DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
X> e O o r 1 o
Ven 1st wests! oerleistera.
Van M oostelijk aorlogsterreln.
Van bet zuidelijk oorlogstorrein.
No. 5.
Honderd en zeventiende
•Jaargang.
iei5
7 JANUARI
DONDERDAG
i, fro p. post f 1.—Advertentieprijs 10 et» p. regel groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boel- en Handelsdrnkknrli v Ji HERffls. COSIER ZOON,
BELGIE.
ALKMAAR, 7 Januari.
De Heilige oorlog „made in Germany" zegt dr.
Snouck Hurgronje in een Gids-artikel was tot voor
kort bijna uitsluitend een oorlog op papier. Maar on
langs is het anders geworden, werd er niet langer met
proclamaties gevochten, doch ook met kanonnen en
geweren en bajonetten. Toch kon het papier niet ge
heel worden gemist. De heldendaden der Turksche sol
daten ook van het handelsmerk „made in Germany"
voorzien werden door middel van het papier we
reldkundig gemaakt.
Thans echter zwijgen de wapenen en zwijgt het pa
pier. Er moet alevel iets gebeurd zijn in Kaukasië.
Doch Konstantinopel weet daar blijkbaar niet van en
Berlijn ook niet men wedijvert aan den Gouden
Hoorn en aan ,de Spree in de kunst, wie zich het best
van den domme kan houden.
Te Petrograd en te Londen is het echter geheel an
ders gesteld. Daar roept men een schitterende overwin
ning luide uit. En al is eenig voorbehoud der berich
ten van dit gevechtsterrein geenszins overbodig
men vergete niet, dat de Russische communiqué-schrij
ver het hier moet opnemen tegen een Turksehen colle
ga, die zich graag van den vergrootenden en soms
zelfs wel van den allesovertreffenden trap bedient
toch kan men op grond van de Russische communi-
qué's gerust aannemen, dat de Turken in Kaukasië drie
kwart lamgeslagen zijn en dat ze heel blij mogen we
zen als ze hier nog eens gelegenheid krijgen, aanval
lend op te treden.
Wanneer wij de oorzaken nagaan, waaraan dit
échec moet worden toegeschreven, dan mogen we in
de eerste plaats vaststellen, dat het papieren wapen in
dezen Heiligen oorlog niet veel heeft uitgericht. Men
had zich in de proclamaties als „bevrijders" aangekon
digd, men had gerekend op de hulp der bevolking, die
echter ongaarne „bevrijd" is willen worden. En of
schoon van der Goltz pasja en generaal Liman von
Sanders, die de Turksche soldaten gemaakt, gedrild
hebben, ze hebben gevormd tot hardnekkige strijders,
die dapper wisten te vechten, bleken ze niet in staat
de ontzettende moeielijkheden te overwinnen, welke
terrein- en weersgesteldheid boden. Het winterweer
was ruw, er moest gestreden worden in bergpassen
van tienduizend voet hoog en geheel bedekt met
sneeuw, transportmiddelen ontbraken teneenenmale.
Totdusverre wisten de Turken aan de kust der Zwar
te Zee, daarbij geholpen door de vloot, die tegen Poti
en Batoem ageerde, zich te handhaven, zonder dat ze
echter opschoten. Zij zijn iets aan de winnende hand
aan de Perzisch-Turksche grens, van welk gebied ze
heden een overwinning melden, en waar de papieren
oorlog vermoedelijk wel eenigen invloed heeft uitge
oefend op de bewoners, die de Russen nimmer erg wel
gezind waren.
In Kaukasië echter is het Turksche optreden totaal
mislukt en dat optreden is slechts van geringe beteeke-
nis voor de operaties op andere oorlogsterreinen ge
weest.
Het zal nu moeten blijken, welke invloed deze neder
laag uitoefent op ac andere Balkan-volkeren en op de
Perzische volksstammen.
Te Petrograd neemt, naar het Telegraaf-agentschap
meldt, naarmate de officieele en particuliere telegram
men over de Russische overwinningen inkomen, het
vertrouwen in de Russische „stoomwals" weder toe.
Men schijnt dus ook daar het vertrouwen eenigszins
te hebben verloren. Maar bovendien vergeet men, dat
de „stoomwals" niet naar Azië rollen moet, maar naar
Duitschland en dat de overwinning in Kaukasië daar
mede heel weinig te maken heeft en daarmede ook niet
te vergelijken valt.
Het nieuws is als het weer slecht en weinig uit
zicht gevend. In het Westen komt weinig verandering
en als teekenend voor de verwoedheid van den strijd
mag alleen worden aangehaald, hoe er gevochten
wordt in de buurt van Steinbach, waar een hoogte het
begeerde doel van beide partijen blijft, waar zij hard
nekkig pogen elkaar te verdrijven en waar de toestand
thans zoo is, dat de Franschen in het legerbericht ver
klaren, dat de top in hun bezit bleef, doch dat de Duit-
ichers beneden loopgraven namen, terwijl volgens het
Duitsche communiqué de top Duitsch is.
Drie Duitsche luchtschepen zijn boven de Fransche
kust verschenen, nadat Duitsche vliegmachines verken
ningstochten hadden ondernomen. Het feit wordt ge
meld zonder meer, zoodat niet bekend is wat dit lucht
eskader heeft uitgevoerd.
Over het gebeurde met Kardinaal Mercier loopen de
geruchten uiteen. De een spreekt van een inhechtenis
neming, de ander van een gevangenhouding in zijn
paleis, een derde van bewaking. Hoofdzaak is echter,
dat den aartsbisschop zijn vrijheid van beweging is
ontnomen, omdat het vrije woord niet kon worden ge
luld, t
In het Oosten gebeuren, wat het Oostenrijksch leger
bericht teekenend noemt „acties op kleine schaal"
Groote gebeurtenissen schijnen op verschillende pun
ten van het groote oorlogsterrein af te stuiten op de
moeielijkheden, welke de met sneeuw bedekte velden en
bergen opleveren. Het Duitsche communiqué gewaagt
van het „meest denkbaar ongunstige weer". Bij Mlava
schrijven de Russen zich eenig succes toe (een dorp
tijdens een onverwachtea aanval veroverd), ze zetten
hun opmarsch van de Boekwtna uit voort en denkeu
er aan thans Zevenburgen binnen te dringen.
De Turken spreken nog van een onbeslist gebleven
zegevecht in de Zwarte Zee, tusschen Russische en
Turksche oorlogsschepen, waarbij de Rusen een Itaii-
aansch koopvaardijschip in den grond geboord zouden
hebben, ofschoon het zijn vlag geheschen had.
Afwachten is de boodschap en intusschen maar
niet gelooven
Eindelijk willen we de aandacht vestigen op een
merkwaardig persoordeel
In een artikeltje „onze vijanden, een terugblik" ver
klaart de Berl. Lok. Anz. o. a.„De Walen hebben
sinds eeuwen in militair opzicht nooit veel gedeugd;
maar de Vlaamsche regimenten hebben in het verbit-
Lerd worstelen getoond, dat zij hun voorvaderen waar
dig waren, die de overwinningen van Egmond en Wil
lem van Oranje behaalden. Tommy Atkins heeft, sinds
de veldoorlog een stelling-oorlog werd, zijn goede ei
genschappen als dapper beroepssoldaat ontwikkeld en
uit het, weliswaar met bluf vergezeld gaand, onafge
broken streven van Engeland, om zich een groot leger
te verschaffen, spreekt een wil tot overwinnen, die wij
ook in den vijand, en ook in dezen vijand achten. Een
verrassing vórmen de Fransche soldaten. Van den iet
wat theatralen heldenmoed, het onbekommerd uitda
gen van elk gevaar, dat men den Franschen toegeschre
ven heeft, hebben wij weinig bewijzen gezien. Daaren
tegen hebben de soldaten van Joffre in den stelling
oorlog achtenswaardige en roemrijke militaire eigen
schappen getoond. Zij zijn voortreffelijk opgeleid in
net gebruik-maken van het terrein, handige en volhar
dende verdedigers van versterkingen; hun veldartille
rie, gesteund door een goed geschut, presteert in artil-
ieristisch opzicht iets buitengewoons. En aan hun
hoofd staat een veldheer, die, hoewel hij geen beslis
sende overwinning heeft verworven, zijn naam bij die
der alierbesten heeft gevoegd. Wat hij aan militair or-
ganiseerend werk verricht heeft, hoe hij de spoorwegen
bij de poging tot omtrekken van onzen rechterflank
heeft weten te gebruiken, is nog versch in herinnering.
En wij zien het ook nu, dat op ons oostfront de Rus
niet ten onrechte als goed soldaat geroemd wordt.
Naast den passieven heldenmoed, die vroeger de veld
slagen bij Smolensk, aan de Moskwa en den Shipkapas
wereldberoemd maakte, naast hun taaiheid en hun
buitengewone matigheid, hebben de Russische soldaten
ook de kunst getoond, zich aan het terrein te kunnen
aanpassen, terwijl hun artillerie goed treft, hetgeen te
voren niet van hen werd verwacht"
Tenslotte constateert het blad, dat de Duitschers
nergens in het veld met minderwaardige tegenstanders
te doen hebben. Dit feit maakt hei vechten wel moeie-
lijker, maar ook veel roemvoller, dit mag aan het ein
de der eerste vijf maanden van dezen volkerenoorlog
met groote voldoening worden uitgesproken, zoo ein
digt het artikel, dat zeker merkwaardig mag worden
genoemd, door welken geest het dan ook moge zijn ge
ïnspireerd, en welke bedoeling er ook aan moge wor
den toegeschreven. Merkwaardig is het, als het zijn
ontstaan te danken heeft aan den weinigen voortgang
van den oorlog en dienen moet als een soort veront
schuldigingsmiddel. Maar merkwaardig te meer zou
het zijn, indien men hierin een poging heeft te zien,
om de waarheid te dienen en aan veel verspreide leu
gens en onwaardigheden een einde te maken.
DUITSCH COMMUNIÖUé.
De Duitsche groote generale staf meldt:
Op het Westelijk oorlogsterrein zetten de Franschen
gisteren de stelselmatige beschieting van plaatsen ach
ter ons front voort Of zij daardoor hun eigen land-
genooten dakloos maken schijnt hun onverschillig te
zijn. Ons schaadt deze beschieting weinig.
Bij Souain en in het Argonnenwoud maakten wij
ons meester van verschillende vijandelijke loopgraven,
en werden de vijandelijke aanvallen afgeslagen.
Twee Fransche officieren en meer dan 200 man wer
den gevangen genomen.
Op de veel bestreden hoogte 425, westelijk van Senn-
iieim (Cemay) konden de Franschen gistermorgen we
der vasten voet vatten, doch zij werden door een
krachtigen bejonetaanval weder verdreven en waagden
geen nieuwen aanval meer.
50 Alpenjagers werden daarbij door de onzen ge
vangen genomen.
FRANSCH COMMUNIQUé.
Het Fransche communiqué van gistermiddag luidt:
De vijand deed zonder succes twee aanvallen in de
duinstreek ten zuid-oosten van St. Joris.
In de Aisne-vallei en den sector Reims brachten onze
batterijen die van den vijand tot zwijgen. Onze troe;
pen vorderden ongeveer 100 M. ten nöord-westen van
Reims.
In Argonne heroverden wij 300 M. loopgraven in
het bosch La Grurie.
Bij het ravijn van Courte Avansse hebben wij 800 M.
Duitsche loopgraven door mijnen in de lucht laten
vliegen en daarna voor de helft bezet.
Van Argonne tot de Vogezen houdt het Blechte mis
tige en natte weder aan.
In het bosch La Pêtre bij Pont-h-Mousson blijven
wij terrein winnen.
In de streek van Thann hébben wij, niettegenstaan
de het hevige kanonvuur, onze aanwinsten van den
vorigen dag behouden, zoowel te Steinbach zelf als in
de loopgraven ten zuid- en noord-westen van het dorp.
De vijand heeft één zijner oude loopgraven op de
oostflank van de hoogte 425, welker top nog in ons
bezit is, weder bezet
In Argonne bij het ravijn Courte Chausse, waar wij
loopgraven in de lucht hadden laten vliegen, deed het
Itaiiaansche regiment, onder bevel van overste Gari
baldi, een krachtigen aanval van uit de bres, door de
ontploffing ontstaan, nom 120 man gevangen, waar
onder 12 onderofficieren, en veroverde een mitrailleuse
en een munitiewagen.
De adjudant-en-chef Constantin Garibaldi, broeder
van den overste, is in dezen aanval gesneuveld.
RUSSISCH COMMUNIQUé.
De officieele mededeeling van den Russiachen gene-
raien staf zegt:
Onze troepen hebben den 5den een plotselingen aan
val gedaan op het dorp Rozrova, bij Mlawa. De vijan
delijke bezetting van het dorp is bijna geheel met de
oajonet afgemaakt.
Op de overigen gedeelten van het front is geen ver
andering van beteekenis ingetreden.
Ons offensief in de Boekowina blijft vorderingen
maken. Wij hebben er vier punten bezet, waarvan twee
aan den besten weg, die door de Boekowina recht
naar Zevenbergen gaat, liggen.
DUITSCH COMMUNIQUé.
De officieele kennisgeving uit het Duitsche groote
hoofdkwartier, reeds in een deel der vorige éditie op
genomen, luidt:
Aan de grens van Iost-Pruisen en in Noord-Polen
is ook gisteren geen verandering ingetreden.
In Polen, ten westen van den Weichsel, zijn gisteren
onze troepen na vermeestering van verscheidene vijan
delijke steunpunten tot Sucha doorgedrongen. 1400
Gevangenen en negen machinegeweren zijn daarbij in
onze handen gevallen. -
Op den oostelijken oever van de Pilica ia de toestand
onveranderd.
Lh officieele kennisgeving uit het Oostenrijksche
gro-te hoofdkwartier meldt:
De nu reeds verscheidene maanden met afwisselend
succes in de Karpathen geleverde gevechten duren
voort. Zij kenmerken zich als betrekkelijk kleine onder
nemingen in de vaak ver uit elkaar gelegen dalen. De
vijand, die de laatste dagen door de aankomst van
aanvullingen is versterkt, tracht in de dalen van den
oovenloop van enkele rivieren door aanvallen terrein
te winnen.
Ten westen van den Uzsok-pas en in de oostelijke
Beskiden heerscht rust.
Op het punt ten noorden en ten zuiden van den
Weichsel zijn gisteren artillerie-gevechten geleverd.
DE RUSSISCHE OVERWINNING IN
DEN KAUKASUS.
Het communiqué van den Russischen Generalen
Staf van het Kaukasus-leger luidt:
Op het einde van November werd het gros van het
Turksche leger gedirigeerd naar de streek ten oosten
van Erzeroem, voorafgegaan door twee corpsen, ter
wijl een ander reseive-corps bij Khaa. .uikala aiond.
Volgens het plan van Enver pasja moest het derde le
ger als volgt opereeren: Het negende en tiende corps
moesten oprukken in de richting van Olty en een of
fensieven vleugel vormen, terwijl het elfde leger zijn
krachtig versterkte positie zou handhaven en door een
strategische demonstratie de aandacht van onze troe
pen trachten te trekken.
In het geval, dat de Russische troepen tot een krach
tigen aanval mochten overgaan, moest het elfde corps
terugtreken naar de versterkte plaats Erzeroem en onze
strijdmacht medesleepen.
Het tiende Turksche corps moest met twee colonnes
opmarcheeren, het eene ter sterkte van één divisie, die
zou oprukken in de richting van Ide door het dal 01-
tytsja, terwijl de tweede, bestaande uit twee divisies,
op Ardost zou aanrukken door het Servytsjai-dal. Het
negende corps moest offensief optreden in de ruimte
tusschen het tiende en het elfde corps.
Onze troepen in de streek van Olty weerstonden, on
danks de overmacht van den vijand, dapper den druk
der Turken en brachten hun in tegenaanvallen zware
verliezen toe.
Intusschen merkten wij een sterke Turksche colonne
op, versterkt door de Mohamedaansche bevolking, die
van de passen Panjoeretsk en Jalagoertsjamsk optrok
in de richting van Ardagan. Ons garnizoen, dat die
plaats bezet hield, trok na gevechten, die 17 dagen
duurden, een weinig terug naar het oosten.
Nadat wij versterkingen hadden gekregen, vielen wij
op 3 Januari de Turksche troepen aan, die bij Arda
gan geconcentreerd waren, brachten hun een volko
men nederlaag toe en maakten het vaandel buit van
het 8ste regiment, dat te Konstantinopel in garnizoen
ligt.
Gedurende de latere ontwikkeling van het gevecht
bemerkten wij, dat talrijke Turksche troepen, n.l. het
negende en het tiende corps, tot den aanval overgin
gen op Sarykamysj. De Jjeweging, daartegen door ons
ondernomen, gescniedde langs bergwegen, bedolven
onder de sneeuw en over steile bergpassen en bijna
zonder convooien en veldartillerie, terwijl de Turksche
(Russische? Red.) troepen overvloed van krijgsbehoef
ten hadden. De vijand rekende bij deze operatie vooral
op steun en hulp van de inlanders, die vooraf bewerkt
waren door Turksche zendelingen.
Onze troepen hadden tot taak aan het front een tal
rijke strijdmacht der Turken te verlammen en een ver
sperring te vormen, die sterk genoeg was het negende
en tiende Turksche corps te verzwakken. Ondanks de
buitengewone moeilijkheid van die taak, niettegen
staande de hevige koude en de noodzakelijkheid te
moeten strijden op bergpassen, tot een hoogte van
10.000 voet, die bedekt waren met sneeuw, vervulden
onze dappere troepen van het Kaukasus-leger na een
hevigen veldslag schitterend de buitengewone taak,
die hun was opgelegd. Nadat zij de hevige aanvallen
der Turken hadden afgeslagen aan de zijde van het
front en van Sarykamysj, sloten zij de twee Turksche
corpsen in en vernietigden die bijna geheel en al, en
namen het overschot van een corps gevangen met zijn
commandant, drie divisie-commandanten, den staf, een
groot aantal officieren, duizenden soldaten en maakte
geschut, mitrailleuses en lastdieren buit
Het zeer verwoede gevecht aan het hoofdfront noop
te ons natuurlijk tot een wijziging in de groepeering
van onze strijdmacht in de streken van minder belang
en om sommige detachementen nader bij de grens te
brengen.
Hoeveel bult wij hebben gemaakt staat nog niet ge
heel vast, daar de vervolging van den vijand nog voort
duurt
IN PERZIë.
Het Turksche correspondentie-bureau deelt mede
omtrent de jongste gevechten bij Aserbeidjan: „Turk
sche troepen, versterkt door Perzische stammen, stie
ten op 28 December in de streek van Miawdaob op een
Russische colonne, bestaande uit 4000 man infanterie,
300 kozakken en artillerie, versterkt door aanhangers
van Sedje-ud-Daoeleh, die de dorpen to die streek to
taal had leeggeplunderd. De Russen werden totaal
verslagen en verloren meer dan 200 man aan dooden.
Aan de zijde der Turken en Perzen waren slechts zes
man gesneuveld en enkele gewond.
In een ander gevecht in de streek van Oermia wer
den twee partijgangers van Sedje-ud-Daoeleh, waaron
der de beruchte Banghter Khan, gevangen genomen en
sneuvelden wederom honderd Russen.
Tengevolge van deze nederlagen had het moreel van
-de Russische troepen zwaar geleden.
IN DE ZWARTE ZEE.
De Turksche generale staf meldt: Gisteren had In de
Zwarte Zee bij Sinope (Sinob aan de kust van Klein-
Azië) een botsing plaats tusschen twee Turksche krui
sers en een Russisch eskader van zeventien chepen.
Bijzonderheden ontbreken, maar in elk geval alaagde
de vijand, ondanks zijn overmacht, er niet in onze
schepen te beschadigen.
KARDINAAL MERCIER EN
ZIJN RONDSCHRIJVEN.
'De Tijd meldt:
In sommige dorpen werden de pastoors uit de sacris
ty of den biechtstoel gehaald. Te Essen kon de Deken
aldaar tijdens de eerste H. Mis den brief voorlezen.
Daarna moest hij hem aan den burgemeester in bijzijn
van den Duitschên commandant overhandigen.
De vrijheidsberooving van den kardinaal gaat ge
paard met de militaire censuur op geheel zijn verkeer.
Tot gisteren was kardinaal Mercier in het geïsoleer
de paleis onder bijzondere militaire bewaking gesteld.
Daarentegen is de heer Dessain, de drukker van den
brief, in vrijheid gesteld, maar hij moet zich ter be
schikking houden van de justitie.
Te Antwerpen moesten in enkele kerken de priesters
dan kansel verlaten, die het herderlijk schrijven wilden
voorlezen. Zij moesten verklaringen onderteekenen,
om dit ook in volgende dagen niet be doen. Alleen in
de St. Amandus-kerk geschiedde de lezing regelmatig
onder alle H. H. Missen.
Jongstleden Zondag had de commandant van Brus
sel een onderhoud met den Kardinaal, hetwelk het ka
rakter had van een verhoor.
In al de parochies rondom Mechelen en Antwerpen
zijn schildwachten voor de pastoorswoningen geplaatst
Ook stonden j.l. Zondag in sommige kerken schild
wachten met het geweer aan den voet bij den opgang
der predikstoelen, om de voorlezing van den herder
lijken brief te beletten.
De Belgische correspondent van het blad seint, dat
in Duitschland het volgende officieuse communiqué
wordt verspreid:
„Iedereen, anti- of pro-Duitsch, zal den kardinaal
volkomen gelijk geven als hij in zijn herderlijk schrij
ven de burgerlijke bevolking in dezen voor haar on
getwijfeld zeer moeilijken troost inspreekt en haar tot
kalmte maant. De kardinaal ziet echter de positie, de
rechten en de plichten van de kerk verkeerd in, wan
neer hij zich met zijn herderlijk schrijven mengt in den
polttieken strijd der naties."
Aan de Maasbode wordt geseind
Van een parochiale geestelijke te Antwerpen vernam
ik dat de brief van kardinaal Mercier in de meeste
kerken van Antwerpen in zijn geheel is voorgelezenin
sommige kerken was het in de latere missen niet meer
mogelijk, daar de Duitschers den brief in beslag had
den genomen.
De Duitschers waren blijkbaar te voren van den in
houd van het herderlijk schrijven op de hoogte, want
reeds Zaterdag waren de deken der tad Antwerpen
en de pastoors op de Kommandantur ontboden.
De commandant der stad Antwerpen legde aan den
deken en de pastoors een sink voor, waarin zij werden
aangezegd afstand te doen van den brief van kardinaal
Mercier. Verder eischte de commandant dat de deken
en de pastoors dit stuk zouden onderteekenen.
D edeken nam dan, ook namens de pastoors het
woord, en vroeg den commandant met welk recht hij
hun dit stuk voorlegde.
De Duitsche commandant verklaarde: Ik doe dit
namens den keizer.
Daarop antwoordde de deken, dat hij als priester
echts de bevelen van zijn kardinaal-aartsbisschop te
ontvangen had en krachtens zijn aanstelling verplicht
was die bevelen uit te voeren.
De commandant, ongetwijfeld getroffen door het
even besliste als waardevolle antwoord van den deken,
deed toch nog eenige pogingen om het herderlijk schrij
ven in zijn bezit te krijgen, doch alle mislukten, en ten
AARSC
OURANT,
W51Q H hptwlAn 11 i 4- +Q, xmr.fAM