DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van bat westelijk florlogsterrain.
Van het oostelijk oorlogsterrein.
Van hat ihaliik oorlogsterrein.
O o r I o
No. 22
Honderd en zeventiende jaargang.
1915
Abonnementsprllt per 3 maanden 10.88, Ir.p. post 11.—. Otartestieprlis 10 ct. p. regel, groots letters naar plaatsraimte. Briereo fr. H. 1. Boek- eo BaMelsdniktail yAHERWj. COSIER S ZOON, Vnorrtam E 0. letefooom. 3.
WOENSDAG f? JANUARI
Ter zoo-
DUITSCHLAND.
xmjamm- a v.«*h
ALKMAAR, 27 Januari.
Vandaag is het de verjaardag van den Duitschen
Keizer, die heden 56 jaar is geworden.
Men herinnert zich, dat de Keizer-Koning Frans Jo
zef van Oostenrijk-Hongarije den 2den December als
geschenk ter gelegenheid van zijn regeenngsjubué
werd aangeboden de inneming van Belgrado, welk ge
schenk slechts van korten duur is geweest.
Het komt ons voor, dat ook de Duitsche opperbevel
hebber den Keizer een verrassing heeft willen bezor
gen en wel een overwinning op de Engelschen bij Bas-
sée. Uit de communiqué's blijkt, dat daar de traditio-
neele artilleriegevechten zijn gestaakt en dat de Duit-
sehers krachtige aanvallen op de linies hebben gedaan
aan weerszijden van het kanaal van La Bassée. In het
noorden leverde deze aanval niets op, maar in het zui
den slaagden de Beieren er volgens de Duitsche lezing
in, een Engelsche stelling over een frontbreedte van
1100 Meter stormenderhand te veroveren. Onmiddel
lijk hebben de Engelschen getracht hetverloren gegaan
terrein te herwinnen, maar zij werden met zware ver
liezen teruggeslagen
De Engelsche en Fransche communiqué's luiden
eenigszins anders. Te Parijs zegt men, dat de Duu-
schers na vijf aanvallen eerst „een weinig terrein"
hadden gewonnen, maar daarna teruggeslagen werden.
En te Londen weet men alleen iets van het afslaan van
de Duitsche aanvallen. Het latere Fransche communi
qué gewaagt echter van het eerst later terugveroveren
der Engelsche stellingen, hetgeen bewijst, dat deze
verloren zijn gegaan. Blijkbaar zijn de gevechten bij
het verzenden van dit communiqué nog niet afgeloo-
pen.
Mocht het de bedoeling der Duitschers inderdaad
zijn geweest, om tegen 's Keizerts verjaardag een bij
zondere actie te ondernemen, dan waren de Engelschen
er op voorbereid; naar gemeld wordt zijn er de laatste
dagen groote massa's Engelsche troepen geland.
Dat er verwoed gevochten wordt, getuigen de be
richten uit Boulogne, volgens welke hospitaaltreinen
voortdurend aankomen, veertig motor-ambulances tus-
schen het station en de ziekenhuizen heen en weer rij
den, terwijl opgemerkt wordt, dat de meeste gewonden
slechts een vage voorstelling hebben van de krijgsver
richtingen.
De Britsche admiraliteit deelt mede, dat de „Lion"
de groote slagkruiser, het vlaggeschipj in het ge
vecht van Zondag door een treffer beneden de water
lijn werd getroffen, volliep, maar op sleeptouw werd
genomen door de „Indominable" en dat een torpedo
jager beschadigd is. Een volledig verslag wordt toe
gezegd zoodra het rapport van sir David Beatty is
ontvangen.
Verder is er weinig nieuws. De kleine Duitsche krui
ser „Gazelle" (van 1898), is bij Rugen (Oostzee) getor-
pilleerd, terwijl de Russen beweren, dat bij Libau een
Zeppelin naar beneden geschoten is De Turken publi-
ceeren een lange mededeeling, waaruit wel blijkt, dat
de Russen nog heel wat met hen te doen hebben, maar
waarin grappig wordt gezegd, dat de Turken in den
Kaukasus wegens het mistige weer maar tot een verde
digende houding zijn overgegaan!
Tusschen China en Japan dreigt iets. De Chimesche
icgeering moet aau Japan omraming vrui Sjantoeng
(de provincie waarin K»«uisjau met Ismgtau ligt) neb
ben geëischt, hetgeen de japansche legeering ecmer
maar ais een formaliteit beschouwt.
In de Engelsche bladen wordt de laatste dagen
druk besproken het denkbeeld om niet slechts een poli'
tiek en militair, maar ook een financieel bondgenoot
schap te sluiten en wel in dier voege, dat er een groote
leening wordt uitgegeven, waaruit Frankrijk, Enge
land en Rusland naar behoefte zouden kunnen putten
In Frankrijk de Times maakt er nu ook melding
van schijnt een afgunst op Engeland, waar het le
ven normaal is, de scheepvaart voorspoedig gaat en in
de geldwereld bijna de gewone toestand heerscht, aan
het opkomen te zijn. Engelsche couranten nu verkla
ren, dat Engeland evenmin zijn geld als zijn bloed wil
sparen. De Daily Chronicle merkt op, dat al ziet min
dit niet in Frankrijk en in Rusland, Engeland bezig is
legers te vormen. Het blad juicht het toe, dat de d; ie
ministers van financiën zullen samenkomen, dat
Frankrijk en Rusland in financieel opzicht door Enge
land zullen worden geholpen en zegt, dat de drie ver
bonden volkeren elkaar tot het einde toe loyaal ter
zijde moeten staan.
Het comité „De Europeesche statenbond" zendt ons
een geschriftje van den bekenden Groningschen hoog
leeraar Prof. G. Heijmans, dat gericht is „Aan de bur
gers der oorlogvoerende staten." Het is een kort, maar
belangrijk betoog, waarin een bezonken oordeel van
een onzijdige wordt gegeven, dat de ernstige overden
king waard is van de burgers der oorlogvoerende sta
ten, maar ook van die burgers der neutrale staten, die
zich zoo heel gauw een eigen meening hebben ge
vormd en precies weten te vertellen, waar de schuldi
ge schuilt, wie de oorlog heeft gemaakt enz. enz.
Prof. Heijmans laat achtereenvolgens België,
Duitschland en Oostenrijk en de entente mogendhe
den aan het woord komen om elk dezer gelegenheid te
geven het eigen standpunt toe te lichten.
Natuurlijk zal de eerste indruk van den burger van
een oorlogvoerende staat, die dit leest, zijn, dat van de
verschillende opvattingen, die der eigen partij de vol
strekte waarheid inhoudt, terwijl alle andere niet an
ders zijn dan een samenraapsel van leugens en ver
dachtmaking. Daartegenover nu stelt de schrijver twee
vragen, die hij ter beantwoording geeft aan deze bur
gers, wanneer zij ernstig begeeren ook in gedachten
geen onrecht te doen
De eerste vraag luidt: is het wel waarschijnlijk, dat
in een zoo lang voorbereid en zoo verwikkeld conflict
als het tegenwoordige alle recht en alle waarheid aan
de eene zijde zouden staan, alle onrecht en dwaling
aan de andere?
En de tweede: „Kunt gij niet begrijpen, dat men on
der de tegenpartij uwe waarheid niet vermag te zien,
en daarom voor recht moet houden wat gij als on
recht, voor onrecht, wat gij als recht hebt erkend?
„Tracht eens", zoo zegt prof. Heijmans, „voor een
enkel oogenblik uw eigen inzichten terug te dringen,
en u geheel te verplaatsen in eene der boven geschetste
afwijkende opvattingen: kunt gij dan voor dat enkele
oogenblik niet medevoelen met uwe vijanden, en be
grijpen dat zij, die zich den feitelijken loop van zaken
zoo geheel anders voorstellen dan gij, daarop ook ze
delijk geheel anders dan gij moeten reageeren? Of acht
gij het onmogelijk, dat iemand te goeder trouw deze
andere voorstelling van den loop van zaken voor de
juiste zou kunnen houden? Maar ziet dan toch om u
heen 1 Hebt gij niet reeds bij kleine persoonlijke ge
schillen in uwe omgeving vaak genoeg kunnen opmer
ken, hoe menschen, aan wier volstrekte eerlijkheid gij
geen oogenblik twijfelt, toch zich blind toonen voor
wat gij als zekere waarheid erkent? Hoeveel begrij
pelijker wordt dit nog bij een zaak, die ieder zoo zeer
ter harte gaat als het welzijn, het bestaan, de eer van
zijn landl Geeft er u rekenschap van, hoe dezelfde een
zijdige voorlichting, dezelfde onophoudelijke suggestie
van buiten, dezelfde brandende wensch naar rechtvaar
diging der eigen zaak, die u den toegang tot uwe
waarheid zoo uitermate gemakkelijk maken, allen met
elkander samenwerken om voor uwe vijanden dien
toegang te versperren; en vraagt u ernstig af, of gij in
hun plaats de kracht zoudt hebben, om aan al deze
vereenigde invloeden weerstand te bieden. Waarlijk, de
menschen aan de overzijde mogen zich vergissen, maar
zij zijn menschen van gelijke bewegingen als gij. Gij
hebt van deze menschen er vroeger gekend, hunne boe
ken gelezen, hun werk in wetenschap en kunst gewaar
deerd, him pogen om in enger of ruimer kring leed te
verzachten en onrecht op te heffen, gevolgd: gij
moogt niet gelooven, dat zij, in de enkele dagen tus
schen eind Juli en begin Augustus, allen in roofzuch
tige barbaren of kleinzielige kruideniers zijn veran
derd. Meent gij, dat zij met geestdrift tegen u te velde
zouden zijn getrokken, met doodsverachting tegen u
zouden strijden, wanneer zij niet geloofden, voor iets
anders te strijden dan voor veroveringen of gunstiger
handelsbetrekkingen? Zeker, gij kunt u niet voorstel
len, dat zij den toestand zoo geheel anders zien dan
gij, en het ware ongerijmd, van u te eischen, dat gij
het u zoudt voorstellen. Maar ook wat gij u niet kunt
voorstellen, kan. waar zijn, en gij kunt inzien, dat het
waar moet zijn. Gij kunt theoretisch begrijpen, al kunt
gij er u practisch niet indenken, dat menschen, die gij
vroeger als eerlijk en rechtvaardig hebt leeren kennen,
niet tegen beter weten in, maar alleen ten gevolge van
eenzijdige voorlichting en vernauwing van het geeste
lijk blikveld, voor recht kunnen houden, wat u schan
delijk onrecht, voor waarheid, wat u drieste leugen
schijnt. En mocht ook dit theoretisch begrijpen u nog
moeilijk vallen, gelooft dan, wat iedere buiten
staander, die met uwe vijanden in persoonlijk of schrif
telijk verkeer is gebleven, u zal bevestigen: dat ook
daar, even echt en even diep geworteld als bij u, de
overtuiging bestaat, alleen door den nood gedwongen
en voor een rechtvaardige zaak ten strijde te zijn ge
gaan.
„Wanneer gij dit alles overweegt, zult gij u mis
schien, zij het ook mét eenige inspanning en eerst lang
zamerhand, vertrouwd kunnen maken met het denk
beeld, dat gij na afloop van dezen oorlog weer eerlijk
de hand zult kunnen reiken aan uw tegenstanders van
heden. Het zal u dan misschien zijn, alsof gij, met die
anderen, uit een boozen roes of tijdelijken waanzin,
waarin gij kwaad hebt geleden en kwaad gesticht, tot
u zeiven zijt gekomen. Gij en zij zult staren op de ver
woesting, die-gij hebt aangericht, op de wonden, die
gij elkander hebt geslagen, en gij zult u afvragen:
waartoe moest dit alles? hebben wij, heeft ook maar
een van ons dit alles inderdaad gewild? En gij zult,
langzaam-aan, tot de erkentenis komen, dat niemand
dit heeft gewild, maar dat alleen, in een afgrijselijk
misverstand, allen hebben gemeend dat de anderen het
wilden, en daarom zóó lang voorzorgsmaatregelen
hebben genomen, tot eindelijk uit al die voorzorgs
maatregelen oorlogsbedreigingen waren geworden,
en uit die oorlogsbedreigingen, voor men het zelf
wist, de oorlog was te voorschijn gesprongen. En dan
zult gij ook begrijpen, dat het er ten slotte weinig op
aankomt, wie onder de regeerders en diplomaten het
oorlogsmonster hebben ontketend, nadat gedurende
tientallen van jaren het onderling wantrouwen der sta
ten zooveel van dien keten had weggevreten, dat hij,
wanneer niet nu, dan toch binnen enkele jaren verbro
ken zou zijn geworden."
Aan het slot betoogt prof. Heijmans dat overal en
alleen daar waar zich staten tot een rechtsgemeenschap
hebben verbonden, die staten hun onderling wantrou
wen opgegeven en het oorlogvoeren gestaakt hebben;
alleen wanneer zich alle kultuurstaten tot een rechts
gemeenschap verbinden, zal tusschen hen alle wan
trouwen uitgesloten en een blijvende vrede verzekerd
zijn.
En daarom bindt de schrijver den burgera der oor
logvoerende staten op het hart, zich er van te door
dringen dat de vijanden geen duivels, geen wilde die
ren, geen cynische egoïsten zijn, maar ook menschen,
met dezelfde zwakheden, dezelfde tekortkomingen, en
dezelfde idealen, in wie leeft de diepe wil tot vrede en
recht. Wordt echter bij het sluiten van den vrede den
ouden weg gevolgd, den overwonnene oorlogsschat
ting opgelegd, grondgebied of koloniën weggenomen,
zijné weermiddelen beperkt, dan zal ook het resultaat
het oude zijn: overmoed ter eene, wrok en revanche-
begeerten ter andere zijde, en er zal overvloedig zaad
voor nieuwe oorlogen zijn uitgestrooid. Alleen ver
trouwen op de meüschelijke natuur kan dit voorkomen,
omdat de mensch, althans de kultuurmensch van onzen
tijd zoekt de heerschappij van het recht.
DE STRIJD IN BELGIë EN FRANKRIJK.
Het Fransche communiqué van gistermiddag drie
uur meldt:
Op het Yserfront winnen de Belgische troepen ter
rein bij Pervyse.
Ten oosten van Yperen deden de Duitschers bij het
aanbreken van den dag met een bataljon een krachti-
gen aanval op onze loopgraven, welke aanval tot staan
werd gebracht. Driehonderd dooden, o. w. de com
mandant van de voorste compagnie, bleven op het
slagveld. Deze aanval had moeten worden onder
steund door compagnieën uit de tweede linie, maar het
juistgerichte vuur van onze artillerie belette dezen troe
pen uit hun dekkingen op te rukken.
Bij La Bassée, Givenchy en Quinchy viel de vijand
tot vijfmaal aan op de Engelsche stellingen. Na eenig
terrein te hebben gewonnen, werden de Duitscbers
echter teruggeslagen, op het slagveld talrijke dooden
achterlatende, terwijl zestig krijgsgevangenen, o. w. 2
officieren, in onze handen vielen. Deze aanval ging ge
paard met een poging om op verschillende punten van
ons front onze aandacht af te leiden.
Aan den weg van BéthunesLa Bassée werd een
vijandelijke afdeeling, die trachtte uit haar loopgraven
te komen, onmiddellijk tegengehouden door ons infan
terie- en artillerievuur.
Op het overige front tusschen Lys en Oise is het
woord aan de artillerie.
Ten westen van Craonne deed de vijand twee aller
hevigste aanvallen. De eerste werd teruggeslagen; bij
den tweeden drong de vijand in onze loopgraven door,
maar in een krachtigen tegenaanval herwonnen onze
troepen bijna het geheele verloren terrein. De strijd
duurt hier voort om een stuk loopgraaf, dat de Duit
schers nog vasthouden.
Terwijl in Champagne de vijandelijke artillerie min
dere activiteit toonde dan in de voorafgaande dagen,
gaven onze batterijen uitv/erkingsvuur af op de vijan
delijke stellingen.
In de Argonnen nabij St. Hubert hebben wij door
ons vuur pogingen om aan te vallen tegengehouden.
In den Elzas maakte de vijand een levendig gebruik
van zijn bommenwerpers (klein soort mortier) tegen
onze stellingen aan den Hartmansweilerkopf, waar
geen nieuwe gevechten hebben plaats gevonden.
De vijand heeft Thann, Lembach en Cemay gebom
bardeerd.
Uit het Duitsche groote hoofdkwartier werd gisteren
gemeld: De vijand nam gisteren, zooals gewoonlijk,
Middelkerke en Bad-Westende onder vuur. Een groot
aantal inwoners zijn door dit vuur gedood en gewond,
onder hen is de burgemeester van Middelkerke. Onze
verliezen waren gisteren zeer gering.
Ter weerszijden van het kanaal van La Bassée vielen
onze troepen de stellingen der Engelschen aan. Ter
wijl de aanval ten noorden van het Kanaal tusschen
Givenchy en het kanaal wegens de krachtige flankee
ringen niet leidde tot het nemen der Engelsche stel
lingen, had de aanval der Beieren ten zuiden van het
kanaal volledig succes. Hier werd de Engelsche stel
ling over een frondbreedte van 1100 meter in storm ge
nomen. Twee sterke steunpunten werden veroverd, drie
officieren en 110 man gevangen genomen, een kanon
en drie mitrailleurs buit gemaakt. De Engelschen be
proefden tevergeefs de door ons voor ons doel dadelijk
gereconstrueerde stellingen te heroveren. Zij werden
met zware verliezen afgeslagen, onze verliezen waren
betrekkelijk gering.
Op de heuvels van Craonne, zuidoostelijk van Laon,
hadden gevechten plaats, waarin onze troepen succes
hadden. In het zuidelijk deel der Vogezen werden alle
aanvallen der Franschen afgeslagen. Wij maakten
meer dan 50 gevangenen.
Officieel wordt uu Londen bericht, dat de Duitschers
in de omgeving van La Bassée op de eerste Engelsche
divisie verschillende hevige aanvallen deden, die wer
den afgeslagen met aanzienlijke verliezen.
Op een enkel punt aan den weg naar La Bassée ver
loren de Duitschers 300 dooden en 55 krijgsgevange
nen, o. w. twee officieren.
De Duitsche aanval op de Fransche stellingen te
genover Yperen is ook met groote verliezen afgeslagen.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJ FRONT.
Uit het Duitsche groote hoofdkwartier werd gisteren
gemeld: Ten noordoosten van Gumbinnen vielen de
Russen de stellingen van onze cavallerie vruchteloos
aan. Aan het noord-frönt en oostfront hadden hevige
artillerie duels plaats. Kleine gevechten ten noord
oosten van Wlocklawetsj hadden voor ons succes. In
iet Poolsche gebied ten westen van de Weichsel en ten
oosten van de Pilitza kwam niets bijzonders voor.
IN DEN KAUKASUS.
Uit Konstantinopel wordt officieel gemeldDe Rus
sische pers bevat in de laatste dagen voortdurend over-
drevendrevenn en met de werkelijkheid in strijd zijnde
berichten over successen van het Russische leger een
geheel Turksch legercorps zou hebben gevangen geno
men. Wij constateeren dat de feiten aldus zijn: Het
Turksche leger was na een lange pauze in de operatiën,
tot het offensief overgegaan. Na goed geslaagde ge
vechten werden de Russen over het geheele front terug
gedrongen, zij moesten kanonnen, mitrailleurs en een
grooten buit achterlaten. Door dit voortdringen waren
de Turksche strijdkrachten tot bij Sarykamisj, 20 K.M.
ten oosten van de grens, aangekomen. De Russen
lieten nu aanzienlijke versterkingen komen en konden
slechts met groote moeite het Turksche offensief tegen
houden. Na hevige gevechten die bijna een maand
duurden en waarin de Russen zware verliezen leden,
ig het Turksche leger wegens de slechte weersgesteld
beid aan de grens tot het defensief over. Alle pogingen
der Russen om onze stellingen te nemen zijn mislukt,
zooals trouwens ook blijkt uit de officieele Russische
mededeelingen der laaiste dagen. In de laatste dagen
trokken de Russen van een deel van ons front terug.
Zij moesten hun stellingen versterken, konden ze echter
niet behouden.
Gedurend edeze gevechten in den Kaukasus hadden
onze in de provincie Aserbeidsjan (Perzië) opereereu-
de troepen tal van successen, behalve voor Khoi, waar
de gevechten nog voortduren. De Russen werden uit
alle belangrijke plaatsen van Aserbeidsjan, ook Tébria,
verdreven.
het GEVECHT IN DE NOORD-ZEE.
Een officieel Engelsch bericht meldt: Alle Brit
sche oorlogschepen, die Zondag aan den slag deelna
men, zijn teruggekeerd in de haven.
De kruiser „Lion" en de torpedobootjager „Meteor"
liepen averij op, welke echter spoedig te herstellen ia.
De Engelsche verliezen zijn 14 dooden en 29 ge
wonden. t
Reuter meldt, dat nog tweehonderd overlevenden
van de „Blucher door een schip aan wal gebracht zijn
en naar Edinburg werden gezonden.
EEN DUITSCHE KRUISER BESCHADIGD.
Het Berlijnsche Wolffbureau meldt: „Naar wij van
bevoegde zijde vernemen, werd de kleine kruiser „Ga
zelle" den 25en Januari nabij het eiland Rügen aan
gevallen door een vijandelijk onderzeeboot en door een
torpedo beschadigd.
De schade is gering. De kruiser viel een Duitsche
Oostzeehaven binnen.
Menschenlevens gingen niet verloren.
EEN „ZEPPELIN" NEERGESCHOTEN.
Het Londensche persbureau deelt in een communi
qué mede van den Russischen marinestaf, meldende,
dat een Zeppelin bommen heeft gewogen op het onver
dedigde gedeelte van Libau. De artillerie der forten
vuurde op het luchtschip, dat in zee viel. Een klein
vaartuig vernielde de Zeppelin en nam de bemanning
gevangen.
DE GEVOLGEN VAN DEN OORLOG.
De stad Berlijn heeft indertijd groote voorraden
meel aangekocht. Men verwacht echter, dat inbe
slagneming van regeeringswege niet zal plaats heb
ben, omdat de voorraad van de stad feitelijk in ge
val van nood ter voorziening van de arme bevolking
moet dienen.
Hoe in de toekomst de bevolking van brood zal
worden voorzien, is op het oogenblik nog niet te
zeggen. Voor afzienbaren tijd zal, naar verzekerd
wordt, de uitreiking van rantsoenen nog niet noo-
dig zijn.
Ten aanzien van de vleeschvoorziening heeft het
gemeentebestuur van Berlijn reeds sedert einde Au
gustus gehandeld in den geest van het jongste be
sluit van den bondsraad. Er zijn belangrijke voor
raden verduurzaamde levensmiddelen aanwezig, die
op een gegeven oogenblik ter markt kunnen worden
gebracht.
De bladen manen nu ook aan om spaarzaam met
lucifers om te gaan. Een pak lucifers kost nij al 24
cent, niettegenstaande de fabrikanten hadden verze
kerd, dat de „oorlogsprijs" van 21 cent niet zon
worden overschreden. Tengevolge van den accijns
op lucifers en den huidigen oorlog is de prijs van
dit artikel in enkele jaren verviervoudigd.
EEN OOSTENRIJlKSCHE MINISTER IN HET
HOOFDKWARTIER.
De Oostenrijksch-Hongaarsche minister van buiten-
landsche zaken, baron Von Burian heeft Zondag een
bezoek gebracht aan het groote hoofdkwartier. Hij mid
dagmaalde bij den Rijkskanselier, waarna hij met de
zen een langdurig onderhoud had.
Den volgenden dag gaf baron Von Burian gehoor
aan de uitnoodiging van den Keizer om bij hem het
tweede ontbijt te gebruiken, waarna bespreking met
den chef van den generalen staf, generaal Von Falken-
havn, volgde.
s-Avonds dineerde hij weer met den kanselier, om
daarna onmiddelijk de terugreis te aanvaarden.
Het Wolffbureau meldt, dat de Keizer baron Von
Burian de orde van en Zwarten Adelaar verleende en
den Oostenrijksch-Hongaarsche ambassaeur te Berlijn
het grootkruis van den Rooden Adelaar.
1