DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van het westelijk oorlogsterrein.
Van het oosteli oorlogsterren.
Van hat zuidelijk oorlogsterrein,
O o r I o
No. 30
Honderd en zeventiende jaargang.
1915
Abonnementsprijs per 3 naaiden 10.80, fr.p. post 11.—. Advertentieprijs 10 et. p. regel, groots letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. Boek- en Bandelsdrnktarij BERIHs. COSTER S ZOON, Vooidam G 0. Teleteennr. 3.
VRIJDAG 5 FEBRUARI
Ter zee.
Iix de koloniën.
ENGELAND.
DUITSCHLAND.
NEDERLAND.
ALKMAAR, 5 Februari.
OOST-
PRUISEN o
'Weichsel
Neidenburgö
o
o
Soldau® °0^llawa
0 DRadzanow
Thorn-n©
pg o QLipno
0 IjDobrzyn
a 0° nPloi
fe
K
h
O
nPiotsk
S o IFarto
"o O WARSCHAU
o OLowitz
o
o o
ao oLODSD
h o o Iwangorod
o .O Petrokow
H o .Weichsel
N ogCzenstochow
o o. o
o o
D Krakau
.San
Oorlice O.Przemysl
D
Jabloenka-
II Pas
Karpathen
T
Beukiden 11 II iijt
DoekU-Loepkow-Oeszok-
pas pas pas
pas
HOIGABUE
Wanneer wij in groote trekken den loop der krijgs
verrichtingen op het Oostelijk oorlogstooneel even
willen aangeven, dan kunnen wij dit het best aldus
doen:
In het eerste stadium werd de strijd gevoerd in het
uiterste noorden, in Oost-Pruisen, waar de Russen
zich een doortocht naar Duitschland hoopten te banen,
maar door 't krachtig initiatief van maarschalk Hinden
burg, die op een gelukkig oogenblik en op een geluk
kige plek van het strategisch defensief tot het tactisch
offensief overging, werden teruggeslagen.
In het tweede stadium vonden de operaties hoofdza
kelijk plaats in een zuidelijker gelegen gebied, in Zuid-
Polen en Galicië, waarbij de Russen het voornamelijk
op Oostenrijk gemunt schenen te hebben en waar ze
wel een aanzienlijk gebied bezetten, maar den sleutel,
de vesting Krakau, niet konden vermeesteren, hetgeen
waarschijnlijk moet worden toegeschreven aan den
tegen-indruk dien maarschalk Hindenburg op de Pool-
sche vesting Warschau is gaan uitoefenen.
En thans is het derde stadium begonnen, waarin de
Russen het tooneel voor groote krijgsverrichtingen nog
zuidelijker verplaatst hebben en waarin blijkbaar een
opmarsch in Hongarije wordt beoogd. Ingeleid is deze
poging door de bezetting van de Boekowina in Janu
ari. Neemt men een schoolatlas, dan zal men kunnen
zien, dat dit gebied ligt ten noorden van Roemenië en
dat de zuidelijke grens van Hongarije verder wordt
gevormd door Servië. Hieruit volgt dus, dat, sluit Roe
menië zich bij Rusland aan, Hongarije er leelijk tus-
schen zit. Verschillende overwegingen hebben Roe-
menië's regeering er tot dusverre toe geleid de onzij
dige houding te blijven handhaven. Doch wanneer het
Rusland lukte zich in Hongarije vast te zetten, dan zou
dit een aanleiding te meer voor Roemenië kunnen vor
men om zich in den strijd te werpen.
Er zijn nog wel meer motieven aan te geven, maar
het komt vooral aan op het feit zelf, dat de Russen, na
de mislukking van den opmarsch in Duitschland en in
Oostenrijk, thans beproeven zich in Hongarije een weg
vrij te maken. Die weg leidt door de Karpathen, waar
zich thans, zooals we gisteren reeds aanstipten, be
langrijke krijgsverrichtingen ontwikkelen, die beslis
send kunnen worden voor den verderen gang van za
ken. Want wel vragen de telegrammen de aandacht
voor de gevechten, geleverd in het Weichsel-gebied, op
beide oevers der rivier, maar deze gevechten zijn op
't oogenblik neven-operaties, terwijl de hoofd-operatie
in de Karpathen plaats vindt Daar staan thans, na
geruimen tijd van voorbereiding, groote troepenmenig
ten tegenover elkaar. De Russen hebben hier massa's
soldaten samengetrokken en in het laatste Duitsche
communique wordt uitdrukkelijk gezegd: „In de Kar-
patiieu vechten sinds eenige dagen de Duitschers
„schouder aan schouder met de Oostenrijksch-Hon-
gaarsche legers." Hier blijkt weer de voordeelige cen
trale positie van Duitschland en Oostenrijk, welke hen
ui staat stelt te opereeren op de zoogenaamde binnen
lijnen en hen de gelegenheid geeft vlug strijdkrach
ten op een bepaalde plaats te vereenigen en dientenge
volge een zwakkere plek zooveel te versterken, als
door de noodzakelijkheid geboden wordt. De strijd om
ile Karpathen is dus thans de hoofdzaak. In de maand
Januari slaagden de Russen er in, verscheidene belang
rijke passen te bezetten en wel hebben de Oostenrij
kers getracht op eigen gelegenheid hen hieruit te wer
pen, maar ze hebben ervaren, dat zij met talrijker te
genstanders te maken hadden, dan waartegen ze op
gewassen waren een ervaring, welke niet onwaar
schijnlijk thans ook de Russen weer zullen opdoen.
De Russen oefenen thans nog den meesten druk uit
op den Doekla-pas en de naburige passen, volgens een
Oostenrijksch vermoeden ten doel hebbend de actie
der verbondenen bij de Oeszokpas en het Oostelijk
deel der Karpathen te verlammen.
Hoewel de sneeuw er hoog ligt, wordt er hardnek
kig gevochten.
Het laatste Russische communiqué, hedenmiddag
ontvangen, gewaagt van een succes bij den Oeszok-pas,
waar de Russen 2000 man gevangen namen en tien
snelvuurkanonnen buit maakten, maar maakt tegelijker
tijd melding van een ongetwijfeld ernstiger nederlaag
bij den Beskid-pas. Nadat eerst verklaard is, dat tien
bajonetaanvallen werden doorstaan, volgt er: „Op 3
Februari besloten wij terug te trekken in vooraf ge
reed gemaakte stellingen", welk zinnetje voldoende
bewijst, dat er terrein verloren is en dat men terug
moest
Van het Westen valt niets belangrijks te melden.
De Engelsche bladen geven bijzonderheden over de
krijgsverrichtingen aan het Suez-kanaal. Daar zouden
twaalfduizend Turken op drie punten hebben aange
vallen is dit juist, dan is het niet goed te begrijpen,
hoe de scheepvaart door het kanaal rustig kan
plaats hebben. Er zou gevochten zijn van 3 uur 's mor
gens tot 3 uur 's middags Lakoniek wordt aan het be
richt toegevoegd, dat de kameelen der Turken sterven
van ellende en dat de gevangenen „raggamuffins" zijn,
hetgeen zooveel beteekent als „schurken".
Over den door Duitschland aangekondigden han-
deisoorlog tegen Engeland wordt thans veel geschre
ven. In Engeland's pers zint men op krachtige tegen
maatregelen, terwijl de Duitsche pers natuurlijk de
aankondiging van den Duitschen marinestaf hartelijk
toejuicht.
De Berlijnsche bladen betoogen, dat Duitschland
slechts gebruik maakt van het recht van vergelding te
gen Engeland's onrecht. Het Berliner Tageblatt
schrijft o. a., dat Spanje, Nederland en Frankrijk in
vroegere tijden in den strijd tegen Engeland's over-
heersching bezweken zijn en dat het zwaard, hun
hand ontvallen, thans door het Duitsche rijk opge
nomen wordt. 'Uit de aangekondigde maatregelen zul
len voor de neutrale staten niet onbelangrijke nadeeien
voortvloeien, doch deze zijn gering in vergelijking
met hetgeen Engeland hun zonder noodzaak oplegt.
Duitschland, zoo gaat het blad voort, handelt onder
den drang der noodzakelijkheid, in opgedrongen strijd
tegen vier groote mogendheden. Als staat en volk
om zijn leven vechtend, heeft het tot heiligen plicht
tegen den machtigsten tegenstander het uiterste te wa
gen. De prijs van zijn strijd is de vrijheid ter zee.
Nog altijd worden er echter stemmen gehoord, die
niet veel beteekenis hechten aan de aankondiging vao
den Duitschen marinestaf. Zoo heeft de directie der
stoomvaartmaatschappij „Nederland" in een onder
houd de vraag gesteld, of de verklaring wel geheel
ernstig moet worden genomen, dan wel als groot
spraak dient te worden beschouwd. De directie betwij
felde, of Duitschland zooveel schepen in de Noordzee
ter beschikking zal hebben, om daarmede zoowel het
Kanaal als de wateren om Groot-Brittan je en Ierland
voldoende af te zetten. Intusschen was men, zeide de
directie, dankbaar, dat de Duitsche Marinestaf tot 18
Februari tijd heeft gegeven om maatregelen te nemen,
waartoe een gemeenschappelijke vergadering van de
verschillende directies zal worden belegd.
In het Engelsche Lagerhuis is ons land ook nog
even ter sprake gekomen. Men vroeg den minister van
buitenlandsche zaken of er hem iets van bekend was,
dat vóór het uitbreken van den oorlog de Nederland-
sche regeering aan de Duitsche regeering haar rechten
in zake de Rijnvaart had afgestaan en zoo ja, wat dan
de meening was van de Engelsche regeering in ver
band met die handeling over de positie van Nederland
als neutrale mogendheid.
De minister antwoordde, dat de vrije vaart op de
Rijn verzekerd is door drie verdragen en dat aan de
Engelsche regeering van een andere overeenkomst be
treffende de rechten van de Rijnmogendheden niets be
kend was.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche legerbericht van gistermiddag meldt:
Ten noorden van de Leie had in de streek van
Nieuwpoort een bijzonder hevig artilleriegevecht
plaats.
Onze artillerie bracht een Duitschen aanval bij No
tre Dame de Lorette tot staan in een hinderlaag die
gericht was op den weg AtArecht-Béthune.
In het Aisne-dal werd een artilleriegevecht geleverd,
dat ons voordeel bracht.
Van het overige front worden slechts onbeteekenen-
de acties gemeld.
Het groote hoofdkwartier meldde gisteren, gelijk we
reeds in een deel der vorige éditie konden mededeelen
Tusschen de Noordzee en Reims hebben slechts ar
tillerie-gevechten plaats gehad. Nieuwe aanvallen der
Franschen bij Perthes werden onder verliezen voor
den vijand afgeslagen.
Ten N. en N.-W. van Massiges hebben pnze troe
pen gisteren in een aanval drie achter elkaar gelegen
loopgraven stormenderhand genomen en vasten voet
gekregen in de hoofdstelling der Franschen over een
uitgestrektheid van 2 K.M. Alle Fransche tegenaanval
len, die tot in den nacht voortduurden, werden afge
slagen. 7 Officieren en 600 man werden door ons ge
vangen genomen, terwijl wij 9 machine-geweren en
evenveel kanonnen van klein kaliber benevens een
groote hoeveelheid materiaal veroverden.
In de Midden-Vogezen hadden schermutselingen
plaats, waarbij onze troepen, die van ski's waren voor
zien, succes behaalden op de Fransche Alpenjagers.
DE STRIJD AAN HET OOSTERFRONT.
Het Duitsche communiqué reeds in een deel on
zer vorige oplaag vermeld luidde gisteren
In Oost-Pruisen zijn zwakke aanvallen van den vij
and op onze stellingen ten Zuiden van de Memel afge
slagen.
In Polen, ten Noorden van de Weichsel, hadden ge
vechten plaats tusschen kleine troepenafdeelingij, in
aansluiting met reeds vermelde gevechten. Aan de
Bzoera, ten Zuiden van Soechazef, is een nachtelijke
aanval van de Russen onder zware verliezen voor den
vijand mislukt.
Ten Oosten van Bolimoff hebben wij vorderingen
gemaakt, ondanks hevige tegenaanvallen. Het aantal
krijgsgevangenen neemt toe.
In de Karpathen strijden de Duitsche troepen sedert
eenige dagen naast de Oostenrijk-Hongaarsche.
De verbonden legers behaalden belangrijke voordee-
len in het zwaarbesneeuwde gebergte.
Uit Weenen wordt officieel gemeld:
In Polen en West-Galicië kwamen geen bijzondere
gebeurtenissen voor. De gevechten in de Karpathen
duren voort met onverminderde hevigheid. In het Wes
telijk deel van het front zijn vijandelijke aanvallen af
geslagen. In het Midden-Woudgebergte gelukte het on
zen opdringenden colonnes ook gisteren terrein te
winnen en eenige honderde gevangenen te maken.
AAN HET SUEZ-KANAAL.
Reuter meldt uit Kaïro: Woensdagmorgen deden de
Turken een nieuwe offensieve poging tegen Toesoem.
De Turksche artillerie beschoot Toessoen. Onze artil
lerie antwoordde met het vuur der booten in het Ka
naal. De Turken beproefden het Kanaal over te trek
ken, maar ze werden 's middags gedwongen terug te
trekken. Ze verloren acht officieren, een aantal dooden
en 282 gevangenen. Onze verliezen zijn twee officie
ren en dertien man gedood, 58 gewonden.
Bij Kantara deden de Turken een aanval, maar ze
werden afgeslagen met achterlating van 21 dooden en
25 gewonden. De Turksche strijdmacht telde 1200 man
met zes batterijen. Hoewel hun aantal op 1200 wordt
opgegeven, is er reden om aan te nemen, dat zij 12000
man telden.
DE BEMANNING VAN DE „EMDEN"
Niet-officieel wordt uit Berlijn gemeld:
Het bericht is ontvangen, dat het schip „Ayesha
de schoener waarop een aantal manschappen van ue
„hinden bij de Kokos-eilanden in zee zijn .gegaan,
onder bevel van den kapitein-luitenant Von Mücke,
met dit landingskorps nabij Hodeida, aan de Zuidkust
van Arabië is aangekomen; de Duitschers werden
door de Turken met geestdrift ontvangen.
Na de reis door straat Perim, die p.aats had onbe
merkt door de Engelsche en Franscne oewakingstroe-
pen, heeft de bemanning de landing volbracht in het
gezicht van een Fransch oorlogsschip.
DUITSCHLAND'S WAARSCHUWING.
De Duitsche „Reichsanzeiger" maakt officieel be
kend:
„De wateren om Groot-Brittannië en Ierland, met
inbegrip van het geheele Engelsche Kanaal, worden
hierbij tot oorlogsgebied verklaard. Van 18 Februari
af zal ieder in dit oorlogsgebied aangetroffen vijande
lijk koopvaardijschip worden vernield, zonder dat het
steeds mogelijk zal zijn daarbij de voor bemanning en
passagiers dreigende gevaren af te wenden.
Ook neutrale schepen loopen in dit oorlogsgebied
gevaar, daar, wegens de door de Britsche regeering op
31 Januari bevolen misbruiken der neutrale vlag en de
wisselvalligheden van den zee-oorlog niet steeds kan
worden vermeden, dat de op vijandelijke schepen bere
kende aanvallen ook neutrale schepen treffen.
De scheepvaart noordelijk om de Shettlands-eilan
den, in het oostelijk deel der Noordzee, en in een
strook van minstens 30 zeemijlen breed langs de Ne-
derlandsche kust is niet gevaarlijk."
(Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld).
DE OPSTAND IN ZUID-AFRIKA.
Een Afrikaansch student, die onlangs uit de Kaap
kolonie in Nederland is aangekomen, schrijft in de N.
Rott. Crt. o. m.
„Het besluit van het ministerie Botha, om aan
Di.itsch Zuidwest-Afrika den oorlog te verklaren, ver
wekte groote verontwaardiging onder de Afrikaander
bevolking en wel omdat die oorlogsverklaring èn
overbodig èn overijld was.
„Generaal Botha zal nu wel, ten einde zijn handel
wijze te rechtvaardigen, beweren dat de berichten van
den verantwoordelijken officier op de Duitsche grens,
majoor Maritz, aan generaal Beyers van verdachten
aard waren, daar Maritz tot de Duitschers overging.
Maar met alle waarschijnlijkheid kan men zeggen, dat
Maritz nooit zich aan de zijde der Duitschers en de
Afrikaander kolonisten in D. Z. W. A. zou geschaard
hebben, ware 't niet, dat generaal Botha hem had be
volen tegen hen te gaan vechten.
,,'t Volk wou, dat men 't eerst raadpleegde wat
niet gebeurde, zooals men weet. Ik ben er van over
tuigd, dat Botha en Smuts zich niet zonder groot le
vensgevaar in sommige distrikten van de Unie kunnen
vertoonen. Ook de manschappen, die op verlof naar
huis terugkeerden, zijn slecht over hen te spreken.
„Het noodwendige resultaat was verzet. Botha en
Smuts hebben nagenoeg alles in hun vermogen gedaan
om het Afrikaander volk tot opstand te verwekken, 't
Is hun eindelijk gelukt. Aan wie is de „rebellie", zoo
als het onjuist genoemd wordt, te wijten Aan Beyers
en de Wet? Volstrekt niet! 't Lag nooit in de bedoe
ling der „rebellen" een enkel schot te lossen, nog min
der waren zij van plan een onafhankelijke republiek te
stichten, zooals vooral van Engelsche zijde beweerd
wordt. Men mag de rebellie van Beyers en de Wet niet
beoordeelen naar mannen als Jopie Fourie, die door 't
schandelijke gedrag der Engelschen te Pretoria opge
zweept (entevens door de politiek van Botha ten op
zichte van zijn volk) wel vochten voor een onafhanke
lijk Zuid-Afrika.
„De zaak zit zoo. 'n Aantal burgers was samenge
komen om generaal Beyers te beschermen, die als een
misdadiger heimelijk achtervolgd werd. Toen was het,
dat Botha-Smuts naar het zwaard grepen; zij waren
het, die het eerst het zwaard tegen hun eigen bloed op
namen. En toen de beschermers van generaal Beiers
genoodzaakt waren zich te verdedigen, werden zij als
„rebellen" beschouwd en behandeld.
„De Afrikaanders zien langzamerhand In dat wat de
„rebellie" aanbelangt zij door Botha en Smuts om den
tuin zijn geleid, 't Resultaat hiervan is, dat zelfs de
vurigsten onder de Botha-Smuts-aanbidders van ge
voelens zijn veranderd en tegen hen zijn gekant. Hier
toe heeft krachtig bijgedragen 't fusilleeren van Jopie
Fourie. Die daad heeft het heele land door de gemoe
deren diep geschokt en de vijanden van Botha-Smuts
vertiendubbeld. Zoowel vóór als nh deze gebeurtenis
heb ik èn in de Transvaal èn in de Kaapkolonie heel
weinig aanhangers van Botha en Smuts aangetroffen;
ik heb ook dezulken ontmoet, die zelfs 't noemen van
Botha's naam niet dulden.
„Zij die nu eenmaal in de vaste verdedigingsmacht
zitten moeten wel hun plichten gaan vervullen, doch
men doet 't geenszins ^geestdriftig, integendeelzelfs
onwillig. Ik heb enkelen gesproken die op verlof thuis
waren; zij verklaarden dat zij zich „liever thuis lieten
doodschieten dan om naar het front terug te keeren."
„Nu heeft generaal Botha ook de nationale reserve
opgeroepen in zekere districten van de Transvaal en
de Kaapkolonie; doch in het district Bloemhof (Trans
vaal) b.v. hebben er 60 mannen geweigerd dienstplicht
te vervullenzij zijn allen in arrest gehouden. Zoo zijn
er ook in de overige distrikten onwilligen. En het valt
direkt op dat de regeering het niet gewaagd heeft ook
in den Oranje Vrijstaat mannen te kommandeeren.
Voor hem die de gevoelens der Vrijstaters kent, is dit
niet moeilijk te begrijpen."
DE OORLOG TER ZEE.
Het bestuur van de Navy League heeft na een speci
ale vergadering ter bespreking van de vernieling van
handelsschepen zonder voorafgaande waarschuwing
door Duitsche onderzeeërs een verklaring aan de pers
gezonden, zeggende, dat het publiek zich niet ongerust
behoeft te maken. Het bestuur is overtuigd dat de ad
miraliteit alle mogelijke voorzorgen zal nemen voor de
veiligheid der Britsche belangen ter zee en het keurt
ten sterkste elke pressie af op de admiraliteit, die er
op gericht is met de dispositie der vloot zich te be
moeien. De League is van oordeel dat de noodzakelijk
heid van zulk een optreden niet bestaat.
DE HOUDING DER SOC.-DEMOCRATEN.
In een vergadering der soc. dem. Rijksdagfractie,
die zich bezig hield met het voorstel tot uitstooting van
Liebknecht uit de fractie werd Liebknecht door geen
enkel medelid in bescherming genomen. Na de verkla
ring der fractie mag nu verder een eendrachtig sa
menwerken van alle partijgenooten tot volhouden wor
den verwacht, schrijft „Frankf. Volksstimme."
DE VOEDINGSKWESTIE.
Het soc. dem. orgaan Vorwarts wijst er op dat de
artikelenbrood, vleesch en aardappelen in niet al te
ruimen voorraad in Duitschland voorhanden zijn.
Het blad bepleit een broodzegelstelsel, vaststelling
van maximumprijzen voor vleesch en handhaving van
de maximumprijzen voor aardappelen op een schappe
lijk peil.
KORTE BERICHTEN.
-— De Duitsche soc. dem. Karl Liebknecht heeft aan
de Vorwarts geschreven, dat hij tegen de Duitsche oor
logskrediet heeft gestemd, daar de bewilliging daar
van in strijd was met het partijprogram en de beslui
ten der internationale congressen. Hij beweert verder
de misleidende mededeelingen over voorvallen in de
partij niet hebben verspreid.
In de Westfaalsche kolenstreek heerscht gebrek
aan arbeiders aan de kolenmijnen. Men heeft nu
krijgsgevangenen n.l. 60 Franschen en 10 Belgen,
meest mijnwerkers van beroep, die zich daartoe haddien
aangemeld, aan het werk gezet.
De Spaansche schatgraver doet zich nu voor als
een Belg, die na den dood van zijn meester bij het be
leg van Luik, naar Spanje is gevlucht met 240.000
aan Engelsch bankpapier. De oorlog verhindert hem
die in goud om te zetten, maar ze zijn voor een prijsje
te koop. Wie hem dit prijsje stuurt is natuurlijk zijn
geld kwijt.
AFDEELINGSVERSLAG BUITENOEWOON
OORLOGSCREDIET.
In het afdeelingsverslag der Tweede Kamer over het
ALRMAARSCHE COURANT.
N O O
HO o
O a a ®o o O O O
O O O
O O
O O