DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. X3> o O o r 1 o Van kot westelijk oorlogste™, Van bot oostelijk oorlogsterren, UITBETALING lil VERGOEDINGEN No. 299. Honderd en zestiende Jaargang. 1914 18 DECEMBER. .80, fr. p. post f 1.-. Advertentieprijs 10 ct. p. regel, VRIJDAG naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkurii v.h. HERffls. COSTER ZOON, Voordam G 9. Teiefoonnr. 3. In do koloniën. DUITSCHLAND. ITAJjIE. NEDERLAND. VARIA. MILITIE en LANDWEER. ALKMAAR, 18 December. De Oostenrijksche communiqué-schrijver is even opgetogen als zijn Duitsche collega, de Berlijnsche bevolking geeft in vlaggen-tooi aan haar vreugde ui ting, de Berlijnsche schooljeugd doet dit door straat gezang en de Duitsche pers in hoog gestemde artike len, terwijl Weenen in dit opzicht het Spree-Athene niets toegeeft. En tochToch moet de overzichtschrijver, die streeft naar eerlijke onzijdigheid, zijn lezers waar schuwen de meest mogelijke voorzichtigheid in acht te nemen en nadere berichten af te wachten. Gisteren hebben we onmiddellijk bij het vermelden van het Duitsche communiqué aangeteekend, dat de juistheid der daarin verkondigde opvatting uit de bekend ge worden bijzonderheden nog niet gebleken was. En sindsdien zijn er geen nadere berichten gekomen, die deze berichten kunnen staven. Een tegenspraak even min, want de Russische officieele mededeeling kan als zoodanig niet worden aangemerkt. Een prachtige vondst is de verklaring, dat er gisteren in Polen en Galicië geen belangrijk gevecht heeft plaats gehad. Immers, dit kan volkomen overeenkomstig de waar heid zijn. Wanneer de eene partij de andere vervolgt, is er stellig geen sprake van een ernstig gevecht 1 Maar al beantwoordt het met vreugde begroete Duit sche communiqué volkomen aan den waren stand van zaken is er dan nog wel reden tot zulk een uitbun dig feestbetoon, wanneer regeering en volk daaraan niet sinds lang behoefte hadden gevoeld? Wat toch zegt het communiqué? Dat het door de Russen aan gekondigde offensief tegen Silezië en Posen op niets is uitgeloopen. M. a. w. het resultaat van langdurig en hardnekkig vechten is, dat de gevaarlijk opdrin gende tegenstander tot staan en tot terugkeer is ge bracht Doch het kan niet vaak genoeg worden herhaald doel in den oorlog is den tegenstander te verpletteren, de legercorpsen te vernietigen, hun onderling verband te verbreken. Dit doel is tot dus verre niet bereikt. Het is geenszins onmogelijk, zelfs zeer waarschijnlijk, dat de Russen, die nu op den te rugtocht zijn, achter den Weichsel weer tot staan ko men en zich daar opnieuw herstellen, ten einde voor de derde maal naar de Duitsche grens op te rukken. Het Russische leger ia wel geslagen, maar niet ver slagen. Ook echter wie dit voorop stelt heeft nog re den genoeg om van von Hindenburg als van een knap veldheer te spreken, van de groote slagvaar digheid der door hem aangevoerde legers te gewagen en de zegepraal belangrijk (doch niet beslissend) te noemen. Al zijn de Duitschers en de Oostenrijkers dus naar onze overtuiging nog niet van de Russen af van veel beteekenis kan de duur van den tijd zijn, waarin <W.e weer in staat zijn, offensief op te treden. In dien tusschentijd toch kunnen er ook op het Westelijk oor- logstooneel belangrijke gebeurtenissen plaats hebben. Daar pogen de bo'ndgenooten de Duitschers terug te dringen, maar, terwijl deze in het Oosten een strijd als het ware op leven en dood voeren, is er van deze poging tot nu toe nog maar heel weinig terechtgeko men. Waren de Duitschers in het Oosten de verliezers geworden, dan had dit van invloed kunnen zijn op het verloop van den strijd in het Westen. Maar thans is de mogelijkheid voor de Duitschers geschapen, om nu op het Westelijk oorlogsterrein de rol van strate gisch defensief te laten varen en krachtig offensief op te treden. Let wel, de mogelijkheid. In hoeverre deze tot werkelijkheid wordt, zullen we weldra kunnen vaststellen. Uit Petrograd komt het bericht, dat de Duitsche kruiser „Friedrich Karl", toen hij de Oostzee uit wil de stoomen, gezonken is. Deze niet zeer snel varende pantserkruiser, afkomstig van 1902 en bemand met 500 a 600 man, van wie er 200 werden gered, is ver moedelijk op een mijn geloopen. Over den aanslag der Duitsche schepen op de En- gelsche kust zijn wel veel berichten gekomen, doch deze bevatten weinig nieuws. Men zou uit die berich ten willen opmaken, dat het hier bloot een demon stratie geldt, ten doel hebbend het vertrouwen van het eigen volk in de vloot wat te versterken en het vertrouwen van den tegenstander in diens de-zeeën- beheerschende positie wat te verzwakken. Welke schepen aan deze gevaarlijke demonstratie zijn ge waagd is nog niet bekend. Zij is gelukt, die deman- stratie: duidelijk is gebleken, dat de Engelsche blok kade van de bocht van Helgoland niet afdoende is en dat de Engelsche kust niet beveiligd is voor aanval len van Duitsche oorlogsschepen, terwijl er boven dien volgens de officieele Duitsche lezing twee Britsche torpedojagers tot zinken werden gebracht en een derde ontramponeerd werd. Maar zoo lang nadere bijzonderheden ontbreken, blijft de indruk, dat de Duitschers een groot gevaren-risico hebben aanvaard voor een daaraan bij lange na niet geëven- redigde winstkans. Het is wel toevallig, dat tegelijk met dezen Duit- schen aanval op de Engelsche kust de Fransche ad miraal Degouy in de „Revue des deux Mondes" de mogelijkheid van een aanval op het Keizer-Wilhelm- Kanaal bespreekt. Zooals men weet verbindt dit Ka naal Kiel met Cuxhaven, dus de Noordzee met de Oostzee, en zelfs de grootste schepen kunnen hier door in elf uur tijds van de eene zee naar de andere stoomen. Wij hebben op grond van de ons ten dien ste staande gegevens, indertijd gezegd, dat de ingan gen van dit in strategisch opzicht zoo uiterst be langrijke kanaal sterk verdedigd zijn, dat Helgoland als een zwaar bewapend zeefort mag worden be schouwd, dat Kiel de grootste bescherming biedt en dat de Elbemond zoo krachtig mogelijk versterkt is. Admiraal Degouy denkt er echter anders over. Vol gens hem wordt het Kanaal onvoldoende door ves tingwerken en batterijen beschermd. Het Duitsche legerbestuur, zegt hij, is steeds uitgegaan van de ver onderstelling, dat het Kanaal vanuit het Noorden zal worden aangevallen en heeft een sterk bevestigde li nie aangelegd ter plaatse waar in 1864 Deensche ver schansingen lagen. Een aanval zou geenszins onmo gelijk zijn, doch de moeilijkste vraag is die betreffende de landing van troepen. Daar de Deensche neutrali teit niet geschonden kan worden, rest slechts de mo gelijkheid van een landing op de Oostzeekust van Sleeswijk, waar de fjorden gunstige voorwaarden voor een landing bieden. Ongelukkiger wijze zijn evenwel de Groote en Kleine Belt gemakkelijk door mijnen te versperren. Een poging tot landing aan de Noordzee-lcust is zeer moeilijk met het oog op het labyrinth van eilanden en zandbanken. Gunstiger zouden de omstandigheden zijn indien Denemarken zich onder de oorlogvoerende mogendheden bevond. Admiraal Degouy vestigt er de aandacht op, dat de algemeene oorlogstoestand het ten allen tijde voor de bondgenooten wenschelijk kan maken, operaties te beginnen op een punt dat, politiek en militair, dichter bij het centrum van het Duitsche rijk ligt als het te genwoordige operatieveld. Dat een aanval op het Ka naal ook met de bedoeling zou geschieden om de Duitsche vloot te dwingen haar toevluchtsoord vroe ger te verlaten dan Duitschland zich heeft voorge nomen, zou voor de Engelsche marine van groot be lang zijn. Duidelijk is, dat de admiraal vooralsnog niet veel hoop heeft op een bezetting van dit kanaal en voor de hand ligt, dat de Engelsche marine er niet gauw toe zou overgaan een dergelijk gevaarlijk experiment, als een aanval op het kanaal van het Westen uit, ge lijk de schrijver blijkbaar bedoelt, te wagen. In Zuid-Afrika worden nog altijd hevige gevechten tusschen regeeringsmannen en opstandelingen gele verd. Wij meenden anders, dat -de rebellie onderdrukt was! DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué van gistermiddag meldt: In de streek van de zee tot de Lys namen we met de bajonet verschillende loopgraven. Wij bevestigden on ze posities bij Lombaertzijde en St. George, richten ons in op het ten westen van Gheluvelt veroverde ter rein en gingen op enkele punten vooruit in de streek van Vermelles. Op 't vorige deel van het front kwam de infanterie niet in actie, maar onze zware artillerie in de omgeving van Tracy le Val had een krachtige werking, evenals in de streek van de Aisne, in Cham pagne, de Argonnen en het gebied van Verdun. Uit Elzas-Lotharingen is niets te melden. DE STRIJD AAN HET OOSTERFRONT. Een officieel Weensch communiqué meldde gisteren De laatste berichten laten geen twijfel meer, dat de tegenstand van de Russische hoofdmacht gebroken is. De vijand werd aan den zuidelijken vleugel in een slag die vele dagen duurde bij Limanova (ten zuidoosten van Krakau in Galicië) geslagen. In het noorden brachten onze bondgenooten hem de nederlaag toe bij Lodz, terwijl hij nu ook aan de Bzoera volkomen ver slagen is. Zoo trekt hij door onzen opmarsch over de Karpathen, van het zuiden bedreigd, langs het geheele front terug. In het Karpathengebied tracht hij den terugtocht in hardnekkige gevechten te dekken. Hier vallen onze troepen aan op de linie KrosnoZaklits- jyn. Op het overige front is de achtervolging van den vijand in vollen gang. HET BOMBARDEMENT AAN DE ENGELSCHE KUST. Uit Berlijn wordt officieel gemeld Over de* aan val op de Engelsche Oostkust worden de volgende bijzonderheden meegedeeld. Bij de nadering van de Engelsche kust werden onze kruisers bij niet helder weer door vier Engelsche torpedojagers zon der succes aangevallen. Een torpedojager werd ver nietigd, een ander raakte in zwaar gehavenden toe stand uit het gezicht. De batterijen van Hartlepool werden tot zwijgen gebracht j de gashouder vernield. Verschillende ontploffingen en drie groote branden in de stad konden aan boord worden waar genomen. Het kustwachtstation en de waterleiding van Scarbourough en de kustwacht en het signaal station te Witby werden verwoest. Onze schepen kregen treffers van de kustbatterijen, welke echter slechts geringe schade aanrichtten. Op eeij andere plaats werd nog een Engelsche torpedojager in den grond geboord. Het Londensche persbureau bericht, dat vol gens de laatste officieele opgaven te Harltepool bij de beschieting 55 burgers zijn gedood en 115 gewond, DE OPSTAND IN ZUID-AFRIKA. Officieel werd gisteren uit Pretoria gemeld: Er is gisteren een hevig gevecht geleverd met de opstandelingen onder commando van Fourie, tus schen Rustenburg en Pietersburg. Het gevecht duurde tot het vallen van den avond, toen de weermacht en de politie de stelling der opstandelingen bestormden. Deze gaven zich na een bajonetgevecht over. Vijf en veertig opstandelingen werden gevangen genomen, onder hen bevindt zich Fourie EGYPTE BRITSCH PROTECTORAAT. Reuter meldde gisteren uit Londen, dat Egype tot Britsch protectoraat is geproclameerd. DE OVERWINNING OP DE RUSSISCHE TROEPEN. Uit Berlijn wordt gemeldHet bericht van de groote Duitsche overwinning in Polen werd met ontzaglijke geestdrift hier begroet. Reeds des morgens ging het gerucht dat de Keizer door de parkwachters van het kasteel Bellevue het bericht had laten mede- deelen. Nauwelijks was in de eerste middaguren het bericht van het groote hoofdkwartier openbaar ge maakt, of de tijding verspreidde zich als een loo pend vuur door de stad. Dadelijk werden in de wijk waar de groote couranten gezeteld zijp de vlaggen uitgestoken en dat voorbeeld werd weldra in de geheele stad gevolgd. Naast de Duitsche zag men vaak de Oostenrijksche kleuren. Ondanks het slechte weer waren er duizenden op de been. Men scheurde elkaar de bulletins uit de hand. In alle kerken werden de klokken geluid. De naam van Hindenburg is op aller lippen. Het eenige uren later ontvangen bericht van Oosten rijksche zijde, dat het Duitsche overwinningsbericht aanvulde, deed de vreugde nog toenemen. Lieden zouden de scholen gesloten zij*. HET ITALIAANSCH-TURKSCH INCIDENT. In den Senaat is het Hodeida-incident ter sprake gekomen. In het Italiaansche consulaat te Hodeida is n.l. de Britsche gezant, die daar toevlucht zocht, door Turksche gendarmen, die met geweld het con sulaat binnendrongen, gearresteerd. Sofinino, de minister van buitenlandsche zaken, zei, dat de Turksche regeering aan de Italiaansche regeering twee telgerammen overhandigde, waarin gelast werd onmiddellijk den Britschen eonsul naar het Italiaansche consulaat terug te zenden en de be drijvers van den inval in het Italiaansche consulaat te doen vervolgen. Minister Sonnino voegde hieraan toedat hij reden had om aan te nemen, dat het betreurens waardige incident op bevredigende wijze zal wor den geschikt. De minister verklaarde verder, dat de verzeke ringen, die hij van de Porte ontvangen heeft, alle bezorgdheid bij de regeering wegnemen. De Porte had niet meer kunnen doen in den beschikbaren tijd. De Senaat kan er van verzekerd zijn. dat de regeering haar plicht zal doen. KORTE BERICHTEN. Het Engelsche stoomschip „City" bracht 12 overlevenden van het stoomschip „Élterwater" in de Tijne. Het schip was op een mijn geloopen. Een Russische stoomboot heeft bij de Turksche plaats Kerasonda aan de Zwarte Zee de Duit sche stoomboot „Derinlee" In den grond ge boord. De Argentijnsche kruiser „Pucyriedon" heeft het Duitsche stoomschip „Patagonie" in de golf van San Jorge in beslag genomen omdat dit stoom schip de Duitsche kruiser van levensmiddelen voor zag, waardoor het de neutraliteit van Argen tinië schond. KON. NAT. STEUNCOMITé. Het totaal ontvangen bijdrage en toezeggingen is gestegen tot 1.123.003.98M, RUSSISCHE MANTELS. Om de coupons van de Russische effecten betaald te krijgen, moeten de houders van deze stukken de man tels daarvan inleveren, om te laten zien dat die stukken van Nederlanders zijn. Een lezer van het Hbld. kreeg dezer dagen van een dame echter slechts een enkele coupon ter incasso en zond zijn bediende naar haar huis om den mantel van het stuk te halen. De dienstmeid, die hem open deed, ging naar bin nen, om aan mevrouw te zeggen en kwam met de bood schap terug: „dat mevrouw al zooveel kleeren aan de vluchte lingen hadt gegeven, dat ze nu geen mantels meer kon afstaan voor de Russen." Bij dr. Feenstra te Hilversum kwam gisteren anoniem een bankbiljet van honderd gulden in voor dien Roode-flotilledienst. De Nederlandsche Gereformeerde gemeente te New-Kirle, in den Amerikaanschen staat lowa, beeft aan H. M. de Koningin 900 toegezonden, aldaar bijeengebracht tot leniging van den den nood in het moederland. Namens H. M. is dit bedrag in handen gesteld van het Koninklijk Nationaal Steuncomité. Men heeft zoo wordt uit Sluis aan de Tel. ge meld, in de havenkom te Sluis petroieum gegoten, om voorgoed een einde te maken aan de zoo schadelijke gewoonte van sommige vluchtelingen, die water uit kanaal dronken. Waar aanbevelingen en waarschuw ingen niet hielpen, heeft men dit radicale middel t"e- gepast. Zij, die zich met 1 Januari op dit blad abonneerenont vangen de tot dien datum verschijnende nummers franco en gratis. De Directie. De Burgemeester Tan Alkmaar brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de uit betaling der vergoedingen zal plaats bebben op Donderdag, 84 December a.s., (over het tijdvak loopende van 16 tot en met 83 December) en wel voor zooveel de LAUD- W EK It aangaatvan ÏO—11 nnr en voor zooveel de AULITTE betreft van 11—18 nnr. Alkmaar, 18 December 1914. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. TWEEDE KAMER. Bij de verdere behandeling van de begrooting van buitenlandsche zaken zei de heer Dr. Van Leeuwen (S.D.A.P.) gaarne 's ministers beleid te willen huldi gen, doch hij miste alle feitelijke gegevens daartoe. Ons ontbreekt, zeide hij, thans elke kennis van den feitelij ken toestand. Spr. wenschte daarom een commissie van buitenlandsche zaken uit de volksvertegenwoordi ging, ook om het gevaar te ontkomen, dat de regeering in haar buitenlandsch beleid in een andere richting gaat dan de groote massa. De heerNolens (R.-K.) stelde vast, dat de regeering krach tig, is opgetreden, en bracht daarvoor hulde aan den minister, mede namens zijn politieke vrienden. De regeering had echter geruchten en mededeelingen in de buitenlandsche pers over onze neutraliteit, nadeelig voor ons land, sneller moeten doen tegenspreken. Spr. hechtte geen overdreven waarde aan tractaten, maar zal alle pogingen steunen om te komen tot een duurzamen vrede. Hij bepleitte in dit verband herstel van ons gezantschap bij den paus. De heer Lokman (C.-H.) sloot zich aan bij de hulde, aan den minister gebracht. Hij was het voorts niet eens met de heeren Colijn en Staal betreffende het schenden der neutraliteit, wegens z.g. oorlogsnoodzaak Spr. gaf te kennen, dat uit het enkele feit, dat Duitsch land België binnentrok, niet mag worden afgeleid, dat Duitschland ongevoelig is voor eerbiediging van het recht Spr. trad in een verdediging van de dusgenaamde Bryan-tractaten. De rechtstoestand, welke op het oogenblik in Europa bestaat is niet goed, zeer goed kunnen kleinen zich tot een bond vereenigen, om daar in verbetering te krijgen en indien er dan groote mo gendheden zijn, die zich bij een dergelijken bond niet willen aansluiten, noemde spr. dergelijke mogendheden barbaren. De Voorzitter riep spreker tot de orde. Het ging niet aan de groote mogendheden barbaren te noemen. De heer Lokman antwoordde, dat hij 't niet had over de tegenwoordige groote mogendheden hij had 't al leen over mogendheden in de toekomst. Minister Loudon protesteerde van de regeeringstafel in navolging van den voorzitter, tegen de wijze, waar op de heer Lohman bij deze beraadslagingen zich heeft begeven in de quaestie, aan welke zijde bij den huidi- gen oorlog recht en onrecht bestaat en de quaestie van sympathie, welke zich ten gunste van de een of andere mogendheid in de wereld toont. De minister hoopte, dat de volgende sprekers des heeren Lohman's voor beeld niet zouden volgen. De heer van Doorn (U.-L.) betoogde, dat men de be teekenis van het Bryan-tractaat voor het voorkomen van oorlogen niet moet overschatten, want voor de over Europa uitgebroken oorlog had een jaar van be denking, dat dit tractaat biedt, niets geholpen. Die ramp immers heeft jarenlang gedreigd. Hierna kwam Minister Loudon aan het woord. Ook lettende op de traditiën was 't voor den minister on mogelijk op het oogenblik meer mededeelingen te doen, dan hij tot dusver heeft gedaan. Nadrukkelijk betoogde de minister, dat Nederland in deze moeielijke dagen niet genoeg op zijn hoede kan zijn, aangezien vooral voor een neutraal land, gelegen tusschen de oorlogvoerende partijen, zich ten allen tij de, en vooral bij een langen duur van den oorlog, inci denten kunnen voordoen, die een noodlottigen nasleep kunnen hebben en de oorlogsvlam ook over ons land zouden kunnen doen ontbranden. De minister bracht hulde aan de Nederlandsche pers die getoond heeft zich in toom te kunnen houden, het geen des te meer waardeering verdient, in een land als het onze, waar de pers groote vrijheid geniet. De mi nister verzekerde, dat de regeering waakzaam zal blijven. (Applaus). De begrooting van buitenlandsche zaken werd aan genomen. In de avondzitting werd een suppletoire begrooting van Binnenlandsche zaken behandeld (o. a. het uittrek ken van een bedrag van 3000.000 voor de Belgische vluchtelingen). Dit gaf aanleiding tot opmerkingen van eenige leden over den toestand der Belgen vooral In het Zuiden van ons land, ten aanzien van welke het oog niet alles couleur de rose is. De suppl. begrooting werd goedgekeurd. De begrooting van Suriname en Curacao werden daarna behandeld en goedgekeurd. INBRAAK. Gisternacht is. meldt de N. R. Crt. te Erichem (Geldl.) ingebroken bij A. Demorree, bij wien inwoont de weduwe Van Krulenburg. Ten nadeele van deze weduwe is gestolen een kisje met effecten ter waarde van 12,000, voorts 3600 aan hypotheekglossen en een spaarbankboekje. DIERENMISHANDELING. „De Levende Natuur" schrijft: Hoe schandelijk men soms met dieren omgaat, blijkt genoegzaam uit onderstaande gebeurtenis: Mijn neef, die wegens de mobilisatie te Monster in gekwartierd is, vond met eenige andere soldaten in AARSCHE COÜRA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1914 | | pagina 1