DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van het zuidelijk oorlogsterrein, No. §98. Honderd en zestiende Jaargang. 1914 DONDERDAG 17 DECEMBER. O o r 1 o Abonnementspriig per Slmaanden0.80, !r. p. post 11.—. Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groots letters naar plaatsruimte. Brieven Ir. N. V.-Boek- en Handelsdrukkuril v.h. HEOMs. GOSTER S ZOON, ïoordam E 9. Tslefoonnr. 3. DUITSCHLAND. ITALIË. ALKMAAR, 17 December. Nauwelijks is er na een korten tijd van betrekkelijke rust weer wat meer actie in België gekomen, of ook de geruchten en de veronderstellingen zijn weer schrikbarend toegenomen. De bewegingen en werk zaamheden der troepen geven aanleiding tot allerlei vermoedens, die, gaande van mond tot mond, allengs stelliger worden en zich tenslotte als werkelijkheden komen aandienen. Het is daarom goed, op zijn hoede te zijn en niet te veel geloof te hechten aan hetgeen de correspondenten van verschillende bladen melden, nóch aan de beschouwingen, welke hieraan worden vastgeknoopt. Zeker 13, dat de itondgenocten in het Westen meer aanvallend zijn opgetreden dan voorheen. Dit khn het begin zijn van een poging om de Duitschers naar hun land terug te drijven. En het is zeer wel mogelijk dat de Duitschers, rekening houdende met alle ge beurlijkheden, een tweede verdedigingslinie (Zeebrug- geQent) zeer versterken. Maar met dit alles is niet gezegd, dat de poging der verbondenen zal slagen (en dat de Duitschers daarvan overtuigd zijn), zooals bijv. de Times doet voorkomen, waar dit blad schrijft dat het begin van den opmarsch naar Duitschland thans definitief begonnen is. Voorloopig is er niets, dat dit vermoeden wettigt. De verbondenen hebben de laatste dagen inderdaad een weinig terrein gewon nen, maar hoe duur hebben zij dit moeten betalen! De Daily Chronicle zeide, dat er in enkele dagen bijna 25,000 man zijn gevallen, uit een mededeeling van het Engelsche persbureau blijkt, dat er tusschen 11 November en 14 December niet minder dan 1451 Engelsche officieren buiten gevecht zijn gesteld, het geen bewijst hoe bloedig de gevechten zijn geweest. Tot voor kort deden de Engelsche bladen het voor komen, alsof de Duitschers maar roekeloos men- schenlevens op het spel zetten, doch den laatsten tijd leeren ook deze couranten, dat in den oorlog een doel willen bereiken, gepaard gaat met groote verlie zen en dat dit voor de eene partij zoo goed als voor de andere geldt Trouwens ook ten aanzien van de beoordeeling van de wijze van oorlogvoeren komt er aan den overkant van het Kanaal een kentering Reeds gisteren bleek terloops hoe de bekwame oor logscorrespondent van de Daily Chronicle schreef, „laat ons voorzichtig zijn met onze beschuldigingen, want onze beurt van vechten op vijandelijk grondge bied komt ook." En thans schrijft een Engelsch artil lerie-officier in de Times, dat de beschieting van kerk torens en van alle hooge gebouwen onvermijdelijk is, dat de Engelschen deze evengoed beschieten als de Duitschers, dat officieren van beide partijen ze voor observatie-doeleinden benutten, dat dit thans in Frankrijk geschiedt, doch later ook in Duitschland, ten opzichte van de Keulsche Dom kan geschieden, en dat dus de Engelschen hierover liever minder luid moesten jammeren, om later niet voor scheinheiligen te worden uitgemaakt. Lord Fisher, de voornaamste marine-autoriteit, heeft terecht gezegd, dat het wezen van den oorlog geweld is en dat gematigdheid in oorlogstijd dwaasheid is. Dat geldt natuurlijk voor beide partijen en daarom is het ook geen wonder, dat beide partijen zich daarnaar gedragen. Wie van deze zaken studie maakt, bevreemdt zich dan ook niet over een uitlating als die van den Engelschen officier, om dat hem feiten te over bekend zijn, welke aantoonen, dat de oorlogvoerende naties elkaar te dezen opzichte weinig hebben te verwijten! Doch keeren we tot de operaties in het Westen terug. Het bombardement van de Belgische kust door het Engelsche eskader duurde vijf uur en wordt door de Daily Mail de vreeselijkste beschieting uit den ge- heelen oorlog genoemd. Maar het Fransche commu niqué geeft geen enkel voordeel hiervan en van de verdere krijgsverrichtingen wordt in een later ver schenen Fransch communiqué gemeld, dat men „klei ne vorderingen" heeft gemaakt. Blijkbaar heeft men hier te doen met een algemeen, zorgvuldig overwogen plan van aanval. Daarbij zijn slechts geringe resultaten bereikt, zoodat er nog geen verandering in den stand is gekomen en het tot dus verre nog vrij wel hetzelfde is, of de Duitschers dan wel de verbondenen offensief optreden, omdat beiden tot heden de kracht hebben gemist om door een groo te doorbreking groote resultaten te bereiken. moeten terugtrekken 4. Van het gebied ten zuiden van Czentochau wordt niets gemeld. 5. Over Krakau niets nieuws. In het pas ontvangen Duitsche communiqué wordt beslist verklaard, dat het door de Russen aangekon digde offensief tegen Silezië en Posen geheel en al in duigen is gevallen en dat de Russische legers in ge heel Polen tot den terugtocht zijn gedwongen. De juistheid dezer opvatting is uit de tot dusverre bekend gemaakte bijzonderheden niet gebleken. Op het Oostelijk oorlogstooneel gebeurt ook niets van belang de laatste dagen. Wij kunnen de operaties daar in vijf groote groe pen verdeelen en kort den stand van zaken als volgt samenvatten 1. Oost-Pruisen. Nóch in het Russische nóch In het Duitsche communiqué wordt iets van belang ge meld. 2. Het gebied Mlawa—Warschau. De Russische ge nerale staf meldt, dat de Duitschers zijn teruggesla gen "aar de grens, hetgeen de Duitsche staf niet ont kent 3. In het gebied tusschen Lods en den Weichsel er kennen de Russen, dat zij zich „eenigszins" hebben Gisteren hebben wij medegedeeld, dat de militaire medewerker van de Times den tegenslag, dien de Russen tot tweemaal toe in Polen hebben ondervon den, voornamelijk toeschrijft aan het gemis van spoor wegen, waardoor de legeraanvoering niet in staat is snel en onverwacht troepen op een beslissend punt samen te trekken. Deze schrijver beval het onverwijld aanleggen van nieuwe spoorlijnen, met name dwars- lijnen, in Polen aan. Te Parijs had men reeds vroeger begrepen, dat in het Russische gebrek aan z.g.n. strategische spoorwe gen, aan lijnen dus, die niet worden aangelegd om re denen van verkeer in vredestijd, maar voor militaire doeleinden in oorlogstijd, moest worden voorzien. Een deel der milliarden, welke Rusland van Frankrijk leende, moet zijn gebruikt voor den bouw van zulke spoorlijnen naar plannen, ontworpen door den Fransch en generalen staf. Wat de Russische spoor wegen betreft zij nog even opgemerkt, dat alleen de lijnen WarschauWeenen en WarschauThom, de normale Europeesche breedte van 1,435 meter bezit ten, terwijl de overige 1,524 meter breed zijn. In Duitschland is vooral sind3 '70 het groote be lang van spoorwegen ingezien. Een der laatste raadgevingen van den grooten von Moltke aan zijn opvolger moet zijn geweest, geen vestingen te bou wen, maar alleen spoorwegen. Te voren had hij er reeds herhaaldelijk op gewezen, dat men de spoorlij nen niet ver van de vestingen moest verwijderen, maar veeleer moest zorgen, dat de vestingen de spoorlijnen konden beheerschen. In 1870 had Duitschland slechts 2355 mijlen spoorwegen, maar toch kon het grootste gedeelte van het leger in elf dagen naar de grenzen worden overgebracht Op grond der ervaringen, toen opgedaan, werd er een afzonderlijke spoorweg-afdeeling aan het ministerie van oorlog ingesteld. De leiding van den spoorweg dienst voor oorlogsdoeleinden wordt bij de mobili satie opgedragen aan den chef dier afdeeling en hij heeft tot taak de treinen voor militaire doeleinden te bezigen, den treinenloop in het bezette gebied te re gelen, nieuwe lijnen aan te legge®, trajecten te vernie len of te herstellen enz. Duitschland bezit thans 62,198 kilometers spoorwegen. Er zijn zestien door- loopende strategische lijnen in het Westen en elf in het Oosten, allen voorzien van de noodige dwarslijnen. In de „Woche" lazen we onlangs, dat bij het transporteeren van troepen naar een oorlogster- rein, in één nacht, in 8 uur tijds, 64 militaire treinen met tusschenruimte van 7,5 minuten een stad passeer den, zonder dat de geringste stoornis plaats had! En de heer Colijn berekent in zijn geschrift „over den volkerenkrijg", dat er bij de troepen-concentratie in 20 dagen 26,000 treinen hebben moeten loopen, die alle over 10 Rijnbruggen moesten rijden, hetgeen per brug 130 treinen per etmaal geeft of ongeveer één per tien minuten, dag en nacht door voor de man nen waren in het geheel slechts 2000 treinen noodig, zoodat de andere 24000 hebben gediend voor het ver voer van paarden, kanonnen, voertuigen, levensmidde len e. d Bij het lezen van zulke gegevens krijgt men eenig denkbeeld wat er vast zit aan de troepenver plaatsingen van het Westelijk naar het Oostelijk oor logsterrein en op dit laatste terrein van Zuid naar Noord, alles soms vice-versa! Wat nu de aanleg van nieuwe spoorlijnen voor oorlogsdoeleinden aangaat, herinneren wij nog eens even aan de schatting van den Times-deskundige, vol gens welke de Russen best een 16 tot 20 K.M. rails per dag zouden kunnen leggen. In 't hierboven reeds genoemde Woche-artikel werd opgegeven, dat Duitschland zulk een strategischen spoorweg van 30 K.M. lengte in ongeveer 20 dagen kan aanleggen en in dienst stellen. De Times-schatting is stellig te hoog en het zal van Rusland wel heel veel gevergd zijn, in korten tijd over de enorme afstanden geheel nieuwe spoorlijnen te leggen! medegedeeld, dat te Scarborough 25 personen, te Hartlepool 48 personen zijn gedood en dat er zeven gewonden van de bemanning van Engelsche torpedo jagers aan land gebracht werden. Allemaal goed en wel maar de hoofdvragen zijn": hoe kwamen die Duitsche oorlogsschepen daar enwaar zijn ze thans? De Daily Chronicle doet het voorkomen alsof de aanval verwacht werd. Maar in een der telegrammen staat, dat Engelsche torpedo jagers, die op patrouille waren, „plotseling" drie Duitsche kruisers ontmoetten. Wanneer men voorbe reid is, wanneer men waakzaam is, dan is dat toch wel een zonderlinge ontmoeting! Na de beschieting zijn blijLwis een Engelsch of ficieel telegram de Duitsche schepen beschoten doch iijn het er maar drie geweest? De Engelsche ad miraliteit spreekt van een „zeer belangrijke oeweging der Duitsche vloot". De meest voor de hand liggende veronderstelling lijkt ons, dat de Duitsche admirali teit vóór den terugkeer van de snelvarende goedbe wapende Engelsche schepen van de Falkland-eiian- den, een kansje heeft gewaagd, dat de drie tot de En gelsche kust doordringende Duitsche schepen het lokaas zijn geweest, om den Engelschen zeeleeuw uit zijn schuilplaats te halen en dat er een vrij belang rijk gevecht geleverd is, dat hedenmorgen nog niet geëindigd was. DE ZEESLAG AAN DE ENGELSCHE KUST. Uit Berlijn wordt officieel gemeld over de beschie ting van Scarborough en Hartlepool: Eenige 6chepen van onze vloot hebben een aanval gedaan op de oostkust van Engeland en in den vroe gen ochtend van 16 dezer de beide versterkte kust plaatsen Scarborough en Hartlepool beschoten. Over het verder verloop van dezen aanval kunnen op het oOgenblik nog geen mededeelingen worden gedaan. Een officieel Engelsch bericht zegt: Gisterochtend hield een eskader Duitsche kruisers een demonstratie op de kust van Yorkshire en bom bardeerde Hartlepool, Whitby en Scarborough. Een aantal van de snelste Duitsche schepen werden voor dit doel gebruikt. Zij bleven ongeveer een uur in het gezicht van de kust en werden aangevallen door Britsche oorlogsschepen, die op patrouille wa ren en trachtten hun den pas af te snijden. Maar de Duitschers vluchtten full speed en ver dwenen in de mist. De verliezen aan weerszijden hebben weinig te be- teekenen. De Admiraliteit neemt deze gelegenheid te baat om te verklaren, dat dergelijke demonstraties tegen niet- versterkte steden of handelshavens, hoewel gemakke lijk uit te voeren, wanneer tegen eenig gevaar niet wordt opgezien, van geen militaire beteekenis zijn. Zij kunnen het leven kosten aan een zeker aantal bur gers en schade toebrengen aan particulier eigendom. Dit zijn zeer betreurenswaardige zaken, die echter geenszins wijziging mogen brengen in de algemeene vlootpolitiek. Verder wordt nog door Reuter uit Londen bericht: De beschieting van Scarborough begon tegen den morgen te acht uur. De autoriteiten waren reeds tij dig gewaarschuwd, zoodat alles voor de verdediging was gereed gemaakt. Toen het bombardement begon, snelde de bevol king in groote opgewondenheid uit de huizen, velen liepen in nachtgewaad de straat op en een groot aan tal personen vluchtte in den trein, die naar Huil ver trok. In Scarborough zijn verscheidene gebouwen ver nield, twee kerken zijn beschadigd. Er moeten -2 per sonen gedood en 24 gewond zijn. 'Het bombardement van Hartlepool werd geopend door drie Duitsche kruisers, tusschen acht en negen uur. Een granaat trof een gashouder, die vuur vatte. De aangerichte schade in Hartlepool moet aanzien lijk zijn, terwijl er volgens geruchten 20 dooden in de stad zouden zijn gevallen, en 80 personen zijn ge kwetst. De Duitsche kruisers werden echter weldra aange vallen door vier Engelsche torpedojagers, zoodat ze spoedig in noord-oostelijke richting verdwenen. Een klein Duitsch schip opende ook nog het vuur tegen Whitby,, waar de geschiedkundige abdij van Whitby gedeeltelijk werd vernield. Omtrent de uitval der Duitsche oorlogsschepen wordt zoo weinig gemeld, dat wij er op het oogen- blik niet veel meer van weten dan gisteren. O, zeker, de telegrammen vertellen ons, dat drie Duitsche oor logsschepen zich zoo dicht in de baai van de Engel sche havenplaats Scarborough hebben gewaagd, als nog nooit een Engelsche oorlogsschip te voren. En de Engelsche bladen verzekeren, dat het heele geval niet meer beteekent, dan dat er bijv. in een stad een inbraakje wordt gepleegd, en dat het Engelsche volk er heelemaal niet door verontrust is. Officieel wordt Zij, die zich met 1 Januari op dit blad abonneeren, ont vangen de tot dien datum verschijnende nummers franco en gratis. De Directie. KEUruriSGEVIJfG. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur te Alkmaar brengt, op grond van artikel 1 der Wet van 22 Mei 1845 (Staatsblad No. 22) ter kennis der ingezetenen, dat bij hem ingekomen en aan den ontvanger der Rijks directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering zijn overgegeven de kohieren der Bedrijfsbelasting No*. 12 en 13, voor het dienstjaar 1014/15, executoir verklaard door den Directeur der directe belastingen in Noordholland te Amsterdam den 14 December 1914; dat ieder verplicht is zijn aanslag, op den bij de Wet bepaalden voet, te voldoen en dat heden ingaat de termijn van zes weken binnen welken daartegen bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Alkmaar, den 16 December 1914. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. RIPPING. nooten het veld ruimen. In de Karpathen hebben de Russen hunnen op marsch in het dal van de Latorcza nog niet opgege ven. In het bovendal der Nadwomaer Bystryca werd een aanval van den vijand afgeslagen. De bezetting van Przemysl heeft dezer dagen we derom een krachtigen uitval gedaan, waarbij de Hon- gaarsche landstorm zich door bestorming van een steunpunt met draadversperring onderscheidde. Zooals gewoonlijk werden weder krijgsgevange nen en buitgemaakte machine-geweren medegebracht naar de vesting. DE STRIJD IN ARMENIA Uit Konstantinopel wordt gemeld: Gevechten aan de oostgrens yan het vilajet Wan (Armenië), die verscheiden dagen aanhielden, zijn gunstig voor ons verloopen. De stelling bij Sarai, die door den vijand hardnek kig werd verdedigd, is, nadat onze troepen een om trekkende beweging hadden gemaakt, in onze handen gevallen. De vijand trekt terug in de richting van Ko- tur, (grensvesting in de Perzische provincie Aser- beidjan), achtervolgd door onze cavalerie. Onze troepen zijn Sarai binnengetrokken. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué van gistermiddag 3 um: meldt: Westende, ten noord-oosten van Lombaertzijde, is hevig beschoten door een Engelsch eskader. Het Belgische leger heeft een tegenaanval te Saint Georges afgeslagen en de boerderijen aan den weste lijken toever van de Yser bezet. Wij hebben vorderingen gemaakt in de streek van St Eloi. In Argonne, aan de Aisne en in Champagne hebben artillerie-duels plaats gehad, waarin het voordeel aan onze zijde was. EEN SPIONNAGE-ZAAK TE BERLIJN. In de gevangenis te Moabit (Berlijn) bevindt zich op het oogenblik een Belgische dame, volgens haar zeggen taaionderwijzeres, die kort voor het uitbre ken van den oorlog naar Berlijn gekomen was en daar een deftige woning had betrokken. Daar zij door haar doen en laten den argwaan had opgewekt, werd zij, van af het begin van den oorlog, geregeld door eenige politie-beambten in het 'ook gehouden en dezen constateerden reeds spoedig, dat zij in be trekking stond tot verscheiden Engelschen, met welke zij de duurste wijnrestaurants bezocht. Een Engelschman had haar verzocht een boek langs een omweg over Denemarken naar Engeland te bren gen. Hij had haar ook een biljet voor de reis naar Denemarken bezorgd. De politie echter, die van deze reis had vernomen, nam haar aan het station in hechtenis. Het boek, dat zij bij zich had, bevatte mededeelingen over belang rijke militaire aangelegenheden. De vrouw verklaarde, dat zij niet had geweten wat in het boek stond en dat zij ook niet van plan was geweest naar Engeland te gaan, maar eenvoudig de haar voor den te bewijzen dienst beloofde 500 Mark had willen opstrijken. De politie hechtte echter geen geloof aan die verontschuldiging en de Belgische zit thans in de gevangenis, in afwachting van het ge rechtelijk onderzoek. HET PARLEMENT. De Senaat heeft met algemeene stemmen een cre- diet-aanvrage en de daarbij betrokken maatregelen op financieel gebied goedgekeurd. Daarop werd de be raadslaging over de verklaring van de regeering met betrekking tot de buitenlandsche politiek voortgezet. Minister-president Salandra zeide: „Wij zullen een uitsluitend Italiaansche politiek voeren, zonder tekort te doen aan de waarde, die deze oorlog voor de strijdvoerende volken heeft. Italië heeft zooveel voor de beschaving gedaan, dat de taak der regeering geheel kan opgaan in het waarborgen van den naam en de toekomst van ons land. Ten slotte heeft de Senaat met algemeene stemmen een motie aangenomen, waarin de verklaring van de regeering en de proclamatie van de onzijdigheid wer den goedgekeurd. Mocht de onzijdigheid niet vol doende blijken, dan zou het de plicht der regeering zijn er voor te zorgen, dat leger en vloot geheel ge reed waren voor hetgeen van hen verwacht werd. Op dit oogenblik kon gezegd worden, dat zij bereid wa ren, zoo noodig, zich alle opofferingen te getroosten. Het land zou tot den laatsten man er voor over heb ben. DE STRIJD AAN HET OOSTERFRONT. Uit Weenen meldt men officieel: In Galicië en Zuid-Polen wordt de terugtrekkende vijand op het geheele front vervolgd. Bij Lisko, Kros- no, Jaslo en Bialatals bieden sterke Russische troe pen tegenstand. Onze troepen zijn in het Doenajetz-dal al strijdend doorgedrongen tot Zakliczyn. Ook Bochnia is weder door ons genomen. In Zuid-Polen moest de vijandelijke achterhoede overal na korten strijd voor de troepen der bondge- het KORTE BERICHTEN, j De Turksche Agence Ottomane meldt, dat I oude linieschip Messoedijeh op zijn ankerplaats is ge zonken. Een gedeelte van het schip steekt nog boven water uit. De geheele manning heeft het schip kunnen verlaten. In de voornaamste postkantoren in Frankrijk is een kennisgeving aangeplakt, waaruit blijkt, dat brie ven naar 21 met name genoemde gemeenten in Elzas slechts met 10 centimes (binnenlandsch port) gefran keerd behoeven te worden. Volgens een Fransch blad heeft een Italiaansch AARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1