DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van iet westelijk oorlogsterrein.
Van bat oostalilk oorlogstarrain,
Van bet zuidelijk oorlogsterrein.
No, 7.
ZATEBDAG
9 JANUARI.
I O
Honderd en zeventiende Jaargang.
11)15
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.80, fr.p. post f 1—Advertentieprijs 10 ct. p. regel groote letters naar piaatsrnimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handeisdrnkknrfj iJL HBRfflSo COSTER S ZOON, Voordam C 8» Telefoonnr.
«idt
Ter zee.
ENGELAND.
BELGIE.
FRANKRIJK.
AMERIKA.
TARIA.
Dl! mammer bsaS&if wl* 3 bNdon.
o Steinbach
IR sSennheim
o Thann
Belfort o
ÜMühlhausen
E Ij 25 A S
H Altkirch
te
s
ft
4
ffi
Bazel
ALKMAAR, 9 Januari.
Wanneer men de officieels en andere berichten ove
de krijgsverrichtingen in den Elzas leest, wordt men
sterk herinnerd aan de beschrijvingen van den oorlog
van *70. Wat nu geschiedt bij Sennheim, bij Stein
bach, dat doet ons van zelf denken aan de gebeurtenis
sen bij de boschrijke hoogten van Spicheren, van St.
Privat. In die beschrijvingen lezen we van de hoogten,
die worden aangevallen en verdedigd als natuurlijke
vestingen; van gedekte stellingen, z.g.n. tirailleurs-
ingravingen in twee, drie étages boven elkaar, van
waaruit een moorddadig geweervuur werd gegeven,
terwijl boven op de kammen de kanonnen werden af
gevuurd; van dorpen, welker huizen ware forten sche
nen en van muren, van schietgaten voorzien. Bosch na
bosch, hof na hof, huis na huis moest worden geno
men. Telkens en telkens golfden de gevechten heen en
weer, volgde er op het terugslaan het teruggeworpen
worden. Soms was verscheidene malen op een heuvel
top vasten voet verkregen, doch iederen keer moesten
de bestormers weer wijken. Zoo gaat het ook nu
met dit groote verschil echter, dat wat toen in enkele
uren voorviel, thans dagen, welhaast weken, vereischt.
Het is nu juist een maand geleden, dat de Franschen
Anspach hebben vermeesterd, en thans vecht men nog
altijd bij Sennheim, een uurtje noordelijker gelegen.
Maar hoe vecht menl
Op Oudejaarsdag berichtten de Franschen, dat zij
Steinbach waren binnengedrongen en de helft van hei
dorp huis na huis hadden vermeesterd, terwijl de Duit-
schers verklaarden, dat zij Steinbach hadden, doch dat
de Franschen huis aan huis in puin hadden geschoten.
Vijf dagen daarna deelden de Duitschers mede, dat
de Franschen de in elkaar geschoten loopgraven op
de hoogte hadden veroverd en het hardnekkigverde
digde dorp Steinbach hadden vermeesterd, maar zij
voegden er aan toe, dat zij 's nachts met de bajonet de
hoogte hadden hernomen en om Steinbach bleven
vechten. Maar de Franschen verzekerden, dat zij het
heele dorp hadden veroverd, dat zij tijdelijk terrein
hadden verloren (dit is blijkbaar de bajonet-aanval ge
weest), doch dat de Duitschers zich niet hadden kun
nen handhaven.
De Fransche legatie deelde echter mede, dat de
Duitschers er door twee hevige tegen-aanvallen in ge
slaagd waren in den nacht de hoogte en een deel van
Steinbach te hernemen, maar dat in den vroegen mor
gen de plaats bezet en in den loop van den dag geheel
vermeesterd werd, terwijl voorts ook de hoogte herno
men werd en er loopgraven konden worden aangelegd
op de hoogvlakten ten noordoosten van het dorp.
De Matin gaf van deze herovering de volgende be
schrijving:
„Na een woedend gevecht is dit dorpje, gelegen op
een der laatste uitloopers van het gebergte, dat zich in
zuid-oostelijke richting van de Vogeezen uitstrekt, in
handen onzer troepen gevallen.
De strijd was zwaar, want de Duitschers hadden
huizen, tuinen, straten in ware verschansingen veran
derd. Overal in hinderlaag liggende manschappen,
overal mitrailleurs. Dank zij het bewonderenswaardig
juiste vuren onzer vijf-en-zeventigers, waren zij echter
genoodzaakt het dorp te ontruimen, met achterlating
van talrijke dooden en gewonden onder de overblijfse
len van de beschoten gebouwen."
Hieruit blijkt nog eens duidelijk, dat de artillerie de
huizen en de loopgraven eerst stuk schiet en dat dan
de infanterie zich meester maakt van de overblijfselen,
hetgeen niet alleen in den Elzas, maar ook in de buurt
van Nieuwpoort geschiedt, waar er tenslotte zoo wei
nig van de plaatsen overblijft, dat men den tegenstan
der wel kan dwingen ze te ontruimen, maar ze zelf
niet meer kan bezetten.
De Engelsche „ooggetuige" bij het Fransche leger
vat aldus de gevechten samen:
„Op 20 December trokken wij Steinbach binnen, na
een gevecht om iedere straat en ieder huis. In den
avond hadden wij het halve dorp in bezit. Op 31 De
cember en 1 Januari werd de vijand naar het oostelijk
deei van het dorp gedreven. Hij verloor toen drie
rijen huizen; in ieder huis vonden wij dooden. Onze
artillerie, die de infanterie steunde, bracht den vijand
hevige verliezen toe, en dit stelde ons in staat onze
gewonnen posities te handhaven. Onze jagers storm
den vooruit, door de vlammen der brandende huizen
en door het vuur der Duitsche machine-geweren.
Op 3 Januari namen wij de kerk en het kerkhof.
Westelijk van Cemay (Sennheim) groeven de troe
pen loopgraven op den heuvel 425 (zoo genoemd naai
een mijipaal). In den nacht van 3 Januari deden de
Duitschers, woedend over ons voortdurend vooruit
rukken, twee wanhopige tegenaanvallen. Zij namen de
hoogte 425 en dreven ons terug tot onze oorspronke
lijke loopgraven
Zij heiwonnen ook het kerkhof en de kerk v?n Stein
bach.
Zonder het aanbreken van den dag af te wachten
hernieuwden onze troepen den aanval, en voordat de
morgen daagde, waren wij weder in het bezit van
Steinbach en van de hoogte 425, waarvan wij den vij
and hadden verdreven. Des avonds waren wij in het
bezit van het geheele dorp en begonnen wij den op
marsch in noord-oostelijke en zuid-westelijke richting
Wij wonnen ook grond aan den weg van Thann naai
Cemay."
Keeren wij nu echter weer terug tot de officieele me-
dedeelingen. De Duitschers meldden Woensdag, dat
op de veel bestreden hoogte 425 de Franschen weer
vasten voet konden vatten, doch dat ze door een krach-
tigen bajonet-aanval weder werden verdreven en geen
nieuwen aanval meer waagden. De Franschen evenwel
verklaarden, dat de Duitschers een der oude loopgra
ven van de hoogte 425, welker top nog in Fransch be
zit was, weder bezet hadden. Donderdag verzekerden
de Duitschers, dat de Franschen weer een poging had
den gedaan om in het bezit te komen van hoogte 425,
de aanval mislukte echter en de hoogte bleef Duitsch.
Gisteren zeiden de Duitschers in hun communiqué,
dat herhaalde aanvallen van de Franschen op de
hoogten ten westen van Sennheim werden gestuit door
artillerievuur en dat er gevochten werd om het dorp
Ober Bumhaupt, ten zuiden van Sennheim, en de
Franschen verzekerden dat ze de loopgraven van hoog
te 425 heroverd (eigenlijk moest het zijn: herherher-
overd!) hadden en Ober Burnhaupt genomen hadden,
Maar in het nieuwste Duitsche communiqué van he
den wordt medegedeeld, dat er ten Westen en ten Zui
den van Sennheim niets veranderd is en dat de Fran
schen weer uit Ober Burnhaupt zijn teruggeslagen.
Men ziet dus, dat beide partijen zich den heuvel 425
toeschrijven. We kunnen moeielijk aannemen, dat de
communiqué'-schrijvers een kameel voor een dromeda
ris aanzien, dus maar één heuvel waarnemen, waar er
twee zijn!
Hoe het dan zit?
Wij weten het ook niet. Het aannemelijkst lijkt ons
echter de veronderstelling, dat er nog maar altijd door
met wisselend succes op en om die befaamde 425
wordt gevochten, dat deze heuvel beurtelings door de
partijen genomen en weer verlaten wordt totdat
het oogenblik komt, dat niemand meer iets van het be
zit heeft, de hoogte prijsgegeven wordt door de eene
partij, waarop de andere dit feit als een overwinning
wereldkundig maakt. En misschien is dit reeds ge
schied, terwijl wij dit schrijven.
Wanneer wij dan ook heden zoo uitvoerig deze ne
ven-operatie hebben behandeld, is dat niet gebeurd
om het resultaat, maar om het verloop, dat zoo tref
fend het hardnekkige vechten in den Elzas aangeeft.
Elders gaat het op kleine schaal blijkbaar evenzoo.
Nadat de Franschen in het Argonnenwoud vorderin
gen hebben gemaakt, hebben zij op één punt, over een
afstand van 80 meter de linie 20 meter achteruit moe
ten trekken men stelle zich dit eens even goed voor,
zoo'n détail uit den reuzenstrijd, gevoerd over een
front van een driehonderdduizend meters! Op een an
dere plaats van dit bosch, werden de Franschen ge
dwongen over een kilometer terug te trekken, maar
door een tegenaanval, zegt het laatste Fransche com
muniqué, herwonnen wij onze posities. Bij Soissons
(ten westen van Reims) werd door de Franschen een
Duitsche verschansing en twee linies van loopgraven
gewonnen, v/aama de Duitschers drie maal achtereen
aangevallen zijn om het verloren terrein terug te ver
overen, hetgeen echter telkenmale mislukte. Hierover
zwijgen de buitschers. Zij deelen mede, dat zij een
loopgraaf hebben opgeblazen op het oogenblik, dat de
Franschen hiervan bezit wilden nemen, zoodat de ge
heele Fransche bezetting werd vernietigd en voorts
spreken zij van een succesvollen aanval in het Ooste
lijk gedeelte der Argonnen, waarbij 1200 Franschen
gevangen genomen werden.
Verder valt er van de krijgsverrichtingen weinig te
melden weerstoestand en bodemgesteldheid schij
nen alom ernstige belemmeringen voor den strijd te
zijd-
Er zijn behalve een telegram over de beschieting
van de Belgische kust door de Engelschen en het be
zoek van Engelsche vliegmachines boven Zeebrugge
nog wat vage berichten. Zoo beweert het Russische
hoofdkwartier, dat de Turken in den Kaukasus tot een
krachtig en aanval zijn overgegaan, omhun neder
laag te bemantelen! In de Zwarte Zee gebeurt ook het
een en ander, maar wat we er van hooren is weinig be
langrijk.
Uit Milaan komt verder een telegram over een ern
stige Italiaansche-Oostentfjksche spanning naar aanlei
ding van de bezetting van Valona. De bron is troebel!
Eindelijk trachten de Duitschers de behandeling van
Kardinaal Mercier goed te praten en hebben de Engel
schen op de Amerikaansche nota geantwoord, welk
antwoord morgen openbaar gemaakt zal worden.
DUIT&H LEGERBERICHT.
Uit het Duitsche groote hoofdkwartier wordt ge
meld.
De voortdurende regens maken het terrein in Vlaan
deren steeds meer tot een moeras, zoodat de krijgsver
richtingen ten zeerste worden belemmerd.
Ten oosten van Reims trachtten de Franschen heden
nacht ons een loopgraaf te ontnemen. Door een on
middellijk begonnen tegenaanval werden zij in hun
stellingen teruggeworpen. Zij verloren vijftig gevange
nen.
In het centrum en in het oosten van de Argonnen
maakten onze troepen weer vorderingen.
Een nachtelijke aanval der Franschen tegen onze po
sitie bij de brug ten zuiden van Diedolshausen (Voge
zen) werd afgeslagen.
Herhaalde aanvallen der Franschen op de hoogte
ten westen van Sennheim mislukten door ons artille
rievuur. Wij namen 2 officieren en 100 man gevangen.
Om het plaatsje Bumhaupt, zuidelijk van Sennheim,
wordt nog gestreden.
FRANSCH LEGERBERICHT.
Het Fransche communiqué van gistermiddag bericht
De artillerie van den vijand betoont weder meer ac
tiviteit in België. Te Atrecht zijn de Fransche batte
rijen krachtdadig opgetreden.
Onze infanterie heeft vorderingen gemaakt bij Lom-
baertzijde. Wij hebben vijftig meter voor onze loopgra
ven een heuvel, die door den vijand bezet was, geno
men. Wij hebben terrein gewonnen ten oosten van St.
Joris en ernstig schade toegebracht aan de loopgra
ven van den vijand bij Steenstraate.
Zonder dat wij aangevallen werden, zagen wij ons
genoopt eenige gedeelten van onze loopgraven in den
sector Atrecht te ontruimen, wijl de manschappen er
tot aan de schouders in de modder stonden.
Wij zijn vooruitgegaan in de streek van La Boisselle
en hebben den weg van La Boisselle naar Avelay bezri.
De mijnenwerpers van den vijand brachten ons eenige
verliezen toe, wij noopten ze in den loop van den
middag het werk te staken.
Wij hebben een blokhut in den sector Reims in de
lucht laten vliegen en een loopgraaf bezet, tweehon
derd meters voor onze linie.
Er heeft een hevig infanteriegevecht plaats gehad
tusschen Bessiny en Prunay, waar een groot aantal
vijanden sneuvelde.
Bij Souain brachten wij de artillerie van den vijand
tot zwijgen en vernielden wij zijn loopgraven.
In Argonne ten westen van Haut Chelanchée liet de
vijand onze loopgraven in de eerste linie in de lucht
vliegen en deed onmiddellijk daarna een hevigen aan
val, dien wij echter met de bajonet afsloegen. Wij
maakten krijgsgevangenen en handhaafden ons front,
behalve over een afstand van 80 M., waar wij onze
loopgraven 20 M. naar achteren moesten leggen.
Wij hebben ons offensief in de buurt van Thann en
Altkirch voortgezet en daar belangrijke resultaten be
reikt. Wij hebben hoogte 425 weder genomen en ter
rein gewonnen ten oosten van Steinbach.
Wij namen Bumhaupt-le-hart en zijn vooruitgeko
men in de richting van de brug naar Aspech en Kahl-
berg.
De vijand heeft uitsluitend het hospitaal te Thann
gebombardeerd. Dat is thans ontruimd.
DUITSCH LEGERBERICHT.
Officieel wordt uit het Duitsche groote hoofdkwar
tier gemeld:
In het Oosten heerscht een ongunstige weersgesteld
heid. Aan de Oost-Pruisische grens en in Noord-Po
len is niets veranderd. Oostelijk van de Rafka maakten
onze aanvallen vorderingen. Zestienhonderd Russen
werden gevangen genomen, vijf mitrailleurs door ons
buitgemaakt.
Aan den oostelijken oever van de Pilitza hadden
alleen artilleriegevechten plaats.
OOSTENRIJKSCH LEGERBERICHT.
Officieel wordt te Weenen bekend gemaakt: De al-
gemeene toestand is dezelfde gebleven. Er hebben geen
voortdurende gevechten meer plaats.
In de Oost-Beskiden werd een aanval der Russen die
over de hoogten ten oosten van Czeremcha waren ge
trokken, door een tegenaanval afgeslagen. Daarbij
werden drie machine-geweren buitgemaakt en 400 man
gevangen genomen.
OOSTENRIJKSCH LEGERBERICHT.
Officieel wordt uit Weenen gemeld: Een nachtelijke
aanval op onze voorpostenlinie bij Awtowac mislukte
totaal.
AAN DE ZWARTE ZEE.
De Turksche Groote Generale Staf deelt mede: „De
Russische vloot beschoot heden, in strijd met de voor
schriften van het internationale recht, de open stad Si-
nope (in Paphlagonië, aan de Zwarte Zee), waardoor
twee huizen eenigszins beschadigd Werden.
Mensch en levens vallen niet te betreuren.
Vier barken zijn gezonken.
Turksche schepen beschoten met succes Russische
troepen, die zich in en ten noorden van Kakrjali (Rus
sische kust van de Zwarte Zee) bevonden.
Op 5 dezer deed een Engelsch kruiser een poging
om te landen ten oosten van Mereinas. Het vuur onzer
troepen dwong den vijand echter te wijken. Hij liet
vier dooden achter.
MINISTER HALDANE AAN HET WOORD.
Bij een debat in het Hoogerhuis over den militairen
toestand zeide minister Haldane: „Er is een prachtig
antwoord gegeven op den oproep om onder de wapenen
te komen en er was geen reden van te voren te zeggen,
dat het vriiwilligersstelsel mislukt was.
Indien de noodzakelijkheid van dienstplicht ooit
bleek, zou de regeering buigen voor die noodzakelijk
heid.
Het Britsche Rijk streed voor niets minder dan het
bestaan van het volk (toejuichingen) en geen overwin
ning zou bevredigend zijn, die niet een herhaling voor
kwam van den bestaanden toestand. (Toejuichingen.)
De taak was enorm, maar geen moeite en geen van
de middelen van het land zou worden gespaard om
de groote taak tot een goed einde te brengen. (Toe
juichingen).
DE HERDERLIJKE BRIEF VAN KARDINAAL
MERCIER.
De „Nordd. Allgem. Zeit." bevat het volgende com
muniqué: „Kardinaal Mercier, aartsbisschop van Me-
chelen, vaardigde omstreeks Kerstmis een herderlijken
brief uit, die volgens zijn aanwijzing op 1 Januari en
de daarop volgende Zondagen van kansels zou worden
voorgelezen.
Deze herderlijke brief bevatte naast zuiver godsdien
stige uiteenzettingen een reeks politieke bschouwingen,
die met den huidigen stand van zaken niet overeen te
brengen waren en aan de Duitsche autoriteiten den
plicht oplegden tegen den verdere verspreiding op te
treden. Door den gouverneur-generaal daarop gewe
zen, verklaarde de kardinaal schriftelijk en mondeling,
dat het niet in zijn 'bedoeling had gelegen door zijn
schrijven opruiend te werkendat hij zich integendeel
had laten leiden door de bedoeling de bevolking ge
rust te stellen en haar, terwijl hij haar vaderlandslie
vende gevoelens ontzag, aan te sporen tot uiterlijke on
derworpenheid aan het Duitsche bestuur.
Daar de gouverneur-generaal echter van een andere
meening was en vreesde, dat de herderlijke brief wel
een opruiende werking zou hebben, volhardde de kar
dinaal niet bij zijn last aan de hem ondergeschikte
geestelijkheid om den brief verder voor te lezen en te
verspreiden.
De gouverneur-generaal had reeds van te voren de
voorlezing en verspreiding van den herderlijken brief
verboden
Hiermede kan deze aangelegenheid als aigprfaan
worden beschouwd.
De Belgische correspondent van de Tijd meldt:
De deken van Antwerpen, mgr. Cleynhens, heeft mij
nog dezen morgen om zeven uur, nadat hij een bijzon
deren koérier uit Mechelen had ontvangen, met de
meeste beslistheid bevestigde, dat de Kardinaal nog
steeds Mechelen niet mag verlaten, tot uit Berlijn een
nadere beslissing is gekomen. Wel mag Z. Em. zich
binnen Mechelen bewegen. Welke de verdere gevolgen
voor Z. Em. zullen zijn, valt nog niet te overzien.
Wel zijn deze gevolgen reeds gisteren door een zwa
re straf kenbaar gemaakt aan den drukker van het her
derlijk schrijven, den heer Dessain. Deze is veroor
deeld tot een boete van 500 Mark of vijftig dagen hech
tenis.
EEN ZOON VAN DEN PREMIER GESNEUVELD
De heer Viviani heeft officieel bericht ontvangen
van den dood van zijn jongsten zoon, die infanteriesol-
daat is en werd gedood op 22 Augustus bij Cussigny
Meuthe et Mosselle) bij een aanval op Duitsche loop
graven.
DUM-DUM-KOGELS.
In antwoord op de beschuldiging, ingediend door
den Duitschen gezant, dat Engeland dum-dum-kogeis
zou gebruiken, heeft de heer Bryan, staatssecretaris
voor buitenlandsche zaken, na hoffelijk geweigerd te
hebben een onderzoek in te stellen naar algemeene be
schuldigingen, op gezag van de fabriek van Winches-
terrepeteergeweren de bewering van den gezant dat
Engeland geweren en munitie bij die fabriek zou heb
ben besteld, tegengesproken.
„De tijd zal komen dat de waarheid onpartijdig kan
worden vastgesteld. Het oordeel der wereld zal dan
worden uitgesproken over de beschuldigingen, door de
verschillende oorlogvoerende staten ingediend omtrent
schending van de regelen eener beschaafde oorlogvoe
ring."
DE PSYCHOLOGIE VAN DEN EENARMIGE.
Dat zelfs menschen met één arm zich in oorlogstijd
van nut kunnen maken, heeft de beroemde Hongaar-
sche pianist Graaf Zichy bewezen. Deze vaderlands
lievende kunstenaar, die op zeer jeugdigen leeftijd den
rechterarm verloor, had bij het vernemen der oorlog
verklaring onmiddelijk naar de wapenen willen grijpen
Zijn arts verbood hem deze roekeloosheid, waarop
Graaf Zichy trachtte op andere wijze zijn vaderland
van dienst te zijn. Geld geven, ja, dat was gemakke
lijk genoeg. Doch hij wilde meer, hij wilde werken
voor het vaderland. Tenslotte kwam hij op het denk
beeld, zijn lotgenooten-eenarmigen, in de hospitalen op
te zoeken, en hen les te geven in het manoeuvreeren met
de linkerhand. Een dankbaar werk heeft Eraaf Zichy
verricht. In zijn „Het boek van den Eénannige" ver
telt hij een en ander van zijn ervaringen. Hij begint
met zijn blijdschap te uiten over het feit, dat hij naar
verhouding nu veel minder militairen vond, die een
arm verloren hadden, dan na den oorlog van 1866.
Hij schrijft dit toe aan den vooruitgang der chirurgie,
ALRMAARSC
COURANT
4
o
o
O
O
O
IS
•Ss»
O
O
O
O
O
o
o
o
o°
O O O
0o O O O O oo
ZVIISEBLilfD
O
O
O
O