DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. o O o r I o Van let oostelijk oorlogsterrein. Van het zuidelijk oorlogeterrein, No. 34 Honderd en zeventiende jaargang. 1915 WOENSDAG 10 FEBRUARI Abonmntsprils pei 3 maanden 10.80, Ir. p. post 11.-. Advertentieprijs 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieren Ir. II. V. Boek- en Handelsdrukkerij ï.b. HERIÏIs. GOSIER 5 ZOON, Voordam C 0. Teletonnnr. 3. DUITSCHLAND. BELGIE. TURKIJE. ALKMAAR, 10 Februari. Het oorlogsnieuws wordt hoe langer hoe schaar- scher. Telegraaf en telefoon schijnen steeds gebrekkiger te gaan werken met name lijkt het of Londen soms van het vastelandsverkeer is afgesloten. De N. Rott. Ct. vond in de Times een bulletin gevouwen, waarop gedrukt stond: „Engelsch schip en bemanning verlo ren. Onderzeeër vermoed." En hoewel in het Engel- sche blad zelf geen melding van zulk een ramp wordt gemaakt, vermoedt de N. Rotterdammer, dat de Engel sche marine (handels- of oorlogsmarine) een ramp heeft getroffen en dat dit in verband moet worden ge bracht met Reuter's stilzwijgen sinds eergisteravond. Maar al zwijgt Reuter, Wolff seint er nog lustig op los en al zou men in Londen een gevoelig verlies ge heim willen houden, te Berlijn zou men er natuurlijk prat op gaan een dergelijk succes wereldkundig te ma ken. Het wordt zoo langzamerhand een geheimzinnige geschiedenis men denke maar eens aan het gebeur de (of niet-gebeurde?) met het Engelsche slagschip „de Audacious", het verschil over het verloop van het Noordzee-gevecht enz. Niet onmogelijk slaat het door de N. Rott. bedoelde op de torpilleering van het Engelsche handelsschip „Oriole", van Londen naar Havre, door een Duit- schen onderzeeër, welke ons hedenmiddag wordt ge meld. Van geen der oorlogsterreinen vallen krijgsverrich tingen te vermelden. Intusschen wijzen de berichten er wel op, dat in België spoedig wat te wachten is. Aan den kant der verbondenen is men overtuigd, dat de Duitschers weldra een nieuwe, krachtige poging zul len doen om Béthune te nemen, en men heeft waarge nomen, dat zij zich concentreeren in de plaatsen, welke als een halven cirkel om La Bassée liggen. Het leger van den Beierschen kroonprins moet versterkt zijn met troepen van den hertog van Wurtemberg en van gene raal von Bülow. Maar ook voor de bondgenooten zijn er aanzienlijke versterkingen aangekomen. Frissche Engelsche troepen hebben de zwakste punten aange vuld en gevaarlijke plekken versterkt. Bij Arras, in Noord-Frankrijk dus, verzwaren de Duitschers even eens aanmerkelijk den druk, maar de bondgenooten vertrouwen, dat de Franschen daar niet zullen wijken. Uit het Oosten, waar het front den vorm heeft van twee Wijd geopende armen de linker arm is Oost- Pruisen, de rechter Boekowina, de' linker borst wordt gevormd door de Weichselbocht tusschen Warschau en Sandomir en de linker borst door de Karpathen worden geen belangrijke bijzonderheden medegedeeld. Alleen de Oostenrijkers schijnen vorderingen te ma ken in de Boekowina, terwijl de Russen melden, dat zij in de Karpathen het offensief voortzetten. Zeggen de Turken, dat ze aan het Suez-kanaal staan en goed ook, de Engelschen beweren, dat zij in vollen aftocht zijn! Ter zee niets bijzonders. Het debat over de Duitschè aankondiging wordt voortgezet, zonder dat er nieuwe gezichtspunten worden geopend of gewichtige nieuwe feiten worden aangegeven. In Stockholm keurt men Engelands gedrag af, in Rome goed. Uit laatstgenoemde stad wordt gemeld, dat er besprekingen geopend zijn tusschen neutrale mogendheden over de houding aan te nemen tegenover de door Duitschland afgekondigde blokkade. Dealge- meene meening heet te zijn, dat een protest zal worden ingediend, maar een definitief besluit is nog niet ge nomen en ook is nog niet besloten of het protest der verschillende staten gelijkluidend zal zijn of zal ver schillen naar gelang van het gewicht der neutrale be langen welke worden bedreigd. De berichten uit Nieuw-York van Engelsche bron wijzen er op, dat het in Amerika kapitein Dow, van de Engelsche „Lusitania", niet erg kwalijk genomen wordt, dat hij de Amerikaansche vlag heesch toen zijn stoomschip de Engelsche kust en Liverpool naderde, om de eenvoudige reden dat deze kapitein verantwoor delijk was voor het leven van zijn meer dan 2000 pas sagiers, waarvan de meeste Amerikanen waren. Ook was er een groote Amerikaansche mail aan boord van dit reuzenschip. Wat de „Lusitania" betreft, zoo blijkt nu pas, dat deze mailstoomer een half jaar geleden een ontmoeting had met het Duitsche oorlogsschip de „Karlsruhe". Het was juist nadat de oorlog verklaard was en Duitsche kruisers bij de Amerikaansche kust voeren. Na 's morgens vroeg van Nieuw-York vertrok- .ken te zijn bemerkte kapitein Dow, dat zeer ver ver wijderd een Duitsche kruiser opdook. De „Lusitania" had maar drie van haar vier schroeven ter beschikking, maar na koersverandering ging het schip (een der grootste mailbooten ter wereld) toch snel aan de haal en zond radio-seinen uit om de hulp van den Engel schen kruiser „Essex", die dichtbij moest zijn. De „Karlsruhe" zette haar achterna, maar beide schepen kwamen in een mistbank. De „Essex" had in middels teruggeseind dat ook nog de „Leipzig" dicht bij te vreezen was en de „Lusitania" dus een geheel andere richting moest nemen. Dit kon echter niet ge schieden zonder de „Karlsruhe" dan te passeerea. Ka pitein Dow deed toen de machines stoppen en de groote boot lag stil. - Geen licht, geen geluid were meer gezien of gehoord. De passagiers bleven beneden en zelfs de signalen naar de machinekamer werden ge luidloos gegeven. In die mist draaide de „Lusitania" toen geheel om en ging full speed op een niewen koers de misbank uit! Van de „Karlsruhe" werd niets meer gezien en een knap staaltje van zeemanskunst en koel bloedigheid was door den Engelschen kapitein ver richt! In de lucht geschiedt tegenwoordig ook al niets. De Duitsche bladen bevatten een officieuze mededeeling, waarin wordt betoogd, dat de Duitsche vliegers den Franschen de baas zijn. Opmerkelijk zijn enkele ver klaringen, welke graaf Zeppelin heeft afgelegd tijdens een onderhoud met den Berlijnschen correspondent van de United Press of America. De 76-jarige uitvinder deelde mede, dat het Zeppelin-luchtschip nog maar aan het begin van zijn ontwikkeling staat. Ais oorlogs tuig zal het veel hooger moeten kunnen gaan, als ver keersmiddel moet de snelheid en de draagkracht veel grooter zijn. De oude graaf zou, met uitzondering van zijn eerste succesvolle luchtreis, geen grooter vreugde kunnen beleven dan, wanneer hij aan het stuur van een zijner luchtschepen te Nieuw-York zou ko men, welke reis slechts drie, vier dagen zou duren „Ik moet probeeren om lang genoeg te leven, maar ik vrees, dat me dit mislukt. De oorlog heeft mijn plan nen in de war gestuurd". Graag zou hij ook persoon lijk het commando van een Zeppelin bij een krijgs-ope- ratie hebben, maar hij is er zich van bewust, dat hij op den grond van grooter nut is dan in de lucht. „De oorlog in de lucht, zoo zeide graaf Zeppelin, volgens de Nieuwe Courant, is evenmin een voorbij gaand verschijnsel als de oorlog onder zee en zal waarschijnlijk op den duur van evenveel beteekenis worden als deze. Ik geloof dat de ontwikkeling, zoo wel ten aanzien van de luchtschepen als van de onder zeeërs, tengevolge zal hebben, dat het karakter van den oorlog ten eenenmale zich wijzigt, en daardoor de kans op oorlog verkleint, want het komt mij onwaar schijnlijk voor, dat ooit een conventie zal worden ge sloten met het doel de luchtoorlogstuigen te doen ver dwijnen. Of ooit groote slagen in de lucht zullen plaats vinden zal een verre toekomst moeten leer en, maar ik geloof het niet." Het oordeel van den deskundige wijkt in dit opzicht dus af van de meening van vele schrijvers, die allerlei oorlogs-fantasieën in de lucht ten beste gegeven heb ben. Op de vraag, of het in de bedoeling ligt een aanval op Londen te doen met een Zeppelin-vloot, luidde het antwoord: „Dat is iets, dat gij aan den admiralen en den generalen staf moet vragen." Voorts betoogde graaf Zeppelin, dat door alle oor logstuigen non-combattanten worden getroffen, dat bij de artillerie, en vooral bij de mortieren, het doel ook niet precies kan worden onderscheiden, dat gra naten dikwijls op onverdedigde stadsgedeelten vallen. Hoeveel non-combattanten vroeg hij zijn in de zen oorlog gedood door Zeppelins en hoeveel door ander krijgstuig? Men probeert in Engeland de we reld op te winden voor een verbod aan Duitschland dit oorlogstuig te gebruiken, dat Engeland niet tot zijn beschikking heeft. Gelooft iemand een oogenblik, dat Engeland in zijn vastbeslotenheid, Duitschland te ver nielen met alle middelen, die tot zijn beschikking staan, met inbegrip van het uithongeren van vrouwen en kinderen, geen luchtkruisers tegen de Duitschers zou gebruiken, wanneer het deze had? Het is onzin te beweren, dat de Zeppelins een oorlogsmiddel zijn te gen non-combattanten. Zij zijn bestemd om te worden gebruikt tegen legers, vestingen, forten, schepen, arse nalen, oorlogshavens. De bemanningen der Zeppelis zijn aan veel grooter gevaren blootgesteld dan andere militairen en wij hebben niet het minste verlangen, vrouwen en kinderen te dooden, het beste bewijs daar voor wordt geleverd door de onontplofte bommen, in Engelsche steden gevonden. Als Zeppelins door den vijand worden ontdekt en in hevig vuur komen, kan het noodzakelijk worden de bommen als ballast weg te werpen. Dan wordt, zoo dikwijls dit slechts moge lijk is, het ontploffings-contact afgesteld, zoodat de bom, die wellicht valt te midden van non-combattan ten, niet springt. Dat is het geval geweest boven de Engelsche dorpen, waar men op de luchtschepen ge vuurd heeft." Aldus graaf Zeppelin. Uit Washington wordt gemeld, dat senator La fayette een motie ingediend heeft, waarbij wordt ge vraagd de bijeenroeping van een internationale conferentie van vertegenwoordigers der neutrale sta ten, ter bespreking van de middelen tot beëindiging van den oorlog en de stichting van een wereldge rechtshof ter waarborging van den wereldvrede. In de motie wordt het tevens plicht genoemd de uitvoer van oorlogsbehoeften aan de oorlogvoerenden te verbie den. Besloten werd de motie in nadere overweging te nemen. In den Pruisisch en Landdag waarin de voorzit ter, graaf Schwerin-Lowitz verklaarde, dat de oorlog nog lang zou kunnen duren hebben de sociaal-de mocraten o. m. verklaard, dat het einde van den oor log overal door het volk in de betrokken landen vurig wordt verlangd en dat zij vertrouwen, dat de stemmen van vrede te bevoegder plaatse gehoor zullen vinden. Evenwel er moet nog veel strijd gestreden zijn en nog veel leed geleden zijn, zal het eindelijk vrede zijn Toch nemen de stemmen toe, die verzekeren, dat het dezen zomer wel eens met den oorlog ten einde zou kunnen loopen. AAN HET OOSTELIJK FRONT. Het Oostenrijksche legerbericht van gisteren meldt In Polen en West-Galicië geenerlei verandering. In het woudgebergte is een artilleriegevecht aan den gang. Wij zijn er gistermiddag in geslaagd een door de Russen hardnekkig verdedigde plaats ten noorden van den pas van Volovec na een gevecht, dat verscheiden dagen had geduurd, te nemen. Wij hebben daarbij een groot aantal krijgsgevangenen gemaakt en er is veel munitie en oorlogsmateriaal in onze handen ge vallen. Aan het overig gedeelte van het Karpathen- front worden hevige gevechten geleverd. In het weste lijk gedeelte werden verschillende aanvallen der Rus sen afgeslagen. Daarbij namen wij 340 man gevangen en maakten drie machinegeweren buit. Onze opmarsch in de Boekowina vordert. Wama is door ons bezet. AAN HET SUEZ-KANAAL. Het Turksche groote hoofdkwartier deelde gisteren mede, dat de voorhoede van het Turksche leger dat te gen Egypte opereert, met succes een verkenningstocht door de woestijn volbracht en de vooruitgeschoven posten der Engelschen naar het Suez-kanaal terugge dreven heeft. Enkele compagnieën infanterie zijn zelfs tussche Toessoen en Serapeum het kanaal overgetrok ken. Ondanks het vuur van Engelsche kruisers en ge pantserde treinen hebben onze troepen den vijand den geheelen dag bezig gehouden en zijn verdedigingsmid delen in vollen omvang verkend. Een Engelsche krui ser is door ons geschutvuur zwaar beschadigd. Onze voorhoede zal contact met den vijand houden en den verkenningsdienst op den oostelijken oever van het ka naal verrichten, tot onze hoofdmacht tot den aanval kan overgaan. DE PRUISISCHE BEGROOTING. Gisteren werd in den Pruisischen Landdag de be grooting ingediend. Van te voren hield de Voorzitter van het Huis van afgevaardigden onder groote belangstelling een rede, waarin hij er op wees, de onzaglijke offers welke het Duitsche volk zich heeft te getroosten, nog zwaarder zuil enworden. „Wij zijn wellicht nog lang niet aan ons doel. Maar hoe grooter de offers, des te onbuig zamer is de wil om te volharden tot de volledige zege. Want nu eerst weet ons volk welke drijfveeren zijn van den stelselmatig tegen ons voorbereiden yemietigings- oorlog. Wij strijden om zijn of niet-zljn, om onze eco nomische, cultureele en nationale toekomst. Daar is geen offer van ontzegging of beperking van den le vensstandaard te groot. Wij zullen bij de bespreking van de begrooting afzonderlijke wenschen, partij-poli tieke bedoelingen ondergeschikt maken aan de gemeen schappelijke vaderlandsche belangen." Deze rede werd met luide toejuichingen begroet. Daarna werd de begrooting ingediend, waarbij de minister van financiën Leutze een redevoering hield. De minister wees er op, dat voor een jaar algemeen aan een verdere vreedzame ontwikkeling werd geloofd en in verband daarmee maatregelen werden genomen. „Enkele maanden later overvielen ons Rusland, Enge land en Frankrijk gezamelijk om ons te vernietigen. Nooit is een vreedzaam volk schandelijker overvallen, maar ook nooit hebben vijanden zich gruwelijker verre kend. Onze ongeëvenaarde troepen staan in Oost en West verre in het vijandelijk land. Onze vloot heeft er voor gezorgd, dat Eng,eland tot dusver geen aanval op onze kust waagde. Ieder van ons volk ts rotsvast door drongen van de overtuiging, dat we overwinnen willen en overwinnen zullen, hoe groote offers de oorlog ook vordert." De minister wees er vervolgens op, dat de dreigende economische crisis spoedig overwonnen werd. De regeering heeft door groote staatsorders op ver schillende wijze werk verschaft en den handel doen herleven. De oorlog zelf was een bron voor nieuwe ar beidsgelegenheid. Overal in het land verminderde de werkloosheid dag na dag. De landbouw zette den oogst tegen goede prijzen af, zoodat onze economische toestand zoo is, dat we nog lang kunnen volharden. Al net geld blijft in het land. De terugwerking van den oorlog op de staathuis houding is gelukkig overschat. De prestaties van de spoorwegen, zoowel bij het vertrek van ons leger als later bij verplaatsingen en dislocaties, zijn zoo verhe ven boven allen lof, dat zij steeds ons spoorwegbe- stuur tot roem zullen strekken. De vermindering der inkomsten schijnt niet eens zoo groot te worden als na het uitbreken van den oorlog werd verwacht. Het goe derenverkeer bedraagt reeds weder 55 pco. van dit van verleden jaar. Ook het personenverkeer neemt weder toe. De indirecte belastingen zijn niet onbelangrijk ach- :eruit gegaan. De taak van de oorlogsgraanmaatschappij, om al het Duitsche broodgraan op te koopen, op te slaan en te vermalen, is eene van zoo grooten omvang, als tot dus verre nog nooit is volvoerd. Engeland mag Duitsch land niet uithongeren en daardoor dwingen tot een smadelijken vrede, dien het met de wapens niet kan be vechten. Wanneer ook in het land zelf de politieke verschillen hunne scherpte verliezen, zoo eindigde de minister, heeft Duitschland, ondanks zijn verliezen aan goed en bloed, onschatbare winst uit dezen oorlog getrokken. De rede van den minister van financiën werd her haaldelijk door levendige en lang aanhoudende toe juichingen onderbroken. De Soc-Dem. afgevaardigde Hirsch verklaarde: „Mijn fractie keurt ook thans nog de tot dusverre door de regeering gevolgde politiek af en eischt wijziging van de politiek jegens arbeidersklasse, benevens her vorming van het kiesrecht". Verder zeide hij, dat het volk in alle betrokken landen verlangt naar beëindi ging van den oorlog en hij sprak het vertrouwen uit, dat deze vredesstemmen in de toongevende kringen ge hoor zouden vinden. De heer Heydebrand (conservatief) verklaarde in opdracht van de burgerlijke partijen: „Het Pruisische volk verlaugt dat uiting wordt gegeven aan het feit, dat de eensgezindheid van het volk ook ter zake van den oorlog dezelfde is gebleven als in het eerste oogen blik. Het volk verwacht, dat wij bereid zullen zijn in den huidigen toestand elk noodig offer te brengen". De soc.-dem. Liebknecht riep„Gij hebt het recht niet uit naam des volks te spreken". (Groote onrust, geroep van „foei"). De heer Heydebrand vervolgde: „Ook wij stellen den vrede op prijs, maar het is niet te doen om een spoedigen, maar om een duurzamen vrede, die aan ons vaderland de vruchten van dezen geweldigen oorlog verzekert. Thans is er slechts sprake van strijd en vrede, wat later komt is een andere kwestie". Deze woorden werden met daverende toejuichingen ontvan gen. De begrooting werd vervolgens in handen ge steld van de versterkte begrootingscommissie. Maandag zal de tweede lezing van de begrooting plaats hebben. LIEBKNECHT'S HOUDING. Volgens een bericht aan de Voss. Ztng. heeft de soc. dem. Rijksdagafgevaardigde Rühle medegedeeld, dat het optreden van den heer Liebknecht door de sociaal-democratische Rijksdagfractie met 53 tegen 33 stemmen werd afgekeurd als onvereenigbaar met de belangen der partij. De verklaring omtrent den heer Liebknecht werd bij de algemeene stemming met 65 tegen 26 stemmen aangenomen. EEN REDE VAN DEN AARTSBISSCHOP VAN KEULEN. Kardinaal Hartmann, aartsbisschop van Keulen, hield Maandag een vergadering van den „Volksverein für das katholische Deutschland", waarin hij o. m. zeide: „Wat wij op het oogenblik noodig hebben, dat is een trouwe, moedige volharding in vertrouwen op God. Het staat goed met ons, omdat de almachtige God tot dusverre met ons is geweest en ook verder zal zijn, wijl het ondenkbaar is, dat de algoede God zou toelaten, dat Frankrijk, het land der atheïsten en vrij metselaars, en de gewelddadige orthodoxe kerk van Rusland het frissche en opgewekte kerkelijk leven van Duitschland onder den voet treden en vertrappen zou den. Wanneer een schaar van biddenden achter onze troepen staat, zegevieren wij. Laten wij alle twisten laten varen en zoo leven, dat God in zijn genade ge hoor schenkt aan onze gebeden." KONING ALBERT EN DE VEREENIGDE STATEN. Op verzoek van de Amerikaansche pers heeft koning Albert van België de volgende mededeeling aan .de Vereenigde Staten gezonden Gij vraagt mij eenige woorden op 't oogenblik, waarop de eerste zes maanden van den oorlog ten ein de gaan. Ik voel mij verplicht deze gelegenheid aan te grijpen om mijne dankbaarheid en mijne sympathie aan de Vereenigde Staten van Amerika te betuigen. Met eene waarlijk ontroerende edelmoedigheid en kieschheid zijn de Amerikaansche burgers mijn land te hulp gekomen, dat door de bezetting der Duitschers dreigde in nood te geraken, door de buitensporige requisities, die in geen enkele evenredigheid staan met de middelen der bewoners. Zonder de broederlijke hulp der Vereenigde Staten zou de hongersnood als een nieuwe ramp op mijne verwoeste gewesten zijn neergeslagen. Het Bel gische volk, dat tegen deze smarten beschut is, zal er dankbaar voor blijven. Aan de uitmuntende diplomaten, die zich met zoo veel bezorgdheid aan ons welzijn hebben gewijd in de ze moeielijke omstandigheden en aan al uwe landge- nooten, die zoo goed den levensmiddelen-toevoer heb ben georganiseerd, breng ik van harte een openbare hulde. Opnieuw heeft het groote Amerikaansche volk aan zijn eeuwenoude traditie getrouw willen deelnemen aan een werk van menschelijke solidariteit, aldus aan de wereld kond doende zijn ideaal van rechtvaardigheid en vrijheid. Groot-hoofdkwartier van het Belgische leger, 4 Fe bruari 1915. 6 TURKIJë. WIJZIGING VAN DE GRONDWET. De Senaat heeft een wetsontwerp aangenomen be treffende de wijziging van de Grondwet, waardoor de voorrechten van de Kroon weer zullen worden versterkt én waarbij zekere rechten, welke den wetgever bij de grondwetsherziening van 1909 werden geschonken, weer zullen worden ingetrokken. Het ontwerp werd met 43 tegen 3 stemmen en 1 blanco aangenomen. KORTE BERICHTEN. - Een bevelhebber in het Westelijk leger van de Duitschers heeft van Karl Hagenbeek uit Stellingen bij Hamburg een grooten Indischen werk-olifant voor den duur van den veldtocht ter leen gekregen, die ge bruikt wordt om zware lasten voort te duwen en te trek ken en in de bosschen te helpen bij het ontwortelen en wegrijden van het voor gebruik bestemde hout De uitgifte van broodkaarten te Berlijn kan te: spoedigste verwacht worden. Een predikant te Hohenlofae (Duitschl.) heeft aan het einde van een gebedsdienst voor den oorlog alle KMAARSCHE GODRANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1