DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van test oostelijk oorlogsterrein.
13 O o> r 1 o
No. H
Honderd en zeventiend© jaargang.
1915
DONDERDAG
21 JANUARI
VARIA.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.80, fr.p. post f 1.—. Advertentieprijs 10 ct. p, regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en HandeUdrnktaij HERMSo COSTER <S 700Ü Voordam C 0. Telefoonnr. 3.
m
DUITSCHLAND.
ENGELAND.
BELGIE.
NEDERLAND.
ALKMAAR, 21 Januari.
Wij weten heden eenige meerdere bijzonderheden
over den aanval der Zeppelins op Engeland, maar tal
van vragen kunnen wel gesteld, doch niet beantwoord
worden.
De Duitsche marine-staf heeft bekend «gemaakt, dat
marine-luchtschepen in den nacht van Dinsdag op
Woensdag bij nevelachtig weer een aanval op eenige
versterkte plaatsen aan de Engelsche Oostkust hebben
gedaan, met succes bommen hebben uitgeworpen, be
schoten werden, doch ongedeerd terugkeerden.
Hoeveel luchtschepen er waren, vanwaar zij kwa
men, of het Zeppelins, Parzevals dan wel Schutte
lanz' waren, en of ze vergezeld werden van een of
meer vliegmachines, zooals uit de eerste vage berichten
viel op te maken, wordt dus niet medegedeeld. Waar
schijnlijk is nog altijd, dat er twee of drie zijn geweest
de Times spreekt van zesdat het Zeppelins wa
ren en dat zij van Wilhelmshaven of van Cuxhaven
zijn gekomen.
Te Londen was men tijdig gewaarschuwd. Uit Ko
penhagen moet reeds te 4.35 naar de Engelsche hoofd
stad zijn geseind, dat over Noord-Sleeswijk een Zep
pelin zuidwaarts dreef, terwijl telegrammen uit Am
sterdam, meldende de waarneming van luchtschepen
op onze eilanden, naar de Chronicle meldt, om 8 uur,
9 uur 45 en 11 uur 6 werden ontvangen. Men wist dus
in Engeland, dat er iets gaande was, maar men kon
natuurlijk niet weten, waar de aanval zou geschieden
Men kon zich in elk geval eenigszins voorbereiden,
daar de afstand Terschelling naar Yarmouth 150 En
gelsche mijlen bedraagt, zoodat de luchtschepen nog
een heel stuk hadden af te leggen, voordat zij him
„landingsplaats in de lucht" hadden bereikt
De officieele Duitsche mededeeling zegt verder, dat
met „succes" bommen werden uitgeworpen. Op grond
der eerste Engelsche berichten moest men aannemen,
dat de aangebrachte schade slechts zeer gering was
zij werd geschat op 50 pond sterling, dus 600 gul
den. Maar later is uit Londen gemeld, dat de schade
verscheiden duizenden pond sterling beloopt
Eindelijk zegt de officieele mededeeling, dat de
luchtschepen, waarop geschoten is hetgeen bewijst,
dat men in Engeland op zijn hoede was ongedeerd
teruggekeerd zijn, zoodat het onwaarschijnlijk klinken
de bericht, dat er één naar beneden geschoten zou zijn,
thans officieel onjuist gebleken is.
Algemeen beschouwt men dezen uitval als de gene
rale repetitie van een aanval uit de lucht op Londer
Hoe goed deze repetitie voor de Duitschers is afge-
loopen, toch is thans gebleken, dat zulk een aanval bij
verrassing geheel uitgesloten is en dat de Engelsche
overheden uit de neutrale landen Denemarken en Ne
derland tijdig gewaarschuwd kunnen worden.
In het geheel zijn er vijf dooden gevallen: drie te
Yarmouth en twee te Kings' Lynn, n.l. een 72-jarige
vrouw en de weduwe van een in Frankrijk gedood sol
daat, een jongen, een ouden schoenmaker en een sol
daat. Gewonden zijn er niet veel.
De Engelsche bladen geven te kennen, dat deze
luchtaanval het Britsche volk nog vaster zal doen be
sluiten, al het mogelijke te doen om den oorlog tot
een goed einde te brengen. Aanmeldingen voor den
dienst worden in grooten getale verwacht De Duitsche
bladen zeggen, dat de vrees van. ds Engelschen voor
Duitsche aanvallen gegrond is gebleken en aanmerke
lijk zal zijn toegenomen, en dat thans aan het isole
ment en de absolute veiligheid van het Britsche eilan
denrijk een einde is gekomen.
Natuurlijk zijn de Engelsche couranten verontwaar
digd en de Duitsche verheugd en verdedigen beide
groepen het eigen standpunt inzake het al of niet ge
oorloofd zijn van een dergelijken lucht-aanval. Van
Engelsche zijde wordt verzekerd, dat de Engelsche
autoriteiten, ten spijt van de uittarting der Duitschers,
die alle oorlogswetten met voeten treden, bij de hu
mane politiek zullen volharden, die zij tot dusver heb
ben gevolgd, niettegenstaande verscheidene groote
Duitsche steden verleidelijke doelpunten aanbieden,
die voor Engelsche vliegers zeer goed bereikbaar zijn.
Men houdt zich verder bezig met de vraag, hoe men
in Duitschland bekend was met het tijdelijk en toeval
lig verblijf van den koning van Engeland op San-
dringham, waar echter geen Zeppelin blijkt te zijn
geweest, doch wel in de nabijheid, in King's Lynn.
De prins van Wales heeft Maandag bij Lunéville
bleek maar koelbloedig den vuurdoop ontvangen. Dit
bericht doet denken aan Saarbrücken, waar 2 Augus
tus 1870 prins Louis, de zoon van Napoleon III, den
vuurdoop ontving.
Verder is er uit het Westen weinig nieuws.
Het Diiitsdie communiqué gewaagt van het nemen
van 200 Meters vijandelijke loopgraaf bij Notre Dame
de Lorette (noord-westelijk van Atrecht), het laatste
Fransdie communiqué geeft toe, dat de Duitschers hier
vasten voet kregen, maar laat er op volgen, dat zij bij
een tegenaanval weer verdreven werden.
Dit Franschc communiqué geeft verder te kennen,
dat de Duitschers gisteren op verschillende plaatsen
aanvallend zijn opgetreden.
o
OOST- o
o
PBVIHES o
o
Weichsel o
NeidenburgO 0
Soldau® nMiawa
Tborn-BU
Q Radzanow
Kg ESLipno
El Dobrzvn
pPlotsk
te o Warta
öj "o 'BIWARSCHAU
o öLowitz
o
0 o o
SB o oLODSH
m o o
£4 oo .H Iwangorod
'o Petrokow
o .Wekhsel
N opCzenstochow
te
ri
o
,San
Krakau
Goriice B.Przemysl
B ROEK Or
K A B P i T H E.K WIN A
G ALICIË Uszokpas
Men weet, dat in het Oosten de Russen over het
grootste gedeelte van het front hun aanvallende hou
ding hebben moeten laten varen en thans in de verde
digende positie verkeeren. Kort gezegd komt de loep
der gebeurtenissen hierop neer, dat uit het groote Rus
sische offensief tegen Krakau voor de Russen een ver
dediging van Warschau is geworden.
Maar in het Noorden treden 4e Russen thans weer
aanvallend op. Men herinnert zich misschien nog,
dat toen zij hier zeer gevaarlijk naar de Duiische
grens begonnen op te dringen, de overwinning van
maarschalk von Hindenburg bij Koetno aan hun op»
marsch een einde maakte. Sindsdien hoorden we her
haaldelijk van krijgsverrichtingen ten Zuiden van den
Weichsel,'maar ten Noorden dezer rivier, op den rech
teroever dus, scheen weinig te gebeuren. Alleen maak
te de Russische generale staf onlangs bekend, dat de
Duitschers gepoogd hadden om bij Dobrzyn van dm
linker- op den rechter-Weichseioever te geraken, waar
uit kon worden opgemaakt, dat de Duitschers in het
Noorden niet zoover naar het Oosten waren opgescho
ten als meer naar het Zuiden het geval was. Deze op
vatting is door de laatste ccmmuniqué's, welke in het
bijzonder de aandacht vragen voor den strijd op den
rechter-oever van den beneden-Weichsel, bevestigd. Zij
leerden, dat de Russen aanvallend optreden in het ge
bied, dat begrensd wordt door den Weichsel van
Warschau af, door den spoorweg Warschau-Mlawa
en door de grens van West-Pruisen. Er wordt hier
gevochten op een cirkelboog, die begint bij Mlawa en
bij Dobrzin steunt op den Weichsel, die als een breede
scheidingslijn Polen in twee gevechtsterreinen schijnt
te verdeelen. Dat de positie zonderling is, moge hier
uit blijken, dat de Duitschers, die op den linker-oever
van den Weichsel in de richting van Warschau vech
ten, op een afstand van goed 60 K.M. met den rug
staan naar de Russen bij Dobrzin! Deze positie is na
tuurlijk verre van gunstig. Het terrein wordt opgege
ven als zeer ongeschikt voor groote militaire opera
ties, de verkeersmiddelen moeten er zelfs voor Polen
buitengewoon schaarsch zijn. Vermoedelijk zal het
Russische offensief ook hier weldra tot staan komen
en krijgt men ook hier een vaste linie, een voortzetting
van de linies van Rawka en Bzoera (Zuid-Westelijk van
Warschau) die in een grooten boog om Warschau
heen aansluit bij de Narew-linie in het Noord-Oosten.
Wordt dit vermoeden bevestigd, dan zullen de Russen
op hun rechterflank Oostelijk-Pruisen met zijn goed
ingericht spoorwegnet hebben. Van welk nadeel dit is,
kan men het best begrijpen, wanneer men bedenkt, hoe
groot het voordeel van de verbonden mogendheden in
het Westen is, wier flank door de Noordzee absoluut
gedekt is.
Zal het morgen in St. Petersburg om met de
weerdeskundigen te spreken „een kritieke dag van
den eersten rang" worden?
Den 22sten Januari 1905 trok de priester Gapon
met duizenden naai' het Winterpaleis om „Vadertje"
een verzoekschrift te overhandigen. Bij die gelegen
heid traden politie ai leger opA zoodat er volgens de
officieele gegevens 96 personen gedood en 333 ge
wond werden. Daarop is grootvorst Sergius vermoord
en in verschillende streken hadden oproeren plaats en
zelfs ontstond er muiterij op de Zwarte Zee-vloot,
waarbij de Potemkin Odessa bombardeerdel
In Duitsche bladen leest men, dat er morgen belang
rijke gebeurtenissen in St. Petersburg verwacht wor-
den. Maar ook hier zal de wensch wel weer de vader
van de gedachte zijn. Er komen tegenwoordig zooveel
stemmingsberichten over de oorlogvoerende landen,
dar men daaruit zou besluiten, dat opstand, revoluti-
ounaire woeling, wanbestuur, financieele en economi
sche uitputting e. d. den oorlog al heel spoedig moe
ten doen eindigen. Maar stemmingsberichten over
oorlogvoerende landen uit andere oorlogvoerende
landen zijn al weinig betrouwbaar!
Voorts stippen we nog even een telegram uit Ro
me aan, volgens hetwelk Roemenië half Februari zal
meevechten en Italië zal trachten zijn onzijdigheid zoo
lang mogelijk te bewaren.
Ook een stemmingsbericht?
Vermoedelijk wel.
Uit Ziiid-Alrika wordt nog gemeid, dat de Engel
schen de onverdedigde stad Swakopmund als be
straffing voor een Duitsche oorlogsdaad hebben be
schoten en dat de linie van de Oranje-rivier thans ge
heel in Engelsch bezit is, doch dat de Duitsche strijd
krachten nog op het grondgebied van de Unie nabij
de oostelijke grens van het Duitsche gebied staan,
waar hun verdere opmarsch echter tot staan is ge
bracht.
DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK.
Officiëei werd gisteren door het groote hoofd»
kwartier medegedeeld
Op het westelijk oorlogstooneel hadden tusschea
de kust en de Lys slechts artilleriegevechten plaats.
Bij Nótre-Dame de Lorette N.W. van Atrecht,
werd den vijand een 200 meter lange loopgraaf ont
nomen daarbij werden twee machinegeweren buit
gemaakt en eenige krijgsgevangenen gemaakt.
In de Argonnen namen onze troepen eenige vijan
delijke loopgraven. Op enkele plaatsen kwamen wij
in de laatste dagen 1500 meter vooruit.
In het bosch ten noorden van Sennheim (Ceruay)
ging onze aanval goed vooruit. De Hingstein werd
genomen; twee officieren en 40 Alpenjagers werden
gevangen genomen.(Reeds in een deel van ons vorig
nummer vermeid.)
Het Fransche communiqué van gistermiddag luicu;
In de buurt van Nieuwpoort hebben hevige artille-
riegevechten piaats gehad, waarin de vijand onze brug
aan den mond van de Yser tevergeefs trachtte te ver
nielen. Daarentegen gelukte het ons een gedeelte vau
zijn verdedigingswerken te verwoesten en een hóeve
bij St. George, die hij krachtig versterkt had.
In de sectoren van Yperen en Lens hadden meer en
minder hevige artillerie-gevechten plaats en een zeer
zwaar bombardement te Blangy bij Atrecht.
Uit de afdeelingen Soissons, Craonne en Reims valt
niets te vermelden.
In de buurt van het kamp van Chalons en ten noor
den van Perthes en Massiges beschoot onze artillerie
krachtdadig de versterkingen van den vijand.
In het bosch La Grurie deed de vijand een hevigeu
aanval op een onzer loopgraven; onze troepen weken
een oogenblik achteruit, wij hernamen echter door
twee krachtige tegenaanvallen al onze stellingen en
behielden ze.
Te St. Hubert lieten de Duitschers den noordooste
lijken uitlooper van onze loopgraven in de lucht vlie
gen, maar onze troepen snelden naar de trechtervor
mige openingen en beletten den vijand zich daar te
versterken.
Ten noordwesten van Pont-h-Mousson in het bosch
La Prêtre zijn wij nog 100 M. verder gekomen dan de
loopgraven, die wij eergisteren veroverden en waarop
de vijand zonder succes een aanval deed.
In den sector Thann zijn artillerie-gevechten gele
verd, die te onzen gunste afliepen.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Officieel werd, zooals we reeds in een deel onzer
vorige oplaag mededeelden, door het groote hoofd
kwartier gemeldDe toestand op het oostelijk oor
logstooneel is onveranderd.
Het Oostenrijksche legerberieht zegtIn den alge-
meenen toestand is geen wijziging gekomen.
Aan het front in Polen hebben behalve patrouille
schermutselingen, slecht» artillerie-gevechten plaats
gehad.
Aan de Doenajetz beschoet onze artillerie met
succes gedeelten van de vijandelijke infanterielinies
en dwong den vijand tot ontruiming van een sterk
bezette hoeve.
Eén afdeeiing drong door tot aan de rivier, bracht
den vijand een verlies toe van eenige honderden
man en vernielde bovendien een door den vijand
gebouwde oorlogsbrug over de Doenajetz.
In de Karpathen hebben niet anders dan weinig
beteekenende schermsstseiingen plaats gehad.
Het Russische legerberieht van gisteren zegt:
In de streek ten noorden van de Rawa deden de
Duitschers tweemaal een poging om tot een gedeelte
lijk offensief over te gaan. Zij werden echter tot staan
gebracht door ons vuur en genoodzaakt terug te trek
ken.
Op 18 Januari deden de Duitschers in West-Galicië
in gesloten gelederen, na onze stellingen ten zuiden
van het vlek Radlof hevig te hebben beschoten en
twee dorpen achter onze stellingen in brand te heb
ben gestoken, een aanval op de stellingen, kwamen
tot aan de draadversperringen, konden echter door ons
hevig vuur niet verder. Zij leden hevige verliezen en
trokken op hun eigen stellingen terug.
In de Boekowina zijn onze troepen met succes voort-
gerukt en hebben zij na eenige gevechten het dorp
Johanuescliti, op 15 werst ten noorden van Domava-
tra, bezet.
EEN VERKEERDE RAAD.
Een landweerman te Berlijn moest zich in den
avond van 5 Augustus „melden", 's Middags ging
hij met vrouw en kind om zich nog eens gezamen
lijk te laten fotografeeren. De photograaf voegde
den soldaat toe, dat hij nu geen tijd had en dat
deze den volgenden dag maar eens moest terugko
men, waarop deze antwoordde, dat dit onmogelijk
was, daar gij dog dien avond onder de wapens
moest komen.
Daarop zeide de photograaf:
„Wees niet zoo stom om te gaan en je te laten
doodschieten. Nu haalt het immers toch niets meer
uit, nu Engeland ons ook den oorlog heeft verklaard.
We zullen van de Engelschen en Franschen zoo'n
pak slaag krijgen, dat van Duitschland geen stuk
heel blijft."
Dg landweerman vatte vuur op die wnorden, en
nam zulk een dreigende houding aan, dat de photo
graaf naar de achterzijde van rijn atelier retireerde
en den woedenden soldaat beloofde hem gratis te
zuilen „nemen", als hij zich maar kalm hield.
Het slot van het geval was, dat de militair de
zaak aangaf en de photograaf; vervolgd werd wegens
het opruien van een tot den militairen stand behoo-
rend persoon tot ongehoorzaamheid aan gegeven
bevelen.
De president noemde zijn optreden „eengemeene
en van lafheid getuigende daad" en vroeg hem, of
hij zich als Duitscher niet schaamde zoo Taf te zijn
en zich op die wijze ait te lateis.
De eisch was drie maanden.
De rechtbank nam aan, dat de photograaf de die
pere beteekenis van zijn woorden niet overzien had
en legde één maand gevangenisstraf op.
Nog nimmer had de Moabiter strafkamer zich met
een vervolging wegens overtreding van het betrok
ken wetsartikel behoeven bezig te houden.
DE LUCHTAANVAL OP DE KUST.
Reuter meldt nog eenige bijzonderheden omtrent
den luchtaanval op de Engelsche kust. Men kon Dins
dag door den helderen avond de toestellen duidelijk
zien, die om half negen uit zee kwamen en boven
Yarmouth eenige bommen lieten vallen. De vliegtui
gen bleven slechts ongeveer tien minuten boven de
stad en verdwenen toen in Oostelijke richting. De
bommen hebben groote schade aangericht aan de via-
schrijloods; een aantal bureaux werden van hun dak
beroofd. De geheele schade moet in de duizenden
loopen.
Te kwart voor twaalf verscheen een ander vliegtuig
boven Yarmouth, dat uit zuidwestelijke richting kwam
en eveneens in oostelijke richting over de zee ver
dween.
De autoriteiten van Cromer hadden bericht ontvan
gen van den luchtaanval op Yarmouth. Toen de
Duitsche vliegtuigen boven Cromer verschenen was de
geheele stad in duisternis gehuld. Er werden dan ook
geen bommen op stad geworpen.
Te kwart vooi negen vloog een Zeppeling boven
Sheringham, welke een bom wierp, die een huis raakte,
echter zonder te ontploffen of persoonlijke ongelukken
aan te richten.
Nadat de bommen geworpen waren, verdwenen de
vliegtuigen weer in Oostelijke richting.
EEN NIEUWE BELASTING.
Eenige stedelijke besturen in België hadden het
plan geopperd aan de gevluchte bemiddelde bewoners,
die niet mochten terugkeeren, een afzonderlijke belas
ting op te leggen.
De gouverneur-generaal hechtte zijn goedkeuring
aan dit plan en verklaarde het geldig voor geheel
België.
Uitgewekenen, die vóór 1 Maart niet teruggekeerd
zijn, betalen nu een tiendubbele personeele belasting.
Armen zijn vrijgesteld van de belasting.
De helft van de opbrengst komt ten goede aan de
gemeenten, de andere helft wordt door den gouver
neur-generaal besteed ten bate van het land.
EEN GESCHENK AAN DE KONINGIN VAN
BELGIë.
Op 21 October had het Engelsche blad Punch een
plaat van Bernard Partridge, „Onoverwinnelijk" geti
teld, waarop koning Albert en de Duitsche keizer wa
ren afgebeeld. Het onderschrift vermeldt, dat de Kei
zer zegt: „U ziet het u hebt alles verloren", waar
op koning Albert antwoordt„Niet mijn ziel".
De oorspronkelijke teekening is nu door de Garde
ners' Company aangekocht, de opbrengst werd in
het Belgische steunfonds gestort zal in een gesne
den eiken lijst met een toepasselijk opschrift worden
gezet en dan aan de koningin der Belgen worden aan
geboden.
KORTE BERICHTEN.
Een hevige aardschok werd Dinsdag te Belfort
gevoeld. In talrijke huizen werden de meubels ver
plaatst en sprongen de deuren open.
LANGER IN DIENST HOUDEN VAN
DIENSTPLICHTIGEN BIJ DE LANDWEER EN
INGELIJFDEN BIJ DE MILITIE.
Uit het voorloopig verslag over het wetsontwerp,
betreffende bovenstaande, stelden sommige leden de
vraag of de regeering wellicht beschikt over gege
vens, voor de beoordeeling van de hier aan de orde
zijnde vraag van belang, die niet ten dienste van de
Kamer staan. De regeering staat, blijkens hetgeen
voorkomt in de nota, op het standpunt dat de gevaren
voor ons land, om in den oorlog te worden betrok
ken, thans niet geringer zijn dan in Augustus. Men
meende, dat voor zoover de toestand mag worden be
oordeeld naar de politiek en strategische verhoudin
gen, die voor het publiek blootliggen, deze opvatting
niet wel gerechtvaardigd schijnt. Daarom werd het
denkbeeld geopperd de regeering uit te noodigen aan
AARSCHE
RANT.
O
O
315 o
KN O
O
o
O O
O O
O O
O O O O O
O O
O
«IP»" <*P>lli jjjUJIJ