FEUILLETOH.
DE WELDOENSTER
NEDERLAND.
vai voor het vuderlaud.
Hunne gedachtenis zullen wij in eere houden. Reeds
hebben Antwerpen en zijn voorgebrochteu begonnen
hunne schuld te kwijten. Maai' we moeten er voor
zorgen dat de Natie büjve waken over de weduwen
en weezen zoo diep beproefd, voortaan kinderen des
Vaderlands.
Terwijl wij onze dooden en onze plichten, tegen
over hen gedenken, spreken wij aan de Bevolking van
Antwerpen en der Gemeenten der Omheining onzen
Hank uit voor de kalmte, de waardigheid en het on
wrikbaar vertrouwen in de toekomst door haar onder
de meest tragische en de diepst grievende omstandig
heden betoond.
Een land waar men zoo strijdt, zoo Bterft en zoo
lijdt kan niet vergaan.
De Voorzitter der Intercommunale
Commissie
LOU IS FRANCK.
Voor dit stukje heeft de heer Franck, naar men de
N. R. Crt. meldt, 2 dagen gevangen gezeten.
KAASZUURSEL.
De minister van landbouw, nijverheid en handel
heeft bepaald:
1. dat door tusschennkomst van de Rijkszuivelcon-
sulenten aan het Riikslandbouwproefstation te Hoorn
kaaszuursel verkrijgbaar is:
2. dat de prijs van 200 C. C. kaaszuursel op 0.15
wordt vastgesteld;
3. dat de verpakking van het kaaszuursel (bestaande
uit kistje met fleschje) op aanvrage en tegen den prijs
van 0.45 door het Rijkslandbouwproefstation Hoorn
wordt vestrekt;
4. dat deze verpakkingen, mits aan het Rijksland
bouwproefstation Hoorn fanco en in goeden staat te
ruggezonden, voor herhaald gebruik kunnen dienen
5. dat de kosten van verzending komen ten laste van
den afnemer.
BELGISCHE VLUCHTELINGEN.
De minister van binnenlandsche zaken heeft ami de
commisaris der Koningin nadat zijn aandacht
daarop is gevestigd met het oog op gevaar, dat
de aanwezigheid in ons land van vrouwelijke vluchte
lingen van losse zeden voor onze openbare gezondheid
en zedelijkheid oplevert, bericht, dat het hem gewenscht
voorkomt, dat alle publieke vrouwen onder dé vluchte
lingen, benevens alk vrouwen, die zich buiten echt
met mannen afgeven, onverwijld, desnoods tegen haar
wil, worden overgebracht naar het vluchtood te Nun-
speet.
ARBEIDERSTREK NAAR DUÏTSCHLAND.
Uit Zevenaar meldt men aan de „N. Amh. Crt.":
Dat er op het oogenblik bepaald gebrek aan werk
krachten in Duitschland is, bewijzen de talrijke arbei
ders, die door de arbeidsbeurzen in ons land daarheen
gezonden worden. De laatste dagen passeerden er hier
honderden, die zich aan het Duitsche vice-consulaat
alhier aanmelden om hun passen te laten viseeren.
Daar is het dan ook wederom een geweldige drukte.
Den geheelen dag loopt het af en aan om passen.
DUITSCHE DESERTEURS.
Dinsdagnamiddag heeft de rijksveldwacht te Wijchen
twee Duitsche soldaten aangehouden, die aldaar in
burgerkleeren waren aangetroffen. Overeenkomstig
de bestaande voorschriften werden zij naar Nijmegen
overgebracht en voor den garaizoens-commandant ge
leid, die hen, als zijnde deserteurs, onmiddellijk op
vrije voeten heeft gesteld.
Volgens het verhaal, dat beiden deden, hadden zij
deelgenomen aan de loopgravengevechten aan den
Yser, maar de dagelijksche gevaren en moeilijkheden
waren hun zoo zwaar gevallen, dat zij besloten te de-
serteeren. Zij hadden burgerkleeren weten te bemach
tigen en zijn na vele wederwaardigheden door België
in ons land gekomen. Ondanks de doorstane vermoeie
nissen zagen zij er frisch uit, zij zaten goed in de klee-
ren en hadden ook eenig geld bij zich.
VOLDOENDE BEWIJS?
Een gehuwd Hollandsch paar, dat dezer dagen naar
Duitschland ging, had, zoo meldt,, Het Volk", aan de
grens in Cranenburg een komisch reis-incident. De
pas van de vrouw was ter secretarie harer woonplaats
onnauwkeurig opgesteld, zoodat alleen haar meisjes
naam er op stond, niet dat zij gehuwd was. De stati-
onswacht maakte bezwaar om een ongehuwde vrouw,
die met een man reisde, door te laten en na de opmer
king, dat het een gehuwd paar betrof, werd opnieuw
bezwaar gemaakt, wijl dan de pas niet deugde. Het
tweetal werd daarop voor den dienstdoenden officier
door de schrijfster van
„Elizabeth and her German Garden".
25) o
„Je verlaat al je vrienden en familie-betrekkingen
en blijft in dit vergeten oord, waar je niet eens léven
kunt als een lady?"
„Oom Joachim zei dat het mijn eenige kans was om
een beter leven te leiden."
„Onuitsprekelijke ouwe gek", zei Susie met bittere
verachting. „Dat geld zal du9 weggegooid worden
aan de Duitschers? Alsof er in Engeland geen armen
genoeg waren, als het nu eenmaal je lust is om als
weldoenster te poseeren 1"
„Och, ik verlang nergens voor te poseeren ik wil
alleen ongelukkige menschen helpen", riep Anna uit,
en zij legde haar wang liefkozend op Susie's onwillige
hand. „Wees nu niet boos op mij, vergeef mij als ik
dwaas ben en heb geduld met mij totdat ik begrepen
heb, dat ik een gansje ben en terug kom kruipen naar
jou en Peter. Maar ik moet het doen ik moet
het probeeren, ik w i 1 doen wat ik denk dat het beste
is"
„En wie zijn die ongelukkigen, als ik je vragen mag,
die gelukkig gemaakt moeten worden?"
„O, waar ik het meest medelijden mee heb en
die door niemand anders geholpen worden dat
zijn de beschaafde armen, als ik die maar bereiken
kan."
„Ik heb nooit gehoord van beschaafde armen", zei
Susie.
Anna lachte weder. „Ik heb het vanmorgen alles
in het bosch overdacht", zei ze, „en het kwam plotse
ling duidelijk bij mij op dat dit groote, ruime huis niet
bestemd kan zijn om niet gebruikt te worden en dat
in plaats van de armen te gaan opzoeken en hun geld
te geven zooals men gewoonlijk doet, het veel beter
zou wezen om vrouwen uit de betere klasse der maat
schappij, die geen geld hebben, en afhankelijk en on
gelukkig zijn, bij mij te laten wonen en het mijne met
mij deelen en hen alles te geven wat ik heb previes
hetzelfde, zonder eenig onderscheid. Er is hier plaats
voor twaalf personen op z'n minst, en zou het niet
geleid, die nu om bewijzen vroeg, dat ze gehuwd wa
ren. Zoo vroeg hij om de trouwringen te mogen zien,
met name het inschrift aaa den binnenkant, maai' tr
moest hem geantwoord worden, dat zulk een inschrift
in Holland niet gebruikelijk was. Ja, dat was een moei
lijk geval, er moest toch een bewijs geleverd worden.
Daar kreeg de officier een inval: „Wat zoudt u er
van zeggen, als u elkaar eens een zoen gaf?" Nu, daar
hadden de beiden volstrekt geen bezwaar tegen en zij
zoenden elkaar hartelijk, misschien wat te hartelijk
voor een echtpaar, vond de officier, maar hij was toch
overtuigd, en onze landgenooten mochten passeeren.
APELDOORN „DROOG GELEGD".
Terstond bij het legermobilisatie, nadat een groot
aantal militairen hier ter plaatse waren ingekwartierd,
vaardigde de burgemeester van Apeldoorn een verbod
uit, waarbij de verkoop van sterken drank aan caféhou
ders werd verboden, met bepaling dat dit verbod van
kracht was, zoowel voor burgers als voor militairen.
Dit verbod werd later nog verscherpt door ook aan
slijters den verkoop van sterken drank te verbieden,
waarvan hun alleen ontheffing werd verleend voor den
Woensdag van 's morgens 8 tot 's avonds 5 uur om
hun klanten aan huis te bedienen.
Aan alle deze voorschriften werd streng de hand ge
houden. Bij gebleken overtreding werd de zaak zonder
pardon voor veertien dagen gesloten, terwijl er een
schildwacht voor op post werd gezet. Een tiental her
bergiers, die het er wel eens op hadden gewaagd, toch
sterken drank te verkoopen, zijn op bovengemelde wijze
gestraft.
In de gepasseerde Kerstweek werden alle deze ver
bodsbepalingen ingetrokken. Er mocht weer worden
getapt en verzocht, uitgezonderd op de Zon- en Feest
dagen.
Velen, zoowel burgers als militairen, die van deze
vrijheid een ongepast gebruik maakten en onder den
invloed van den drank baldadigheden uithaalden en
soms slaags raakten, zijn oorzaak, dat thans, op ver
zoek der militaire overheid, het verbod op den verkoop
van drank weder in werking is gestelder wordt thans
in Apeldoorn geen sterke drank getapt. (Msb.).
GEBAKKEN VISCH VOOR DE SOLDATEN.
Sedert korten tijd is in de gemeente-vischhal aan de
De Ruyterkade te Amsterdam een inrichting gevestigd
voor het bakken van visch (voornamelijk spiering), ten
dienste van het leger. Zij gaat uit van het centraal-bu-
reau voor den atzef van visscherij-producten. De bak
kerij verstuurt eiken dag ongeveer 500 K.G. gebakken
spiering, wat gelijk staat met 1250 K.G. rauwe. De
visch komt uit Harderwijk, Vollenhoven, Lemmer en
andere Zuiderzee-plaatsjes en wordt aangevoerd in
kotters, die aan den steiger van de vischhal aan het IJ
meren. Ze wordt daar dan eerst schoongemaakt door
een 19-tal vischvrouwen, die, als er voldoende aanvoer
is, 8 uur per dag arbeiden en 17 ct. per uur verdienen.
Vijf vischbakkers zijn met het bakken belast tegen
een loon van 2 per dag van 8 uur. Er is zooveel te
doen (het leger is een hongerige gast en de aanvoer is
meestal ruim), dat de mannen meestal overwerken, na
tuurlijk tegen vergoeding. Na het bakken wordt de
visch afgekoeld op tafels en vervolgens verpakt in
kistjes van 25 K.O. De verpakking geschiedt keurig
en praktisch in perkamentpapier. Aan de visschers
wordt betaald 10 ct. per K.O., wat een mooie prijs is,
daar de prijs aan den vischafslag varieert tusschen 7 k
8 cent. Aan het leger wordt de gebakken visch gele
verd voor 8 ct. per ons; in den winkel kost ze 10 ct.
per ons. De prijs, welke aan het leger berekend wordt,
is dus vrij hoog, maar de winst dient in de eerste
plaats om te kunnen toeleggen op de dure visch, die
goedkoop verkocht wordt; in de tweede plaats is het
streven natuurlijk hierop gericht, om de visschers te
gen een loonenden prijs aan het werk te houden.
KON. NAT. STEUNCOMITé.
Blijkens de 20e lijst van het Kon. Nat. Steuncomité
is van 26 December j.l. tot 2 Januari aangifte ingeko
men 40956.30% vormende met de bedragen der vo-
rige lijsten een totaal van 1.376.726.61.
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
GRIFFIER PROVINCIALE STATEN.
Naar het Handelsblad verneemt, zal voor de benoe
ming van een nieuwen griffier van de Staten van
Noord-Holland een buitengewone zitting van de Pro
vinciale Staten worden gehouden.
DOOR EEN AUTOMOBIEL GEDOOD.
ONGELUK.
Woensdagnamiddag op den Pettelaarschen weg, on
der St. Micbiels Gestel, de doofstomme, J. P., oud-leer
ling van het instituut door een automobiel overreden.
schoon zijn twaalf personen, die alle hoop en moed
hebben verloren, voor de rest van hun leven gelukkig
te maken?"
„O, het meisje ik gekl" riep Susie uit, opspringende
van de sofa, niet langer in staat zich in te houden. Zij
begon de kamer op en neer te loopen, niet wetende
wat zij zou zeggen en wat zij zou doen, zonder eenige
sympathie voor ingevingen van weldadigen aard, te
alien tijde vervuld van diepe verachting voor idealen,
overtuigd dat geen enkel argument zou baten bij een
Estcourt, wiens besluit was genomen, verontwaardigd
dat het goede geid, zoo moeilijk te verkrijgen, en zoo
kostbaar wanneer men het eenmaal bezit, op zulk een
manier zou worden weggeworpen. Zij was verbijsterd
door de moeilijkheid van den toestand, want hoe kon
een jong meisje van Anna's leeftijd alleen wonen, en
een huis besturen vol beweldadigde menschen? Zou
den die beweldadigden zelf voldoende beschermd
zijn? Zouden haar vrienden in Londen dat vinden?
Zouden zij het niet afkeuren, dat zij, Susie, tot dit al
les haar toestemming had gegeven? Alsof zij het
verhinderen konOf zou men verwachten dat zij hier
op deze plaats bij Anna zou blijven, totdat zij trouw
de? Als iemand zou willen trouwen met zulk een
krankzinnig meisje! „Krankzinnig! krankzinnig, krank
zinnig!" riep Susie handenwringende uit.
„Ik was wel bang dat je er niet mee op zou hebben",
zei de schuldige op den grond gezeten, en zij zag haar
met een bedroefd gezicht aan.
„Er mee op hebben! O, krankzinnig, krankzinnig!"
en zij zette haar wandeling voort, steeds handenwrin
gende.
„Nu, je wilt dus blijven", zei ze en ze bleef plotse
ling tegenover Anna staan, „ik ken je voldoende en
zal mij geen moeite geven om met je te redeneeren. Het
geld van dien dwazen ouden man heeft je hoofd op hol
gebracht ik wist niet dat je zulk een zwak hoofd
hadt. Maar denk eens goed na als ik weg ben je
zult er tijd en rust genoeg voor hebben en vraag je
zelf eerlijk af of hetgeen je van plan bent te doen de
goede manier is om mij alles wat ik voor je gedaan
heb, te vergelden en al de uitgaven, die ik mij voor je
getroost heb, goed te maken. Je weet wat ik voor je
wenschte en je geeft er geen zier om. Dankbaar kind
Er is geen sprankje dankbaarheid in je heele lichaam.
Er bestaat geen zelfzuchtiger wezen, en ik kan niet ge-
looven dat ondankbaarheid en zelfzucht de eigen
schappen zijn, die een heilige vormen. Heb het hart
Hjj werd naar het Intituut vervoerd, waar hm aan-
toiids geneeskindige en geestelijk hulp werd verleend
Na verloop van eenige uren, is hij echter overleden.
ONZE BRANDWEER.
Men schrijft ons uit de hoofdstad:
In de Wueusoag gehouden vergadering van onzen
gemeenteraad is besloten, aan den heer J. Meier eervol
ontslag te verleenen als commandant van de brand
weer. Hoewel nog niet oud, heeft de heer Meier ge
meend, het bijltje erbij te moeten neerleggen, en het zal
den commandant ongetwijfeld goed gedaan hebben,
dat de burgemeester zich gedrongen gevoelde, „een
woord van lof uit te spreken jegens dezen zoo verdien
stelijken ambtenaar, wiens reputatie zoowel in binnen-
als buitenland erkend is".
Inderdaad, commandant Meier ia de groote organi
sator van onze brandweer geweest. Hij heeft die
brandweer beroemd gemaakt Niet alleen mist zij in
ons land haar gelijken, maar ook heeft men in het bui
tenland betrekkelijk weinig organisaties, die met de
Amsterdamsche brandweer in één adem mogen wor
den genoemd. Door de heele stad heeft de brandweer
haar voelheooms, en bij brand of bij geruchten van
brand rijden uit de meest nabijgelegen remises spuit
en ladderwagen. Binnen de vijf minuten nadat er alarm
gemaakt is, is voldoend materieel op de plaats des on-
heils en bijna steeds gelukt het, den brand in zijn be
gin te smoren.
Het is jammer, dat de groote organisator van dit al
les weggaat. Officieel heet het wegens gezondheidsre
denen, maar er wordt gefluisterd, dat de heer Meier
bang was, dat de z.g. democratische elementen in den
Raad aan de organisatie het militair karakter zouden
ontnemen, en dat de heer Meier, om botsingen te voo-
komen, zijn ontslag aanvroeg. Met name het erkennen
van de vak-organisatie was den heer Meier een gruwel,
naar het schijnt, en hij weigerde dit ook steeds, on
danks allen aandrang van uit den Raad.
EEN OESCHENK VAN DE ENGELSCHE
REGEERING.
Kapitein Voorham, gezagvoerder van he Neder-
landsche stoomschip „Flora" van de Kon. Ned. Stoom
bootmaatschappij, dat een aantal Engelsche zeelieden
van de drie onder onze kust in den grond geboorde
Engelsche oorlogsschepen heeft gered en te IJmuiden
binnengebracht, werd naar het Hbld. meldt, Woens
dag te 's-Gravenhage ontvangen door den Engelschen
gezant, die hem namens de Engelsche regeering met
een hartelijke toespraak een zilveren beker met inscrip-
toe overhandigde, benevens de zilveren St. George-
inedaille.
Gisteraamiddag heeft het plaatselijk bestuur van de
Noord- en Zuidhollandsche Reddingsmaatschappij in
het kantoor van de Visschershaven te Scheveningen
een verrekijker met inscriptie aan den schipper K. Vro
lijk en vier bronzen medailles aan de matrozen W.
Toet, H. van Duin, A. Jongejan en G. Vrolijk, van de
„Scheveningen 24" uitgereikt naar aanleiding van de
redding op 5 November 1914 van de equipage van de
„Scheveningen 169", logger van de maatschappij „Ster-
na", die op een mijn gestooten was en vergaan.
VOLKSHUISVESTING.
Bij Kon. besluit van 21 December is aan de gemeen
te Velen verleend een voorschot uit 's Rijks kas tot een
bedrag van ten hoogste 290,000, teneinde genoem
de gemeente in taat te stellen een voorschot van gelijk
bedrag te verleenen aan de Woningbouwvereeniging
Velsen aldaar, ten behoeve van den bouw van een 122-
tal arbeiderswoningen op van de gemeente in erfpacht
te verkrijgen terreinen.
UIT SCHERMERHORN.
De landerijen van het Burgerlijk Armbestuur hebben
in publieke verhuring opgebracht 814 tegen 800
bij de op twee jaar geleden gehouden verhuring.
Bij de Necl. Herv. Gemeente zijn gekozen tot ou
derling de heer J. Langereis; tot diaken de heer N. F.
Helder in plaats van den heer J. Krul, die voor eene
herbenoeming had bedankt.
UIT HENSBROEK.
Donderdagavond vergaderde bij den heer Mantel
het ziekenfonds „Help elkander" onder leiding van den
Voorzitter L. Groot.
Uit het verslag van den Secretaris-penningmeester
stippen we het volgende aanontvangsten van 1 Aug.
—1 Jan. 100, 40, uitgaven slechts 11,90%, daar
feen enkele ziekteuitkeering behoefde plaats te hebben.
iet totale bezit der vereeniging is gestegen tot bijna
1000 gld., waarvan ongeveer 940 op de R. P. Sp. is
geplaatst. Het aantal leden is thans 59.
Besloten werd voor 600 in te schrijven op de Staats
leening.
niet weer tot mij te spreken van dien onzin van plich
ten tegenover je naasten. Een Engelsche vrouw die
haar geld gaat verspillen aan liefdadigheid tegenover
Duitschers
„Het is Dustsch geld", fluisterde Anna.
„En hier te gaan wonen, hier te gaan wonen.
O, het is krankzinnig, krankzinnig!" En daar Susie
dreigde te stikken in haar verontwaardiging, zette hij
haar wandeling en ook haar gebaren voort en stampte
hard met haar hooge hakken op den houten vloer.
Zij had Letty en miss Leech dien eigen morgen
graag mee naar huis willen nemen en Anna straffen
door haar geheel alleen te laten; maar dat durfde zij
niet om Peter Peter was altijd op Anna's hand als er
verschil van meening was en hij zou stellig iets vree-
selijks doen als hij er van hoorde misschien ook
wel hier gaan wonen en nooit bij zijn vrouw terug ko
men. O, die halve DuitschersWaarom was zij ge
trouwd in een familie met zulk een smet in het bloed?
„Je zult iemand bij je moeten nemen hier", zei ze, zich
tot Anna wendende, die nog op den grond bij de sofa
zat, met een uitdrukking op haar gezicht van veront
schuldiging en boete gemengd met een standvastig
heid, die Susie maar al te wel kende. „Je kunt hier
toch niet alleen blijven? Ik zal miss Leech hier laten
tot het eind van de vacantie, ofschoon ik mij volstrekt
niet den schijn wil geven je aan te moedigen, maar dan
zie je dat ik mijn plicht doe en altijd gedaan heb, of
schoon ik er niet over praat. Als ik thuis kom zal ik
uitzien naar een oude dame, die er geen bezwaar tegen
heeft hier te wonen en die kan toezien dat je je niet
maakt tot de risée van de heele wereld. Op den dag dat
zij komt, zendt je mij ijmn kind terug."
„Het is vriendelijk van je dat je Letty hier wilt
laten, lieve Susie
„Lieve Susie!"
„Maar ik ben niet van plan de risée te worden, zoo
als je het noemt", ging Anna voort, terwijl een flauwe
glimlach in haar oogen schitterde, „en ik heb geen
Engelsche noodig. Waar zou zij hier voor dienen? Ik
had er over gedacht aan den dominé te vragen mij
liever een Duitsche dame te zenden een ernstige,
eenvoudige vrouw, van gevorderden leeftijd, zooals
oom Joachim schreef."
„O, oom JoachimSusie kon dien naam niet
uitstaan. Het was die hatelijke, oude man, die Anna's
hoofd met die denkbeelden had vervuld. Haar geld na
laten was prachtig, maar zijn invloed te gebruiken om
UIT OUDKARSPEL.
Het bestuur van het Diaconiehuls der Ned. Herv.
Gemeente alhier, dat tot dusverre berustte bij den Ker-
keraad in zijn geheel, werd thans, krachtens besluit
van eene gecombineerde vergadering van Kerkeraad
en Kerkvoogdij, opgedragen aan twee Regenten, die
onder toezicht van den Kerkeraad met de leiding der
zaken belast zijn.
Tot deze functie werden door den Kerkeraad be
noemd de Voorzitters der beide colleges, die, 't een door
zijn toezicht en' leiding, 't andere door zijn geldelijken
steun, het Diaconiehuis dienen er in stand houden. Het
zijn de heer A. Kroon Pzn. en de Voorgangers der Ge
meente.
Regenten worden benoemd voor een tijdsduur van
vier jaren, als wanneer een van beiden aftreedt en niet
terstond herkiesbaar is. Wie na de eerste vierjarige
periode aftreedt, zal alsdan bij loting worden be
paald.
KORTE BERICHTEN.
Voor de Rotterdamsche rechtbank werd gisteren
een jaar gevangenisstraf geëischt tegen een 26-jarige
schrijfster bij de posterijen en telegrafie aldaar, wegens
het zich toeeigenen van bedragen van 10 en 100,
toebehoorende aan den Staat der Nederlanden.
De gemeenteraden van Grootebroek en Midwoud
besloten een rechtsingang ttn te gaan tegen mr. c. d.
Hegge Zijnen en mr. Jan Vijn te Amsterdam, in zake
hunne vorderingen wegens het onderzoek naar de mo
gelijkheid der oprichting eener West-Friesche Centrale.
Te Roosendaal is een Belgische vluchteling aan
gekomen, die 104 jaar oud is.
Het verbod van uitvoer van paarden is zoodanig
herzien, dat dit ook van kracht zal zijn voor den uit
voer van jonge paarden.
Een zestal Duitsche soldaten, bij het begin van
den oorlog in de maand Augustus op Belgisch grond
gebied gewond, en sedert te Maastricht verpleegd
wordende in de Roode- Kruis inrichtingen hebben een
gunstig bericht ontvangen van onze regeering op een
door hen ingediend verzoekschrift, om naar Duitsch
land te kunnen terugkeeren.
STADNIEUWS.
OORLOGSBROODWEKEN IN ZICHT!
Eenige dagen stonden ze „onder de geboden", een
23-jarige hier in garnizoen zijnde hospitaalsoldaat,
uit Utrecht afkomstig, en een twee jaren minder tellend
Alkmaarsch meisje, woensdag was als trouwdag be
paald, doch het huwelijk is niet doorgegaan. Van
middag hing een „burger" slapend tegen één der
wanden van de politiewacht, een militaire uitrusting
tot een bundeltje bijeengebonden, lag op een bank
dicht bij hem.
Woensdag was hij op het stadhuis komen vertellen,
dat z'n vader ongesteld was en dat het huwelijk
daarom niet kon doorgaan. De soldaat-in-politiek, die
in eenige winkels op crediet al inkoopen had gedaan,
was inmiddels niet waar zijn plicht hem gebood te
zijn. De garnizoenscommandant vroeg zijn aanhou
ding wegens desertie, welke door de politie is ge
schied. De jongeman, die, al was hij niet getrouwd,
wel een „bruiloftsglaasje" bleek te hebben gedronken,
zal voor den commandant worden geleid. De voor
hem noodige permissie om in het huwelijk te treden,
alsmede het met verlof gaan zonder verlof, zullen wel
aanleiding geven tot een onderhoud, dat andere dan
wittebroodsweken in uitzicht stelt.
DE HAARLEMSCHE TRAM.
De Haarlemsche tram heeft tegenwoordig nog al
eens een ongelukje. Tien dagen geleden viel de laatste
tram van hier tusschen Castricum en Noorddorp om
ver en gisteravond derailleerden bij het voormalige
Tolhek alhier de machine en een wagen van de tram,
welke om 9.40 van Alkmaar vertrekt. De conducteur
ging terug en inviteerde de passagim voor de laatste
tram voor een wandelingetje van den Nieuwlandersin-
gel naar het Tolhek, want de laatste tram uit Haarlem
kon zijn eindpunt natuurlijk niet bereiken. Den gehee-
lep nacht is men aan het werk geweest om de zware
locomotief weer in de rails te krijgen; vanmorgen was
de dienst weer geregeld.
DIEFSTAL VAN EEN HOND.
De zwervende koopman J. S. kocht iets in een win
kel aan den Omval en nam bij die gelegenheid een
hond mee. In de Schermer trachtte hij het dier aan den
man te brengen. De veldwachter Brugman bracht den
stelenden koopman over naar het politie-bureau al
hier.
GESLAAGD.
Voor het op 14 en 15 Dec. j.l. te Amsterdam door
op het gemoed van een zwak, jong meisje te werken,
met zijn slappe Duitsche philosofie omtrent een beter
leven en zulk een onzin, zooals hij blijkbaar gedaan
had op zijn tochten met haar, dat was zoo schandelijk,
dat zij geen woorden kon. vinden, sterk genoeg om
haar meening uit te drukken. Iedereen zou haar de
schuld geven van hetgeen er gebeurd was, iedereen zou
haar bespotten en zéggen, dat, zoodra zich maar een
gelegenheid had voorgedaan om te ontsnappen, Anna
er gebruik van gemaakt had en een leven van eenzaam
heid en ontbering ieder ander leven verkoos bo
ven al de genoegens van een leven in de beschaafde
maatschappij in Susie's gezelschap. Peter zou zeker
heel boos op haar zijn en haar verwijten dat zij Anna
niet gelukkig genoeg gemaakt had. Niet gelukkig ge
noeg! Het meisje had haar op zijn minst driehonderd
pond 's jaars gekost met de kostbare opvoeding die zij
genoten had en al haar toiletten toen zij uitging; en
als driehonderd pond 's jaars, die je voor een meisje
uitgeeft, haar niet gelukkig konden maken, dan wou
zij wel eens weten wat dan wel. En niemand geen
enkele van die akelige menschen in Londen, die zij
haatte, al wou ze het niet weten zou een enkel
woord van afkeuring over hebben voor Anna. Dat had
nooit iemand gedaan. Al haar kuren en grillen de
laatste jaren, toen zij zoo lastig was men lachte er
om Susie wist heel goed, dat zij toegeschreven wer
den aan de manier, waarop zij Anna behandelde. De
manier, waarop zij haar behandelde, ja! De gedachte
aan die dingen maakte Susie razend. Zij had zich veel
voorgesteld van de volgende „season", haar knap
schoonzusje bij zich te hebben in de gelukkige stem
ming, waarin zij verkeerde na de erfenis, en ze had
niets dan voordeel verwacht van Anna's tegenwoordig
heid in haar huis een Anna die zelf geld verteerde
en waarvoor men niets behoefde uit te geven. En zon
der twijfel zou zij overgehaald kunnen worden de kos
ten voor de huishouding te deelen. En nu moest zij
alleen naar huis en men zou haar berispen en uit
lachen. Het vooruitzicht was bijna meer dan zij ver
dragen kon. Zij ging naar de deur, deed die open en
naar Anna gekeerd, loste zij een laatste schot. „Laat
nooit iemand", zei ze met een stem die trilde van de
diepste verachting en walging, „laat nooit i emand,
die gelukkig wil zijn, een cent uitgeven voor de fami
liebetrekkingen van haar man."
En toen riep zij Hiltonen zij bleef Hilton roepen,
totdat deze kwam en verhinderde Anna zoodoende een
woord meer te spreken.
Wordt vervolgd.