FEUILLETON. DE WELDOENSTER NEDERLAND. Fen Jat had een merkwaardige opvatting van de zaak; „De zoon van den keizer van Australië (een begrij pelijke vergissing van den Indiër, Austria of Austra lia) werd iD het land van den keizer van Servië door „aacoits" (roovers) omgebracht" zeide hij. „Toen vroeg de keizer van Autraliê aan den keizer van Servië waarom dat gebeurd was" legde hij ver der uit, „de keizer van Servië antwoordde daarop dat het niet zijn leger was, dat den moord begaan had. maar dat het „dacoits" geweest waren. Hierop ant woordde de keizer van Australië, dat het hem ook heelemaal niet schelen kon wie het gedaan had, maar dat hij vechten wilde en daarmede basta. En zoo ge beurde het ook HET OPSNIJDEND BARBIERTJE. Heinrich Sander, een barbier uit Hannover, hac eenige maanden te velde gediend als hospitaalsoldaat en was sedert kort weder naar zijn vaderstad terugge keerd. En nu lief hij, wanneer hij zijn klanten onder het mes had en na volbrachten arbeid met zijn vrien den onder een biertje zat, zijn phantasie den vrijen teugel en vertelde hij zooveel en zooveel onwaarschijn lijks, dat de politie, aan wie dat ter oore kwam, meen de aan het gezwets van den gewezen hospitaalsoldaat een eind te moeten maken. Hij werd op het politie-bu- reau geroepen en ondervraagd en moest ten slotte toe geven, zooals de „Volkswille" vertelt, dat hij niet al leen had overdreven, maar ook opgesneden. Tot straf moest hij de volgende advertentie in het „Tageblatt" plaatsen „De door mij aan de biertafel gedane mededeelingen kan ik niet volhouden. Ze zijn onjuist. Bovendien acht ik mij niet in staat mij over den toestand een juist oor deel te vormen. Heinrich Sander, Barbier." DE SKI. In het Fransche leger heeft men enkele ski-afdeelin- gen. Zij doen dienst in de hooge gedeelten van het oorlogsterrein en men is over de resultaten van de corpsen zeer tevreden. Zijn wij goed ingelicht, dan heeft ons leger geen en kele ski tot zijn beschikking. En toch zou ook hier de ski in een eventueelen oorlog een belangrijke rol kun nen spelen. Zeker, het aantal sneeuwdagen is hier klein, maar wij hebben toch winters gehad, dat weken achtereen de velden met een dikken sneeuwdeken wa ren bedekt. Ook moest iedere infanterist een flink schaatsenrijder zijn. Bij strengen vorst zijn onze stel lingen immers het zwakst. EEN OORLOOS- EN EEN VREDESPARTIJ. Men schrijft ons Er zijn teekenen, die er op wijzen, dat de oorlog vlugger zal uit zijn, dan de Engelsche strategen be weren, die immers een zevenjarigen oorlog voorspeld hebben, en drie jaar als de minimum-duur beschouwen. Zeker, de beslissing met de wapenen zal zoo spoedig niet worden verkregen, zal misschien nooit verkregen worden. Maar in de oorlogvoerende landen begint men zoo naar den vrede te verlangen, dat zij, die alleen van een roemrijken oorlog en een succesvollen vrede willen weten, wel water in den wijn zullen moeten doen, al wil dat natuurlijk niet zeggen, dat men vrede zal sluiten a tout prix. Bij het uitbreken van den wereldbrand werd de oor log alom in de betrokken landen met een zeker enthou siasme een treurig enthousiasme begroet, maar de geestdrift bestaat thans alleen nog in Engeland In Rusland wordt zeer naar de vrede verlangd; tal van Russische economen vreezen, dat het eemg resultaat van den oorlog een algemeene verarming zal kunnen zijn. Sedert het mislukken van den opmarsch naar Berlijn moet de Russische militaristische partij niet veel meer in te brengen hebben, en moet de macht be rusten bij de vredesvrienden. Men spreekt van een vredespartij, en inderdaad schijnt er zoo'n soort com binatie gevormd te zijn, die den bekenden Graaf Witte, den held van den vrede van Portsmouth, die aan den Russisch-Japanschen oorlog ondanks alle Russische nederlagen voor Rusland een goed einde maakte, naar Duitschland moet hebben gestuurd, om z'n voelhoorns eens uit te steken, en zoo mogelijk in relatie te treden met Duitsche voorstanders van een spoedige vrede. De Duitsche Regeering beeft Graaf Witte vrij laters reizen en trekken. Zij mag nog niet zoo vurig naar den vre de verlangen, een feit is het, dat ze het niet aandurft, den vrede in den weg te treden. Zoodra men in de oorlogvoerende landen nu hoort van vrede of geruchten van vrede, ontstaan daar van zelf twee groepen, De eene wil den oorlog doorzetten, wil met onderhandelingen wachten, tot de vijand ver pletterd is, maar de andere wil zoo spoedig mogelijk den vrede herstellen. De eenheid van het land is dan spoedig verdwenen. Ook in de verschillende parle menten scharen de leden zich in deze nieuwe slagorde, Zoo wordt de vredeskwestie een politieke kwestie. En uit den aard der zaak zal de vredespartij al grooter en grooter worden, en zullen de voorstanders van het voortzetten van de vijandelijkheden moeten capituleeren voor de vredesvrienden. door de schrijfster van „Elizabeth and her .German Garden". 29) De trap van beschaving, waarop de vrienden van Frau Dellwig stonden, was niet hoog en als zij el kander aanstaanden Zondag zouden ontmoeten, zou de vreugde onverholen zijn. Er was geen ontsnappen aan, men moest hen in het aangezicht zien, en de kwaadwillige sympathie-betuigingen moesten zoo dap per mogelijk aanvaard worden. In plaats van worst te maken, sloot zij zich zelve du3 in haa rslaapkamer op en schreide. En zoo gebeurde het, dat Anna, die zich geen kwaad bewust van en in vrede wenschte te leven met ieder een, zich binnen de twee dagen twee vijanden maakte. ,yAlle vrouwen", zei Dellwig tot zijn vrouw, „hoog en laag, zijn hetzelfde. Tenzij zij een man hebben, die ze op den rechten weg houdt, worden zij allen vroom en loopen den predikant achterna. Manske heeft er zichzelf in gedrongen, heel knap, waarlijk heel knap. Maar wij zullen er hem even handig weer uit dringen. En zijn vrouw, wat kon je verwachten van zulk een zottin „Neen, van haar verwacht ik ook niets", antwoordde zijn vrouw, het hoofd schuddende, „maar van het nichtje van onzen overleden meester had ik het gedrag van een dame verwacht." En toen op dat oogenblik het nichtje van haar overleden meester werd aangekon digd, nam zij de vlucht naar haar Slaapkamer. Anna, vriendelijk als altijd, vooral vriendelijk tegen Dellwig, nadat zij hem tranen had zien storten op dien eersten avond van haar aankomst, kwam met Letty in het sombere kantoortje waar hij zat te werken, met al den morgen-zonneschijn op haar gezicht. Ofschoon zij in verlegenheid was over vele dingen, voelde zij zich door en door gelukkig. De volmaakte vrijheid, na de Hei tót stand iomeu vau een oorlog»- en een vredes partij In Rusland is derhalve een zaak, die de aandacht verdient, en het kan beteekenen een spoedigen weg tot den vrede. INLIJVING LICHTING 1915. De dienstplichtigen der lichting van 1915, toegewe zen aan de vesting-artillerie, zullen worden ingelijfd in de tijdvakken 15 Maart en 1620 October 1915. Alleen om zeer gewichtige redenen waaronder in dit geval ook studiebelangen kunnen worden gere kend kan voorloopig alleen aan de dienstplichtigen die bestemd zijn om in het tijdvak van 15 Maart te worden ingelijfd, uitstel van eerste-oefening worden verleend, indien zij daartoe alsnog ten spoedigste zelf hun verlangen bij (ongezegeld) verzoekschrift aan den Minister van Oorlog te kennen geven, met overlegging van een deugdelijk bewijsstuk omtrent het werkelijk bestaan van de reden der aanvrage. De dienstplichti gen zullen echter rekening moeten houden met de mo gelijkheid, dat het uitstel wordt ingetrokken zoodra de omstandigheden daartoe aanleiding mochten geven. GEÏNTERNEERDE BELGISCHE STUDENTEN. Nu de Belgische studenten uit alle interneerings- kampen van heden af allen in de school voor ver lofsofficieren te Amersfoort ondergebracht zijn, zullen de colleges onmiddellijk beginnen. Aanvankelijk zullen voordrachten gehouden wor den door prof, Collard (Leuven), prof. Michotte (Leu ven), prof. Halkin (Luik)* prof, Séverin (Gent), prof. van Puyvelde (Gent), prof. Wauters (Luik), dr. Eggen (Gent), majoor Rabozee, kapt. Baudelet, kapt. Gillet, luit. Blutz. Later waarschijnlijk ook prof. de Müynck (Lenven), prof. vhn der Linden (Luik) eh nog eenige anderen, onder wte Frans van Cauwelaert, die thans in Italië vertoeft. Toezeggingen zijn verder ontvangeu van prof. Schrijnen (Utrecht) en nog eenige Utrechtsche hoog- leeraren, en prof. van der Hoeve (Groningen), die als officier van gezondheid daar ter stede verblijft. BELGISCHE KINDEREN. Dinsdag zijn, meldt de N. R. Ct., de heer dr. E. Verviers, die namens het Tehuis voor Belgische kin deren te Amsterdam en de heer en mevrouw Kelle- naers, die namens het R.-K. Huisvestingscomité te Leiden een zes-daagsche reis door Belgie onderna men, teruggekeerd. Zij hebben van den gouverneur- generaal der Duitschers te Brussel en van den gou verneur uit Antwerpen verlof gekregen om hulpe- looze, zich in nood bevindende Belgische kinderen vrij naar Holland te brengen en deze op speciale passen door Belgie en naar Holland te vervoeren. Overalzoowel bij de Duitsche als de Belgische autoriteiten werd het gezelschap met open armen ontvangen, daar de nood allerdringendst is. Reeds hebben de comité's ongeveer 1600 kinderen in Hol land geplaatst en daar er nog plaats is voor duizen den, kan nu het werk eerst recht beginnen. EEN NEDERLANDSCHE TRAWLER OPGEBRACHT. Donderdag 30 December is van IJmuiden ter vis- scherij uitgevaren de IJmuider stoomtrawler „Sidneij Albert IJM 104", van de Stoomvisschexij-Maatschappij Sidneij Albert onder directie van de firma Wed. I. S. Groen te IJmuiden. Het schip zou ten hoogste acht da gen uitblijven, en daarmee is met de kolenvoorziening rekening gehouden. Tot 11 Januari was van het schip en bemanning niets vernomen en ook was het schip door geen enkelen anderen trawler gepraaid, zoodat men zich over het lot van schip en bemanning ernstig ongerust begon te maken. Maandagmiddag evenwel ontving de reederij een briefkaart van den navolgenden inhoud: „Cuxhaven, 6 Jan. 1915. M. M. Wij zijn door een Duitsche torpedo boot opgebracht verdacht van mijnen gelegd te heb ben. Wij waren visschende zeventig mijlen N.-W. van Helgoland. Hopende, dat gij stappen zult doen tot vrijlating van ons, zoo noem ik mij L. Mastemaker, schipper a.b. Sidneij Albert." Nu heeft de briefkaart geen enkel buitenlandsch stempel, is niet voorzien van een frankeerzegel en is door de postadm. te IJmuiden voorzien van een strafportzegel van 10 cents en draagt alleen 2 stempels IJmuiden. Een onderzoek u&nr de wijze, waarop die briefkaart te IJmuiden is gekomen, werd ingesteld. Ten huize van den scnipper was geen enkel bericht ontvangen. Gistermiddag echter heeft de reederij telegrafisch be richt ontvangen van den consul-generaal te Hamburg, dat de „Sidneij Atoert'' was vastgehouden. De reden werd niet vermeld. w" dip"stpl!chtigm W weige-1 g^veu worden, als aan de buitenlandsche en dat zii tea zich te laten naturaliseeren. Het is om deze reden, in overleg moeten treden met de fabrikanten om tan'' dat zij Emmerik moeten verlaten, /.ij zullen nu in Ara-1 wijzingen te geven, die bii oehton»» hein gepiaatst worden en waren dezer dagen daar om woiiuigcn te zoeken. EEN BELOONING VÖOR DfE REDDERS VAN HEWLETT. De consul-generaal der Nederlanden te Londen heeft dezer üagen met een gift van 1.0.6 Pond een brief van „een oude Schotsche vrouw" uit Torquay ontvangen, die hem verzocht dit geld te doen verdeeien onder de bemanning van den stoomtrailer Marta van Hat- tum, als blijk van waardeering voor den opofferenden moed door hen betoond bij de redding van den Engel- schen vlieger Hewlett. TOUW CONTRABANDE. Door de oorlogvoerende landen wordt ook touw als contrabande beschouwd. Natuurlijk is de oorlogswaar- de van een „touwetje" zeer klein, maar een streng zoo wel als een kabeltouw kunnen in den modernen oorlog niet gemist worden. Niet alleen heeft de marine touw noodig, niet alleen wordt touw gebruikt door de artil lerie en cavallerie, maar ook de infanterie, die op het hooggebergte oorlog voert gebruikt touw, en wel op de zelfde wijs als de touristen, die den Rigi of de Jung- frau bestijgenieder soldaat heeft het touw om zijn lichaam gebonden, dat hem voor een gevaarlijken val moet behoeden. Glijdt er een uit, dan blijft hij hangen tusschea zijn twee makkeus. EEN VERONTWAARDIGDE ABONNé. De Hoomsche Courant meldt, dat één harer abon né's voor dat blad bedankte, om de propaganda, die de redactie maakte voor het slagen der leening. De bedoelde abonné schreef o. a.: „Uw propaganda-maken voor de oorlogsleening staat mij zoo tegen, dat ik uwe courant niet meer kan verdragen. Even als u ben ik tegen de oorlogsleening. Doch dat kunnen wij niet meer keeren. Doch wij kun nen het wel laten, ora er aan deel te nemen en dat is dunkt mij zaak ook. Zie, Mijnheer, als een ieder, die een, twee of drie honderd gulden disponibel heeft, daaraan deelneemt, daar vraag ik U, of het niet veel nuttiger is, dat die dat naar de spaar- of boerenleenbank brengt, daar er dan weer een ander mee kan worden geholpen." wijzingen te geven, die bij gebleken gebreken kunnen strekken om het fabrikaat- te Verbeteren De commis sie acht de vertegenwoordigers van buitenlandsche huizen, het technisch bureau de grootste mededingers van den Nederlandschen industrieel, omdat zij de bui tenlandsche industrie bevorderen, wijl zij arbeiden voor Neder landsche fabrikanten, vreezen voor offerten van deze fabrikanten rechtstreeks aan hun klanten. De commissie acht het nuttig er uitdrukkelijk de aan dacht op te vestigen, dat de concurrentie met het bui tenland wel altijd zal blijven bestaan en ook moet be staan, omdat gezonde mededinging den geest scherpt en de energie aanwakkert de Nederiandsche indus trie kunstmatig in de broeikas-temperatuur der be scherming op te kweeken is het ideaal der commissie allerminst. Dit rapport werd door de vergadering aangenomen en zal worden opgezonden naar het Hoofdbestuur. JOURNALISTIEK. Tegen 1 Februari a.s. wordt door het Bureau tot Publiciteit van Wetenschappelijk Nieuws te Amster dam een schriftelijken cursus vaH een half jaar ge publiceerd in Journalistiek, De cursus wordt geleid door den hoofdredacteur van dit bureau, Dr. F. H. Fischer. De cursus is bestemd voor persmenschen of |die dit hopen te worden, Natuurlijk wordt men door het volgen van zoo'n cursus geen journalist. Maar de cursus moet tal van opmerkingen, beschou wingen, gegevens, enz. journalist of aanstaand kunnen doen. In de nieuwe wereld wordt reeds jaren corres- pondentieonderwijs in de journalistieke kunst en wetenschap gegeven, en daar moeten goede resul taten bereikt worden. enz. bevatten, waarmee ieder and journalist z'n voordeel zal BINNENLAND. TEGEN NATURALISATIE. De „Geld." vemetutt, dat een viertal spoorweglie- den uit Emmerik, die groote gezinnen hebben, waarbij Gemengd Nieuws. EERSTE KAMER. De Eerste Kamer hield gisteren een korte open bare vergadering. Besloten werd heden om 11 uur in de afdeelingen de wetsontwerpen te onderzoeken, welke de Eerste Kamer den 31 sten December heb ben bereikt. De Voorzitter deelt daarbij mededat daar onder twee van spoedeischenden aard zijn en dat bovendien een wetsontwerp, dat in de Tweede Ka mer den 14den dezer wordt behandeld, spoed ver- eischt. In verband met een en ander is het des voorzit ters voornemen de leden 26 dezer wederom in open bare vergadering bijeen te doen koraen, alsdan het OHtwerp Kieswet te behandelen en vervolgens de andere spoedeischende ontwerpenopdat alle den 31sten Januari in werking kunnen treden. BEVORDERING DER NEDERLANDSCHE NIJVERHEID. De De commissie, benoemd uit het departement Haarlem van de Maatschappij voor Nijverheid, om een rapport samen te stellen over het vraagstuk der eigen nijverheid, heeft verslag uitgebracht. De commissie wijst allerlei oorzaken aan voor haar conclusie, dat niet voldoende rekening wordt gehouden met de belangen der Nederiandsche nijverheid, en noemt o. a. sleur, gemakzucht, vrees om de verantwoor ding te dragen, opleiding, miskenning van wat door de Nederiandsche nijverheid wordt voortgebracht en in verban ddaannee een eigenaardige neiging voor buitenlandsche waar, welke neiging wordt teweegge bracht door de opvatting', dat het deftig staat artikelen uit het buitenland te nemen. Als middelen tot verbetering worden aangegeven het maken van meer reclame, o.a. door middel van adver tenties in de bladen, het uitnoodigen tot bezoek van de fabrieken aan vereenigingen, particulieren en pers, plaatselijke tentoonstellingen en winkelzaken. Voorts moet de fabrikant zich meer aan zijn artikelen gelegen laten liggen, als die eenmaal verkocht zijn. Hij moet nagaan, of zijn fabrikanten in het gebruik voldoen, bij klachten kosteloos verbeteringen aanbrengen, aan wijzingen geven voor het doelmatigst gebruik en steeds er op uit zijn, om ten beter en goedkooper fabrikaat te leveren. In verband hiermede moet de fabrikant weinig artikelen maken, maar deze krachtig exploiteeren. Ook zouden besturen van vereenigingen, colleges, enz. veel kunnen doen, door aan hun ambtenaren voor te schrij ven, dat aan de eigen nijverheid een gelijke kans moét jaren van ondergeschiktheid, was als een hemel voor haar. Hier yvas zij in haar eigen huis, waaruit niemand haar verdrijven kon, vrij om haar leven in te richten zooals zij verkoos. O, het was een heerlijke wereld, en dit was het allermooiste plekje- Zij wist zeker dat de lucht te Kleiwalde blauwer was dan elders, en dat de leeuwerikken luider zongen. En, was zij niet op het punt haar dioomen te verwezenlijken, het licht en ge luk te brengen in duistere, hopelooze levens? O, die schoone, scnoone wereld! Zij kwam in Dellwig's 1 mer met stralende oogen. Hij was even onderdanig als altijd, want ongeluk kig hing alles, zijn brood en zijn boter af van dat on handelbare jonge meisje; maar hij was ook ernstiger en minder spraakzaam, want hij had bij zichzelf over legd, dat hij toch maar niet over zulk een smaad kon heenstappen zonder een kleine verandering in zijn manier van doen. Hij moest laten merken, vond hij, dat hij gegriefd was en het zoo duidelijk toonen dat zij misschien eenige verklaring zou geven van haar ge drag. Daarom nam hij de gereserveerde houding aan van iemand, die in zijn gevoelens gekwetst is en Anna dacht: wat wint hij bij nadere kennismaking. Hij zou er vrij wat voor over gehad hebben te we ten waar zij de couranten voor noodig had, want het was toch heel vreemd dat een vrouw couranten las! Als er een moord was geschied of iets van dien aard, wou zijn vrouw de courant wel graag inzien, maar anders nooit. „Stelt de freule belang in politiek?" vroeg hij, ter wijl hij er verscheidene bij elkaar legde. „Neen, niet erg", zei Anna, „ten minste niet in de Duitsche politiek. Ik moet hier eerst een poosje ge woond hebben." „In in letterkunde misschien?" „Neen, ook niet bijzonder, ik weet zoo weinig van Duitsche boeken." ,Er zijn nu en dan goed geschreven artikelen in over modes eri dames-toiletten." „Is 't heusch waar?" „Mijn vrouw heeft mij verteld, dat zij er vaak wen ken in vindt voor wat er gedragen wordt. Dames, dat weten we", voegde hij er bij *met een nederbuigend glimlachje, dat hij evenwel spoedig beteugelde daar hij toe, hij zich herinnerde dat hij gegriefd was, „stellen belang in die soort dingen." „Ja, dat doen ze", stemde Anna glimlachend terwijl ze de hand uitstak naar de couranten. „O, was dat het wat de freule lezen wou?" zei vlug. „Neen, dat juist niet." Anna begon in te zien dat hij ook lijdende was aan den algemeenen geest van onder zoek. Daarenboven, zij was te bang dat hij zusters had, of dat zijn vrouw zusters had, die verlangend wa ren te komen en een zegen voor haar te zijn, om hem wat van haar advertentie te vertellen. Dellwig vergezelde de beide jonge dames tot den uitgangdaar stond een man. op de trap voor het huis, die juist van zijn paard was gestegen. Hij trok zijn handschoenen uit, terwijl hij zijn paard nakeek, dat door een jongen werd weggebracht. Hij stond met den rug naar Anna gekeerd en zij keek er met belang stelling naar, want die rug leek in 't geheel niet op hetgeen z ijtot nu toe in Kleinwalde gezien had, het was de rug van een heer. „Dat is Herr Von Lohm", zei Dellwig, „hij is hier vanmorgen voor zaken. Enkelen .van .ons werkvolk drinken te veel op feestdagen, zooals op Goede Vrij dag b.v. en dan krijgen ze twist. Ik heb de freule al verteld dat hij onze „Amtsvorsteher" is". Herr Von Lohm keerde zich om toen hij de stem van Dellwig hoorde en nam zijn hoed af. „Wees zoo goed mij aan de dames voor te stellen", zei hij tot Dellwig en hij maakte een even diepe buiging voor Letty als voor Anna, tot haar groote satisfactie. „Dat is dus mijn buurman", dacht Anna, terwijl zij met de couranten onder den arm van de hoogere trede op hem neerzag. „Dus dat is het nichtje van den ouden Joachim, waar hij altijd over praatte", dacht Lohm, tot haar op ziende. „Een verstandige oude man, om de plaats aan haar na te laten in plaats van aan die onaangena me zoons". En hij maakte een paar gebruikelijke op merkingen; hij hoopte dat haar nieuw tehuis haar goed zou bevallen en dat zij spoedig aan het buitenle ven gewend zou zijn. „Het is zeer stil en eenzaam voor een dame die niet gewend is aan ons platteland met zijn groote landgoederen en weinige buren", zei EEN SCHRIJVEN VAN DEN HEER VLIEGEN AAN WEIL. Naar uit Parijs aan de N. Rott. Courant wordt ge meld, bevat de Humanité een brief van het Nederiand sche Kamerlid Vliegen aan den heer Weil, den afge vaardigde voor Metz, in den Duiischen Rijksdag, die dienst genomen heeft in het Fransche leger. De heer V liegen schrijft daarinIk wensch u geluk en hoop, dat gij afgevaardigde voor Metz moogt blijven, maar dan in de Fransche Kamer. UIT SCHAGEN. In de gisteren gehouden vergadering van den raid van Schagen werd rapport betreffende den uitslag vaïi het accountants-onderzoek over de boekhouding der gasfabriek uitgebracht. Uit dit rapport bleek, dat de administratie van den vorigen tijdelijken gasdirecteur zeer slordig was geweest, waardoor verschillende fi- nancieele leemten waren ontstaan. Het tekort dat daar door voor de gemeente was ontstaan, is aangevuld, zoodat deze zaak geen verder verhaal zal hebben. Besloten werd tot de stichting van een tijdelijk werkloozenfonds. De organisaties, die een werkloozen- kas bezitten, zullen worden gesteund. Het hoogste be drag, dat per week zal worden verleend, bedraagt 6. De slooten langs het nieuwe terrein van de gasfabriek aan de Costerstraat zullen worden gedempt. Er zal een proef worden genomen met eene openbare verpach ting der staanplaatsen op de kermis. B. en W. werden door eene wijziging in het politie-reglement gemach tigd, opstelling te verkenen op particuliere terrei nen voor kennis-inrichtingen. UIT CASTRICUM. Gisteravond werd in de groote zaal van café van Benthem opgevoerd een Kerstoratorium. De zaal was geheel uitverkocht, geen plaatsje onbezet. In 6 taferee- len met zang en declamatie werd het Kerstoratorium ten tooneele gebracht en het mag gezegd worden, het geheel was wondermooi en aan allen die er toe mede werkten, komt een woord van welverdienden lof toe. KORTE BERICHTEN. De raad van Schoten besloot B. en W. uit te noodigen, prae-advies uit te brengen over een voorstel om een commissie te benoemen om te onderzoeken wat gedaan kan worden om de ad ministratie van den ontvanger -te verbeteren. Rechercheurs hebben, meldt de N. R. Crt. te Rot terdam aangehouden den Groningschen kantoorbe diende W. P. K., wien ten laste wordt gelegd, dat hij uit Groningen gevluchte Engelsche geïnterneerde offi cieren behulpzaam is geweest. NVoor de staatsleening is te Groningen voor een bedrag van 9,042.900 ingeschreven, waarvan, vol gens het Nws., alleen op den laatsten dag 6,000,000. De rechtbank te Arnhem veroordeelde Th. P. chef- veldwachter te Ede, tot twee maanden gevangenisstraf, wegens vrijheidsberooving en mishandeling van een ar restant. De eisch was, zooals men weet 6 maanden. Naar aanleiding vau het feit, dat de gemeente raad van Velsen eenigen -tijd geleden in een zaak, bij den raad van beroep aanhangig, heeft ingegrepen, heeft de voorzitter, prof. vttn Embden thans, nu de be- rechting der zaak is afgeloopen, bericht gezonden, dat hij de door den gemeenteraad verleende opdracht niet langer weuscht te vervullen. Uit het bureau van de Steuncommissie 1914 in de Minckeleerstraat te Maastricht wordt, zoo meldt de L. K., een bedrag van ongeveer 600 vermist. De kast, de lade en een der vensters vertoonden sporen van inbraak. hij in 't Engelsch. „Mag ik Engelsch met u praten? Het is een waar genoegen, voor mij." „Heel graag", zei Anna. Dat was een man waar zij misschien veel hulp van kon hebben, als zij soms geen raad meer wist; en wat zag hij er knap uit, zoo netjes en wat had hij een aangename stem, ze klonk bepaald liefelijk in haar ooren, die reeds pijn deden van het schreeuwen van Dellwig en de overdreven welspre kendheid van den predikant. Hij was tusschen de dertig en veertig, niet jong meer, dacht zij, zij zelf voelde zich nog altijd zeer jong; en behalve dat hij lang en mager en gespierd was, zonder eenigen aanleg tot dik worden, zooals zij met genoegen opmerkte, was er niets bijzonders aan hem. Zijn laarzen met gele, verlakte kappen en zijn groene Norfolkbuis en groene vilten hoed, met een klein veertje er op, gaven hem het uiterlijk van een sportsman. Het was verkwikkend hem aan te treffen, al was het alleen maar dat hij biet boog. En terwijl zij hem van boven van de stoep opnam, kwam zij plotse ling tot het bewustzijn, dat Dellwig en de dominéé hun uiterlijk verwaarloosden, meer dan betamelijk was. Het waren beiden zonder twijfel beste menschen, maar zij hield van net gewasschen mannen. Herr Von Lohm begon over oom Joachim te praten, met wien hij zeer intiem was geweest. Anna kwam de stoep af en hij ging een eindje met haar mee en liet Dellwig aan de deur staan; de oogen van Dellwig's vrouw, die verscholen was achter de gordijnen van ïaar slaapkamer, volgden hen. „Ik kom aanstonds bij u", riep Lohm hem over zijn schouder toe. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 2