DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van hat westelijk oorlogsterrein.
Van het oostelijk oorlogsterrein.
Van bet zuidelijk oorlogsteui,
33 o O o r 1 o
No*
Honderd en zeventiende
Jaargang.
1915
Abonnementsprijs per 3lmaanden f 0.80, fr.p. post f 1.-. Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handeisdrnkkurij vl BERffls. GOSTER <S ZOON, Voordam G 9. Telefoonnr. 3.
MAANDAG
4 JANUARI.
BELGIE.
ALKMAAR, 4 Januari.
Er is vandaag een heel belangrijk bericht: de Triple
Entente zal aan de Nederlandsche Overzee Trust
Maatschappij geconsigneerde contrabande-goederen
en zelfs voedingsmiddelen welke niet tot de allereerste
noodzakelijke levensbehoeften behooren, niet meer op
houden.
Het zal misschien niet overbodig zijn, de belang
rijkheid van dit bericht even nader uiteen te zetten.
Zooals men weet wordt de tegenwoordige oorlog
niet slechts gevoerd met legers en vloten, maar ook
met economische wapens. De oorlogvoerende staten,
die aan de zijde van Engeland strijden, trachten
Duitschland uit te putten, door allen invoer van le
vensmiddelen van buiten-af zooveel mogelijk te belem
meren. In verband hiermede poogden zij tot dusverre
zooveel mogelijk den toevoer ter zee van levensmidde
len, bestemd voor een neutralen staat, van waaruit le
vensmiddelen naar Duitschland uitgevoerd kunnen
worden, te beletten. Er is van Engelsche zijde o. a,
begin September door de Globe wel eens betoogd,
dat een algeheele blokkade van de Noordzee wensche-
lijk was, maar tot dusverre volgde men een andere me
thode. Groote zeeslagen werden er toch nog niet gele
verdmen kon dus de kruisers prachtig gebruiken
om de schepen van neutralen, komende van en gaande
naar een neutrale haven, in open zee aan te houden, te
doorzoeken, op te brengen. Men ging bijv. onze rijst,
ons graan, ons meel, eenvoudig vasthouden. Het gaf
niets, dat de lading door een neutrale vlag gedekt
was. Elk neutraal schip werd priori als verdacht be
schouwd, hetgeen veel overlast en veel schade heeft
opgeleverd. Protest op protest werd er door neutrale
staten verzonden, maar het baatte niemendal. Onze
regeering heeft aanhoudend geklaagd, de drie Noord
sche rijken besloten te Malmö tot een gezamenlijk op
treden en dezer dagen heeft ook de regeering der Ver-
eenigde Staten ingegrepen, om de rechten harer bur
gers, bij den buitenlandschen handel betrokken, te be
schermen en deze burgers te vrijwaren voor de ernsti
ge verliezen, welke zij lijden. In dit laatste protest
werd het vertrouwen te kennen gegeven, dat de Engel
sche regeering zich de hinderpalen en moeilijkheden
voor oogen zou stellen, welke haar huidige gedrags
lijn heeft doen ontstaan op den handelsweg tusschen
de Vereenigde Staten en de neutrale landen van Euro
pa, en hare ambtenaren zou bevelen, zich te onthou
den van ieder noodeloos ingrijpen in den vrijheid van
handel tusschen landen die, ofschoon zij er niet aan
deelnemen, toch lijden door het huidige conflict, en
zich in hunne behandeling van neutrale schepen en la
dingen meer te gedragen overeenkomstig de bepalin
gen welke de maritieme betrekkingen tusschen strij
dende partijen en neutralen regelen, die bekrachtigd
zijn door de geheele beschaafde wereld, en die' Enge
land zelf, in vroegere oorlogen, zoo krachtig en met
zoo gunstigen uitslag bepleit heeft.
Natuurlijk heeft men zich in de kleine landen over
dit ingrijpen van de groote, machtige republiek, ver
heugd.
En ziehier vermoedelijk reeds het resultaat: De re
geeringen van Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland
hebben aan de Nederlandsche regeering verklaard, dat
contrabande-goederen, aan de Nederlandsche Overzee
Trust-Maatschappij geconsigneerd, niet zullen worden
opgehouden deze maatschappij, door de voornaam
ste handelaren opgericht, werkt, naar wij meenen, ge
heel belangeloos. Tevens hebben de genoemde mo
gendheden aan onze regeering de verzekering gegeven,
dat verscheidene niet tot de allereerste levensbehoef
ten behoorende voedingsmiddelen, wanneer zij aan
particulieren geconsigneerd zijn, eveneens ongemoeid
zullen worden gelaten, tenzij onmiskenbaar vaststaat
dat die particulieren tusschenpersonen zijn voor leve
ring aan de regeeringen der tegenpartij.
Voor onze scheepvaart en onzen handel is dit be
richt dus van groote beteekenis. Niet alleen toch zul
len contrabande-goederen (d. w. z. goederen, die de
vijand noodig heeft en die men hem daarom wil ont
houden) ongehinderd worden gelaten (mits zij maar
niet voor den vijand bestemd zijn), maar ook goederen,
welke oorlogvoerende staten anders zelf willen behou
den.
Vrijwel alle goederen, volstrekte of betrekkelijke
contrabande en door een uitvoerverbod getroffen arti
kelen, zullen dus' thans weer kunnen worden aange
voerd. En onze scheepvaart èn onze handel zijn dus
in een betere positie gekomen. In geen betere positie
wel te verstaan, dan waarop de onzijdigen ter zee
voor de uitoefening van hun handel en in de voorzie
ing van levensmiddelen aanspraak kunnen maken.
Maar in elk geval mag, na hetgeen er verleden jaar is
gebeurd, met erkentelijkheid worden geconstateerd,
dat'het jaar voor ons goed ingezet is en dat voor
een deel althans „Holland uit last" is.
Het belangrijkste eigenlijke oorlogsnieuws komt uit
het Oosten. Volgens een bericht uit Petrograd hebben
de Duitschers Zaterdag (er wordt niet gemeld op welk
punt) een poging gedaan om naar den rechter oever
van den Weichsel over te steken. Uit de verschillende
berichten blijkt, dat vooral in Polen met onverminder
de hardnekkigheid wordt gevochten. Zooals de strijd
aan de Aisne zich in het Westen heeft ontwikkeld tot
een Zesstroomenslag (Aisne, Oisne, Somme, Schelde,
Maas en Moezel), zoo is de strijd aan den Weichse
overgegaan in een Vierstroomenslag, onder welken
naam men thans tenminste de lange reeks van gevech'
ten aan de Bzoera, Rawka, Pilitza en Nida kan samen,
vatten. Evenals v. Hindenburg onlangs de wereld be
kend maakte dat het Russische offensief op niets was
uitgeloopen, zegt men thans te Petrograd, dat de op
marsch der Duitschers in Oostenrijk niet alleen is mis
lukt, maar dat de aanvallen ook overal onder het toe
brengen van zware verliezen afgeslagen werden. Men
ziet in de aanvallen thans slechts pogingen om tijd te
winnen, in afwachting van nieuwe operaties. „Men"
wel te verstaan, dus niet het groote hoofdkwartier.
Wij gelooven niet, dat die „men" het bij het rechte
eind heeft. Westelijk van den Weichsel slaagden de
Duitschers er in Polen in een Russisch steunpunt, Bo-
rysnow, te nemen, hetwelk de Russen tevergeefs heb
ben gepoogd te heroveren, terwijl de Russen op geen
enkele overwinning hebben te wijzen
Anders staat het echter in de Boekowina, waar het
Russische offensief groot succes oplevert en van waar
uit een krachtige inval in Hongarije weldra geenszins
tot de onmogelijkheden behoeft te worden gerekend,
daar de afstand over goede Karpathen-passen slechts
100 mijlen moet zijn. Bij de Uszak-pas schijnen de
Oostenrijkers een gevoelige nederlaag te hebben gele
den, daar het Oostenrijksche communiqué spreekt van
„ietwat moeten terugtrekken".
Het brandpunt van den strijd ligt echter in Polen.
Van het Zuidelijk oorlogsterrein melden de Turken
met veel bluf overwinningen, waarvan het essentieele
is, dat zij in Russisch Kaukasië, door de inneming van
de stad Ardagan, een zeventigtal kilometers op vijan
delijk gebied staan.
Van het Westelijk oorlogstooneel melden de commu-
niqué's geen nieuws. Alleen is het opvallend, dat het
Parijsche communiqué „den langzamen gang van ons
offensief" toeschrijft aan den voortdurenden regen,
welke den grond doorweekt en bijna overal de krijgs
verrichtingen onmogelijk maakt.
In den Opper-Elzas maken de Franschen vorderin
gen. Zij hebben, naar in het pas ontvangen Duitsche
communiqué wordt gemeld, het dorp Steinbach bij
Sennheim veroverd en de Duitschers zijn hier, evenmin
als onlangs ten aanzien van Sint Joris bij Nieuwpoort,
bij de poging tot herverovering geslaagd.
Het is thans officieel gebleken, dat de Engelsche
„Formidable" door een Duitschen onderzeeër getorpil-
leerd is, hetgeen Engeland natuurlijk smartelijk zal
hebben getroffen. Niet onwaarschijnlijk heeft dit schip
dienst gedaan bij de beschieting der Belgische kust,
welke overigens Zaterdag opnieuw gebombardeerd is.
Treffend zijn de nadere bijzonderheden, welke bekend
worden. Op het oogenblik dat de overlevenden de
„Formidable" verlieten, zoo lezen we, zagen zij hun
makkers op het halfdek, meest allen rookende, de com
mandant stond op de brug met een sigaret in den
mond. De laatste woorden, die zij van den kapitein
morden, waren: „Moed houden, jongens, alles gaat
goed. Geen paniek, hoor; als echte Britten bedaard
rlijven."
Niet officieel wordt uit Berlijn nog gemeld, dat het
Fransche admiraalschip „Courbet", dat onlangs werd
getorpilleerd in de straat van Otranto, zonder dat de
schade door de Oostenrijkers vastgesteld kon worden,
voor Valona gezonken is, evenals een Fransche onder
zeeër.
OP HET WESTELIJK OORLOGSTOONEEL.
DUITSCH COMMUNIQUé.
Officieel wordt uit het Duitsche groote hoofdkwar
tier gemeld:
Voor Westeinde kwamen gisteren eenige vijandelij-
;e schepen door torpedobooten begeleid, doch zonder
e vuren.
Op het geheele westelijke front hadden artilleriege
vechten plaats. Een vijandelijke infanterieaanval werd
slechts ondernomen ten noordwesten van St. Méne-
lould, doch deze werd met zware verliezen voor de
^ranschen afgeslagen.
HET FRANSCHE COMMUNIQUé.
Het Fransche communiqué luidt: Ten noorden van
de Leie beschoot de vijand gisteren het plaatsje Zonne-
ieke zeer hevig.
Tusschen de Leie en de Oise zijn wij 500 M. voor
uitgegaan bij La Boisselle.
Tusschen de Oise en de Maas heeft onze zware ar-
illerie verschillende versterkingen in het Touvent-pla-
eau vernield.
Bij Perthes-les-Hurlus zijn wij 300 M. vooruitge
gaan.
Bij Beau Séjour hebben infanterie-gevechten plaats
yehad, waarin wij den vijand groote verliezen toe
nachten.
Aan dé hoogten van de Maas hebben wij eenig ter
rein gewonnen in het Lebouchetbosch ten noordoosten
van Troyon en in het Prêtre-bosch ten noordwesten
van Pont-a-Mousson en in de Vogezen bij Celles-sur-
Plaine.
In Boven Elzas hebben wij een Duitschen trein in
het station Altkirch beschoten en verwoestingen aange
richt aan de spoorlijn tusschen Darspach en Dierpach
ten zuidwesten van Altkirch.
In het algemeen is onze geringere activiteit het ge
volg van de voortdurende regens, die de operaties bij
na onmogelijk maken.
DUITSCH LEGERBERICHT.
Officieel wordt door het groote hoofdkwartier ge
meld:
In Oost-Pruisen en in Noord-Polen is geen verande
ring gekomen in den toestand.
In Polen, ten westen van de Weichsel, slaagde onze
troepen er in, na een hardnekkig gevecht dat eenige da
gen had geduurd, het bijzonder krachtig versterkte
steunpunt der Russische hoofdstelling bij Boryznof te
nemen, waarbij 1000 gevangenen en zes machinegewe
ren in onze handen vielen.
In drie nachtelijke aanvallen poogden de Russen Bo
ryznof te hernemen. Hunne pogingen werden echter
met groote verliezen afgeslagen.
Ook ten oosten van Rawa ging onze aanval lang
zaam vooruit.
De in Russische berichten meermalen herhaalde
overwinning bij Lodz is volkomen uit de lucht gegre
pen.
Alle Russische aanvallen in dat gebied zijn met ver
liezen voor de Russen afgeslagen en gisteren niet meer
herhaald.
Overigens is de toestand oostelijk van de Pilitza on
veranderd.
RUSSISCH LEGERBERICHT.
De generale staf van den opperbevelhebber meldt:
Aan de Bzoera en de Rafka gaan wij voort met suc
ces de aanvallen der Duitschers af te slaan, ondanks
het vuur der zware artillerie van den vijand en het lan-
ceeren van bommen.
Op den straatweg van Wiloszowa naar Kjelce, in
den omtrek van het dorp Lopuszo, maakten op 31 De
cember de Duitsche troepen, na een hardnekkigen
strijd, zich meester van een deel onzer loopgraven;
maar bij latere tegenaanvallen werden zij genoodzaakt
alle vroeger genomen loopgraven te ontruimen. Daar
bij werden eenige honderden gevangenen gemaakt en
negen mitrailleurs buitgemaakt.
In West-Galicië wordt de strijd om Gorlitz voort
gezet In de buurt van den Ryokpas werden de Oosten
rijksche posities genomen, waarbij ongeveer 1000 ge
vangenen in onze handen vielen. De terugtocht der
Oostenrijkers uit Boekowina, onder den druk onzer
troepen, schijnt met groote overhaasting geschied te
OOSTENRIJKSCH LEGERBERICHT.
Officieel wordt te Weenen bekend gemaakt: Nadat
in de laatste dagen in het gebied ten zuiden van Tar-
nof in de Midden-Karpathen verbitterde gevechten
hadden plaats gehad, is voorloopig rust ingetreden
Een groep, die aan den Usziker-pas in een gevecht
was gewikkeld, moest voor een overmachtige vijande
lijke legermacht eenigszins achteruitwijken.
RUSSISCH COMMUNIQUé.
De Russische generale staf van het Kaukasische le
ger meldt, dat het gevecht bij Sarykamysch met dezelf
de hevigheid voortduurt. Bij Ardagan en Olty is gis
teren niet gevochten.
TURKSCH COMMUNIQUé.
Uit het Turksche hoofekwartier wordt gemerd:
Onze troepen hebben 1 dezer Ardaghan bezet, waar
over de volgende bijzonderheden bericht wordenEen
afdeeling onzer troepen, die in het Tsjorok-gebied
werkte, ontmoette, tijdens den opmarsch naar Arda
ghan, den 28 December kozakken ten westen van die
stad. Deze kozakken werden teruggedreven. Ardaghan
werd verdedigd door 3000 man infanterie en 1000 ko
zakken, met 6 stukken veldgeschut en twee mitrailleu
ses, onder aanvoering van generaal Zachen.
Onze afdeeling aarzelde, ondanks de overmacht van
den vijand, geen oogenblik om de versterkte stellingen
der Russen aan te vallen, 't Bloedige gevecht eindigde
tegen den avond met de vlucht der Russen, die groote
verliezen geleden hadden. Onze verliezen zijn onbe
duidend. Voor hun vlucht pleegden de Russen allerlei
jaldadigheden, wandaden en gruwelen.
Een groote hoeveelheid oorlogsmateriaal en wagens
van den vijand vielen ons in handen. De vreugde van
de bevolking, die van het Russische juk bevrijd was,
is onbeschrijflijk. De dapperheid der vrijwilligers die
aan onze zijde streden is lofwaardig.
In Perzië toonen onze Perzische broeders dezelfde
toewijding. Onze troepen versloegen, in samenwerking
met de Perzische stammen, 4000 Russen, die over 10
kanonnen beschikten, bij Miaudsab, 50 K. M. ten
noord-oosten van Sandsjbulak. De Russen hadden
meer dan 200 dooden en vele gewonden en verloren 6
kanonnen, vele geweren en ander oorlogsmateriaal.
Volgens een bericht uit Erzeroem bevinden zich
groote transporten Russische gevangenen op weg
daarheen. Zeshonderd zijn daar reeds aangekomen.
NOG EEN TURKSCH COMMUNIQUé.
Uit het groote hoofdkwartier wordt verder medege
deeld, dat het leger in den Kaukasus zegevierend voort
blijft rukken.
Onze troepen die tot Sarikomysj oprukten, hebben na
verbitterde gevechten een beslissende overwinning be
haald.
Sinds 25 December hebben onze troepen meer dan
2000 Russen gevangen genomen, 8 kanonnen, 13 stuks
snelvuurgeschut, een groote hoeveelheid wapens en
munitie en proviand buitgemaakt.
Tusschen Sarikamysj en Kars hebben wij twee mili
taire treinen buitgemaakt en den spoorweg daar ter
plaatse vernield.
Onze troepen die meer in het noorden streden, heb
ben nieuwe overwinningen behaald en de troepen die
van Tauschkerd op Russisch gebied oprukken, hebben
een Russisch bataljon onder vuur genomen.
De Russen verloren 200 dooden en 400 gevangenen.
De overigen werden verstrooid.
DE „FORMIDABLE" GETORPILLEERD.
De waarnemende chef van den Duitschen Admiraals
staf bericht: „Op 1 Januari des ochtends te 3 uur
boorde één onzer onderzeeërs, zooals het per draad
loos telegram bericht, in het Kanaal niet ver van Ply
mouth het Engelsche linieschip „Formidable" in den
grond."
HERDERLIJK SCHRIJVEN.
Z. E. Désiré Kardinaal Merrier, aartsbisschop van
Mechelen, heeft een belangrijk schrijven uitgegeven,
dat, voor zoover mogelijk, gistermorgen in de kerken
van het aartsdiocees van Mechelen voorgelezen is. Het
schrijven is gedateerd Mechelen Kerstmis 1914 en het
komt in zijn geheel voor in de Maasbode, waarin het
7,5 kolom beslaat.
Allereerst wordt er aan herinnerd, dat „ons dierbaar
klein België, zoo getrouw nochtans aan God en de
groote massa van zijn bevolking, zoo fier in zijn va
derlandsliefde, zoo groot in zijn koning en zijn regee
ring", het eerste slachtoffer van den oorlog is gewor
den. „Het bloedt, zijn zonen sneuvelen bij dnizend.ta.l-
len in onze forten en op de slagvelden om zijn recht
en de ongereptheid van zijn grondgebied te verdedi
gen. Welhaast zal er op Belgischen bodem geen huis
gezin meer gevonden worden, dat niet in rouw gedom
peld ligt", zoo dacht in den aanvang de kardinaal,
toen hij ver van zijn diocees te Rome, waar hij toefde
voor de verkiezing van een nieuwen Paus, vernam de
verwoesting van de collegiale kerk te Leuven, den
brand van de bibliotheek en zoo veel meer.
Nadat als fundamenteele waarheid vooropgesteld is,
dat geen enkele ramp ter wereld, zoolang zij slechts
schepselen slaat, te vergeleijken is met die, welke
onze zonden veroorzaakt hebben en waarvan een God
zelf op den Calvarieberg het onschuldig sltoffer wilde
zijn, wordt vrij en zonder schroom gesproken over de
plichten en verwachtingen. De plichten worden sa
mengevat in twee woorden, vaderlandsliefde en stand
vastige lijdzaamheid. In dit gedeelte van het schrijven
wordt betoogd, dat de Belgische soldaten de redders
zijn, dat België voor de geheele wereld als een land
van helden is verschenen, dat de koning in aller ach
ting staat op den top van de zedelijke ladder.
De eerste plicht van eiken Belgischen burger is op
het oogenblik groote dankbaarheid jegens het Belgi
sche leger. Daarom: bidt voor hen, die gesneuveld
zijn, bidt voor hen, die nog steeds strijden, bidt voor
de recruten, die zich voor den strijd van morgen voor
bereiden, voor het succes van hun wapenen en het
eeuwig heil van hun zielen.
Op den dag der eindoverwinning zullen allen in de
eer deelen. Maar dan is het ook rechtvaardig, dat we
allen in het lijden deelen.
In den breede wordt nagegaan hoe zwaar België is
getroffen: bij duizenden zijn de dapperen weggemaaid,
echtgenooten en moeders beweenen afwezigen, die zij
niet meer zullen terugzien, de haardsteden worden
ontvolkt, de ellende breidt zich uit, de angst is hart
verscheurend. Geheele dorpen zijn als het ware weg
gevaagd, kerken, scholen, gestichten, hospitalen, kloos
ters, in grooten getale, zijn onbruikbaar of verwoest.
Talrijke parochies werden van hun herder beroofd.
Duizenden Belgische burgers zijn naar de gevangenis
sen van Duitschland overgebracht. De geschiedenis zal
de lichamelijke en geestelijke martelingen van hun lan
gen lijdensweg verhalen. Honderden onschuldigen
werden neergeschoten. De dooden kunnen niet worden
geteld noch kan de uitgestrektheid van de ruïnen wor
den gemeten. En zelfs daar, waar geen menschen le
vens verwoest zijn, geen materieele schade aangericht
is, wordt in het verborgen ontzettend geleden.
Eén bliksemslag, en alle menschelijke berekeningen
zijn omver geworpen. Geheel Europa beeft op een vul
kaan. De vreeze des Heeren is echter het beginsel der
wijsheid.
De gevoelens verdringen elkaar in de zielen, maar
er is één, dat alle overheerscht, het gevoelen, dat God
zich als meester toont.
Personen, die sinds langen tijd de gewoonte om te
bidden verloren hadden, keeren zich nu tot God. In
het leger, in de burgerlijke wereld, in het openbaar, in
het geheim des harten bidt men.
„Met den heiligen Tobias erkennen wij, dat Hij ons
kastijdt, omdat wij gezondigd hebben, maar wij weten,
dat Hij ons redden zal, omdat Hij barmhartig is."
Gevraagd wordt in dit verband, of het zedelijk en
godsdienstig peil van het land gelijkelijk is gestegen
met zijn oeconomischen voorspoed, hoe het stond met
de Zondagsrust, het Mis-hooren op Zondag, den eer
bied voor het huwelijk, de wetten der zedigheid, wat
er geworden was, zelfs in de Christelijke huisgezin
nen, van den eenvoud der vaderen, den geest van boet
vaardigheid, het vertrouwen in het gezag, of de reli
gieuzen, priesters, bisschoppen vooral, wel voldoende
in de prediking en meer nog in het leven, het Evange
lie van Christus hebben vertolkt.
Vervolgens wordt verklaard, dat de Belgen een les
in de vaderlandsliefde noodig hadden. Maar den 2den
Augustus zijn alle Belgen, zonder onderscheid van
partij of stand of afkomst, als één man opgestaan, om,
geschaard rond hun koning en de regeering, tot den
overweldiger te zeggen: gij zult hier niet doorgaan.
„Ineens waren wij onzen vaderlandschen plicht vast
besloten bewust. In ieder van ons sluimert een dieper
gevoel dan van persoonlijk belang, dan van banden
des bloeds en partijzucht; het is de behoefte, en bijge
volg den vasten wil, om zich aan het algemeen wel
zijn, te Rome de publieke zaak, de „Res publica" ge
noemd, toe te wijden, dit gevoel is de vaderlandsliefde.
Betoogd wordt hierna, dat tegen de beproeving niet
in opstand moet worden gekomen en dat het gemor
gestaakt moet worden, in het volle vertrouwen, dat het
lijden voorbij zal gaan, maar de kroon van het leven
voor de zielen en de roem van de natie niet.
„Neem wel in acht", zoo zegt de kardinaal, „dat Ik
u niet vraag een enkele uwer verwachtingen prijs te ge
ven. Integendeel, ik houd het voor mijn plicht te bepa
len wat u in geweten te doen staat tegenover de macht
■BbtmTga
ZijU.