DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van bat oosteliik oorlogsterrein, Van bat zuidelilk oorlogsterrein. O e O o 1 o No. 10 Honderd en zeyentiende jaargang. flbonnenientsprtis per 3 maanden f 0.80, fr. p. post f 1.—Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groots letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handeisdrnkknrij vJi HERlfls. COSTRR ZOON, Vöordam C 9. Telefoonnr, 3. WOENSDAG IS JANUABI FRANKRIJK. DUITSCHLAND. ENGELAND, BELGIE. ITALIË. Uit NOORWEGEN. VARIA. ALKMAAR, 13 Januari. Verzekerde president Poincaré op den Nieuwjaars dag aan het Parijsche corps diplomatique overtuigd te zijn, dat dit jaar de vrede zou tot stand komen, hij heeft thans aan het front verklaard, dat nog eenige maan den van geduld, van zedelijke» weerstand en krachts ontwikkeling zullen beslissen over toekomstige eeuwen. Enkele maanden? Het is mogelijk. Maar zoover wij kunnen nagaan wordt de opvatting van zulk een korten duur van den oorlog weinig gedeeld. Fransche bladen denken daar over tenminste geheel anders. Zij hebben het tegen woordig zeer druk over de mogelijkheid en de wen- schelijkheid om de Japanners mee te laten strijden op het Westelijk oorlogstooneel, teneinde daardoor een spoediger beslissing te verkrijgen. Over het geheel voelt men wel voor dit denkbeeld. Het Journal des Dé- bats denkt hierover echter anders. Als men verschil lende artikelen leest, zegt het blad, dan is het net, alsof er nooit een eind aan den Europeeschen oorlog zal komen, indien niet 500.00(f Japanners te hulp snellen. Het blad meent, dat er aan deze kwestie heel wat meer vast zit, dan men oppervlakkig denkt én het vestigt de aandacht op twee kanten van het vraagstuk, hetwelk, zegt het, overigens van tal van gezichtspunten kan worden bekeken. „Militair gesproken, zoo gaat het blad voort, „is er niets, dat het recht geeft te zeggen, dat Japansche hulp -jinnen betrekkelijk korten tijd den gewenschten uitslag zal brengen. Andere hulp kan vroeger en beter wor den verleend zonder opoffering van onzen kant." Het blad acht het zeker, dat de regeeringen van Ita lië en Roemenië, of ze willen of niet, gedwongen zul len zijn, den strijd tegen Oostenrijk-Hongarije aan te binden, (de Times meldt, dat Roemenië, zelfs indien Italië onzijdig mocht blijven, zich bij de verbonden mogendheden zal aansluiten). Oostenrijk-Hongarije beschouwt dit blad als „op"; het heeft nog wel oor logsmateriaal, maar geen geld, geen flinke mannen, geen moed. Oostenrijk-Hongarije hoopt niet meer op en overwinning, het tracht aan, een algeheele vernie tiging te ontkomen door middel van beperkte opoffe ringen. De verbondenen behoeven dus geen nieuwe hulp te zoeken en daarvoor een of anderen prijs aan te bie den. Het is bedroevend te moeten, hooren, hoe zuch tende Franschen ernstig spreken van dit of dat gebied men spreekt van een kolonie af te staan voor de zending van men weet niet hoeveel Japansche leger korpsen, terwijl men niet weet, hoe ze samengesteld zullen zijn, wanneer en langs welken weg zij op het oorlogstooneel zullen komen. Ten allen tijde heeft gehuurde hulp wreede verrassingen opgeleverd. Maar wijl zen in het Joumal de Genève: „Indien de hulp van Japan noodig mocht zijn om het gevaar te bezwe ren, of zelfs om het einde der beproeving te verhaas ten, ken ik Franschen, die heel goed zouden begrijpen, dat men Indo-China aan dit verheven doel zou opoffe ren." Welnu aldus nog altijd het Joumal des Débats wij behooren niet tot die Franschen en wij zeggen dat. Het verheven doel kan zonder een dergelijk offer worden bereikt. Wij willen ook nog zeggen, dat, in dien wat wij intusschen niet gelooveh een der gelijk offer moet worden gebracht, het Frankrijk niet zou zijn, dat het zou moeten lijden. Frankrijk heeft thuis zich al heel wat andere opofferingen moeten ge troosten en het is geroepen er nog andere te brengen, zonder dat het ook nog een koloniaal rijk geheel of ten deele afstaat. Naar onze meening, moesten alle Franschen dit begrijpen en dit doen gevoelen. Het spreekt wel van zelf, dat het Fransche blad hier het oog heeft op Engeland, welk land zoo heel veel minder onder de lasten van den oorlog heeft te lijden dan Frankrijk in de haven van Londen kan men het werk niet af, het nationale ondersteuningsfonds be hoefde niet te worden aangesproken, nergens heeft men vijanden op zijn grondgebied en bovendien, als het moet, zou Engeland ook veel beter een stukje van zijn koloniaal bezit kunnen opofferen, dan de republiek. De communiqué's uit het Westen brengen alweer geen nieuws. Alleen zij vermeld, dat zij in het bijzon der de aandacht vestigen op Perthes, een plaatsje ten Oosten van Reims, aan de Aisne, waarover de laatste dagen herhaaldelijk gesproken is. Over den Elzas zwijgen de officieele mededeelingen geheel. Keeren wij dan ook maar even terug tot de Aisne, waar nu van daag juist vier maanden lang gestreden wordt, zonder dat een der partijen belangrijk voorwaarts gekomen is. Bij Perthes is de strijd bijzonder hardnekkig. De Franschen zeggen er heden van: „Een grondwerk in de .buurt van Perthes was het tooneel van een wanho pige worsteling, die nog voortduurt." En de Duit- schers: „Gistermiddag beproefden de Franschen in de streek ten Oosten van Perthes een aanval, welke echter door ons vuur werd gestuit". Het schijnt, dat de Duit- schers het sterkst ziin ten Oosten van deze plaats en de Franschen ten bÉorden. Van Franschen kant geeft men voor, dat het hier een belangrijk punt geldt, het welk den geheelen omtrek domineert en een spoorlijn naar het Oosten (Apremont) bestrijkt. De eerste Fran sche aanvallende beweging in dit gebied begon in de eerst week van December. Gedurende veertien dagen bleef het succes uit, maar den 20sten December begon men te vorder en. In het Fransche communiqué van 22 December werd gezegd: „Wij hebben in den omtrek van Perthes les Hurlus drie Duitsche werken geno men, die een loopgravenfront van 1500 M. vormden". In het Duitsche communiqué heette het dienzelfden dag: „De aanvallen gisteren door de Franschen on dernomen bij Perthes, werden onder zware verliezen voor den vijand afgeslagen." Sindsdien keerde de naam van de plaats geregeld in de communiqué'", te rug. Men bevindt zich hier namelijk in de Champug, ne, d. w. z. op grondgebied, dat geschikt is voor de verdediging, daar de kalk- en kleiachtige bodem zich uitstekend leent voor den aanleg van veldstellin- gen. De Franschen zijn hier vooruit gekomen, maar de Duitschers hebben hier stellingen kunnen ontwer pen, in welke zij opnieuw tegenstand kunnen bieden, zoodat nog niet te zien valt, waarom de vorderingen hier van zooveel belang zijn als men van Engelschen en Franschen kant voorgeeft In het Oosten, waar de positie-oorlog nog niet zoo vastgeklemd zit als in het Westen, vinden er thans weer operaties op wat grooter schaal plaats, ondanks de ongunstige weersgesteldheid. De militaire medewerker van de Rjetsj (een Rus sisch blad), deelt eenige belangwekkende bijzonder heden mede over de operaties in Polen. Het blad con stateert allereerst, dat hier (tusschen de monding der Bzoera en Nida, d. w. z. ten Westen van Warschau), een nieuw Ehiitsch front is gevormd met drie legers van te zamen 15 tot 18 legercorpsen, d. i. ruim 600.000 man. In het Noorden hebben de Duitschers volgens de zen Russischen militairen schrijver een uiterst belang rijk succes behaald. Maar de Russen hebben rekening gehouden met de mogelijkheid, dat de Duitschers hun concentratie voor Warschau (van omstreeks midden October) zouden willen herhalen. Voor de frontlijn, die ten Noorden door moerassen wordt -afgesloten, werd van te voren een verdedigingslinie ingericht tusschen Blonie en Grodisk, ongeveer halverwege tus schen de linie Bzoera en Rawka en Warschau. Daar moeten dan de Duitschers, mocht het hun gelukken door de kracht van 18 legercorpsen en van zwaar be legeringsgeschut de Bzoeralijn te forceeren, tot een nieuwen stormaanval in het open veld overgaan voor dat zij den fortengordel van Warschau zouden kunnen aanvallen. De Duitschers nu treden hier het laatste Russisch legerbericht bevestigt dit sterk aanvallend op: het genoemde dorp Soekha, waar de Duitschers viermaal op één dag aanvielen, ligt in dit gebied. Meer in het Zuiden, naar Krakau toe, aan de Nida, zijn de Russen volgens de Duitsche en Oostenrijksche communiqué's, tot het offensief overgegaan, doch hier over zwijgt het laatste Russische legerbericht. Uit Oost-Pruisen wordt de laatste dagen niets bijzonders gemeld. In de Karpathen, waar groote actie thans on mogelijk is, zijn, volgens de Weensche lezing, de Rus sen een beetje teruggetrokken. De Turken willen ons wijs maken, dat ze er in den Kaukasus goed voorstaan, de Russen geven hoog op van gebeurtenissen in de Zwarte Zee. De Engelschen weten nu al, dat de Turken in Egypte zullen optreden, maar dat dit slechts een schijnaanval zal zijn, die niets te beteekenen heeft. En de Zuid-Afrikaanders ver-' wachten spoedig den laatsten Duitscher uit Z. W. Afri ka te hebben verdreven. FRANSCH COMMUNIQUé. Het Fransche communiqué van gistermiddag luidt: Er is hevig geschutvuur gewisseld op eenige punten van de zee tot aan de Oise. Ten noorden van Soissons hebben wij wederom ge deelten van loopgraven veroverd. Van Soissons tot Reims hebben artillerie-duels plaats gehad. Bij een verschansing in de nabijheid van Perthes is een hevig gevecht aan den gang. Twee aanvallen der Duitschers op de hoogten aan de Maas werden afgeslagen. Een compagnie Duitschers, die het dorp Saint-Sau- veur plunderde, werd op de vlucht gejaagd. Op de rest van het front is de toestand onveranderd. DUITSCH COMMUNIQUé. De gisteren in een deel der éditie reeds vermelde mededeeling van den grooten generalen staf luidt: Op het westelijk oorlogstooneel kwamen ten zuiden van het kanaal bij La Bassée eenige onbeteekenende gevechten voor, die tot nog toe geen resultaat hadden. Bij Crouy deden de Franschen gisteravond een aan val; zij werden echter onder zware verliezen afgesla gen. Hedenmorgen begon de strijd daar weer. Gisternamiddag werd in de streek oostelijk van Perthes een Fransche aanval ondernomen, die echter door ons vuur werd verhinderd. De vijand leed zware verliezen. in het Argonnenwoud werd aan de Chaussée Ro- maine een Fransch steunpunt veroverd. Twee officie ren en 140 man vielen daarbij in onze handen. In de gevechten in het oostelijk deel van het Argon- nerwouu zijn van de Franschen sedert 8 Januari een majoor, drie kapiteins, 13 luitenants en 1600 man ge vangen genomen, zoodat hun geheele verlies, aan doo- deigewonden en gevangenen in dit kleine gebied op 3500 man kan worden geschat. De Fransche aanvallen bij Ailly, ten zuiden van St. Mihiel zijn mislukt. PRESIDENT POINCARé AAN HET FRONT. President Poincaré, die Zondagavond met minister Augagneur uit Parijs was vertrokken, overhandigde een vaandel aan de brigade mariniers. Hij wenschte den troepen geluk met den roem, behaald op verschil lende slagvelden, waar zij sedert weken, ondanks de moeilijkheden var: het terrein, de slachtingen door het vuur var. den vijand, koude, regen en overstroomingen den strijd zegevierend voortzetten. Hij eindigde zijn rede aldus„Ons ras, onze beschaving, ons ideaal zijn de gewijde inzet van de gevechten, die thans worden geleverd. Nog eenige maanden geduld en door uw te genstand, uw moreel en uw energie zal een beslissing verkregen zijn voor toekomstige eeuwen". Daarna vertrok hij naar Cassel, Hasebrouck en Atrecht en kwam gisterochtend te Parijs terug. VLIEGTUIGEN BOVEN DE ENGELSCHE KUST? Meldde de „Daily Chron," dat drie Duitsche vlieg tuigen en een Zeppelin boven Calais waren gezien, wel ke koers zetten in de richting van Dover, en een Reuter- bericht dat twaalf Duitsche vliegmachines boven Duin kerken bommen wierpen, thans deelt men van Duitsche zijde mede, dat een vliegeskader van 16 vliegtuigen Zondag boven de monding van de Theems verscheen en langs de Engelsche kust vloog tot Dover, daar eenige bommen wierp en vervolgens in de richting van Duinkerken vloog. Van dit bezoek aan Engeland is van Engelsche zijde tot dusver geen melding gemaakt, als er bommen geworpen zijn had men in Engeland daar toch iets van moeten merken, teekent het Hbld. hierbij aan. OOSTENRIJKSCH LEGERBERICHT. Officieel wordt uit Weenen gemeld: Gisteren heeft de vijand weder in een hevig artillerie-gevecht pogin gen gedaan om de Nida te forceeren. Op het geheele front aan het zuidelijk gedeelte begon in den namiddag een sterke afdeeling van den vijand een nieuwen aan val, deze werd echter na korten tijd door onze artiille- rie afgeslagen. De vijand trok terug en liet honderden gesneuvelden en gewonden voor onze stelling achter. Het artillerie-gevecht ten zuiden van den Weiehsel duurde intusschen voort en daarbij gelukte het één onzer batterijen een door de vijanden bezette boerderij zoo onder vuur te nemen, dat de Russen, die zich daar sedert eenige dagen genesteld hadden, gedwongen werden vluchtend hunne stellingen te ontruimen. In de Karpathen belemmert het ongunstige weder el ke actie van eenig belang. In het dal van de Boven-Ung trok de vijand terug tot dichter bij de Uszokpaa. DUITSCH LEGERBERICHT. De mededeeling van den Duitschea grooten genera len staf meldt: Op het oostelijk oorlogsterrein is in Oost-Pruisen niets belangrijks voorgevallen. De Russische voortgang in Noord-Polen bleef zon der resultaat. Onze aanvallen in het gebied bewesten den Weiehsel hadden, ondanks het slechte weer, op enkele plaatsen succes. Ten oosten van de Pilitza bleef de toestand onveran derd. HET TURKSCHE HOOFDKWARTIER OVER DE NEDERLAGEN. Tegenover de onjuiste berichten van de Russische pers over de Turksche nederlagen, publiceert het hoofdkwartier een telegram van den bevelhebber van het leger in den Kaukasus van 9 Januari, over de krijgsverrichtingen in de laatste twee wéken. In het te legram wordt gemeld: Op het hoofdfront ontrukten onze troepen den vijand over onze grens gelegen be- heerschende stellingen. De krijgsverrichtingen bij Ol- ty, Ardakkan werden door sneeuw en vorst vertraagd Onze in Aserbeidsjan ageerende troepen vervolgen ondanks de ongunstige weersgesteldheid den vijand die terugtrekt, nadat wij Ooermia, Kotur bezetten. De Russen beweren een divisie-commandant van een legercorps gevangen te hebben genomen. Dit bericht is onjuist. Waarheid is, dat bij een aanval van een Russische afdeeling op een Russisch dorp een trans port gewonden, onder wie een zwaargewonde briga de-commandeur, deze laatste werd gevangen geno men, terwijl de overigen werden gedood. HET PARLEMENT. Het Parlement opende gisteren zijn zittingen voor 1915. De Kamer en «f# Senaat herkozen hun presiden ten en alle andere bureauleden. De oudste leden van beide huizen hielden treffende redevoeringen, waarin zij den leden onder de huidige omstandigheden tot moed en volharding aanspoorden. EEN TELEGRAM VAN KONING ALBERT. De Parijsche correspondent van „Politiken" heeft, volgens het Corr.-bureau Norden, Koning Albert van België telegrafisch eenige mededeelingen gevraagd over den toestand. Koning Albert antwoordde: „Ik ben zeer getroffen door uw hartelijk telegram. Uw landgenooten in Skan^mavië hebben er in hooge mate toe bijgedragen het onverdiende lijden te verzachten, dat over mijn volk gekomen is, dat zich heeft opgeof ferd voor zijn eer en dat geloofde aan de verdragen. Dit acht ik des te hooger, daar dit komt uit landen, wier geschiedenis een eervol getuigenis is van den geest van onafhankelijkheid, welke de drie vrije volken bezielt. Ik verzoek u den edelmoedigen gevers mijn dank te brengen". De „Berliner Lok.-Anz." verbindt aan dit telegram een betoog, dat neerkomt op de reeds bekende beschul- diging, dat België door geheime overeenkomsten zijn eigen onzijdigheid zou hebben geschonden. De ..Lok. Anz." voegt daaraan toe, dat België liever naar het naburige Nederland had moeten zien, welks politiek steeds een model van politieke onafhankelijkheid en van de strengste onzijdigheid is geweest, DE TOESTAND IN DE HAVEN TE LONDEN. Oe opstopping in de haven van Londen is aan ver schalende oöizaken te wijten, in verband met den oor log, welke meer drukte gebracht hebben in de haven, dan ooit het geval was, seint Reuter uit Londen. Deze opstopping komt men nu geleidelijk te boven en het aantal schepen, dat te Gravesend ligt te wachten, om dat er geen plaats te vinden is in de havens, wordt snel beperkt. Het aantal arbeiders, dat door de havenautoriteiten in dienst is genomen, is thans tot 7000 gestegen tegen over 400 in Januari 1914, terwijl alle beschikbare ar beiders gebezigd worden voor den bouw van nieuwe bergloodsen om de buitengewoon groote hoeveelheid goederen, die in voorraad zijn, te kunnen bergen. Op het oogenblik zijn de meeste arbeiders, door het Londensche havenbestuur in dienst genomen, allen be zig met het lossen van wolladingen. ioen de Australische troepen naar Engeland kwa men en tijdens het optreden van den Duitschen kruiser „Einden" was er geen groote uitvoer van Australische wol. ihans komt de wol bij enorme hoeveelheden aap m bij den aanstaanden maandelijkschen verkoop, zul len 160.000 balen ten verkoop worden aangeboden. De autoriteiten hopen, dat de tegenwoordige toe stand einde Januari veel verbeterd zal zijn. KARDINAAL MERCIER. De „Nieuwe Tilburgsche Courant" meldt: Gistermiddag ontvingen wij op ons bureau bezoek van een Eerw. heer geestelijke uit Brussel, die Zater dag j.l. Z.Em. kardinaal Mercier persoonlijk had ge broken, en van van Z.Em. had vernomen, dat, on danks alle bevestigingen, welke daarover in de bladen Ij ebben gestaan, Z. Em. de kardinaal noch in zijn pa leis gevangen is gehouden, noch verhinderd is geweest dit te verlaten. Alleen is Z.Em. in zijn paleis aan een verhoor on derworpen geweest. DE GESNEUVELDE GARIBALDIANEN. De kisten met de lijken van Constante Garibaldi en Lamberto Duranti, zijn gisterochtend, begeleid door een sergeant en een soldaat, te Rome aangekomen. Niettegenstaande den regen was een groote menigte, onder wie Garibaldianen in roode hemden, voor bet station verzameld meldt Reuter. Op het station ston den generaal Ricciotti Garibaldi, zijn echigenoote en dochters en verschillende afgevaardigden. De Fran sche ambassadeur had zich laten vertegenwoordigen, terwijl de Fransche minister van oorlog een deputatie had gezonden. Het was een roerend tooneel, toen alle familieleden de kist kustten. Deze werd toen in een lijkkoets gezet en bedekt met de ïtaliaansche en Fransche vlaggen, een rood Garibaldi-hemd en bestrooid met bloemen. De begrafenis van Constante Duranti gaf, meldt Reuter verder aanleiding tot een grootsche volksbetoo- ging. Er werd geroepen„Leve Frankrijk, leve Ita- i ië1 oen Ricciotti na de begrafenis het kerkhof ver liet, werd hem een formeele ovatie gebracht. HET PARLEMENT GEOPEND. Het Storthing is gisteren plechtig geopend. In de troonrede wordt medegedeeld, dat de betrekkingen tot de overige mogendheden van vriendschappelijken aard zijn en dat de regeering alle middelen in 't werk heeft gesteld om het land buiten den wereldoorlog te houden. Bij het Storthing zullen eenige wetsvoorstellen wor den ingediend, houdende maatregelen tot versterking van de land- en zeemacht. Het evenwicht in de begrooting Fan niet gehand haafd worden zonder een belangrijke nieuwe verhoo ging van de belastingen. Verder worden wetsontwerpen aangekondigd betref fende benoeming van een commissie tot behandeling van de quaestie op welke wijze het best voorzien Fan worden in de behoefte aan graan en omtrent den invoer van graan en meel. DE GHURKA'S. 1 De „Daily Mail" vertelt van een bezoek, dat de ko ning en de koningin van Engeland dezer dagen brach ten aan hun gewonde Indische onderdanen, die in een hospitaal te Brighton verpleegd worden. Een hunner antwoordde op een vraag van Z. M., „wat hij wel van de Duitschers dacht", als volgt: „Wanneer we maar met onze messen in hun loopgra ven kunnen komen, zijn zij niets meer waard." „Wat belet u dan hen te bereiken?" „De mitrailleurs.zij hebben er zooveel," ant woordde de soldaat. „Hebben wij dan niet óók machinegeweren vroeg de koning. „Ja," zuchtte de gewonde Indiër, „maar véél te wei nig de Duitschers hebben er 16 bij een bataljon, wij vierEn dan hun gepantserde automobielen, dat zijn duivels-dingen." Andere gewonden weer vertelden van hun opvat tingen omtrent den oorlog. „Wij vechten, omdat de Raj het wenscht", zeiden de meesten. „Ik wil sterven voor mijn keizer," zeide een zwaar gewonde. AMMAARSCH DRANT. 8SBV

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1