DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van but wfistef oorlogster»
Va» bat oostei oorlogstenein,
Van bat luidai aorlogstarrain,
ING va»
13 e> O o
xr 1
No. 18
Honderd en zeventiende
jaargang.
1915
VRIJDAG
23 JANUARI
Aborniementspriis per 3 maanden f 0.80, fr.p. post f 1.-. Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Bandelsdrnkknril HEfc CQSTER 5 ZOON, Voordam C 9. Telefoonnr. 3.
Ter zee.
MILITIE en LANDWEER»
DUITSCHLAND.
ALKMAAR, 22 Januari.
Hadden de Duitsche luchtschepen op hun heenreis
naar de Engelsche kust zich niet boven Nederlandsch
grondgebied bewogen, en waren ze op geruimen af
stand boven de zee onze kust gepasseerd, tijdens den
terugtocht hebben ze vermoedelijk boven Nederlandsch
grondgebied gevaren. De Nederlandsche regeering
heeft, in verband met het vermoeden, dat de in den
nacht van IQ op 20 Januari boven Nederlandsch
grondgebied waargenomen, zich in oostelijke richting
bewegende, luchtvaarders, deel uitmaakten van Duit
sche strijdkrachten, den gezant te Berlijn opgedragen
zulks ter kennis van de Duitsche cegeering te brengen,
opdat ecu onderzoek uaar het gebeurde zal worden m-
gesteld.
Mocht dit onderzoek de juistheid van het vermoeden
nan bet licht bréngen, dan zal de Duitsche regeering
wel haar leedwezen betuigen over de onopzettelijke
schending van ons grondgebied, waarmede de zaak
dan uit is men herinnert zich, dat een soortgelijke
schending van Engelsche zijde (door een vliegmachine,
die boven Maastricht vloog en daar bij ongeluk zelfs
een bom liet vallen) een dergelijk verloop heeft gehad.
Dicht bij onze kust maar buiten de territoriale
wateren op 15 mijlen afstand van het Maaslicht
schip heeft de Duitsche onderzeeër U 19 het Engelsche
Leitli-stooinschip Durward in den grond geboord. De
bemanning werd door den onderzeeër aan het vuur
schip Maas overgegeven.
Leest men het verhaal elders in ons blad ver
meld dan staat men verbaasd over de kalmte, waar
mede deze oorlogsdaad door den onderzeeër is vol
bracht, en waaruit blijkt, dat men zich wel zeer veilig
moet hebben geacht in een streek, die door het Duit
sche mijnenveld misschien eenigszins beschermd
wordt, maar waar overigens toch wel Engelsche pa
trouilles kunnen worden verwacht.
Het gevolg van deze daad zal wel zijn, dat het ver
keer tusschen Engeland en ons land door middel van
Engelsche sciiepen wel zéér beperkt zal worden
men seint ons reeds uit Hoek van Holland, dat er
Harwich-booten binnen gebleven zijn.
Nu we toch over het verkeer spreken, willen we da
delijk ook even vermelden, dat men in Amerika de la
ding katoen van de Dada wel heeft willen verzekeren,
dodi niet het schip zelf. Zooals bekend is geldt hei
hier een in Galveston liggend stoomsdiip van de Ham.-
burg-Amerika-lijn, dat, zoo het zee koos, natuurlijk
heel gauw door de Engelschen zou worden genomen.
Maar nu heeft de H.-A.-lijn het schip verkocht aan een
Duitsdi-Amerikaan. Op deze wijze wil men trachten
het schip in Europa te krijgen waar het, wanneer
bet in behouden haven is, natuurlijk wel spoedig weer
van eigenaar zou verwissden en weer het eigendom
van de H.-A.-lijn zou worden. Maar het oorlogs
risico-bureau is blijkbaar- zoozeer overtuigd, dat En
geland een dergelijken schijuverkoop niet zal gedoo-
geu, dat het schip nfet wii verzekeren. En tijdens het
afdrukken seint mui ons, dat het schip ev. zai worden
opgebracht.
Generaal Joffre, de zwijger, heeft gesproken. Hij
heeft de aandacht van het publiek op het leugenachtig
karakter van de officieele Duitsche berichten gevestigd
en daarbij in het bijzonder verteld, dat de Franscne
verliezen der laatste weken volstrekt onjuist zijn op
gegeven en dat de verliezen der Duitschers in alle ge
vechten der laatste maanden grooter geweest zijn dan
die der Franschen. Natuurlijk zegt een dergelijke ver
klaring zij moge van Franschen of Duitschen kant
komen den buitenstaander heel weinig, zoo lang zij
niet door feiten en cijfers wordt gestaafd. En tot
dusverre vermijdt men zoowel van Fransche als van
Duitsche zijde zorgvuldig de eigen verliezen in be
paalde gevechten of zelfs maar in het algemeen, te
noemen.
Dat overigens de officieele communiqué's elkaar
herhaaldelijk vierkant tegenspreken, is te over bekend.
Uit het verdere verloop van de gebeurtenissen blijkt
dan dikwijls van zelf wel, wie de waarheid heeft ge
zegd.
Het treft wel toevallig, dat de laatste communiqué's
aardig overeen stemmen. Zij beginnen beide met de
mededeeling, dat er tusschen de kust en de Lys artille
rie-gevechten plaats hebben. De Ly# en ook de
Schelde en de Dender is tengevolge van de voortdu
rende regens buiten de oevers getreden, zoodat het
vechten hier vrij wel onmogelijk wordt en verderop
het verkeer in het overstroomde gebied bijna geheel
verstoord is en vele huizen onder water staan.
Meldden de Franschen gisteren reeds, dat zij bij No
tre Dame de Lorette (ten N.-W. van Atrecht) verloren
gegaan terrein herwonnen hadden, de Duitschers ge-
van dit than3 toe. In België gelooft men, dat de Duit-
sciiers hier een krachtige poging zullen doen om door
de Franscue linies te breken, ten einde naar Calais te
komen, maar veeleer wijst o. i. alles er op, dat zij het
doordringen naar de Fransche kust voorloopig opge-
geveu hebben en vooral in het centrum (de Aisne) eu
op den linkervleugel (Argonnen) actie voeren: Tot
dusverre merkt meu echter nog niemendal van het ver-
breeden naar rechts en links van de veroverde strook
aan de Aisne bij Soissons, noodzakelijk om de rivier
over te trekken en een doorbreking van de vijandelijke
linie te beproeven. De gep. luitenant-generaal C. D.
H. Schneider, oud-minister van oorlog, schrijft dan
ook over „de gevolgen van den slag bij Soissons" in
de N. Ct. van vanmorgen terecht: „Zoo beschouwd,
schijnt de toestand voor de verbondenen, tengevolge
dei geleden nederlaag, weinig veranderd en mag men,
naar mijn bescheiden opvatting, aannemen, dat dit
„plaatselijk succes" der Duitsche legeraanvoering niet
van overwegenden invloed zal zijn op den verderen
loop van den veldtocht, zooais in het bericht van
Fransche zijde vermeld, wordt,"
Doch keeren we tot de cnnununlqué's terug1 Ten
Noord-Westen van Beau-Séjourverder naar het
Oosten, bij Perthes, waar de Duitschers den laatsten
tijd ook nog al eenïgen druk uitoefenden hebben de
Franschen vorderingen gemaakt, zonder dat het den
Duitschers gelukte de twee kleine bosschen te herne
men. Ook nu weer blijkt overigens, dat de Duitschers
alom krachtig aanvallen zouden ze versterkingen
hebben gekregen uit het Oosten of van de nieuw ge
vormde legers, of moet den Keizer op zijn verjaardag
(27 Januari) een speciale verrassing worden bereid?
Het tooneel van den hevigsten strijd schijnt het Ar-
gonnen-woud te zijn. Daar deden de Duitschers een
krachtigen aanval zegt het laatste Fransche commu
niqué op den uitlooper van onze linie bij St. Hu-
bert (welke plaats ze einde December in bezit kregen)
en vernielden de Fransche loopgraven door een hevig
bombardement. Toen gingen zij tot den aanval over,
maar werden door het Fransche infanterie- en artille
rie-vuur teruggedreven.
Dan wordt er eindelijk in de buurt van Pont a
Mousson nog geducht gevochten. Het Fransche com
muniqué meldt, dat de Duitschers er20 M. loop
graaf heroverden van de vijftig, die de Franschen den
vorigen dag op hen hadden veroverd!
En eindelijk is de infanterie aan den slag in den Op-
per-Elzas, ten noord oosten van Sennlieim (Cemay),
zonder dat daarvan tot dusverre eenig resultaat ge
meld kan worden.
„Het kan nog lang duren, voordat de worsteling ten
einde is", heeft de vorige chef van den generalen staf,
von Moltke wiens opvolger, generaal v. Falken-
hayn, thans op verzoek officieel van zijn Junctie van
minister van oorlog is ontheven tegen een journa
list gezegd.
Wanneer de strijd gaat over 20 en 50 Meter loep-
graaf en geen krachtig offensief aan dezen molk u-
oorlog een einde maakt, dan, ja, dan kan het héél
lang duren
Voor het overige valt er heden niets anders te mel
den, dan dat een Fransche vliegmachine nabij het fort
Rammekens, een uur ten oosten van Vlissingen, is
neergedaald waardoor wij in het bezit komen van
den eersten Franschen geïnterneerde en de regeerug
misschien een nieuw „kamp" zal moeten aanwijzen
en dat de Turken beweren in den Kaukasus tot staan
te zijn gekomen.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche communiqué van gistermiddag meldt:
Van de zee 'tot de Leie hebben artillerie-gevechten
plaats gehad.
Ten zuiden van de Somme en aan de Aisne wercen
eveneens artillerie-gevechten geleverd. Wij brachten
daar het vijandelijk geschut tot zwijgen.
In Champagne, ten oosten van Reims in de streek
van Prosin-les-Marquise3 en Moronvilliers, vernielden
wij vestingwerken van de Duitschers, noodzaakten wij
den vijand zijn loopgraven te ontruimen en brachten
wij een munitie-depot tot ontploffing.
Ten noordwesten van Beau-Séjour hebben wij vor
deringen gemaakt doordat wij bij verrassing drie vij
andelijke posten namen. Zij zijn thans door ons bezet.
Ten noorden van Massiges behaalde onze artillerie
voordeden.
In Argonne, ten zuidoosten van St. Mihiel, is de
toestand dezelfde gebleven.
In het boscli van Aprémont namen wij 100 M. loop
graven en sloegen wij een tegenaanval af.
Ten noordwesten van Pont-h-Mousson in bet Fe
Prêtre-bosch, heroverde de vijand ongeveer 20 M
loopgraaf van de vijftig, die wij den vorigen dag op
hem hadden veroverd.
In den sector Thann en de streek van Silberlach en
Hartmannswerlerkopf is sedert den nacht van den 19en
dezer een infanterie-gevecht aan den gang.
Wij gaan langzamerhand vooruit op een zeer moei
lijk terrein.
Het Duitsche communiqué (reeds in een deel onzer
vorige oplaag vermeld) luidt:
Tusschen de kust en de Lys hadden ook gisteren
slechts artilleriegevechten plaats.
De eergisteren door ons genomen 'loopgraaf bij No
tre Dame de Lorette ging hedennacht weer verloren.
Ten N.W. van Atrecht werden de aanvallen der
Franschen aan beide zijden van den straatweg Atrecht
Rijssel herhaald, maar afgeslagen.
Ten Z.W. van Berry-au-Bac werden twee loopgraven
aan de Franschen ontnomen en ondanks hevige tegen
aanvallen door ons behouden.
De Fransche aanvallen tegen onze posities ten zui
den van St. Mihiel werden afgeslagen.
Ten N.-W. van Pont-h-Moussou gelukte het ons een
deel der ons voor drie dagen ontnomen stelling terug
te veroveren. Onze troepen veroverden daarbij vier
kanonnen, en namen een aantal Franschen gevangen.
Om. her overige deel der verloren gegane stelling
wordt nog gestreden.
In de Vogezen duren de gevechten ten N.-O. van
Sennueim voort.
DE LUCHTAANVAL OP DE ENGELSCHE KUST.
Het Berlijnsche Wolff-bureau meldt:
Na de voorvallen, die zich tot dusver voordeden,
kan het geen verwondering baren, dat de regeering eu i
pers van Engeland den aanval van onze luchtvloot op
de Eagelsche kust niet onbenut voorbij laten gaan
zonder de meest krasse beschuldigingen tegen de
Duitsche wijze van oorlogvoeren te gebruiken en de
Duitschers van barbaarschheid te betichten. Aan de
gansche wereld wordt dit verkondigd, in talrijke
diaadiooze telegrammen over zet; gestuurd en naar de
verste hoeken van de aarde geseind.
En toch is er niets anders gebeurd dan dat onze
luchtschepen, teneinde de versterkte plaats Great Yar
mouth aan te vallen, andere plaatsen overvlogen,
waaruit zij beschoten werden. Die aanvallen beant
woordden zij met het werpen van bommen.
Heeft deze natie waarvan de vliegtuigen op
klaarlichten dag boven de open steden Freiburg en
Breisgau bommen lieten vallen, wier schepen herhaal
de keeren de open steden Daressalam, Victoria (Kame
roen) en Swakopmund beschoten het recht de ver
ontwaardigde te spelen? Deze natie wie geen middel
te min is om haar doel te bereiken, zonder te letten cp
de opvattingen van het volkenrecht en de neutrali-
teits-bepalingen?
Een „lucbr-aanva!" is een erkend middel in de mo
derne wijze van oorlogvoeren, zoolang men zich bin
nen de perken van het volkenrecht houdt. Onze lucht
schepen hebben zich binnen deze grenzen gehouden.
De Duitsche natie werd door Engeland gedwongen
om voor haar leven te strijden, ze kan niet gedwongen
worden om van eenig wettig zelf-verdedigingsmiddel
af te zien en ze zal daar ook niet van afzien in 't ver
trouwen op haar goed recht
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
De Russische Generale Staf bericht: In Oost-Pruisen
is de toestand nog onveranderd,
In de richting van de Mlawa zijn wij in nauwe aan
raking mét den vijand. Alle pogingen echter, die deze
in den loop van den dag heeft gedaan om door onze
troepenlinie heen te dringen, werden verijdeld.
Wij namen stormenderhand het dorp Skempe, dat
door den vijand met grooteu spoed werd ontruimd.
Aan de Bzoera en de Rafka hield het kanon- en ge
weervuur aan langs bijna het geheele front.
Onze artillerie trad met succés op tegen die van den
vijand en bracht een groot aantal zijner batter-en tot
zwijgen. Het is onzen troepen gelukt eenige kleinere
aanvallen van den vijand op dit tront af te slaan.
Ten zuiden van de Pilitza en in Galicië zijn geen ge
vechten geleverd. Slechts hier en daar werd kanonvuur
gewisseld.
In de Boekowina namen wij na een gevecht Vorokh-
ta en sloegen wij den vijand terug, die in de buurt
van Kirlibaba tot den aanval trachtte over te gaan.
Wij namen daar een bataljons-commandant, een
groot aantal officieren benevens 150 soldaten gevan
gen.
Het Duitsche legerbericht, dat we reeds in een deel
onzer oplaag van gisteren opnamen, zegt:
In Oost-Pruisen is de toestand onveranderd
Een kleiu gevecht ten oosten van Lipno verliep voor
ons gunstig; honderd gevangenen vielen ons in han
den.
In het terrein westelijk van den Weichsel ten ten
N.-O. van Borzemow wordt onze aanval voortgezet.
Een Russische aanval ten W. van Lopoesjno en zuid
westelijk van Konskie werd afgeslagen.
Uit Weenen wordt officieel gemeld:
De toestand is op het geheele front onveranderd ge
bleven, slechts hier en daar heeft een artillerie-gevecht
plaats gehad.
IN DEN KAUKASUS.
De Turksche Groote Generale Stal deelt mede, dat
de aanvallen der Russen op het front in den Kaukasus
langs de geheele linie tot stilstand zijn gebracht.
EEN ENGELSCH STOOMSCHIP
GETORPEDEERD.
Een Duitsche onderzeeër heeft het Engelsche stoom
schip „Durward" 13 mijlen ten westen van het Hol
landsdie vuurschip „Maas" in den grond geboord.
De onderzeeër heeft het volk gered en overgegeven
aan het vuurschip.
Door een loodsboot is de bemanning van daar te
Hoek van Holland geland.
De Maasbode verteld hierover o.m. nog het vol
gende
De matrozen, die naar Rotterdam waren overge
bracht, werden gevestigd in het „Zeemanshuis." Geen
van de bemanning was onder den indruk van het voor
val. Een der matrozen .vertelde aan den verslaggever
dat gistermiddag omstreeks half drie de uitkijk van de
Durward een Duitsche onderzeeër ontdekte, die aan
het schip signalen gaf om te stoppen.
De „Durward" gaf direct aan de sommatie der Duit
schers gevolg.
Daarop kwamen officieren van den onderzeeër aan
boord, hieldten den kapitein een revolver onder den
neus eu bedreigden ook de bemanning met hun vuur
wapens.
Nadat zij op die manier den schrik er in gebracht
hadden, kreeg" de kapitein op een toon die geen tegen
spraak duldde, het meest krachtige en besliste bevel,
om onmiddellijk met de bemanning het schip te verla
ten.
Tijd om iets van hun bezittingen of anderzins in
veiligheid te brengen, werd noch den kapitein, noch
De Burgemeester van Alkmaar brengt ter
kennis van belanghebbendendat de uit
betaling der vergoedingen (loopende over
bet tijdvak van 16 tot en met 86 Januari)
ral plaats hebben ten Stadhnlze op Dims-
dag 86 Jannari a.s,; voor zooveel de MID»
WEEB betreft, van 10—11 uur en voor zoo
veel de MIIilTIE aangaat van 11—18 uur.
Alkmaar, 22 Jauuari 1915.
De Burgemeester voornoemd,
G. RIPPING.
den overigen opvarenden gelaten.
In een wip waren de reddingsbooten van de „Dur
ward" neergelaten en dobberden de mnanea reeds in
de wiegelende sloepen.
Het geheele voorval, zoo verklaarden de matrozen
ons, had zich in ongeveer 5, hoogstens 10 minuten af
gespeeld.
Toen de Duitschers na hun eerste revolverdreige
ment zagen, dat kapitein en equipage niet van zins
waren hun bevelen te wederstreven, gedroegen zij zich
verder heel vriendelijk en correct. De matrozen stelden
er prijs op, dit eerlijk te bekennen.
Een van ben kon niet nalaten een schampere opmer
king te maken over die Duitsche vriendelijkheid, „waar
mee ze zoo maar in een ommezien je chip naar den
kelder sturen."
Nadat alle opvarenden in de booten hadden plaats
genomen, werden deze door den onderzeeër op sleep
touw genomen en een eind van de „Durward" wegge
sleept.
Hierop kreeg de bemanning bevel in de booten te
blijven wachten en keerde de onderzeeër naar het zoo
pas veriaten schip terug, dat daarop getorpilleerd
werd.
De matrozen hoorden drie achtereenvolgende ont
ploffingen en zagen het water rond het schip in schui
mende golven omhoog spatten. Het duurde ongeveer
twintig a dertig minuten eer het schip gezonken was.
Toen de onderzeeër zijn vernielingswerk verricht had
keerde hij naar de reddingsbooten terug en nam ze
weer op sleeptouw.
Ruim 6 uur lang heeft de onderzeeër de booten ge
sleept, totdat men ongeveer 9 urn 's avonds bet licht-
chip „Maas" naderde.
Toen werd vanaf de onderzeeër gecommandeerd:
„alles los" en stoomde de duikboot „full speed" weg,
het aan de matrozen overlatende om verder den weg
naar het lichtschip te vinden.
De zeelui wisten na een tijd roeiens het lichtschip te
bereiken, waar ze doornat van den voortdurenden re
gen aankwamen.
Vandaar werden ze door de stoomloodsboot naar
Hoek van Holland en verder per trein naar Roterdam
getransporteerd.
EEN NIEUWE MINISTER VAN OORLOG.
De Nordd. Allg. Ztng. meldt officieel dat de heer
von Falkenhayn, de Minister van oorlog e» chef
van den generalen staf op zijn verzoek ontheven is
van zijn ministersambt en bevorderd is tot generaal
der infanterie.
De .keizer richtte de volgende Kabinetsorder aan
den generaal
„Da door u aangevoerde redenen tot benoeming
van een nieuwen titularis voor het ministerie van
oorlog hebben mij overtuigd. Ik onthei u derhalve,
volgens uw verzoek, van het ambt van staatsminister
en minister van oorlog.
Aan mijn warme dankbaarheid voor de voortref
felijke diensten, die u in deze gewichtige betrekking
hebt bewezen, wil ik uiting geven door u, met be
houd van uw ambt als chef van den Oeneralen Staf
van het veldleger, te bevorderen tot generaal der
infanterie."
Zooals men weet is generaal von Falkenhayn de
opvolger van den ziek geworden opperbevelhebber
van het Duitsche leger, von Moltke.
Tot opvolger van generaal von Falkenhayn Is nu
benoemd generaal-kwartiermeester Wild von Hohen-
barn, die bevorderd is tot luitenant-generaal.
AMERIKA'S HANDEL MET DE OORLOG
VOERENDE STATEN.
De officieele Nordd. Allg. Ztg. schrijft: Naar luid
van berichten uit Londen heeft in de vergadering van
de commissie voor buitenlandsche aangelegenheden
uit het Amerikaansche Huis van Afgevaardigden de
voorzitter Flood met een beroep op het memorandum
de Duitsche regeermg den indruk gevestigd, dat
Duitschland niets heeft in te brengen tegen de leve
ring van oorlogs-contrabande uit Amerika aan zijn te
genstanders. Deze indruk berust op groot misverstand.
Het door Flood aangehaalde memorandum geeft alleen
toe, dat volgens de geldende beginselen van het vol
kenrecht Duitschland aan de leveringen van onzijdige
particuliere personen aan zijn vijanden, geen houvast
heeft voor een formeel protest. De Duitedie regeering
zegt daarom aan het slot van haar memorandum, dat
de Vereenigde Staten tot toelating van zulke leveringen
bevoegd zijn, maar natuurlijk zijn zij eveneens bevoegd
den geheelen handel in contrabande met alle oorlog
voerende staten door een verbod van. uitvoer van wa
penen te onderdrukken, vooral daar de handel in wa
penen met Frankrijk en Engeland een omvang heeft
aangenomen, die twijfel aan de onzijdigheid, welis
waar niet van de Amerikaansche regeering, maar van
het Amerikaansche volk, wettigt. Zulk een maatregel
ligt te meer voor de hand, daar Engeland zelfs den
geoorloofden handel van Amerika met Duitschland
niet toelaat, doch zonder zich aan iets te storen ook
de voor economische doeleinden bestemde waren in
beslag neemt, zoodat de geheele handel van Amerika
met de oorlogvoerende staten neerkomt op eenzijdige
begunstiging van onze tegenstanders.
Verder en dit weegt ons het zwaarst is de
voorziening van onze tegenstanders met wapenen uil
Amerika een der sterkste oorzaken van de verlenging
van den oorlog, hetgeen in strijd is met de herhaalde
lijk geuite verzekering dat de Vereenigde Staten een
COURANT.