord loopt, terwijl ook deze afstand een uur gaans bedraagt. De Daily Chronicle meldt, dat bij de jongste ge vechten hier 24000 man gesneuveld zijn. Maar ook ten noorden van de stad wordt geducht gestreden. Het genoemde blad zegt, dat de ^ond^e- ïiooten voorwaarts trokken onder dekking van hun zwaar geschut en stootten op krachtigen tegenstand bij Moorslede (aan den spoorweg Yperen—Roesse- laere). De Duitschera openden een heftig vuur uit ge pantserde wagens, zoodat de bondgenooten moesten terugtrekken en het verband herstellen. De Duitschers rukten voort tot Zonnebeke, waar het terrein bosch achtig is. De bondgenooten, die stelling hadden ge nomen op de heuvels bij Gheluwe, (ten oosten der stad) brachten den aanval tot staan, rukten daarna voorwaarts en wisten nogmaals Moorslede te berei ken, waar het station vroeger reeds zwaar bescha digd was geworden door het vuur van de bondge nooten. De vijand was niet in staat het dorp te hou den en moest terugtrekken. De aanvallen van de Duitschers op Poelcapelle, Passchendaele, Langemarck en Bixschoote mislukten alle. Hier en daar kwam het tot gevechten van man tegen man. Om de veel genoemde en zwaar geteisterde 1 stad wordt dus opnieuw gevochten. Hoe hevig de strijd daar wel is, blijkt uit een veldpostbrief van een Duitsch infanterie-officier, welke in het Tageblatt is verschenen onder het hoofdje „de dood van Yperen". „De oogst, die de dood bij ons en onze tegenstanders hier gemaakt heeft, zoo schrijft deze officier, „wekt de herinnering aan den tijd van verschrikking, die de stad Yperen en haar omstreken voor vijf eeuwen heeft beleefd, toen de pest de twee-honderd-duizend inwo ners tot een tiende verminderde. De „dood van Ype ren" heeft destijds zoo vreeselijk gewoed, dat hij thana nog in België en Nederland spreekwoordelijk is. Wanneer een van de vele vluchtelingen, die we op alle groote straatwegen tegenkwamen, er erg ellendig en beklagenswaardig uitzag, hoorde ik vaak de inwo ners zeggen: „die ziet er uit als de dood van Yperen En thans maait de dood sinds bijna twee maanden weer rondom deze buitengewoon schoone tot voor kort buitengewoon schoone Nederduitsche stad. En na nogmaals vijfhonderd jaren zullen ze in Vlaan deren en Brabant, in Henegouwen, in Limburg, Hol land en Zeeland, nog altijd van den dood van Yperen spreken; men zal dan echter niet meer den dood van 1358 maar dien van 1914 bedoelen. En ondanks dezen verschrikkelijken Dood houden we vol en ik moet ten aanzien van het werk, dat wij, infanteristen, hebben gedaan, en dat ons nog te wach ten staat, denken aan de woorden van een onzer dienstvoorschriften: „De infanterie is het hoofdwa pen. In samenwerking met de artillerie dood zij door haar vuur den vijand. Zij alleen breekt diens laatsten tegenstand. Zij draagt den zwaarsten last in den strijd en brengt de grootste offers. Daardoor lacht haar echter ook den grootsten roem toe...." Aldus de Duitsche officier. Toevallig lazen we van middag ook een historische herinnering in verband met Yperen door een Engelsch oorlogscorrespondent verteld. De heer Philip Gibbs heeft het in de Daily Chronicle over „geesten in Vlaanderen". Waar de granaten nu over Yperen rumoeren, de schoonheid van de lakenhal vernietigen, de oude Vlaamsche hui zen aan weerszijden van de markt tot puin maken, kunnen, door wie er oog voor heeft, zegt hij, geesten worden ontwaard van de Engelschen; de voorvade ren, die hier eeuwen geleden streden, van de officie ren, die nu in Vlaanderen vechten, kenden eiken duim gronds van wat wij nu noemen het front van Reims tot Nieuwpoort. Zij reden onder hun banieren over de lage landen van Vlaanderen, zij richtten feestmalen aan in de groote hallen, die nu onder den Germaan- schen adelaar tot ruïnes zijn geworden, zij bestorm den de poorten van vele der steden, welke thans vol zijn van Britsche soldaten en met de ridderlijkheid van den middeleeuwschen adel deden ze menige dap pere en edele daad op denzelfden bodem, waarop de manschappen onder sir John French de oude tradities van hun geslacht met niet minder moed hoog gehou den hebben. Maar overeenkomstig de wijze van oor logvoeren, nog steeds gevolgd door Duitsche officie ren en soldaten (maar laat ons voorzichtig zijn met onze beschuldigingen, want onze beurt van vechten op vijandelijk grondgebied komt ook) plunderden zij het land, waar zij doortrokken, verbrandden ze hoe ven en hutten der bewoners, stalen het voedsel, roof den het geld, zoodat er verslagenheid en honger was, waar het Engelsche leger was geweest Het was lord Henry Spencer, bisschop van Norwich, die het beleg voor Yperen sloeg in de dagen, toen de Engelsche pijlen schriller floten dan de moderne gra naten. Dag aan dag, schrijft Froissart, de Fransche historicus, (het was vóór de censuur, merkt de cor respondent boosaardig op), werd de aanval herhaald, maar de stad hield stand. Toen de Engelschen begre pen, dat zij haar niet stormenderhand konden nemen en ontwaarden, dat ze al hun materiaal verschoten hadden, besloten ze takkenbossen te maken en daar mee de grachten te vullen, zoodat zij man tegen man met het garnizoen konden vechten, de wallen konden ondergraven en zich aldus toegang verschaffen. Iede re weg, iedere dijk rondom Yperen was in die dagen gedrenkt met Engelsch bloed en nu vloeit het Engel sche bloed weer in denzelfden bodem. De oude kleur en fleur zijn van het tegenwoordige spel des doods verdwenen, maar dezelfde geest heerscht nog als in dien tijd, vijfhonderd jaren en langer geleden. Langs de velden van Vlaanderen brengt de wind een oude kreet: „St. George van En geland", duizend ridders van weleer brengen de man nen een groet, die thans hun leven wagen voor Enge- land's eer, de Zwarte Prins licht zijn vizier en kust het zwaard, gedragen door Eduard, Prins van Wa les, die schrijdt over dezelfde velden van roem en bloed..... Niet slechts om Yperen, doch ook in de buurt van Verdun wordt hevig gestreden. Volgens het Duitsche communiqué trachtten de Franschen tot viermaal toe de Duitsche stellingen ten zuiden van St. Mihiel stor menderhand te veroveren, maar werden ze telkens onder hevige verliezen teruggeslagen. Ook in de Vogezen worden ernstige gevechten ge leverd. Dat Sennheim (ten Oosten van Than) in den Elzasé werd heroverd, wordt ook in het Fransche communiqué toegegeven. Volgens de laaatste berichten wordt ook weer he vig gevochten om Nieuwpoort, aan welken strijd thans ook weer de Engelsche oorlogsschepen deelne men. Herhaaldelijk kan men lezen, dat de beslissende strijd in dezen oorlog op het Oostelijk krijgstooneel zal worden geleverd. Lukt het den Russen de Duit schers beslissend te verslaan, dan is natuurlijk het pleit voor Duitschland verloren. Maar leveren de Duitschers den Russen in het Oosten een beslissenden slag, dan zouden zij in het Westen ook met hun te genstanders kunnen afrekenen. Dat de bondgenooten nog altijd den uitslag van den strijd in het Oosten van het allergrootste belang houden, blijkt uit het geen de militaire medewerker van de Engelsche Ti mes over den toestand aan het Oostelijk front schrijft. Hij is van meening, dat de Russen er niet in geslaagd zijn Polen van de Duitschers te zuiveren, omdat zij aiet over goede verbindingen beschikken. Het ont breekt hen niet aan manschappen of aan moed, maar aan spoorvveglijnen, zoo betoogt hij. Hij vreest, dat dit euvel, nu het in Polen zelf reeds aan den dag is gekomen, zich nog sterker zal doen gevoelen, wan neer de Russische legers opnieuw aan de grens van Silezië zullen staan. Twee Russische legers zijn nu al teruggedreven, beide malen met zware verliezen het is de Engelschman, die dit zegt en bijna al leen tengevolge van de omstandigheid, dat de Duit schers door hun spoorwegen in staat gesteld werden onverwacht op een beslissend punt troepen samen te trekken. Hierin kan alleen verandering komen, als Rusland onverwijld nieuwe spoorwegen in Polen gaat aanleggen, met name dwarslijnen, waarlangs troepen en voorraden snel kunnen worden verplaatst De schrijver schat, dat de Russen best een 16 tot 20 K. M. rails per dag zouden kunnen leggen en waar schuwt, dat het gevaarlijk is hiermede te wachten daar, zoolang de Russische legers niet in een gunsti ger positie zijn wat hun spoorwegverbindingen be treft, zij aldaar sterk in het nadeel zullen zijn. Van het Oostelijk oorlogstooneel is er weinig ac tueel nieuws. Het Duitsche communiqué klaagt over het ongunstige weer, dat van-invloed is op de te ne men maatregelen, maar zegt, dat de operaties een ge regeld verloop nemen. De Oostenrijkers vervolgen nog steeds de Russen en zij verklaren, dat bij deze achtervolging reeds 31.000 Russen gevangen geno men zijn. Zij erkennen voorts, dat Belgrado moest worden opgegeven. De Weensche bladen verzekeren, dat „de voorloopige" ontruiming van Belgrado smar telijke gevoelens opwekt, maar dat de Btrijd met ver nieuwde krachten zal worden voortgezet Het belangrijkste bericht van heden is een telegram uit Londen over een uitval van Duitsche oorlogs schepen uit Wilhelmshafen, die de Engelsche steden Scarborough en Hartlepool (in hetmidden der Engel sche Oostkust) hebben gebombardeerd. Wij weten al leen, dat de Engelsche schepen in actie zijn getreden en dat de toestand zich ontwikkelt. Dit i3 de tweede aanval de eerste geschiedde bij Lowestoft Met be langstelling mogen nadere bijzonderheden worden afgewacht. Er is verder heden een heel vaag Morningpost-ge- rucht over een nieuwen aanslag op Friedrichshafen, een officieele Engelsche mededeeling, volgens welkë het slagschip „Bulwark" is ontploft tengevolge van een toevallige ontsteking van de ammunitie en dus niet door verraad op het schip of door een daad van den vijand, en dan nog een Amerikaansch bericht over „voorzorgsmaatregelen" in Mexiko zou daar weer iets broeien? Nog even willen we hier nog de aandacht vestigen cp de toenadering, welke de noordelijke, kleine staten tot elkaar zoeken het desbetreffend telegram kwam gisteren te laat om hier nog even aangehaald te wor den. De koningen van Zweden, Noorwegen en Dene marken zullen, vergezeld van hun ministers van bui- tenlandsche zaken, elkaar Vrijdag te Malmö ontmoe ten, ten einde gezamenlijk te beraadslagen over de middelen, die kunnen worden beraamd, om de econo mische moeielijkheden, voor de drie landen uit den oorlogstoestand voortvloeiend, te beperken. Deze drie koningen bijeenkomst is stellig een be langrijke politieke gebeurtenis. In hoeverre er mag worden gesproken van een nieuwe Scandinavische Unie, weten we niet, maar zeker is dat de druk, die neutralen door den oorlog moeten ondergaan, tot gemeenschappelijke overweging heeft geleid. Er is dan ook niet de minste reden om te veronderstellen, dat deze staten hun onzijdigheid zullen prijsgeven. Veeleer mag worden aangenomen, dat de strengste neutraliteit gehandhaafd zal blijven,maar dat om gekeerd alles zal worden gedaan om te zorgen, dat ook de rechten, die de neutralen hebben, niet ge schonden zullen worden. Waar wij heden begonnen met een historische her innering, willen wij er ook met een eindigen. Vandaag is het Dingaansdag. De 16de December doet denken aan het jaar 1838. De Boeren uit de Kaapkolonie, die zich niet wilden laten verengel- schen, besloten een nieuw vaderland te zoeken en vestigden zich in Natal, waar zij echter hevig te strij den hadden tegen den Kafferkoning Dingaan, die den lóden December 1838 verslagen werd. Die dag gaf hoop en hij is dan ook tot heden toe in Zuid-Afrika gevierd. Dat hij vandaag door de bijzondere om standigheden waaronder'hij wordt herdacht een bij zondere, een smartelijke -beteekenis zal dragen, ligt voor de hand. Zij, die zich met 1 Januari op dit blad abonneeren, ont vangen de tot dien datum verschijnende nummers franco en gratis. De Directie. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué van gisteravond meldt: Wij. handhaafden ons op het gewonnen terrein, ondanks de hevige tegen-aanvallen der Duitschers bij Hollebeke. Van de Somme tot Argonne werd bij tusschen poozen, maar minder gevuurd. In den Elzas betoonen de Duitschers groote activi teit met hun zWaar geschut. De Duitsche infanterie heeft voet gekregen in Steinbach. Overigens hebben wij onze vorderingen gehandhaafd. Het Duitsche groote hoofdkwartier meldde giste ren, zooals we reeds in een deel onzer vorige oplaag mededeelden: De Franschen vielen gisteren op verschillende plaatsen tevergeefs aan. Een aanval tegen onze stel lingen ten zuid-oosten van Yperen mislukte onder lie vige verliezen voor de tegenstanders. Een vijandelijke aanval in de omgeving ten noord-oosten van Suippes werd evenals een vijandelijke aanval ten noord-oos ten van Omes (ten noord-oosten van Verdun) onder zware vijandelijke verliezen afgeslagen. In de omge ving van Apremont, ten zuid-oosten van St. Mihiel, trachtten de Franschen in storm onze stellingen te nemen. De aanval mislukte; eveneens mislukte een hernieuwde aanval noordelijk van Toul. In de Vogezen werden bij de herovering van het dorp Steinbach 300 gevangenen gemaakt. Het Londensche persbureau meldt: Na een periode van betrekkelijke kalmte is de strijc in Noord-Frankrijk erts Vlaanderen krachtig hervat. Een gecombineerde aanval der geallieerden werd gis teren ondernomen over de lijn Hollebeke tot Wyte schaete. Verschillende Duitsche loopgraven werden genomen, een aantal krijgsgevangenen gemaakt. Wi gingen goed vooruit. FRANSCHE RIDDERLIJKHEID. Een telegram uit Berlijn aan de „Kölnische Ztg." meldt: Den 4 en December was een tot bewaking van een draadversperring opgestelde Duitsche schildwacht met afgesneden ooren, gedood door een schot door het hoofd, gevonden. Reeds den volgenden dag verscheen bij de deze plaats bewakende Duitsche posten een officier van het Fransche 165e regiment infanterie en verzocht geblinddoekt bij den bevelvoerenden generaal te wor den gebracht. Hier legde de Fransche officier de ver klaring af, dat zijn troepen met den schuldige aan de misdaad niets gemeen hadden. De man was wegens de begane misdaad denzelfden dag doodgeschoten. Het telegram voegt hieraan toe: Aan de snelle toe passing van het militair recht en den ridderlijken vorm, dien men van Fransche zijde voor de overbren ging van de voldoening aan den troep, wien het gold ïeeft gekozen, brengen wij gaarne de hulde, die men in den oorlog ook aan den tegenstander verschuldigd is, wanneer hij waardig en voornaam heeft gehan deld. DE STRIJD AAN HET OOSTERFRONT. Het Duitsche hoofdkwartier berichtte gisteren, zooals we reeds in een deel onzer vorige oplaag meldden In Oost-Pruisen niets nieuws. De uit Soldau over Vllawa vooruitgerukte colonne neemt voor een ster keren vijand haar oude stelling weer in. In Oost-Polen verder niets bijzonders. De ongunstige weersgesteldheid beïnvloedt onze maatregelen. Uit Weenen meldt men officieel: Door ons offensief optreden in West-Galicië werd de vijand tot den terugtocht gedwongen en werd ook het Russische front in Zuid-Polen tot wankelen ge bracht. Onze troepen, die van het zuiden uit den vijand onvermoeid achtervolgden, kwamen gisteren aan de linie Jaslo (aan de Wisloka) Rajbrot (ten zuid oosten van Krakau). Bij deze vervolging en in den laatsten slag werden 31,000 Russen krijgsgevangen gemaakt. Heden zijn berichten ingekomen omtrent een ach- terwaartsche beweging van den vijand aan het gehee- le front RajbrotNiepolomice (ten zuid-oosten van Krakau)WolbromNoworadomsk (in het zuiden van Russisch-Polen). In de Karpathen werden tegen het voortdringen van de vijandelijke troepen in het dal van de Latorcza de noodige maatregelen genomen. Uit Weenen meldt men officieel: De operaties, die het gevolg zijn van de terugtrek king van den rechtervleugel, maakten het raadzaam ook Belgrado te ontruimen. De stad werd zonder strijd overgegeven. De troepen hebben door de door gestane vermoeienissen veel geleden, doch zijn met den besten geest bezield. IN ARMENIë. Uit Konstantinopel wordt officieel gemeld, zooals we reeds in een deel onzer vorige oplaag mededeel den: Aan de grens van het vilajet Wan wordt met suc ces voor. de Turken gevochten tusschen Russische en Turksche troepen. De Russische cavalerie deed een aanval aan de Perzische grens op onze cavalerie, die bij den tweeden aanval de Russen uiteensloeg en ver dreef. BONAR LAW OVER HET LEGER. Bonar Law, leider der oppositie, hield te Londen een rede, waarin hij zeide: „De pogingen van Duitsch land hebben gefaald. Wij hebben den ontzettenden strijd aanvaard, maar aan het eindresultaat valt niet te twijfelen. De Duitschers hebben gezegd, dat wij decadenten waren en toch hebben onze zeelieden en soldaten den naam van hun vaderland meer dan hooggehou den en onze nationale kracht is niet alleen op het slagveld gebleken. Teneinde de lust voor indienst-treding op te wek ken, heeft men beschouwingen verspreid over de traagheid, waarmede onze mannen onder de wapens kwamen, beschouwingen, die ons in het buitenland veel kwaad hebben gedaan en die ten eenenmale onjuist zijn. Nooit is het in de wereldgeschiedenis voorge komen, dat een leger als het onze werd gevormd uit sluitend door vrijwillige verbintenissen. Een dergelijk stelsel heeft tijdens den Amerikaanschen burgeroorlog schipbreuk geleden, maar is hier uitstekend geslaagd. Wij hebben tot dusverre gekregen en wij zullen, daar ben ik zeker van, ook verder krijgen zooveel manschappen als wij noodig hebben." HET NIEUWE KABINET. Is de ministerieele verklaring zeide de heer Con- tinho, de minister-president, dat de regeering, om elke afwezigheid van partijgeest duidelijk te doen uitkomen, bereid is elke wijziging in de samenstel ling te aanvaarden, die door de omstandigheden nood zakelijk geacht wordt, met medewerking der andere partijen. Het nationale programma omvat de uit voering der maatregelen, vastgesteld bij besluit van het parlement van 23 Nov., om het gebied van de Republiek te verdedigen, de uitschrijving zonder ver wijl van nieuwe verkiezingen, en de verdediging der koloniën. De regeering is vastbesloten te strij den om voor het land den waarborg zijner onafhan kelijkheid te verkrijgen, wanneer Öe regeering over tuigd is dat het om de toekomst van het land gaat. DE SOCIALISTEN EN DE OORLOG. De Rijksdagsafgevaardigde Geck, die het mandaat van den als vrijwilliger gevallen socialist Frank heeft AARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1