DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. e O o r 1 o Van hst oostulilk ooilogsteriÉ, Honderd en zeventiende jaargang. 191 Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.80, fr. p. post f 1.—. Advertentieprijs 10 ct. p. regel groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en HandelsdrnkkM! vl HERffls. COSTER ZOON, ïoordam C 9. Telefoomir, 3. ZATERDAG 16 JANUARI Ter zsee. DUITSCHLAND. BELGIE. OOSTENRIJK. Dlt numnw' be«ta»t u!t 3 feJaöten. ALKMAAR, 16 Januari. Eindelijk iets nieuws, een telegram, dat iets belang wekkends meldt en gelegenheid geeft weer eens wat uitvoerig bij een nieuw oorlogsfeit stil te staan. Uit Sebastopol wordt gemeld, dat de Russische vloot 80 Turksche schepen, welke troepen naar Anato- lië brachten, in den grond geboord hebben. Het feit zal voor menigeen onwaarschijnlijk klinken. In de eerste plaats, omdat het telegram niet officieel is en de Russische telegrammen over Turksche zaken toch al niet bijster betrouwbaar zijn gebleken. Doch dan ook zal men misschien eenigszins huiverig zijn te gelooven, dat er zoomaar tachtig Turksche schepen in den grond geboord woi'den. Voor het eerste bezwrar gevoelen we iets, maar dat de Russen een dergelijk succes heel goed kunnen hebben behaald, zullen we trachten aan te toonen. Het betreft hier een troepentransport van Europeesch naar Klein-Aziatisch Turkije. Een dergelijk transport geschiedt niet door oorlogsschepen, maar door han delsschepen, welke door enkele oorlogsschepen wor den begeleid. Wanneer het telegram spreekt van 80 Turksche schepen, dan worden dus hiermede niet oorlogsschepen bedoeld, maar bijna uitsluitend trans portschepen. En vermoedelijk zullen het wel geen moderne, geen groote schepen zijn. Wanneer men weet dat in den Japansch-Chineeschen oorlog de Japanners voor een transport van 28646 man en 6329 paarden slechts 31 stoombooten noodig hadden en voor een legerkorps van 36000 man, 13000 paarden, 90 kanon nen en 1500 voertuigen tegenwoordig voor een korte reis 75 schepen gerekend worden, dan is het, waar Turkije toch voor Anatolië niet zoo heel veel troepen te missen heeft, duidelijk, dat de Turksche transport schepen wel heel klein moeten zijn. Ja het zou ons verwonderen, als het alle stoombooten waren, ver moedelijk zullen er ook wel zeilschepen bij zijn. Een dergelijke transportvloot, waarvan de snelheid natuurlijk aangegeven wordt door het schip, dat het minst aantal knoopen loopt, is dus een prachtig doel voor vijandelijke oorlogsschepen. De transportschepen mogen eenig licht geschut aan boord hebben, wan neer de groote scheepskanonnen aan het woord zijn, moeten zij zwijgen. De kapiteins en de bemanningen zijn geen zeeofficieren en geen mariniers, aan boord dezer schepen zal het dus geheel anders toegaan dan op oorlogsbodems. Er zal dus heel spoedig verwar ring ontstaan, het toch al geringe onderlinge verband wordt weldra verbroken en stuk voor stuk vallen de schepen ten prooi aan het vijandelijk vuur. Als regel wordt dan ook aangenomen, dat het uiterst gewaagd is, dergelijke transporten te ondernemen, wanneer de zee niet geheel vrij is, wanneer dus de vij and niets kan doen om het transport te beletten. Maar de Zwarte Zee is heelemaal niet vrij, gelijk uit ontmoetingen tusschen Russische en Turksche oorlogs schepen herhaaldelijk blijkt. Onze slotsom i3 dan ook, dat het heel wel mogelijk is, dat Turkije zoo onvoorzichtig is geweest, te be proeven onder allerongunstige omstandigheden troe pen naar Klem-Azië over te brengen en dat Rusland zoo fortuinlijk is geweest, daarvan tijdig wetenschap te hebben gekregen en met een betrekkelijk kleine macht in staat geweest is, het trage, weinig bescherm de transport aan te vallen en alle kleine schepen in den grond te boren, hetzij dan vóór of na het trans port, want dit blijkt uit het telegram niet, zoodat ook niet zeker is dat het landingsleger vernietigd is. De mogelijkheid van dit oorlogsfeit staat dus vast, de waarschijnlijkheid mag eveneens worden aangeno men, maar eerst uit nadere, officieele bevesting kan de waarheid van het telegram blijken. In de tweede plaats blijft het Aisne-gebied de aan dacht vragen. De chef van den Duitschen generalen staf, von Fal- kenhayn, moet onlangs den toestand op het Westelijk oorlogstooneel aldus hebben gekenschetst: „Onze toe stand is thans niet anders dan dat wij de vesting Fran krijk belegeren". Zoo is inderdaad de toestand sinds half September. En van de vesting Frankrijk is de Aisne-stelling een heel belangrijk verdedigingswerk. Die Aisne-stelling ligt op een golvende hoogvlakte tusschen de rivieren Aisne en Oise, welker steilste kant aan den noordkant van de Aisne loopt. In vier maanden tijds is er weinig veranderd. Het „beleg" vorderde niet, en de gedane „uitvallen" baat ten evenmin. Maar in de laatste dagen is er een kleine wijziging gekomen: de Fransche troepen onder generaal Ma- noury hebben iets moeten wijken voor de Duitsche onder maarschalk von Kluck. Er wordt beweerd, dat hier versche Duitsche troepen staan, dus geen man schappen, die reeds op een ander gedeelte van het front vermoeid en ontmoedigd werden. Er wordt verder verondersteld, dat de Duitschers hier iets ern stigs voor hebben, een doorbraak beoogen, maar ook door de Daily Chronicle bijv. dat het hier slechts een demonstratie geldt om het Fransche pu bliek te verontrusten, dat het oogenblik, waarop het Fransche parlement bijeenkomt, geen ongunstige gele genheid is, om een beetje extra druk uit te oefenen op het gedeelte van het front, dat zich het dichtst bij de hoofdstad bevindt. Zeker is intusschen, dat in beide kampen belang aan de gebeurtenissen in de buurt van Soissons wordt ge hecht. De officieele communiqué's zijn langer, uitvoe riger, verklarender dan ooit. Teekenend is verder Jat de Engelsclien niet officieel trouwens plotseling een „schitterend gevecht" melden bij Bassée, waarvan de belangrijkheid overigens niet nader wordt aangec e- ven en waarvan de Fransche zoowel als de Duitsche communiqué's geheel zwijgen. Vergelijken we deze beide communiqué's ten op zichte van de gebeurtenissen bij de Aisne mrt elkaar, dan blijkt, dat de Franschen pleiten, de Duitschers doceeren. Van Fransche zijde wordt de aandacht ge vestigd op de overstrooming der rivier, waardoor bruggen werden weggeslagen en het zenden van ver sterkingen onmogelijk was gemaakt, terwijl verder wordt verklaard, dat de Duitschers de Franschen nu wel van den Noordelijken oever der Aisne hebben af- gedreven, doch dat het niet hun lukken zal den Zuide lijken te vermeesteren. Opvallend is het, dat het Fransche avond-communi qué, hetwelk anders steevast 's middags in ons bezit is, thans nog niet door ons is ontvangen. Wat het Duitsche communiqué betreft, wordt aller eerst medegedeeld, dat de noordelijke oever van de Aisne geheel van Franschen gezuiverd is, dat er een reeks plaatsjes veroverd zijn, dat de Franschen gedu rende den terugtocht blootgesteld waren aan het vuur der zware batterijen en dat in de driedaagsche gevech ten 5200 Franschen krijgsgevangen werden gemaakt, 14 kanonnen, 6 mitrailleusen en verscheiden revolver kanonnen veroverd werden. En dan wordt op onder wijzenden toon herinnerd aan Gravelotte en St Fri- vat en wordt de waarschijnlijkheid uitgesproken, dat de Fransche verliezen op 12 en 14 Januari 1915 in be langrijke mate die van de Fransche troepen op 18 Au gustus 1870 overtreffen. Nu bedroegen de verliezen den 18den Augustus 1870 der Franschen (volgens Jager) 11.700 man en 600 of ficieren. Maar deze historische herinnering wettigt de vraag, of het Duitsche succes niet zéér duur is moeten worden betaald. Immers denzelfden 18den Au gustus verloren de Duitschers 19000 man en 904 offi cieren, zoodat de verliezen van de Duitschers aanzien lijk hooger waren dan die der Franschen. Geeft de herinnering wellicht te kennen, dat de Duitschers cok den 12den en 14den Januari 1915 de overwinning met de zwaarste verliezen hebben gekocht? Wat het resultaat van deze overwinning zal zijn, moet worden afgewacht. Hare strategische beteekeuis valt op dit oogenblik nog niet te overzien. Wel echter haar moreelen invloed: het sterkt een leger, dat langen tijd in een verdedigende positie heeft verkeerd, wan neer er plotseling een krachtigen offensieven stcot naar den vijand kan worden gedaan, terwijl zulk een stoot den vijand niet slechts feitelijk, maar ook zedelijk schokt. Men denke hierbij aan de uitspraak van den Japanschen generaal Nogi, dat het leger, hetwelk een kwartier langer kan lijden dan de tegenstander, het sterkst is, terwijl het voor de hand ligt, dat een leger hetwelk tevergeefs aanvallend optreedt een terugwij ken ernstig zal voelen. Voorts is het voor de Fran schen moeielijk om het prijsgegeven terrein terug te veroveren, omdat zij in de laagte en de Duitschers in de hoogte staan en moet het voor hen moeielijker vallen de Duitschers van den noordelijken oever terug te dringen, dan voor dezen om den zuidelijken oever te vermeesteren. Maar onmogelijk is dit terugdringen geenszins en er is niet de minste aanwijzing dat de Duitschers hier hun aanvallen kunnen voortzetten en dat de Franschen zich niet zouden kunnen herstellen men moet niet vergeten dat hier een goede gelegen heid tot troepen-concentratie is. Men doet dan ook het verstandigst, in deze over winning, waarover de Duitsche bladen natuurlijk luide jubeltonen aanheffen, slechts te zien, zooals we gisteren schreven, een plaatselijk voordeel, dat nog evengoed een tijdelijk als een blijvend karakter kan hebben. De Russen hebben eens weer een Turksch leger korps verpletterd en de Turken een Franschen onder zeeër in den grond geboord. Belangrijker is het bericht dat de strijdmacht der Zuid-Afrikaansche Unie Swa- kopmund heeft bezet, een haven aan den mond der Swakoprivier, die goede verbindingen met het bin nenland heeft. Voorts zij aangeteekend, dat men te Parijs voor zorgsmaatregelen tegen overtollige en verradende ver lichting gaat nemen en dat de jichtige Duitsche rijks minister van financiën Köhn heengaat, terwijl voor zijn opvolger de Bankdirecteur Helfferich is aangewe zen. FRANSCH COMMUNIQUé. Het Fransche communiqué van gistermiddag luidt Tusschen de zee en de Leie hebben artilleriegevech ten plaats gehad. Wij hebben vorderingen gemaakt bij Lombaerdzijde en Bérselaere. Ten noorden van Arres hebben de Zouaven op schit terende wijze eenige vijandelijke stellingen genomen. Op andere plaatsen in deze streek werden de batterijen van den vijand tot zwijgen gebracht en een ontploffing in een aminuni tie-depot veroorzaakt. Ten noord-oosten van Soissons zijn de Duitschers het dorp St Paul binnengedrongen; wij hebben het echter onmiddellijk daarna weder veroverd. Er heeft een hevig artillerie-gevecht plaats gehad in de streek van Craonne en Reims. Wij hebben. Duitsche voetbruggen over de Maas te St. Mihiel vernield. Wij hebben de Duitschers in een heftig infanterie- gevedit teruggedrongen tot ten zuiden van Soissons. Van de rest van het front valt niets te vermelden. DUITSCH COMMUNIQUé. Het groote hoofdkwartier meldde gisteren: Vóór Westende vertoonden zich gisteren eenige tor pedobooten en kleinere vaartuigen, die de kust tot op 14 K.M. naderden. Fransche aanvallen aan weerskanten van Notre-Da- me-de Lorette noordwestelijk van Atrecht zijn door on ze troepen afgeslagen. Een acht dagen geleden bij Ecurie, noordelijk van Atrecht, aan den vijand ontno men, door een deel van een compagnie bezette loop graaf, ging gisteren voor ons verloren. De strijd te dier plaatse is heden voortgezet. Noordelijk en noordoostelijk van Soissons is de noor delijke oever van de Aisne geheel van vijanden gezui verd. De Duitsche troepen veroverden in voortduren de aanvallen de plaatsenCuffies, Crouy, Bucyle-Lune, Missy en de gehuchten Viauxrot en Herreries. Onze oorlogsbuit uit de driedaagsche gevechten ten noorden van Soissons is thans ruim 5200 krijgsge vangenen, 14 kanonnen, 6 mitrailleuses en verschillen de revolverkanonnen. De Franschen leden zware verliezen. Vier tot vijf duizend lijken van Franschen werden op het slagveld gevonden. De terugtocht naar den zuidelijken oever van de Aisne geschiedde onder het vuur van oDze zware batterijen. Hoe zeer de verhoudingen vergeleken bij vroegere oorlogen veranderd zijn, blijkt uit een vergelijking van dit gevecht met de gebeurtenissen in 1870. Indien ook al dit gevecht ten noorden van Soissons niet met den slag op 18 Augustus 1870 kan worden vergeleken, zoo zoo komt het huidige gevecht toch wat de uitgebreid heid van het tooneel van den strijd betreft, vrijwel over een met de gevechten bij GravelotteSt. Privat. De Franschen verliezen echter van 12 tot 14 Januari 1915 overtreffen waarschijnlijk die der Franschen op 18 Augustus 1870 aanmerkelijk. Vijandelijke aanvallen ten noordoosten van Consen voye mislukten. Verschillende aanvallen tegen onze stellingen bij Ailly ten zuidoosten van St. Michiel werden in tegen aanvallen, nadat de Franschen op enkele plaatsen tot in onze voorste loopgraven waren doorgedrongen, on der zware verliezen voor hen werden afgeslagen. Bij den laatsten tegenaanval veroverden wij de vij andelijke teunpunteu, die echter na het herstel van onze eigen stellingen vrijwillig en zonder strijd des nacht weer werden ontruimd. Een onbeduidende aanval bij Mesnil ten noorden van St. Dié werd door ons afgeslagen. Overigens hebben in de Vogezen slechts artillerie duels plaats. EEN ENGELSCH SUCCES BIJ LA BASSéE. Na een op schitterende wijze gevoerd gevecht na men, naar Reuter uit Londen meldt, de Engelsche troepen Donderdag bezit van de Duitsche stelling bij La Bassé, waarbij vele Duitschers werden gedood en krijgsgevangen gemaakt. De Britsche verliezen waren gering. De bezetting van dit strategische punt beteekent een terreinwinst van een kilometer. RUSSISCH COMMUNIQUé. De Russische Generale Staf meldde gisteren: In den nacht van het Russische Nieuwjaar en den daarop volgenden dag was het betrekkelijk kalm aan alle fronten. Weinig beteekenende aanvallen van de Duitschers op onze vooruitgeschoven posten in de streek van Lötzen hadden geen succes. De vijand werd, nadat hij zware verliezen had geleden, genoodzaakt terug te keeren naar zijn stellingen. Aan de Beneden-Weichsel bleven wij op 14 Jan. op de vijandelijke cavalerie, die gesteund werd door niet talrijke infanterie, ,druk oefenen. De vijand, dien wij uit Serpev hadden verdreven, be zette de doorwaadbare plaatsen van de Skrawa, kon zich daar echter niet handhaven en moest onder on zen druk weer terugtrekken naar het noorden. Aan den linkeroever der Weichsel deden de Duit schers hunne gewone aanvallen op eenige sectoren van ons front, speciaal op het front BorgymofRawa, maar hadden ergens succes. DUITSCH COMMUNIQUé. Het rapport van het Duitsche hoofdkwartier luidde gisteren In Oost-Pruisen en Noord-Polen geen verandering. De aanval in Polen ten westen van de Weichsel wint langzaam terrein. Bij de bezetting van een Russisch steunpunt ten noorden van Rafa bleven 500 krijgsgevangenen in on ze handen en veroverden wij drie mitrailleurs. Listige Russische tegenaanvallen werden onder zware verliezen voor den vijand afgeslagen, OOSTENRIJKSCH COMMUNIQUé. Uit Weenen wordt officieel gemeld: Terwijl aan het front in Russisch-Polen slechts hier en daar geschut- en machine-geweervuur werd ge hoord, werden gisteren aan de Doenajetz hevige artil lerie-gevechten geleverd. Vooral onze zware artillerie werkte goed; zij schoot een groot magazijn van den vijand in brand en bracht na eenige schoten een sedert verschillende dagen in een uitstekende stelling ge brachte zware batterij van den vijand tot zwijgen. In de Karpathen is het rustig; de toenemende koude doet haren invloed gelden op den strijd. DE STRIJD IN DEN KAUKASUS. De Russische generale staf van het leger In dea Kaukasus meldt: Op 13 Januari zijn de gevechten in het gebied van Kara Oergan voortgezet. Wij hebben nog vele offi cieren en manschappen gevangen genomen. De vervol ging van de verslagen Turksdie troepen wordt van 01- ty uit in verschillende richtingen hardnekkig voortge zet. Wij gaan met goed gevolg voort Turken uit Trans Kaukasië te verdrijven. IN PERZIë. Reuter meldt uit PetrogradEen telegram uit Tehe ran meldt, dat de Turksche gezant aldaar aan de Per zische regeering heeft te kennen gegeven dat de Turken bereid zijn, Azerbeidjan te verlaten, wanneer de Rus sen deze provincie definitief zullen hebben ontruimd. Reuter meldt uit Teheran: Turken schoten de Per zische gouverneurs te Sujbulan en Waragha dood en verbrandden een Armeniër en twee Russische onder danen. Kleine Turksche afdeelingen, welke Tebris bezetten, rukken thans op naar Julfa, ondersteund door andere troepen, die over Urmina opmarcheeren. EEN FRANSCHE DUIKBOOT IN DEN GROND GEBOORD. Uit Konstantinopel wordt officieel gemeld: „De Fransche onderzeeër „Saphir" trachtte den ingang van de Dardanellen te naderen, maar werd dadelijk door onze artillerie in den grond geboord. Een deel der bemanning is gered. DE VERJAARDAG VAN DEN KEIZER. Keizer Wilhelm heeft, zoo wordt uit Berlijn ge meld, een schrijven gericht aan den Rijkskanselier, waarin hij den wensch te kennen geeft, dat met het oog op den ernst van den tegenwoordigen tijd, op zijn aanstaanden verjaardag geen andere dan kerkelijke en schoolplechtigheden zullen plaats hebben. En teneinde den telegraaf- en postdienst te velde en den arbeid van het groote hoofdkwartier niet te be moeilijken, verzoekt de Keizer hem geen speciale ge- luk- en heilwenschen toe te zenden. „Deze", zoo wordt in het schrijven gezegd, „zijn ook overbodig in den moeilijken tijd, die zoo plotseling voor ons vaderland is aangebroken. Ik heb immers reeds met innerlijke be vrediging herhaaldelijk bemerkt door welke sterke banden van liefde en vertrouwen ik en het Duitsche volk in krachtige eensgezindheid verbonden zijn. „Bij voorbaat reeds breng ik mijn dank aan ieder, die op mijn verjaardag een trouwe bede voor mij op zendt naar den troon van den Allerhoogste en een vriendelijke gedachte aan mij wijdt. Ik weet, dat ik één ben met het geheele Duitsche volk en zijn vorsten in den zegenwensch, die uit ons aller hart opwelt en die God de Heere moge verhooren, dat wij ook verder de zege zullen behalen over onze vijanden en na een eer volle vrede een gelukkige toekomst voor ons dierbaar vaderland tegemoet gaan." DE DUITSCHE OORLOGSVLOOT TEGEN DE ENGELSCHE KOOPVAARDIJVLOOT. De „Köln. Zeitung" beveelt aan om uit de Engel sche wijze van oorlogvoeren, n.l. de uithongering van Duitschland, de onvermijdelijke conclusies te trekken. Derhalve moet het geheele Engelsche volk als vijand worden beschouwdde door admiraal von Tirpitz mo gelijk verklaarde strijd met onderzeebooten tegen de Engelsche koopvaardijvloot moet onverbiddellijk wor den begonnen en doorgevoerd. Tot dat doel moet ook de luchtvloot worden gebezigd. Wanneer de Engelsche handelsvloot overal waar zij in het bereik van onzer onderzeebooten geraakt, met den ondergang bedreigd wordt, zullen ook aan de overzijde van het Kanaal de neutralen meer tegemoet koming ontmoeten. Wij moeten beproeven de levensader van Engeland, n.l. de koopvaardijvloot, te treffen. DE BELGISCHE REGEERING EN DE UITGEWEKEN BELGEN. Naar de Daily Telegraph uit Havre verneemt, heeft de Belgische regeering Donderdag heloten alle onge huwde jongemannen tusschen 18 en 30 jaar op te roe pen. Zij die geen militairen dienst wenschen te ver richten, zullen voor nuttige openbare werken worden gebezigd. Een ieder zal binnen drie dagen een ver klaring hebben af te leggen voor den consul van de plaats waar hij zich bevindt en bij gebreke daarvan in verzuim worden gesteld en dienovereenkomstig be handeld door de gendarmerie. HET BELGISCHE LEGER. Volgens de Indépendance beige zal het Belgische leger weer op een sterkte van honderdduizend man worden gebracht VON EEN INTERVIEW MET GENERAAL DANKL. De „Reichspost" te Weenen publiceert uitlatii van den leger-commandant von Dankl, die Woensd den correspondent van dit blad in het perskwartier ont ving. Generaal Von Dankl wees op het enorme verschil tusschen den huidigen oorlog en de vroegere, die in drie of vier veldslagen beslist waren. Thans staat men in een weken durenden, zwaren strijd, en niettegen staande de dapperste aanvallen en de meest schitteren de daden, voortdurend voor nieuwe, kolossale fronten, die steeds weer tijdroovende nieuwe troepenopstelling en en aanvallen noodig maken. Slechts één ding blijft beslissend, namelijk de moreele kracht van het leger en de bevolking. Wie het meest taai en hardnekkig vol houdt zal ten slotte succes behalen. Dankl sprak daarna zijn trots uit over het le leger- COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1