DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. o r 1 o Van liet westelijk oorlogsterrein. Van liet oosteli oorlogsterrein. JNo. 33 Honderd en zeventiende jaargang. 1915 Abonnemenlsjirljs per 3 maanden f 0.80.0. p. post 11—OMentieprlis 10 cL p. regel, grooto letters naar plaatsrnlmta. Briesen Ir. N. f. Boek- en Handelsdrnkknrli ï.b. HERIRs. COSIER S ZOOR, Veer Jam G 9. leletoonnr. 3. DINSDAG 9 FEBRTJARI ENGELAND. ITALIË. NEDEKLAND. ALKMAAR, 9 Februari. De nieuws-brengende wind waait vandaag niet uit den hoek van leger of van vloot er is om half vier nog geen enkel belangrijk bericht over krijgsverrich tingen en het Duitsche communiqué meldt zelfs niets bijzonders van het Oostelijk oorlogsterrein, hoewel de aanwezigheid van den Tsaar en van Keizer Wilhelm aan het iront toch wel op handen zijnde belangrijke operaties zou doen vermoeden maar komt van han del en financiën. Niet zonder belang is de vraa^ of Amerika ook nog iets* zal doen, naar aanleiding van het hijschen van de Amerilcaansche vlag door den Engelschen Cunard- liner „Lusitania" in de lersche wateren. Hoewel de Engelsche pers Zaterdag de Duitsche ver zekering betreffende een order der Britsche admirali teit aan den Engelschen koopvaarders om maar ge bruik te maken van de neutrale vlag „absolutely un true", totaal onwaar noemde, mag thans worden aan genomen, dat de admiraliteit de vorige week wel de gelijk zuik een wenk heeft gegeven, die dan echter al heel gauw ter kennis van de Duitsche regeering is ge bracht Overigens spreekt de Daily Chronicle terecht van de „mock-blockade". Denkt men aan het in Engeland zoo geliefde J,mock-turtle", schildpadsoep, die herinnert aan onzen „hazepeper zonder haas", dan zal men moe ten erkennen, dat deze naam voor de „schijn-blokkade" goed gekozen is. In de Engelsche pers heeft men het verder druk over de financieele samenwerking tusschen de oorlogvoe rende landen. Wel hebben enkel de Engelsche, Fran- sche en Russische ministers van financiën besprekingen gehouden, maar de voorschotten van de landen, welke nu vechten zullen voor gezamenlijke rekening worden genomen, ja, landen „die geneigd zijn zich binnenkort ten behoeve van de gemeenschappelijke zaak bij den veldtocht aan te sluiten" kunnen in dit buitenkansje deelen. Mooier kan 't haast al niet, zou men zoo zeg gen. Evenwel een inzender in de Chronicle wil nog verder gaan. De Noordsche landen en Nederland, zegt hij, hebben zooveel geld te offeren om hun onzij digheid te handhaven, hun handel wordt zoo ernstig belemmerd door dezen oorlog, hun inkomen is zoo zeer verminderd, dat de Britsche regeering, zonder de neutraliteit te schenden, deze landen financieele hulp moet verstrekken, zonder daarvoor de eerste jaren ren te te vragen. De landen zouden dan in staat gesteld worden hun onzijdigheid nog afdoender te handhaven en de Noordsche rijken zouden nog beter hun kusten kunnen nazoeken, die vele schuilplaatsen bieden aan vijandelijke onderzeeërs! Het behoeft wel geen nader betoog, dat dit proef ballonnetje het niet heel ver brengen zal. Men behoeft zich in ons land evenmin over een der gelijk voorstel te verblijden, als men zich al te zeer heeft te verontrusten over een artikel van de Wiener Allg. Ztg., waarin wordt beweerd, dat Duitschland er achter is gekomen, dat Engeland onze onzijdigheid wil schenden door troepenlandingen op onze kust te werpen, teneinde aldus het front in België en Frankrijk te versterken. Was Berlijn hiervan werkelijk zeker, dan zou dit wel op andere wijze bekend gemaakt wor den! En wanneer men aanneemt, dat hetgeen 't Ween- sche blad schrijft mogelijk is, dan dient men daarbij tevens te bedenken, dat het nog maar een der vele mo gelijkheden betreft, welke oorlogsgevaar voor ons land kunnen brengen en dat het juist die vele mogelijkheden zijn, waarmede onze regeering van 1 Augustus af aan bij het nemen van maatregelen voortdurend rekening heeft moeten houden. Een opmerkelijke beschouwing geeft de militaire medewerker van de Times over de hulp, die Engeland aan zijn bondgenooten brengen kan. Als tegen het voorjaar de strijd op het vasteland heviger zal wor den, zoo betoogt hij, zal het eigenlijke gevaar voor En geland wel afnemen, maar daarom moeten de Engel schen zich toch niet laten afleiden van hun zelfverdedi ging. Totdat het laatste schot gevallen zal zijn in de zen oorlog blijft de veiligheid der Britsche eilanden, volgens dezen schrijver, een levenskwestie voor het succes der zaak van de verbondenen. Voorts betoogt hij, dat men in Engeland nog lang niet gereed is met het vaststellen der plichten van de burgerlijke bevol-, king, in geval er een Duitschen inval plaats heeft. Ook is het militaire gebruik der vrijwilligerscorpsen nog niet duidelijk geregeld. Sommigen der verbondenen zouden het jammer kunnen vinden dat Engeland 5 man thuis houdt tegen 1 man aan het front, maar zij dienen te begrijpen dat de tegenwoordige Engelsche militaire positie maar tijdelijk is. In Engeland meent men, dat het krachtsverspilling is om troepen daar heen te zenden waar ze geen werk vinden. Men moet ook wachten tot de geheele legermacht geschikt ge maakt is voor den strijd. Men arbeidt aan den maxi mum-troepenmacht in een minimum-tijd. Het voor naamste middenpunt van Engeland's vijanden is Duitschland en daarop moet ten slotte de groote druk king uitgeoefend worden. De krachten moeten niet ver deeld worden. Aldus de Times-man. In het Engelsche Lagerhuis deelde de minister-presi dent gisteren mede, dat het totaal der Britsche verlie zen over alle rangen op het westelijk oorlogsterrein op 4 Februari de 104.000 naderde, een getal, dat in ver houding tot de Britsche strijdkrachten, die naar het front gezonden zijn hoog is en opnieuw bewijst, dat de Engelsche soldaten, die medevechten, een belangrijk aandeel in den strijd nemen. Wanneer straks, na den oorlog, eens de verliezen- cijfers van alle partijen bekend gemaakt worden, zal er blijken hoeveel bloed er op de slagvelden vergoten is! Cynisch wordt in het Oostenrijksch legerbericht ge sproken van „het schieten op levend doel". Men leest er gemakkelijk overheen, maar wanneer men vlak te voren heeft vernomen van meer dan honderdduizend verloren menschenlevens, dan stemt zoo'n uitdrukking toch wel even tot nadenken Zal er ook in Zuid-Afrika nog meer bloed vloeien? Een Exchange-bericht uit Kaapstad meldt, dat gene raal de Wet binnenkort te Bloemfontein zal terecht staan wegens hoogverraad. Heel de wereld zal met spanning het verloop van het proces volgen en vooral naar den afloop hunke rend uitzien. Zal het aangedurfd worden na Jopie Fourie ook Chris de Wet den martelaarsdood te doen sterven, zal het aangedurfd worden na Fourie's te rechtstelling over de Wet een milder vonnis te strij ken? Pluis is het in Zuid-Afrika volstrekt niet en de Bo tha's en Smutsen hebben nog lang geen gewonnen spel. Een strenge nieuwskeuring hakt af wat zij on deugdelijk acht voor het gebruik, maar af en toe gaat er toch wel iets door de vingers van den censor heen, dat ons eenig idee geeft van hetgeen achter blijft. Een eigen brief van de Haagsche Nieuwe Courant biedt bijv. thans een eigenaardigen blik op de gesteldheid zelfs in een zoo verengelscht gebied, als de Kaap. Een paar korte aanhalingen uit dien brief zeggen meer dan lange Reuter-telegrammen: „Botha zit nu al een paar weken in zijn Kaapsche residentie „Groote Schuur" te Rondebosch, pl. m. 6 K.M. van Kaapstad 'af. Ons gemeentebestuur heeft hem een diner aangeboden, doch juist hedenmorgen bevatten de bladen Botha's antwoord, dat hij liever wachten wil tot later. Als ik Botha was geweest, had ik het maar aangenomen; men kan nooit weten of de gelegenheid ooit weer komt „Een gerucht wil dat kolonel Mc.Kenzie met een groote troepenmacht gevangen genomen is. Doch de lucht is vol geruchten, die maar al te vaak wenschen schijnen van een deel der bevolking." „Er wordt gefluisterd, dat er over de duizend Hol- landsche jonge mannen in de gevangenissen zitten, daar ze onwillig waren aan den tocht naar Duitsch Zuid-West-Afrika deel te nemen." „Maandag waren de twee Belgen te Wellington. Een incident had daar plaats. Toen de heer en uitge praat waren, stond een waardige oude boer op, de 70- jarige Du Plessis, en zei ongeveer het volgende: „Wij gevoel diepe sympathie met het lot van België, met al dé wreedheden wat daar-die land ondervonden het, wees hievan verzekerd, heeren, wij, in Zuid-Afrika verstaan die barbaarschheden beter dan andere men- schen, waar ook op de wereld. Ons dierbare Airi- kaansch volk het 14 jaar geleden barbaarschheden on dervind, net zoo erg, nee, veel erger nog als waarvan u vertel het. Daarom kan ons dit zoo goed verstaan en daarom sympathiseer ons zoo sterk met u." DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK. Het Fransrihe communiqué van gistermiddag luidt: Van de Noordzee tot de Oise is een artilleriegeveeht geleverd, dat in de streek van Cuinchy vrij hevig was. Ten Zuidwesten van Carency ie een aanslag op een Duitsche loopgraaf geslaagd. De loopgraaf is door een mijn in de lucht gevlogen, de verdedigers zijn ge dood of gevangen genomen. Ten Noorden van Massiges heeft ons geschut een poging van den vijand om aan te vallen, verijdeld. In Argonne is een aanval der Duitschers in de rich ting van Fontaine Madame afgeslagen. Te Bagatelle is de Duitsche infanterie sedert vanochtend bezig met een hevigen aanval. Volgens de laatste berichten heb ben wij ons in onze stellingen gehandhaafd. AAN HET OOSTELIJK FRONT. De officieele kennisgeving uit het Oostenrijksche groote hoofdkwartier luidt De algemeene toestand in Russisch Polen en West- Galicië in onveranderd. Ons zwaar geschut heeft bij helder weer aan de Doe- najec de vijandelijke stellingen bij Tamow met succes beschoten en ook op levende doelen heeft ons vuur groote uitwerking gehad. In de Karpathen is ook gisteren overal gevochten. Bij hun verderen opmarsch in Boekowina hebben onze troepen het dal van de Boven-Soeczawa bereikt en 400 man krijgsgevangen genomen. IN HET LAGERHUIS. Bij de indiening van de oorlpgsbegrooting in het La gerhuis heeft die onderminister van oorlog in een her haaldelijk door toejuichingen onderbroken rede, gewe zen op de voortreffelijkheid van de Engelsche vliegtoe stellen, die het tweemaal zoolang uithouden als andere typen. Hij gewaagde van het uitblijven van ziekten in het Engelsche leger en de bekwaamheid en geschikt heid der territoriale troepen. Met de werving gaat het bevredigend. De onderminister kon echter geen mede- deelingen doen over de sterkte en de groepeering van de strijdkrachten, daar de vijand naar zulke inlichting en uiterst verlangend is. Hij wenschte geen voorspel ling te doen ten aanzien van den duur van den oorlog, maar niemand is er moedeloos en alle leden zijn vast besloten dat er maar één uitslag kan zijn, namelijk dat de bondgenooten de vredesvoorwaarden zullen voor schrijven. De inspanning, die de natie zich heeft ge troost is haar verleden waardig, en de dappere daden van het leger zijn op één lijn te stellen met de roemrijk ste daden die ooit een leger heeft volvoerd. DE FINANCIEELE MAATREGELEN DER VERBONDENEN. De Russische minister van financiën Bark heeft gis terochtend een bezoek gebracht aan zijn Engelscnen collega Lloyd George. Heden zou hij door den Koning worden ontvangen. De Russische gezant zal een feest maal geven, waaraan de ministers Asquith, Grey en Lloyd George zijn genoodigd. EEN VERKLARING VAN VON BüLOW. Het Boedapester blad „Az Est" publiceert een on derhoud van zijn bijzonderen correspondent te Rome met prins von Bülow. Omtrent de Italiaansche politiek zeide de heer von Bülow: „Ik vertrouw op de wijsheid en bekwaamheid tot oordeelen van leidende kringen in Italië en hoop, dat zij ook verder den juisten weg zullen vinden en in slaan. Ik twijfel er ook niet aan, dat van Oostenrijksch- Hongaarsche zijde de Italiaansche regeering en het Italiaansche volk de mogelijkheid zal worden verge makkelijkt om met dè mogendheden van Midden-Euro pa ook verder in ongestoorde overeenstemming te le ven." KORTE BERICHTEN. Grootvorst Nicolaas van Rusland heeft van zijn eerdoctoraat van de Berlijnsche hoogeschool afstand gedaan. Het aantal misdaden in Engeland is gedurende dezen oorlog met 90 pet. verminderd. De militaire overheid in Duitschland moet den uitvoer van metalen voorwerpen ver bieden Een Zweedsch marine-officier wil, om o n z ij- dige schepen aan het gevaar, om door on derzeeërs beschoten te worden, te onttrekkenop de boeg van elk schip met zoo breed mogelijk streepen de onzijdige vlag, waartoe het schip behoort, laten verven. De Duitsche Keizer heeft Zondag gedeelten van de op het front aan Bzoera Rawka strijdende troepen geïnspecteerd. Uit Antwerpen wordt tegengesproken het, ook door ons opgenomen, bericht dat een Engelsch vliegtuig boven Antwerpen vloog en be schoten werd. Wel werd een Duitsch en een vreemd vliegtuig gezien, doch op geen van beide werd ge schoten. In het Engelsche Lagerhuis heeft minister As quith gisteren meegedeeld dat de Engelsche verliezen op het westelijk front tot den 4den Februari in het geheel ongeveer 104,000 man bedragen. Het draadloos telegrafisch verkeer is in Duitschland opgeheven. COMMANDANT INTERNEERINGSDEPOT BERGEN. Naar men verneemt, heeft de gepensionnèerde luite nant-kolonel W. H. de Lussanet de la Sablonière ver zocht, om te worden ontheven uit zijne betrekking van commandant van het intemeeringsdepot te Bergen. HET OORDEEL VAN EEN ENGELSCHMAN OVER NEDERLAND. De „Tel." bevat een verklaring van den heer E. F. Hastings-Pimbury, die door het officieel hulpcomité voor de Belgen te Londen naar Nederland werd afge vaardigd om een onderzoek in te stellen over den toe stand in de Belgische vluchtelingenkampen. De heer Hastings zei over het Nederlandsche volk o. m.: „De Hollanders mogen fier zijn op wat hun regee ring doet voor de Belgische uitgewekenen en over de eerlijkheid, waarmee zij de verplichtingen van een neu tralen staat naleeft. Alle praatjes, hoe dom en onge rijmd ook, die over hen verteld worden, zullen hun geen kwaad doen. Hun eigen geweten zal hun luide zeggen, dat zij hun plicht doen, en méér dan hun plicht, en daarbij kunnen ze steenkoud blijven voor wat anderen zeggen. In een verre toekomst, wanneer het volle licht van de waarheid zal stralen over de toe standen van vandaag, dan zullen de kinderen en klein kinderen der Nederlanders van heden den hoed afne men ter eere van hun voorvaderen, die, in een zóó weergalooze moeilijken en tragischen tijd, zóó be wonderenswaardig de hoogste naastenliefde hebben doen samengaan met de eerlijkste neutraliteit. Eere aan Nederland De heer Hastings-Pimbury keert deze week naar En geland .terug, en zal er geen middel ongebruikt laten om door gansch zijn volk zijn grenzenlooze- bewonde ring te doen deelen voor de prachtige rol, die Neder land in dit werelddrama speelt. EEN REDDING DOOR Hr. Ms. „HEEMSKERCK". Wij lezen in de „Cur. Ct." van 15 Jam.: Het Italiaansche stoomschip „Bologna" van de lijn „La Veloce", kapitein Poggi, komende van Columbia via Ponce, is in den nacht van Dinsdag op Woensdag op de noordkust van Curasao ter hoogte van Hato op strand géloopen. Dank zij de draadlooze telegrafie, was dit bericht hier bijna onmiddellijk in de stad bekend. Bij het aan breken van den dag, kon Hr. Ms. „Heemskerck" aan boord waarvan de agent van de Veloce, dé heer C. S. Gorsira J. P. Ez., zich begeven had om de reis mee Bij voortduring blijkt, dat inge schrevenen bij de Arbeidsbeurs niet opgeven,- wanneer zij werk gevonden hebben. Daarom zal van af 10 Februari, elke inschrijving maar 14 dagen geldig zijn. Alle werkloozen ook zij die lid eener Vakvereeniging zijn moeten zich per soonlijk aanmelden. Zoowel voor WERKGEVERS als voor WERKZOEKENDEN is de Arbeids beurs eiken werkdag, behalve Zaterdags, geopend van 2-4 uur in het Stadhuis. A. AUKES—TIMMERS, Secretaresse. n maken dan ook naar de plaats des onheils steve nen om zooveel mogelijk hulp tebieden. In de eerste plaats werd er getracht het schip weder vlot te krij gen. Bij de krachtige pogingen, die de „Heemskerck" daartoe aanwendde, sprongen achtereenvolgens drie zware kabels stuk en ten slotte moesten deze pogingen werden opgegeven, daar het bleek, dat de „Bologna" intusschen lek was geworden. toen een der kabels brak, werden twee matrozen van de „Heemskerck" over boord geslagen, maar ge lukkig konden beiden niettegenstaande de zeer onstui- mige golven binnengehaald worden. Dit bewijst dat reddingswerk van de „Heemskerck" niet zonder levens gevaar voor de bemanning was. Allen die getuigen zijn geweest van hetgeen deze Nederlandscue oorlogsboot gepresteerd heeft, zijn dan ook vol lof over de houding van de bemanning. Wij hebben met diepe erkentelijkheid en met de grootste waardeering hooren gewagen van hetgeen comman dant, officieren en verdere bemanning van de „Heems kerck" gedaan hebben. Niet het minst dankbaar zijn de passagiers, 33 in getal, die te zamen met ruim 30 le den van de bemanning van de „Bologna", door sloe pen van de „Heemskerck" aan boord van dit oorlogs schip gebracht konden worden, daar den nacht van Woensdag op Donderdag doorbrachten en gistermor gen aan boord van dien bodem om elf uur de veilige haven bereikten. Aan boord van de „Bologna" is een gedeelte van de bemanning achtergebleven om te trachten de lading te bergen. Daartoe is een kabel gespannen van een der masten naar het strand, waarlangs men de colli naar land laat glijden. Een gedeelte van de lading, hoofdzakelijk koffie, is in zee geworpen bij de pogingen om de boot vlot te krijgen. BINNENLAND. 0emengd Nieuwst TWEEDE KAMER. De Tweede Kamer vergadert op Dinsdag 16 dezer, des namiddags te half twee in openbare vergadering. De voorzitter zal o. m. voorstellen om in die vergade ring een aanvang te maken met de beraadslaging over de volgende onderwerpen: wetsontwerpen betreffende goedkeuring van het aanvullingsbedrag met Duitsch land, betreffende ongevallenverzekering. PROV. ST. VAN NOORD-HOLLAND. In de zitting van 12 December j.l. heeft de meerder heid der commissie uit de Staten, die rapport had uit te brengen over het voorstel van Ged. om hun industrie te wijzigen, twijfel geopperd, of Gedeputeerden wel be- yoegd waren regelen te stellen betreffende de behande ling van de geschillen, waarvan de beslissing door de wet aan Gedeputeerden is opgedragen. Prof. Van Embden was het met de meerderheid niet eens en heeft nu aan de Staten het oordeel toegezonden over deze quaestie van de professoren Oppenliekn en Struycken die blijken van hetzelfde gevoelen te zijn als prof. van Embden. Gedeputeerde Staten hebben de volgende voordracht voor de benoeming tot griffier der Provin ciale Staten aangeboden: no. 1 mr. S. H. Veening Meinesz, hoofdcommies ter provinciale griffie te Haar lem; no. 2. mr. J. Dijckmeester, idem, en no. 3 mr. dr. H. S. Veldman, secretaris der gemeente Kampen. HET BOUWBEDRIJF. De Bond van Vereenigingen van Fabrikanten van en Handelaren in Materialen voor het Bouwbedrijf, be stuurd door de heeren jhr. mr. C. A. Elias, als voorzit ter; B. Blom (Cement-Syndicaat); H. Endt (houthan delaren) mr. D. L. Leccius de Ridder (kalkzandsteen- fabrikanten) A. G. Vehbeek (ijzerhandelaren)H. M. L. Vink (bouwmaterialen) en D. J. van Wijk (baksteen fabrikanten) met als bondssecretaris den heer C. J. Geyer, heeft een onderzoek ingesteld naar de, geduren de de oorlogsmaanden, bij de leden der bij den bond aangesloten organisaties plaats gehad hebbende ver mindering van omzet in materialen voor 't bouwbe drijf. Tevens werd den leden gevraagd, welke hun ver wachtingen waren, bij voortgang van den oorlog, voor het 1ste kwartaal 1915. Naar aanleiding van de op een vragenlijst Ingeko men antwoorden heeft de bondssecretaris een rapport samengesteld, welks eind-opmerkingen luiden In de verschillende bij die bouwvakken betrokken nij verheids- en handelsbedrijven blijkt de omzet sedert 1 Augustus 1914 tot ongeveer 50 pCt. van den omzet in dezelfde periode van 1913 te zijn teruggeloopen. De cijfers leeren, dat een nog sterker teruggang wordt ver wacht, die tot 100 pCt. zal stijgen. Vrij algemeen wordt een verbetering van den toe stand verwacht door maatregelen van regeeringswege, tot het beschikbaar stellen op aannemelijke voorwaar den van kapitaal voor bouwondernemers. Ook van heropening van de effectenbeurzen en daar mede gepaard gaande normaler geldcirculatie, wordt heil verwacht. Bedoeld rapport heeft het onderwerp van een bespre king uitgemaakt op een door den minister van land bouw, nijverheid en handel aan het bondsbestuur ver leende audiëntie als gevolg waarvan de ministers van financiën en van landbouw, nijverheid en handel een vergadering hebben geleid, namens hen door den alge- meenen secretaris van het Koninklijk Nationaal Steun comité 1914 bijeengeroepen. Aan deze vergadering KMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1