DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van het westelijk oorlogsterrei
Van U oostelijk oorlogsterrein.
Luxe Automobielen
r.
Ambachtsschool
ïan liet zuidelijk oorlogsterrein.
Adres JAC. MET,
31
Honderd en zeventiende jaargang.
1915
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.80, fr.p. post f 1.-. Advertentieprijs 10 ct. p. regel,'groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkurij v.h. HERIÏIs. COSTER 5 ZOON, Voordam C 9. Teieloonnr. 3.
ZATERDAG L> FEBRUARI
tegen zeer billijk tarief.
voor Alkmaar en Omstreken.
Metselen en Kleermaken
A. A. DE GEOOT.
DUITSCHLAND.
O 3T
ALKMAAR 6 Februari.
Hoewel de gemoederen, vergeleken bij een half jaar
geleden, toen er alom een zenuwachtige spanning
heerschte, vrij wat gekalmeerd zijn, is het te verwach
ten, dat de officieele Duitsche aankondiging van te ne
men maatregelen tegen de Engelsche koopvaardij,
waarbij de neutrale en speciaal de Nederlandsche,
scheepvaart zoo nauw betrokken is, bij verscheiden
landgenooten ernstige ongerustheid in het leven zal
roepen.
Het lijkt ons daarom van belang, allereerst en met
nadruk te wijzen op de nistige en geruste wijze, waar
op de Duitsche proclamatie door de Nederlandsche
scheepvaartmaatschappijen is ontvangen. Hetzij de be
trokkenen van meening zijn, dat het hier slechts offici
eele Duitsche bluf betreft, hetzij d'at zij van oordeel
zijn, dat op het woord de daad wel degelijk zal volgen,
hetzij dan, dat zij de waarschijnlijkheid, waarvan de
Duiiscue regeering uitgaat, wanneer zij de Engelsche
den raad aan de Britsche scheepvaart toeschrijft, om
in geval van nood maar de neutrale vlag te hijschen,
zeer gering achten, hierin komen allen overeen, dat
het gevaar voor onze scheepvaart voorloopig niet
groot is. Zelfs de Kanaalschepen zullen hun route
blijven volgen, maar bij mooi weer en goede zee, zoo-
dat, wanneer de schepen mochten worden aangehou
den door een Duitschen onderzeeër, de bemanning in
de booten plaats zal bunnen nemen, terwijl de schepen
en hun inhoud tegen molest zijn verzekerd.
Verder verdient het de aandacht, dat de molest-pre-
mies nog geenerlei wijziging hebben ondergaan.
Nu ligt het voor de hand, dat onze Regeering druk
in de weer is en dat er langdurige vergaderingen van
den ministerraad plaats hebben en conferenties wor
den gehouden van de ministers van buitenlandsche
zaken en van marine, den opperbevelhebber van land
en zeemacht en den chef van den marinestaf en direc
ties van de voornaamste scheepvaartmaatschappijen.
Om hare houding vast te stellen met die zeker
heid en juistheid, welke tot dusverre onze Regeering
heeft gekenmerkt heeft de ministerraad natuurlijk
allerlei diplomatieke, maritieme en economische inlich
tingen noodig. De hoefijzer-correspondent van het
Handelsblad bijv. zegt, dat de Regeering in de Duit
sche memorie nog te veel punten ziet, waaromtrent
opheldering dient te worden gevraagd, met name de
bewering over de Engelsche order tot misbruik van de
neutrale vlag en de voorstelling, die van onze uitvoer
verboden wordt gegeven, om nu reeds een bepaalde
houding te bunnen vaststellen.
Maar wanneer onze Regeering van oordeel is, dat
door Duitschland's voornemen de rechten der neutra
len of de plichten jegens de neutralen geschonden wor
den en zij besluit tot het zenden van een protest naar
de Duitsche regeering, dan nog zal men goed doen,
dit met kalmte op te vatten. In de eerste plaats weet
men niet hoe dikwijls onze Regeering reeds protesten
uitgezonden heeft bij de oorlogvoerende mogendheden.
En in de tweede plaats herinnere men zich hoe ook
door de Noorsche staten, hoe ook door onze eigen Re
geering, krachtig is geprotesteerd' tegen den Britschen
maatregel van begin November, welke mede tegen de
neutrale scheepvaart gericht was. Reeds nu wordt offi
cieus medegedeeld, dat Amerika ten spoedigste bij
Duitschland een protest zal indienen.
Wanneer men tusschen twee brandende perceelen in
woont, dan heeft men licht last van de vonken. En in
dezen oorlog, waarin het gaat oog om oog, tand om
tand, waarin de felheid bij het voortwoeden ongetwij
feld al heviger zal worden, moeten wij ons wel en
steeds er van bewust zijn, dat wij ons tusschen twee
geweldige vuren bevinden. Telkens waaien er vonken
op ons dak. Nu eens valt er een Engelsche bom op
Nederlandsch grondgebied neer, dan weer vliegen
Duitsche luchtschepen boven dat gebied, mijnen der
oorlogvoerende landen vernielen ook wel eens een Ne
derlandsch schip, mijnen, die komen aandrijven,
brachten verwoesting van menschenlevens en goederen
in onze kustplaatsenMaar onze Regeering wist tel
kens, wanneer er brand dreigde, de maatregelen te ne
men, welke het gevaar deden afwenden.
Er is geen enkele reden om op het oogenblik ook
maar eenigszins te vreezen, dat het ditmaal anders zal
loopen. Het opwindend geschrijf in de buitenlandsche
bladen waarvan Reuter en Wolff de wereld op de
hoogte brengen, voorzoover de belangen hunner lan
den dit meebrengen en er door gebaat kunnen worden,
de licht verontrustende mededeelingen over de ver
gaderingen van den Ministerraad en de daarvoor en
daarna gehouden conferenties, deden het ons wensche-
lijk schijnen even te doen uitkomen, dat er vandaag
volstrekt geen reden is tot meer vrees, dat wij in den
oorlog kunnen worden betrokken, dan bijv. enkele da
gen geleden.
Actueel nieuws is er niet. Uit Uppington wordt al
leen gemeld, dat Kemp, Maritz en de Villiers op 30 Ja
nuari die stad onder de witte vlag bezochten. Het doel
van het onderhoud was niet bekend, maar Kemp, die
ziek was gat zich met een veertig andere officieren en
5*7 Transva.crs en Vrijstaters over tol de iaatsten
behoorde de bekende „profeet van Renaburg".
Over het gevecht, dat den 24sten Januari in de
Noordzee plaats had, zijn al heel wat bijzonderheden
bekend, maar wij lazen heden twee zulke levendige be
schrijvingen de een voorkomende in een Engelsch,
de ander in een Duitsch blad dat wij niet kunnen
nalaten eenige gedeelten daaruit te vertalen.
In de Berl. Lok. Anz. is het de bekende journalist
v. Gottberg, thans aan boord van den pantserkruiser
„Seydlitz", dus aan het Duitsche vlaggeschip, die een
verhaal van het gevecht geeft.
Hij vertelt, dat achter de „Seydlitz" den 23sten de
groote kruisers „Moltke", „Derfflinger" en „Blücher"
Wilhelmshaven verlieten, voorafgegaan door de kleine
kruisers „Kolberg" en „Stralsund" met torpedoboot
flottieljes in den vorm van een geopende parapluie,
welke eskaders tegen plotselinge regens van granaten
plegen te beschermen. Naar het doel vraagt niemand
dat is alleen den admiraal bekend. Het schemert
Ih het eerste licht, dat van den helderen dag over de
bewogen zee valt, ziet de kapitein-luitenant van den uit
kijk op de brug van den „Kolberg" half links vooruit
iets als een smeulend lucifertje boven de golven en
daarnevens rechts en links een dozijn schaduwlijnen.
Hij laat den kijker zakken, slaat de hand aan de pet,
wendt zich tot den commandant rechts en den eersten
officier links: „bakboord vooruit kruiser met een mast
en jagers, dus.... Engelschen" wil hij verder zeggen,
maar den mond onder zijn kijker openend, is de com
mandant hem voor met het bevel: „Klaar schip aan
slaan" (wij teekenen hier even bij aan, dat dit bevel
nog dagteekent uit den tijd der zeilschepen, en dat het
in onzen tijd wil zeggen, dat alles gereed moet wezen
om zoo spoedig mogelijk de grootste snelheid te kun
nen bereiken). De stokers staa nspoedig op hun post,
de geschutsbediening eveneens, de sanitairen snellen
naar de verbandplaafs, de ingenieurs naar de machine-
en stookkamers, de zee-officieren naar hun gevechts
plaatsen en naar den commandotoren.
De „Kolberg" vuurt eerst. Drie minuten daarna ant
woordt de Brit met een Doegkanon. Daarmede üegint
een strijd der artillerie tusscnen twee kleine kruisers.
De tngelsclie krijgt goede tretlers, de Duitsciie ecütei
ook twee, de eene gaat door een closet der bemanning
en ook de ander ricnt nog minder scüade aan, zoodai
de „Kolüerg" thans dezeiioe gevechtswaarde en machi-
uekraclit heeft ais voor het gevecht. De kleine kruisei
wil er op at, maar de „btraisund" meldt: „Aan stuur-
ooord vooiuit acht groote vijandelijke schepen". Hei
vlaggeschip antwoordt met een bevel, dat het eskader
der vier groote kruisers zwenken doet en den scherm
van vier kleine kruisers dichtklapt. De volgorde wordt
nu; Kolberg, Stralsund, üraudenz, Rostock, de torpe
dobooten, dap Seydlitz, Moltke, Deriiiinger en Blü
cher. Aan boord van de Moltke ziet men weldra op
oOU meter halt rechts een granaat in het water vallen
en een waterzuil opspringen. Het vuren wordt dadelijk
oeantwoord. Ten einde meer profijt van de kanons te
trekken, vaart eerst de Brit, dan de Duitscher in éche
lons. Op een afstand van ongeveer 22 Kilometer va
ren dus in schuine lijn voor vier Duitsche en achter
vijf Britsche schepen trapsgewijze. Tijdens de vaart
tracht elke eenheid door voortdurend wenden zooveel
mogelijk kanons te keeren naar den tegenstander. In 't
loopend gevecht is de verhouding als vijf tot drie en
een halve eenheid. Het Britsche vuur concentreert zich
op het laatste schip. Een ernstige treffer in de machine
en de „Blücher" blijft langzaam achter. Reeds voordlat
hij een tweeden treffer meldt met het laatste signaal
„Alle machines staan stil", staat hij van de voorste
brug tot aan het hek in vlammen. In reusachtige zui
len laaien zij naar den hemel. Maar een brand is niet
zoo gevaarlijk als hij er uit ziet. Na drie kwartier vech
ten staat ook de schans van de Seydlitz in vuur van
de terugkeerende schepen is dit het eenige, dat werke
lijk averen opliep. De Britten schieten namelijk op al te
grooten afstand, om buiten het bereik van de Duitsche
middelbare kanons te blijven. Wel werden Derfflinger
en Seydlitz in den scheepswand getroffen, maar de
schade is zoo gering, dat er niet eens nieuwe platen in
gezet behoeven te worden. De granaat, die op de Sey-
litz de schans in brand zette, doorboorde den onder
bouw van een toren en kwam in de munitie terecht.
Zoo ontstond er brand en vielen er in den toren doo-
den. Het schip was na het blusschen van den brand
dadelijk weer strijdvaardig en zoo weinig schade heeft
het eskader gekregen, dat de admiraal geen enkel schip
in het dok hoefde te zenden en alle klaar zijn om uit
te loopen. Het herstellen van den Seydlitz-toren is een
kwestie van dagen en word't verricht door aan boord
gezonden werklieden.
Onder zware treffers, aldus gaat de beschrijving van
het gevecht voort, blijft het tweede Engelsche schip
van den rechtervleugel achter, het voer weldra uit de
formatie. Het derde schoot op en er ontstond een ga
ping tot het vierde schip. Het uitgeschoren schip werd
niet weer gezien en is zeker gezonken. Maar langza
merhand liepen ook andere Britsche schepen uit het
verband, twee die rechts vooraan waren, de linie
raakte in verwarring en had geen gevechtskracht meer,
daarom werd de strijd afgebroken. Noch een Duitsch
mijnenveld, noch Duitsche onderzeebooten aldus
deze schrijver waren in de nabijheid.... de Britten
hadden eenvoudig genoegDrie van hun groote krui
sers werden buiten gevecht gesteld. Aan Duitsche zijde
bleef de „Blücher" in den strijd, geen enkele kleine
kruiser is gezonken. Onbetwistbaar is er een Britsche
groote kruiser gezonken, meent de heer v. Gottberg en
hij deelt mee, dat de commandant der Moltke van zijn
tweeden artillerie-officier eerst melding krijgt van een
groote ontploffing op een vijandelijk schip, de mel
dende officier houdt zijn superieur van minuut tot mi
nuut op de hoogte en zegt ten slotte „het schip zinkt".
Hetzelfde bericht wordt door twee andere officieren
en verscheiden leden der bemanning gemeld. Het
wordt doorgegeven naar den admiraal en deze krijgt
de bevestiging door de melding van de torpedoboot
V 5. Later meldt het de Britten volgende luchtschip het
vertrek van 'Her kruisers. Is een vergissing mogelijk?
Uitgesloten.
Ten slotte vertelt de schrijver, dat terwijl uit de to
rens van de Moltke het geschut dondert en heete ijze
ren „groeten" sissende waterzuilen opwerpen, een niet
in dienst zijnde matroos zijn viool haalt en „Es
braust ein Ruf wie Donnerhall" speelt. Die het dichtst
bij hem staat, zingt mee en weldra klinkt van lip tot
lip door de munitie-kamers en geschuttoreus, door alle
grijze, kale gangen van den drijvenden bdrcht van
staal het gezang.
Ten opzichte van hetgeen de heer von Gottberg op
merkt over het zinken van een Engelschen slagkruiser
willen we in herinnering brengen, dat dit feit door de
Engelsche admiraliteit beslist wordt ontkend, en nog
even opmerken, dat de Duitsche voorstelling reeds
hierom onaannemelijk is, omdat de naam van het schip
niet wordt opgegeven wanneer een officier van mi
nuut tot minuut gelegenheid heeft het schip te zien
zinken, dan heeft hij zeker ook wel gelegenheid het te
identificeeren, type en naam vast te stellen
Over den ondergang van de „Blücher" geeft de „Ti
mes" een treffend verhaal, opgeteekend uit den mond
van Duitsche overlevenden der bemanning.
De Britsche stukken schoten zich in, zoo wordt ver
teld, en de doodelijke waterzuiljes kwamen dichter en
dichter bij. De mannen aan dek deken er met een zon
derlinge bewondering naar. Spoedig viel er een projec
tiel vlak bij het schip, en een groote waterzuil, wel
100 M. hoog, naar een der Duitschers beweerde, kwam
op het dek terecht. De schootsafstand was gevonden.
Dann aber ging's los! De electrische installatie was
dra vernieldj en het schip geraakte geheel in duister
nis. Benedendeks heerschten ontzetting en verwarring;
men hoorde noodkreten en gekreun terwijl de granaten
door de dekken heensloegnn. Het was pas later, toen
de schootsafstand minder groot was geworden en de
kogelbaan vlakker was, d'at er gaten in de zijden van
het schip werden geslagen en de dekken werden
schoongeveegd. In het begin vielen de kogels uit de
luchtzij sloegen door de dekken heen en boorden hun
weg tot zelfs in de stookruimten. De kool in de berg
plaatsen vloog in brand; en daar de bunkers half leeg
waren, brandde de steenkool lustig. In de machineka
mer werd de petroleum door een granaat opgespat en
rondgesproeid in blauwe en groene vlammen. Overal
waar de brandende petroleum teland kwam werden
slachtoffers geschroeid of in vlam gezet. De mannen
verstaken zich in de donkere ruimten, doch de granaten
wisten hen te vinden; de dood had een rijken oogst.
De vreeselijke luchtpersigen, ontstaan door ontplof
fingen in een kleine ruimte, hebben diepen indruk ge
maakt op de manschappen van de „Blücher". De lucht,
onder druk, raast door elke opening en baant zich een
weg door elk zwak punt. Gesloten deuren berden als-
blikken platen uitwaarts gebogen en overal in het
rond werden de menschelijke lichamen rondgewarrelü
„ls dorre bladeren in een winterstorm, om tegen de
ijzeren muren te pletter geslagen te worden.
En nog andere gruwelen, te vrèeselijk om te herha
len, vielen voor.
Benedendeks was het afgrijselijk; maar boven was
het nóg afgrijselijker. De „Blücher" werd door zoovele
schepen onder vuur genomen. Zelfs de kleine torpedo-
bootvernielers deden mee. Het was één onafgebro
ken ontploffing, zei een kanonnier. Het schip slingerde
als een volle laag het trof, maar richtte zich dan weer
op.
De „Blücher" was spoedig aan het eind van haar
reis. Zij kon niet meer meekomen; ook was de stuur
inrichting onklaar geraakt Het was duidelijk, dat haar
lot bezegeld was. Nu werd de bel geluid, die anders
's Zondags de manschappen voor de godsdienstoefe
ning opriep. Zij, die nog ongedeerd waren, verzamel
den zich aan dek en hielpen, voor zooveel zij konden,
hun gewonde kameraden. In groepen schaarden zij
zich op het dek bijeen en wachtten op het einde. Er
werden „Hoera's" uitgebracht voor de „Blücher"; toen
drie „Hoera's" voor den Keizer. Daarop zongen de
Duitsche zeelieden de „Wacht am Rein", en toen pas
werd verlof gegeven het schip te verlaten.
DE STRIJD IN BELGÏë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Transche legerbericht van gistermiddag 3 uur
luidt:
De Duitsche vliegers toonen groote bedrijvigheid in
België.
Wij hebben een vijandelijke loopgraaf ten noorden
van Ecurie opgeblazen en ons genesteld in de geno
men stelling. Onze artillerie heeft verscheidene vijan
delijke batterijen tot zwijgen gebracht.
In Argonne hebben de Duitschers weer een aanval
gedaan op Bagatelle. Wij hadden aanvankelijk 100 M.
terrein verloren, doch door een tegenaanval hebben wij
het verlorene hernomen en zijn daarenboven nog voor
uit gekomen.
Op de overige gedeelten van het front is niets van
belang gebeurd.
Het Duitsche groote hoofdkwartier meldde gister
ochtend
Op het geheele front hadden slechts artillerie-ge-
vechten plaats Een Fransche aanval tegen de Duit
sche stellingen ten N.-W. van Perthes had geen resul
taat.
(Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld).
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Het Duitsche legerbericht, dat we in een deel onzer
vorige oplaag vermeldden, luidde gisteren:
Aan de grens van Oost-Pruisen vernieuwden de Rus
sen hun aanvallen ten Zuiden van Memel, doch deze
werden afgeslagen.
Evenzeer mislukten zware aanvallen der Russen op
de nieuw veroverde stellingen der Duitschers ten Oos
ten van Bolimoff.
Het aantal gevangenen bedroeg sedert den eersten
dezer in totaal 26 officieren en ongeveer 6000 man.
De officieele kennisgeving van gistermiddag uit het
Oostenrijksche groote hoofdkwartier luidde:
In Polen en West-Galicië is de toestand onveranderd
TE HUUR,
Telefoon 572.
voor den 3-jarigen cursus,
aanvangende APRIL e.k.f
op eiken DONDERDAG, VRIJDAG en ZATER
DAG der maand FEBRUARI, 'svoorm.van9—
13 en 's nam. van l!/24 «ren.
Behalve het practisch en theoretisch onder
wijs in de vakken Timmeren, Machinebanfc-
werken en Smeden, Menbelmaken en Schil
deren, wordt er ook onderwijs in het
gegeven.
(Onvermogende ouders van leerlingen in beide
laatstgenoemde vakken, kunnen in aanmerking komen
voor een wekelijksche vergoeding).
De leeftijd van 13 jaren moet zijn bereikt.
Onvermogenden kosteloos; niet-onvermogen-
den betalen een schoolgeld van f 6.f 12.—,
f 18.f 24.f 30.of f 36.in het jaar.
lieermiddelen en Gereedschappen worden
aan allen kosteloos verstrekt.
Nadere inlichtingen geeft de waarn. Directeur
De plaatselijke aanvallen, die de Russen in de Kar-
pathen dagelijks herhalen, worden met ,zeer zware
verliezen voor de aanvallers afgeslagen. In het berg
woud zijn onze aanvallen opgeschoten.
Het Russische offensief in Boekowina was half Ja
nuari tot ia het dal van de boven-Moldawa doorge
drongen. Den verderen opmarsch van de daar operee-
rende sterke vijandelijke strijdkrachten over de Karpa-
th'en hebben in de eerste plaats onze stellingen bij Ja-
cobeni en Kirlibaba gestuit. Verscheidene dagen aan
een hebben de Russen getracht den tegenstand van on
ze troepen, die de belangrijkste passen bezet hielden, te
breken. Toen alle pogingen om onze bergstellingen
stormenderhand te nemen waren mislukt, gingen onze
troepen tot het offensief over en veroverden Kirlibaba
op den vijand, die daarop met zijn hoofdmacht terug
trok naar Kimpolung en de Moldawa, waar hij stand
hield.
De laatste dagen zijn nieuwe gevechten begonnen.
Onze troepen, die ook hier bij 't overwinnen van groo
te moeilijkheden van weersgesteldheid en terrein zich
schitterend hebben gedragen, zijn in het dal van de
Moldawa doorgedrongen en hebben den vijand daar
teruggeworpen. Ze hebben Izwoz, een plaats aan de
Moldawa en Brenza bezet.
Het aantal in de Karpathen gevangen genomen Rus
sen is weer met 4000 vermeerderd.
AAN HET SUEZ-KANAAL.
Reuter meldde gisteren uit KaïroUit nadere bizon-
derheden over het gevecht aan het Suez-kanaal blijkt,
dat er in totaal 600 Turken krijgsgevangen zijn ge
maakt. Voorts zijn 3 machine-geweren en 90 kameelen,
beladen met voedingsmiddelen en ammunitie, den En
gelschen in handen gevallen. De Turken hebben op ver
schillende punten 400 dooden achtergelaten. De verlie
zen van den vijand worden, buiten de gevangenen, in
het geheel op 2400 man geschat. Onder de gesneuvel
den is een Duitsch officier.
Gisteren zijn er geen gevechten van eenig belang ge
leverd.
KARL LIEBKNECHT.
In aansluiting met de verklaring van Liebknecht, die
in de „Vorwarts" is openbaar gemaakt, heeft de soc.-
dem. fractie het volgende besluit genomen:
„De fractie wijst de bewering, dat het stemmen vóór
de oorlogskredieten in strijd is met het partijprogram
en de besluiten van de internationale congressen, met
stelligheid terug. De fractie verklaart, dat het verwijt
van Ledebour aan het adres van het fractie-bestuur in
zake 's bestuurs beleid: te weten dat het een politiek
van uitstel en verdoezeling heeft gevoerd, te eenenmale
ongegrond is; en veroordeelt Liebknecht's optreden
zoo scherp mogelijk."
EEN NIEUWE LEENING.
Omtrent de tweede oorlogsleening die tegen begin
Maart wordt verwacht, weet de Korr. Norden nog me
de te deelen, dat de leening weder zal bestaan uit een
vast bedrag van 5 pet. schatkistbiljetten op langen ter
mijn en uit een 5 pet. rijksleening tot een onbeperkt be
drag. De termijn voor de inschrijving zal ditmaal tot
ongeveer 3 weken worden verlengd en de eerste stor
ting moet begin April plaats hebben.
KORTE BERICHTEN.
In de Finsche Golf zorgt het ijs voor het vernulen
der mijmn. Het drijf ijs botst tegen de mijnen op en
brengt ze tot ontploffing voor ze schade aan de scheep
vaart kunnen doen.
Het Frankisdie Volksblatt mag van de Beiersche
militaire overheid in 3 dagen niet verschijnen wegens
iet opnemen van een artikel over kardinaal Mercier.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
ALKMAARSCHE COURANT.