DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van let westelijk oorlogsterrein.
Van het oostelijk oorlogstenen,
Levensmiddelen.
Van het zuidelijk oorlogsterrein,
No. 32
Honderd en zeventiende jaargang.
1915
MAANDAG
8 FEBRUARI
O O 3T 1 O
9^9
FRANKRIJK.
Oeze Courant wordt eiken avondbehalve op Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden
voor Alkmaar f 0,80; franco door het geheele Rijk fl,—
Afzonderlijke nummers 3 Cents
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f0,10. Bij groote contracten rabat. Oroote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V Boek- en Handelsdrüfêksïlij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9.
Telefoonnummer
ALKMAAR, 8 Februari.
Ook heden ontbreekt belangrijk, actueel oorlogs
nieuws. In de buurt van La Bassée is gevochten en
daar hebben de Engelschen een steenbakkerij, bezet
door de Duitschers, veroverd, waartegenover de Duit-
schers slechts een Fransche loopgraai en twee Engel-
sche mitrailleurs (11) kunnen stellen.
In het Oosten schrijven de Russen zich geduchte
overwinningen toe. In Oost-Pruisen sloegen ze de aan
vallen van den versterkten vijand af, op den rechter
oever van den Weichsel namen ze 20 huzaren ge
vangen, op den linkeroever kwamen ze „wat" vooruit,
en kregen ze Duitsche artillerie in handen, in de Kar-
pathen braken ze op drie versterkte fronten den tegen
stand der vijanden, en dwongen ze hen tot al of niet
geleidelijk terugtrekken. De indruk van dit alles is,
dat er niet veel belangrijks gebeurd is en dat alleen
de mededeelingen van hetgeen er in de Karpathen is
geschied bij bevestiging van gewicht kan zijn.
De Oostenrijksche en Russische communiqué's ko
men hierin overeen, dat de Russen zich in de Boeko-
wina hebben moeten terugtrekken en dat de Oostenrij
kers dus vooruit gekomen zijn.
De Oostenrijkers beweren in de Adriatische Zee een
gelukten aanval op Fransche transportschepen te heb
ben gedaan blijkbaar om te bewijzen, dat niet al
leen van onderen op maar ook van boven uit de han
delsoorlog gevoerd kan worden.
Verder meldt het Russisch legerbericht de beschie
ting van de Kaukasische haven Batoem door den
voonnaligen Duitschen kruiser „Breslau".
Tenslotte zij vermeld, dat de ministers van financiën
van Engeland, Frankrijk en Rusland te Parijs zijn bij
een gekomen en besloten hebben ook op financieel ge
bied samen te werken, dat ze opnieuw te Londen zul
len confereeren, dat Bulgarije een kleine leening sluit
bij een Duitsch-Oostenrijksch-Hongaarsch syndicaat,
hetgeen te beschouwen is als een tegenhanger van de
Roemeensche kleine leening, welke te Londen werd
aangegaan en dat de Noorsche minister-president nog
eens nadrukkelijk heeft verklaard, dat Noorwegen in
den oorlog een strikt onzijdige houding wenscht te
bewaren.
Er zijn vandaag verschillende aanwijzingen, waar
uit valt op te maken, dat de Duitsche aankondiging,
waarbij de Engelsche wateren tot oorlogsgebied wor
den verklaard, niet zooveel gevaar zal opleveren voor
de neutrale scheepvaart, als in het eerste oogenblik
wel werd gevreesd.
Alvorens hiervan melding te maken, willen we even
er op wijzen, dat van Duitsche zijde ten onrechte
wordt gesproken van een blokkade van Engeland. Met
blokkade wordt dan een handelsblokkade bedoeld,
welke beoogt de verbindingswegen over zee van een
vijandelijke haven of van een gedeelte van de kust af te
snijden. De rechten en plichten eener blokkeerende mo
gendheid tegenover dè neutralen zijn zeer nauwkeurig
omschreven. Om bindend te zijn moet de handelsblok
kade worden aangekondigd en verklaard. Nauwkeurig
dient te worden aangegeven het tijdstip van den aan
vang der blokkade en de aardijkskundige grenzen van
het geblokkeerde kustgebied. Stellende den datum op
18 Februari en vermeldende „de wateren om Groot-
Brittanje en Ierland, met inbegrip van het Kanaal", al
is dit dan ook geen kus t-afbakening, heeft de Duit
sche regeering aan deze voorwaarden voldaan. Er
dient echter nog een derde eisch te worden vervuld,
waardoor de blokkade slechts bindend wordt be
schouwd, indien zij effectief is, d. w. z. onderhouden
wordt door een voldoende macht om ook werkelijk
den toegang naar het vijandelijk kustgebied te verhin
deren. Effectief kan een „blokkade" door onderzeeërs
nooit zijn, zij is veeleer defectief, immers onderzeeërs
kunnen niet afdoende, hoogstens onvoldoende de zee
beheerschen.
Het is dan ook beter maar niet te spreken van een
blokkade. Wat Duitschland heeft aangekondigd houdt
het midden tusschen een handelsblokkade en de oude
kaperij, uitgeoefend niet zoo zwierig als voorheen,
maar met de meest moderne middelen.
Als motief voor haar aangekondigde handelwijze
geeft de Duitsche regeering aan de, volgens haar be-
wering, officieel door de Engelsche redering den 31
Januari j.l. gedane aanmaning aan de Engelsche han
delsvloot, om maar onder neutrale vlag te varen.
Is die bewering juist?
Men kan hierop geen ander antwoord geven, dat
dit, dat zij van Engelsche zijde nog niet officieel
is tegengesproken wel verklaren de Engelsche bla
den haar onwaar, maar dit zegt natuurlijk niemendal.
Daartegenover staat, dat van Duitsche officieele zijde
de order „beslist authentiek" wordt genoemd. En wat
we hedennamiddag vernamen over de houding der
Britsche admiraliteit, geeft alle aanleiding om in het
bestaan van den order te gelooven.
De Times, het vraagstuk van het voeren der onzij
dige vlag door Britsche schepen besprekende, schrijft
o. a.:
„Onder gewone omstandigheden heeft een koop
vaardijschip geen recht onder onzijdige vlag te varen.
Maar de gebruiken ter zee en zeer veel precedenten la
ten het bezigen van onzijdige vlaggen toe als een
schip tracht een vijand te ontvluchten. Elk volk dat
een koopvaardijvloot van eenige beteekenis heeft beze
ten kan in eigen geschiedenis daarvan voorbeelden vin
den. Niet vele jaren geleden heeft Engeland dat recht,
toen het zelf onzijdig was, erkend en zijn vertegen
woordigers in het buitenland in dien zin instructies
gegeven. Indien onze koopvaardijschepen een onzij
dige vlag hijschen om de aandacht van een vijandelij
ken onderzeeër van zich af te leiden, zullen zij de wet
aan hun zijde hebben."
Blijkens een door het Britsche ministerie van buiten-
landsche zaken uitgegeven verklaring waarin de
Duitsche bewering omtrent den Engelschen order al
weer niet weersproken wordt, hetgeen een reden is om
haar waarschijnlijk te achten staat ook de regee
ring op dit standpunt. Betoogd wordt, dat het gebruik
van de neutrale vlag met zekere beperking in de prac-
tijk erkend is als krijgslist, dat de Britsche regeering
altijd het gebruik van de Britsche vlag door een
vreemd schip wettig geacht heeft, als dit geschiedde
om aan prijsmaking te ontkomen, dat „dus" ook een
Britsch koopvaardijschip geen schending van het vol
kerenrecht begaat door de neutrale vlag aan te nemen
met een zelfde doel indien het dat noodig acht.
Intusschen is er reeds een Engelsch handelsschip
Liverpool binnengekomen, dat, op wensch van de En
gelsche admiraliteit de Amerikaansche vlag heesch,
toen men aan de Iersche kust kwam.
Hetgeen over de verwisseling van vlag, de z. g. n.
„transfert de pavilion" geschreven staat, biedt weinig
houvast.
Maar gebruik of misbruik in elk geval is het
jammer, dat de onzijdigen er de slachtoffers van kun
nen worden.
Naar het zich aanvankelijk liet aanzien, zou de neu
trale handel geducht te lijden kunnen krijgen van
Duitschland's voornemen. Elk in het aangegeven ge
bied te benaderen vijandelijk koopvaardijschip zal im
mers worden vernietigd en door het gevaar van vernie
ling zal ook de onzijdige scheepvaart kunnen worden
getroffen. Maar er zijn onder den druk van op het
geen in neutrale landen, met name in Amerika, over
het Duitsche plan in het openbaar is geschreven en
openlijk gezegd? geruststellender verklaringen van
Duitsche zijde gekomen. Er is gezegd, dat de objec
tieve houding der onzijdigen bij de behandeling hun
ner schepen bijzonder in aanmerking zal worden geno
men hetgeen zooveel wil zeggen als: „wees maar
gerust, het zal zoo'n vaart niet loopen". Vergissingen
zijn in oorlogstijd nog veel waarschijnlijker dan an
ders, maar dit is de indruk het zal al raar moe
ten loopen, als een handelsschip van een neutraal land
door een onderzeeër naar den kelder gezonden wordt.
Verder heeft zich de Duitsche regeering zeer verzoe
ningsgezind getoond ten opzichte van een ander be
langrijk vraagstuk, n.l. de bevoegdheid van neutralen
om oorlogvoerende landen van levensmiddelen te
voorzien. Een Amerikaansch schip, de „Wilhelmina",
zou, onder Amerikaansche vlag varende, een lading
graan naar Duitschland vervoeren. Maar nu had de
Duitsche bondsraad besloten tot inbeslagneming van
alle graanvoorraden en hierin vond de Britsche regee
ring aanleiding om te zeggen„Er gaat geen neutraal
graan meer naar Duitschland, omdat dit toch bestemd
is voor de Duitsche regeering, de „Wilhelmina" zul
len we nog niet prijs verklaren, omdat die uitgevaren
is vóór de besluiten van den bondsraad werden afge
kondigd, maar alle andere neutrale graanschepen ver
klaren wij voor goeden buit."
Nu heeft echter de Duitsche regeering laten weten,
dat de maatregelen slechts betreffen het eigen, het in-
heemsche graan, naar Duitschland uitgevoerd graan
valt dus hieronder niet, het is dus geen „betrekkelijke
contrabande". En de Duitsche gezant te Washington
heeft uitdrukkelijk verzekerd, dat Duitschland niet van
plan is Amerikaansche schepen met levensmiddelen
voor de burgerbevolking van landen, die aan Duitsch
land vijandelijk zijn, lastig te vallen of in beslag te
nemen. Dit is vierkant tegenover hetgeen Engeland
—•dat in 1904 zelf Rusland dwong den neutralen in
voer van rijst in Japan toe te laten, mits bestemd voor
non-combattanten wil en dat hier „politiek" in zit
is duidelijk.
Nu spreekt het wel van zelf, dat de protesten van
neutrale regeeringen tegen Duitschland's aankondiging
niet zullen uitblijven. Maar het gevaarlijke karakter is
aan de vertoogen bij voorbaat ontnomen en met name
tegenover Amerika heeft Duitschland een houding
aangenomen, welke in Engeland te denken zal geven
hetgeen mede tot verlichting van den druk der neu
tralen strekken kan
Onder het opschrift „Onze voorposten op de Noord
zee" geeft de heer O. v. Gottberg, aan wiens beschrij
ving van het Noordzee-gevecht we Zaterdag het be
langrijkste ontleenden, thans in de Lok. Anz. een arti
kel over de opstelling der marine, meer in het bijzon
der voor zoover zij met de kustbewaking belast is,
waarvan wij het volgende overnemen
„Wie tegenwoordig, zoo verklaart de schrijver, van
de Duitsche kust noordwaarts vaart, ziet op het water
een soortgelijk tooneel als te land in den oorlog
wordt geboden. Aan de kust draagt een schip het tee-
ken van het opperbevelhebberschap. Aan boord ver
toeft in enge vertrekjes een verrassend kleine staf, die
voor de beraadslagingen een plaatsje vindt aan de
ronde tafel der kajuit, en, opstaande, zich vlug over de
zeekaarten, uitgespreid op de andere tafels, kan buk
ken. Hier wordt gewikt en gewogen, wat de vloot
wagen mag. Hier komen ook, langs draadloozen weg,
de berichten in over de verrichtingen, zooals bijv. van
de U 21. Het gros der marine, de slagschepen dus,
ligt het dichtst bij het land. Door mijnen worden ze
beschermd. Verderop liggen de snelle, zware kruisers,
de slagkruisers, de Moltke e. a. De stalen wanden zijn
naakt en kaal zelfs de verflaag is er af genomen,
omdat deze brandbaar is. Elk schip is gereed, om op
het eerste alarm uit te trekken en slechts hoogst zelden
komt er van de bemanning een deel aan den wal, zoo
dat elk oogenblik ook de laatste man aan den strijd
met den vijand kan deelnemen. De gordel van kruisers
beschermt echter niet als buitenste de kust en het rijk.
Nog verder buitengaats liggen de kleine kruisers, wel
ker bemanning in de „loopgraven" der vloot de hard
heid van den oorlog het meest voelt, omdat zij bij weer
en wind altijd maar op haar post moet zijn.
Door de keten dezer kleinste kruisers breken af en
toe, patrouilles, torpedobooten of flottieljes, die ter
verkenning uitgaan, en ook wel de haven instoomen
om proviand te halen.
En nog verder als deze zwarte beschermers varen
onder water de witte, de onderzeeërs, om hun dood-
en verderfdragende slanke zilvervisschen met bloed-
rooden kop af te schieten tegen Engeland beschermen
de of Engeland verzorgende schepen.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche communiqué van gistermiddag luidt:
In België en Frankrijk heerscht kalmte. Tusschen het
Kanaal en den weg van Béthune naar La Bassée is een
steenfabriek, die tot dusver door den vijand was bezet,
door de Engelschen vermeesterd. In Champagne heb
ben wij een aanval van een half-bataljon ten Noorden
van Beau Sejour afgeslagen. Op het overige front
werden slechts artillerie-duels geleverd.
Officieel werd gisteren uit het groote hoofdkwartier
gemeld
Ten Zuid-Oosten van Yperen namen wij een vijan
delijke loopgraaf, waarbij twee Engelsche machine-ge
weren in onze handen vielen.
Ten Zuiden van het Kanaal bij La Bassée drong de
vijand in een onzer loopgraven. De strijd duurt daar
nog voort
Overigens op beide gevechtsterreinen behalve artil
lerie-gevechten geen gebeurtenissen van belang.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Uit het Russische hoofdkwartier wordt gemeld:
In Oost-Pruisen namen de gevechten in de dalen
van Inster en Szeszuppe een meer verwoed karakter
aan. Aan het front langs den linker Weichsel-oever
was het artillerie-vuur zeer hevig. Ondanks Duitsche
tegenaanvallen handhaafden onze troepen zich niet al
leen aan den linkeroever der Bzoera bij de monding,
maar gingen ze tot het offensief over en namen ze een
belangrijk steunpunt van den vijand ten noorden van
het dorp' Vitkovitsj. Bij Borgimoff namen we over
groote lengte een linie van Duitsche loopgraven en
vermeesterden we een deel van de loopgraven der
tweede linie. Wij namen zes mitrailleurs. In de streek
van Borgimof deed de vijand zonder succes drie aan
vallen.
Uit Weenen meldt mfen officieel
De toestand is in Russisch-Polen en West-Galicië
onveranderd. Aan het front in de Karpathen wordt he-
(Maximum-prijzen voor de gewone quaii-
teiten, dus niet voor luxe-sorteeringen.)
De Burgemeester der gemeente Alkmaar brengt
hierbij ter algemeene kennis, dat door den Minister
van Landbouw. Nijverheid en Handel, met ingang
van 1 Februari 1.1., voor onderstaande meest
voorkomende artikelen voorloopig de volgende
maximumprijzen zijn aangenomen:
Koffie (Santos) per K.G. f 1.16
(Java) 1.40
Suiker (witte geraffineerde) 0.55
(bruine of basterd) 0.55
Stroop 0.30
Roggebloem 0.25
Tarwebloem 0.25
Boekweitmeel 0.32
Wit brood: a. gebuild tarwemelkbrood 0.26
b. tarwehalfmelkbrood 0.24
c. tarwewaterbrood 0.22
Bruin brood 0.20
Rijst (andere dan Java)
Gort
Boekweitgrutten
Havermout
Bruine boonen
Capucijner erwten
0.25
0.30
,J n 0.25
per kop of liter 0.20
0 25
per K.Q. 0.30
0.07
0.09
jj jj jj 1.75
1.—
Aardappelen
Zout
Boter
Margarine
Volvette Goudsche Mei- en Sep-
temberkaas met Rijksmerk per jj K.G. 0.62$
Volvette Goudsche Mei- en Sep-
temberkaas 0.60
Volvette jonge Goudsche kaas met
Rijksmerk 0.52$
Volvette jonge Goudsche kaas „0 50
Edammer Mei- en Septemberkaas
(40 -f-) 0.55
Jonge Edammer kaas (40 0.50
Goudsche kaas (40 -f-) 0.47$
Kaas in Edammer- en Goudsch
model (30 -f-) 0.40
Kaas in Edammer en Goudsch
model (20 0.35
Friesche nagelkaas 0.30
Leidsche- en Delftsche komijnekaas 0.55
Boterolie per liter 0.63
Raapolie 0.57$
Zeep (zachte, groene of gele) 0.26
Soda 0.07
Petroleum 0.U
Voor gebroken Gron. Roggebrood
blijft de prijs bepaald op 0.10
Bij herhaling wordt de aandacht er op gevestigd,
dat klachten over opdrijving der prijzen ter kennis
van den Burgemeester kunnen worden gebracht,
hetzij schriftelijk, hetzij mondeling ter gemeente
secretarie of bij den Commissaris van politie.
ALKMAAR, 5 Februari 1915.
De BURGEMEESTER voornoemd.
G. RIPPING.
vig gevochten. In de zuidelijke Boekowina dringen on
ze troepen met succes voort. De Russen zijn in vol
slagen terugtocht. Gisteren werd de gevangenneming
gemeld van 1200 gevangenen. Er werd tevens veel
oorlogsmateriaal buitgemaakt, 's Namiddags trokken
onze eigen troepen onder gejuich der bevolking Kim-
polung binnen.
IN SERVIë EN MONTENEGRO.
Uit Weenen wordt officieel gemeld:
Op het zuidelijk oorlogstooneel geen verandering.
In de Adriatische Zee had een aanval van onze vlie
gers op Fransche transportschepen goed resultaat. Bij
het bommenwerpen werden vele treffers gemaakt.
AAN HET SUEZ-KANAAL.
De Turksche groote generale staf meldt: Onze voor
hoeden zijn in de streek ten Oosten van het Suez-ka-
naal aangekomen. Zij drongen de Engelsche voorpos
ten tegen het Kanaal terug. Bij deze gelegenheid wer
den gevechten geleverd in de omgeving van Ismailla en
Kantera, welke nog voortduren.
BESPREKINGEN OVER
FINANCIEELE MAATREGELEN.
Uit Parijs wordt officieel bericht:
De ministers van financiën van Groot-Brittannië,
Frankrijk en Rusland kwamen te Parijs bijeen ter be
spreking van de financieele vraagstukken tengevolge
van den oorlog gerezen. Besloten werd zoowel de fi
nancieele als de militaire hulpbronnen te vereenigen,
ten einde den oorlog tot de eindelijke zegepraal voor
te zetten. De ministers besloten den respectievelijken
regeeringen voor te stellen een gelijk aandeel te nemen
in de voorschotten, gedaan of nog te-doen aan de lan
den die nu met hen strijden of die landen welke bereid
zijn weldra aan den strijd voor dfi gemeenschappelijke
zaak deel te nemen.
Deze voorschotten zouden gedeeltelijk worden ge
dekt uit de middelen der drie mogendheden, gedeelte
lijk uit een leening, te geschikter tijd ten laste der drie
ALKMAIRSCIE COUIANT.
jj
jj n jj jj jj