Yan het westelijk oorlogsterren. Van liet oostelijk oorlogsterreln. Telegrammen yan heden. het bevel tot ontruiming van Sluis door de Belgische vluchtelingen. Een adres van belanghebbenden uit de burgerij heeft dit verzoek ondersteund en voorloopig is een langer verblijf toegestaan, terwijl het verzoek nader ernstig overwogen zal worden. EERSTE KAMER. In de gisteren gehouden zitting der Eerste Kamer werd de begrooting van Binnenlandsche zaken goedge keurd, nadat de minister van binnenlandsche zaken, de heer Cort van der Linden op vragen van verschillende leden had geantwoord, dat zoolang de beslissing der Kroon inzake de N. Brab. electriciteitskwestie niet be kend is, hij zich over de electriciteitskwestie niet kan uitlaten. Ongetwijfeld is de kwestie voor Noord-Bra bant van overwegend belang en het provinciaal bestuur heeft zich met groote energie aan deze kwestie gewijd. Voor spreker is de groote vraag of Ged. Staten bij de behartiging van het provinciaal belang bevoegd zijn, gezag uit te oefenen over het belang der gemeente. De Grondwet geeft niet aan wat de grens van de ge meentelijke en wat de grens van de provinciale autono mie is. Uit geen enkele bepaling aer Grondwet is af te leiden, dat de gemeente staat onder de provincie. Keurt de Kroon de verordening van Noord-Brabant niet goed, dan zal de regeering moeten overwegen krachtens art. 167 der provinciale wet 'n wetsontwerp tot intrekking van de goedkeuring der. verordeningen voor Friesland in te dienen. Spreker vertrouwde, dat het voorloopig rapport der bevredigingscommissie tijdig genoeg zal verschijnen om gelijk met het kiesrechtvraagstuk behandeld te kun nen worden. ANTWOORD OP SCHRIFTELIJKE VRAAO. De vragen van den heer Juten. Inzake de door het Tweede Kamerlid Juten aan den Minister van Oorlog gestelde vragen betreffende de viering door militairen van een R.-K. feestdag heeft de min. van oorlog ge antwoord, dat door den Opperbevelhebber van Land en Zeemacht geen orders zijn uitgegeven omtrent de wijze, waarop de feestdag der H. H. Drie Koningen op 6 Jan. door de Roomsch-Katholieke militairen moest worden doorgebracht. Ingevolge een regeling betreffende de viering van kerkelijke feestdagen van 1912 (Ree. Mil. bl. 868), wordt de tweede Kerstdag niet als feestdag be schouwd voor de Roomsch-Katholieke militairen. Deze regeling kwam tot stand in overleg met de ker kelijke overheid. Dat voor de Israëlietische militairen de feestdagen zorgvuldig in acht genomen worden, is den minister bekend. In geen van de drie voorgaande punten kan eenig optreden van de Opperbevelhebber sprake zijn, ook dus niet van een optreden, dat als krenkende, achterstel ling" van de Roomsch Katholieken zou kunnen aange merkt worden. Het had, naar de meening van den minister aanbe veling verdiend, indien een zoo ernstige en zoo geheel ongemotiveerde blaam op de hoogste legerautoriteit achterwege waren gebleven." MOND- EN KLAUWZEER. In de regeeringsmededeeling betreffende het mond en klauwzeer wordt er op gewezen, dat de 7 gevallen in Zoeterwoude en omstreken op zich zelf minder ver ontrustend zijn dan de geringe medewerking, die al daar van de veehouders in het algemeen wordt onder vonden. De eigenaars der besmette boerderijen ont zien zich niet tegen het advies van den districts-veearts hun erf te verlaten, één zelfs werd op de markt aange troffen. Hier zullen de commissies van waakzaamheid veel goed werk kunnen verrichten. IAR BRENGEN VAN DE ONZIJDIGHEID Voor de rechtbank te Groniigea stond terecht een kantoorbediende, wonende te Hoogkerk, ter zake dat hij in het begin van Januari opzettelijk de Onzijdigheid van Nederland in gevaar heeft gebracht door twee Engelsche officieren, Lokwood en Han- worth, die te Groningen geïnterneerd waren, be hulpzaam te zijn geweest bij de omtviuehting, door hen in nui naeht van 8 op 9 Januari te vervoeren in een auto van Groningen naar Utrecht, onderweg orders gevende en geld betalende. Onder tneer werd als getuige gehoord de luit.- kolonel der marine P. J. van Trooyen, vroeger com- oaandRi van het interneeringsdepöt, tijdens wiens getuigenis de deuren op verzoek van den ambte naar vat) het O. M. gesloten werden. Het Openbaar Ministerie, waargenomen door mr. Steeniack, eischte tegen bekl. acht maanden gevan genisstraf, met aftrek van voorloopige hechtenii. De verdediger mr. E. D. H. Schutter concludeerde tot vrijspraak, subsidiair ontslag van rechtsvervolging, en vroeg de onmiddellijke invrijheidstelling, die door de rechtbank geweigerd werd. De uitspraak is 18 Februari. UIT HEILOO. Gistermorgen vergaderde de Raad. Afwezig we gens ongesteldheid de heeren Butter en Bakker. Na lezing van de notulen, die van 15 October waren, merkte de i.eer van 't Veer op, dat een raadslid moeie- lijk na vier maanden kon nagaan of deze notulen juist waren, spreker drong op het geregelder houden van vergaderingen aan. Het verzoek van den heer Roman om zijn perceel bij het net ar ie sluiten, welke aansluiting 150 zou kos ten, van welke kosten adressant 60 wilde betalen, terwijl hij zich tevens bereid verklaarde om voor de aansluiting van vier voor hem te bouwen perceelen 60 te betalen, werd na uitvoerige bespreking op voorstel van den heer Maas Geesteranus in handen van den administrateur gesteld om advies. Van de heeren P. Smit en J. Bakker was het verzoek ingekomen om de door hen bewoonde perceelen ook in het plan van uitbreiding op te nemen. De voorzitter deelde mede, dat de uitbreiding van den Oosterzij 1350 en die van den Rijksstraatweg 1300 zal kosten. De heer v. d. Molen merkte op, dat de kostenbereke ning van den administrateur voor de Oosterzij 1900 bedroeg. De voorzitter zei, dat de rentabiliteit van de uitbrei ding eischt, dat ieder aan te sluitene 20 licht ver bruikt. B. en W. vinden dit wat hoog en zijn bovendien niet voor uitbreiding in den blinde. Het komt hun wenschelijker voor, eerst het resultaat van het bedrijf over een geheel jaar af te wachten. De heer Zwart was tegen uitstel, spreker wees er op, dat het maken van een installatie bij een boer het best kan geschieden indien het hooi niet thuis is. ƒ20 mag hoog zijn, doch een boer gebruikt gemakkelijk voor 40. Spr. was voor uitbreiding, onder voor waarde dat de belanghebbenden een zoodanig gebruik garandeeren, dat de uitbreiding de gemeente geen geld behoeft te kosten. Besloten werd om den administrateur op te dragen, in overleg met de K. E. M., een nauwkeurige kosten berekening te maken en de heeren Bakker en Smit te berichten, dat zij een verbruiksbedrag hebben te garan deeren ter dekking van de kosten. Ook het verzoek van den heer de Vries om den Hol- leweg als kortste weg naar het Station te verlichten, werd ter advies naar den administrateur verwezen. Uit den maandstaat over het electrisch bedrijf van Januari bleek, dat aan licht 681,30 was ontvangen. Dit bedrag was begroot op 650. Neemt men in aan merking, dat een dee! van de aangeslotenen hun aan sluiting in de tweede helft van Januari kregen, dan is dit resultaat gunstig, aldus de voorzitter. De «jemeenie teil ilians 318 aangeslotenen. In zijn verslag over het atgeleopen jaar wijst de ad ministrateur er op, dat Heiloo II den 16den Augustus en Heilo I den 13den September 1914 onder stroom is gebracht. Op het einde van 1914 waren totaal 11305 K. W. U. verbruikt. De K. E. M. ontving hiervoor 348,75 Over 1915 rust er op de gemeente een maximale be lasting van 1752. De gemeente betaalde alles bijeen genomen 886,42 en ontving terug aan stroom 1786,42, aan meterhuur 178,80, totaal 1965,21, waarbij nog voor straat verlichting komt 296 en voor verlichting gemeente- gebouwen 11, samen 2272,21. In September 1914 waren er 185 aansluitingen, in October 237, in November 263, in December 282, ter wijl de gemeente thans 316 aansluitingen heeft. De heeren Maas Geesteranus, cn van 't Veer werden tot leden van de commissie van bijstand voor het elec trisch bedrijf gekozen. Besloten werd om de maatschappij „Nijenburg" te verzoeken de bepalingen in de acte betreffende het recht van plaatsing van straatlantaarns op de terrei nen van de maatschappij, zoodanig te wijzigen, dat me de bepaald wordt, dat het rooien van boomen die ge vaar voor het net opleveren, geschied in overleg met de administratie van het electrisch bedrijf. De voorzitter deelde hierop mede, dat voor het elec trisch bedrijf nog een leenïng van 7500 moest wor den aangegaan. Dit was noodig omdat men reeds 118 aansluitingen meer verkregen had dan bij de begroo ting was geraamd. Hierdoor was aan lichtpunten al leen al 2360 meer uitgegeven. Bovendien kreeg de gemeente op de leening van 30.000 door het koers verschil 300 minder en moest men aan den heer Pot voor het overplaatsen van zijn telefoonlijn 220 beta len. Voor de aansluitingen werd 2630 meer betaald. Bij dit alles kwam het bedrag voor 118 meters, die hun rente echter ruim opbrengen. Spreker was overtuigd, dat wat het bedrijf betrof te gen deze leening geen bezwaren konden bestaan, er was reeds in de eerste drie maanden een winst van 500 gemaakt. Spreker stelde voor deze leening k pari tegen 5V2 pet. rente voor minstens vijf jaar aan te gaan bij het Pensioenfonds voor Weduwen en Weezen van Indische ambtenaren en de aflossing te stellen op 250. Na eenige bespreking werd met algemeene stemmen hiertoe besloten. De heer Maas Geesteranus gaf hierna zijn verwon dering te kennen, dat reeds stroom aan de K. E. M. betaald werd, terwijl het contract voorschrijft, dat zulks pas dan noodig was, indien het bedrijf rendabel was. Spreker vond, dat men gebruik moest maken van deze gunstige bepaling en ze in dezen tijd niet moest laten ontglippen. De voorzitter vreesde, dat de K. E. M. hiermede wel geen genoegen zou nemen, de vrees van den heer Maas Geesteranus was wel gegrond indien men maar een 160 aansluitingen had. De stroom kost de gemeente 7% cent en ze ontvangt er 25 cent voor. Iedere bedrijfsmaand leverde reeds winst op. De zo mermaanden zijn op 100 per maand geraamd. Wan neer wij steeds per maand meer ontvangen, dan kan de K. E. M. zeggen: „de zaak is rendabel, gij moet dus betalen". Uitvoerig werd de kwestie verder besproken. Beslo ten werd de K E. M. in den door den heer Maas Geesteranus bedoelden geest te schrijven. Na bespreking werd op voorstel van den heer van 't Veer besloten, om aan de vereeniging Gezinsverple ging een subsidie van 25 toe te kennen. De heeren Zwart en v. d. Molen stemden mede voor, doch waren van meening, dat de dokter door de hulp vaa de wijkzusters zijn handen wat te gauw van de pa tiënten terugtrekt en zeker niet zoo hard meer naar arme menschen loopt. Bij het verzoek van de wed. Vaals, om het Groene- laantje naar den Straatweg te beharden, gaf de heer Zwart uiting aan zijn ontevredenheid over den toe stand der wegen. De heer v. d. Molen wees op het slechte weer, op de verkeerde werkwijze van Dirk en verklaarde, dat de wethouders op een leeftijd komen, dat zij niet steeds bij den weg kunnen zijn. De heer van 't Veer stelde voor, om voor de wethou ders een plaatsvervanger aan te wijzen. De heer Maas Geesteranus oordeelde den heer Zwart hiervoor het meest geschikt, hetgeen de heer v. d Molen ook oordeelde. i De heer Zwart was echter van meening, dat de wet houders het zaakje op zich hadden genomen en het nu maar moesten volbrengen ook. De heer v. d. Molen zegde toe bij de eerste gelegen heid den wegwerker naar het wegje bij de wed. Vaals te zullen zenden. In een schrijven aan den Raad wees de heer Bouman er op, dat de Stationsweg volgens de algemeene voor schriften van den Waterstaat was gemaakt. De weg is onder één niveau aangelegd en alle bewoners zijn dan ook zeer tevreden. Voor rijtuigen was het echter noo dig, dat de bermen behard werden. Adressant gaf dit reeds vóór een jaar aan den burgemeester te kennen. Degene die vanwege de gemeente met het toezicht op de wegen belast is, volgde dien raad niet op. De woor den van afkeuring in de vorige zitting over den weg geuit, moeten dan ook niet tot den opzichter gericht worden. De heer v. d. Molen zei, dat dit schrijven ten doel heeft hem een reprimande toe te dienen. Spreker heeft m theorie tegen het leggen van den weg geen bezwaar doch practische bezwaren. De weg zelf is te rond. Dat is het verkeerde. Het beharden van de bermen geeft niet. Wanneer rijtuigen elkander moeten passeeren, dan heeft men het gevaar van omslaan voor men op de oermen is. De heer Zwart was het hiermede eens. Na verder||bespreking werd besloten om het schrij den voor kennisgeving aan te nemen. Uit het jaarverslag van den opzichter bleek, dat de kerktoren door den storm een schade bekomen had, die geraamd werd op 90. Bij onderzoek bleek het kruis vergaan te zija. Hierdoor is het noodig den toren te steigeren, wat alleen een 200 zal kosten. De totale kosten worden thans geraamd op 400. Besloten werd dit werk onder de inwoners aan te besteden. Mede werd besloten de kerk van 't voorjaar te laten witten. De voorzitter deelde hierop mede, dat Gedeputeerde Statgn bezwaar maakten om de begrooting goed te keuren, aangezien zij geen genoegen konden nemen met het schrappen van den post „salaris ambtenaar ter secretarie", groot 500. Gedeputeerden wijzen er op, dat bedoelde ambte naar wel een wenk heeft gekregen om naar een andere betrekking uit te zien, doch hierin ligt geenszins op gesloten, dat hii>ontslagen is. Ook geven naar de mee ning van Gedeputeerden de aangevoerde motieven geen reden tot ontslag. De heer v. d. Molen zei, dat de wethouders na de schorsing van het bekende raadsbesluit op audiëntie zijn geweest bij den Commissaris der Koningin. Men kon toen tot geen oplossing komen en de zaak bleef loopende. Toen Gedeputeerden dit raadsbesluit vernie tigden, volgde op verzoek een bespreking met den Commissaris en de beide wethouders. Wij voerden aan, aldus spr., dat wij den ambtenaar ontslagen wenschten te zien, ten 1ste omdat hij altijd zijn eigen belangen boven die der gemeente stelde, ten koste van üe gemeente, ten 2ae omdat wij hem een zeer verkeerd raausman voor aea ourgemeester-secretaris achten en ten 3de omdat wij nem met genoeg actief achten, ge tuige de vele vergissingen die aimer in üe administra tie plaats hebben. Er werden eenige feiten genoemd, welke spreker óp schrift had en welke hij gaarne voor üe raadsleden ter inzage gaf. Het antwoord van den Commissaris luidde toen: „dan kunt u hem ontslaan. Iemand die zijn werk niet goed doet of waarin u geen vertrouwen stelt, kan worden ontslagen. Doe het echter zoo, dat hij tijd heeft naar iets anders uit te zien." In de vergadering van B. en W. in Juli 1914, naar ik meen den 6den dier maand, zoo vervolgde spreker, werd besloten genoemden ambtenaar ontslag te ver- leenen tegen 31 December, waarin door ons wethou ders werd gefoudeerd, daar wij hem hebben willen binnenroepen om hem dit besluit persoonlijk mede te deelen. Dit werd door den heer burgemeester persoon lijk tegengehouden, die, omdat hij vermoedelijk bang was voor een scène (welke hier meer voorvallen), op zich nam hem persoonlijk dit besluit ter kennis te zul len brengen, waarom dit door ons niet officieel en scüriftelijk is geëischt. In de vergadering van 15 October werd besloten om de post voor den ambtenaar groot 500, te schrappen en daarvoor in de plaats te zetten een post voor schrijfloonen groot 250. De ambtenaar nam hierop den Bond van Gemeente ambtenaren in den arm en deze protesteerde bij H. M. de Koningin tegen het door hem en ook door vele cou ranten genoemde „ongemotiveerde ontslag". Hierdoor erkende hij wettelijk ontslagen te zijn. Eenige dagen daarna teekenden B. en W. de begroo- iing en de memorie van toelichting, welke echter nog oningevuld was Dit geschiedde geheel ter goeder trouw, doch dit bleek onze tweede fout, want zeer waarschijnlijk kreeg de ambtenaar de memorie ter in vulling en verzending en daardoor de gelegenheid om er in te vermelden wat hij wilde. Spreker stelde daarom voor deze memorie en het schrijven van Gedeputeerde Staten te onderzoeken, al vorens tot het nemen van een besluit over te gaan. Spreker had de overtuiging, dat de vorige Commissa ris der Koningin geheel accoord ging met de houding van de wethouders. Spreker veronderstelde, dat de Commissaris-verwisseling verband houdt met de te rugzending van de begrooting. In de vergadering van 3 Januari werd aan den amb tenaar een door B. en W. geteekend schrijven, waarin stond, dat hij met ingang van 31 December was ont slagen, ter hand gesteld en met de woorden „dank je wel" door dezen aangenomen. Spreker concludeerde, dat er geen gemeente-ambte naar meer bestaat, doch dat de heer Blankesteijn in dienst is van den secretaris. De voorzitter merkte op, dat in de mede door de wethouders geteekende notulen van de vergadering van B. en W. van 6 Juli staat, „dat de voorzitter op zich nam om den ambtenaar mede te deelen, dat hij naar een andere betrekking moet uitzien" en dit is geschied. De heer v. d. Molen„Dat is onze fout en dat erken ik ruiterlijk, maar hij moest naar een andere betrek king uitzien en daar staat in „hem den raad geven dat hij naar een andere betrekking moest uitzien". Hr heeft zijn ontslag aangenomen met de woorden „dank je wel" in tegenwoordigheid van de wethouders." De voorzitter: „Maar Gedeputeerde Staten maken hoofdzakelijk bezwaar tegen het afvoeren van het sala ris voer den ambtenaar ter secretarie. Welke ambtenaar doet er minder toe." De heer Maas Geesteranus oordeelde, dat de zaak naast de kwestie staat, aangezien B. en W. den ambte naar benoemen. De Raad bepaalt slechts het salaris. De heer v. d. Molen„Ik ontzeg Gedeputeerde Sta ten het recht om te zeggen: dé ambtenaar moet er wèl blijven. De motieven die wij bij den heer van Leeuwen aanvoerden, deden hem zeggen: „zoo moet je hande len." De voorzitter geloofde wel dat de ambtenaar ont slagen is. Hij heeft het briefje ook gekregen, maar hij kan tegen de wettigheid van het ontslag opkomen. De heer v. d. Molen„Hoe moet het dan wettig zijn?" De voorzitter: „Dat zal door Gedeputeerden of de Kroon wel bepaald worden. Dit is echter niet de kwes- toe met de begrooting." De heer Maas Geesteranus stelde voor om de 500 .vel op de begrooting te brengen en de 250 voor schrijfloonen te schrappen. Is er dan geen ambtenaar, dan wordt dit geld eenvoudig niet uitbetaald. De heer v. d. Molen: „Daar heb ik niets tegen". De heer van 't Veer: „Maar Gedeputeerden zeggen toch in hun schrijven, dat de motieven, die tegen den ambtenaar zijn aangevoerd, geen reden geven tot ont slag." De heer v. d. Molen„Maar de heer van Leeuwen heeft toch gezegd„als wij iemand niet willen hebben, Jan sturen wij hem toch weg". Na eenige verdere besprekingen werd op voorstel van den heer Maas Geesteranus besloten, dat B. en W. spoedig bij den nieuwen Commissaris der Koningin een audiëntie zullen aanvragen en de zaak zoo lang aan te houden. De voorzitter zegde toe, de volgende vergadering alsdan uiterlijk in het begin van Maart te zullen hou- deen. De rekening van het Algemeen Armbestuur werd hierna in ontvangst en uitgave op een bedrag van 3076,085 vastgesteld. De post onvoorziene uitgaven bedroeg 107.365. De heer v. d. Molen wees er op, dat de verloskundi ge bij het Armbestuur voor een verlossing 7,50 in rekening bracht, terwijl zij het steuncomité 5 bere kende. De voorzitter deelde mede, dat de Bond van Verlos kundigen een minimum-tarief van 7,50 voorschrijft. De verloskundige berekende het steuncomité 5 om dat zij haar deel in de mobilisatie ook wilde bijdra gen. Spreker stelde voor om te bepalen, dat de verlos kundige de menschen die op de dokterslijst voorko men, moet behandelen voor ƒ5, aangezien ze 300 salaris van de gemeente heeft. Men diende echter een goede verloskundige op prijs te stellen. De heer v. d. Molen was het hiermede eens, terwijl de heer Maas Geesteranus deed uitkomen, dat de ver loskundige fatsoenlijk moet kunnen leven. Tot leden van het stembureau, waarschijnlijk noodig wegens periodieke aftreding van de raadsleden Maas Geesteranus en Mulder, werden de heeren Bakker en Zwart gekozen. De heer Zwart vestigde bij de rondvraag nogmaals de aandacht op de wegen. De heer van 't Veer vroeg hoe het kwam, dat sommi ge gezinnen van landweermannen zoo weinig vergoe ding kregen. Spreker kent een gezin, dat met moeite een knecht van 3 betaalt, hetwelk maar 15 cent per dag krijgt. De voorzitter zeide, dat hij meermalen den minister adviseerde, om dit gezin overeenkomstig het verzoek 50 cent per dag ie geven. Tot nog toe had dit geen succes. In deze zijn er echter wel meer wonderlijke dingen bij den Minister. Het gezin krijgt echter thans van liet steuncomité ook 25 cent per dag. Neg drong de heer van ft Veer aan op meerdere pu bliciteit bij een evenmeeie boomenverkooping. Nadat de heer van 't Veer hierop inlichtingen beko men had, werd de vergadering, die om 10 uur aanving, te 1 uur gesloten. UIT BERGEN. Deze gemeente is in staat van beleg verklaard; voor de beteekenis hiervan verwijzen we naar het arti kel aan het hoofd van het blad. UIT KOEDIJK. Maandagnamiddag had alhier, naar we door een toevallige omstandigheid eerst thans kunnen berichten, de teraardebestelling plaats van den heer IJ. Bruijn, in leven wethouder onzer gemeente. Van af het raad huis brach tde gemeenteraad hem de laatste eer. De overledene was vanaf 1883 lid van den raad, van 1894 af wethouder, van 1880 af lid van het bestuur der ban- ne Koedijk en sinds 1888 voorzitter, van af 1884 hoofd ingeland van het Geestmerambacht Oosterdijk en Mo- lengeersen, van 1894 tot 1901 hoofdingeland van het ambacht van West-Friesland, genaamd Geestmeram bacht, en hoogheemraad van hetzelfde college van 1901 tot 1911. De overledene heeft een zeer werkzaam leven achter zich. UIT WEST-GRAFTDIJK. Woensdagavond j.l. gaf het fanfarecorps „Graftdijk" de 2e uitvoering in dit seizoen voor donateurs en ge- noodigden in het lokaal van den heer-Van Marie. De weersomstandigheden in aanmerking genomen, was de zaal vrij goed bezet. De 10 muziekstukken werden on der leiding van den directeur, den heer A. Vink, zeer goed uitgevoerd. De muziek werd afgelisseld door voordrachten van de leden van de Rederijkerskamer „O. V.", alhier. Deze voordrachten waren getiteld: „Een brave Hendrik", „In de Wachtkamer", „In doods angst" en „Een dag getrouwd en mijn vrouw is zoek". Zoowel de muziek als de voordrachten verschaften den bezoekers een aangenamen avond. Een gezellig bal, dat tot omstreeks 2 uur duurde, besloot dezen avond UIT ZUID-SCHARWOUDE. In café „de Roo-de Leeuw" vergaderde onder Voor zitterschap van den heer Teriet, voor de eerste maal de afd. Zuid-Scharwoude Broek op Langendijk van den Bond voor Staatspensionneering. Het bestuur werd definitief aldus gevormdde hee ren Ds. Teriet, Voorz.W. C. Bouwman, Vice-Voorz.; A. Kist, Secret.; H. Stins, Penningmeester; J. de Ruiter Pz. en P. Glas, Commissarissen. Bode werd de heer P. Schoenmaker. Een reglement werd vastge steld. Men besloot te Broek op Langendijk in Maart a s. eene propagandevergadering te houden, waarbij ds. Damsté van Dirkshom als spreker wordt uitge- noodigd. KORTE BERICHTEN. Te Kourdekerke is op bijna 100-jarigen leeftijd overleden de heer P. Loeff, oud-notaris. Nader meldt de Msb„ dat van een moord aan de Nederlandsche grens bij Weert, waarvan een Duitsche landweerman het slachtoffer zou zijn geworden geen sprake is. Wel was er een incidentje, doch bloed heeft er niet gevloeid. HET FRANSCHE COMMUNIQUé. PARIJS, 12 Febr. (Officieel). De vijand heeft Nieuwpoort en de oevers van de Yser hevig beschoten. Het vijandelijk vuur dat slechts ge ringe schade aanrichtte werd door ons met kracht beantwoord. In de Argonne deden de Duitschers bij Bagatel le een aanval op onze stellingen. Zij rukten op in vier kolonnen over een front van 400 Meter. Onze artillerie en infanterie bracht den aanval tot staan De Duitschers verloren een groot aantal dooden. In de Vogezen ten Zuiden van Qhutsau Leuze en ten noorden van de St. Mariepas namen wij bij verrassing een vijandelijken loopgraaf. Op verscheidene punten van het front had een hevig artillerieduel plaats. TROEPENVERPLAATSINGEN. TURNHOUT, 12 Febr. (Part.) Uit Leuven verneem ik het volgende: Van 16 Februari had den aanzienlijke troepenverplaatsingen plaats van Vlaanderen naar het Oosten. Het treinverkeer dat drie dagen was stopgezet naar het Zuiden, is nu weer geopend echter alleen voor het militaire vervoer. Het heette, dat hier de troepen over de lijn naar Weert-St. George naar het front in Noord-Frankrijk zouden gebracht worden, maar in waarheid zijn alle manschappen over Hoey naar Duitsehland gevoerd. Aanzienlijke troepen machten zijn aan het Westerfront onttrokken. Woensdagnacht zijn hier drie treinen waarin naar schatting 4000 militairen, aangekomen en werden hier van vaandels voorzien. HET RUSSISCHE COMMUNIQUé. PETROG RAD, 12 Febr. (Officieel). In Oost- Pruisen is de concentratie van sterke Duitsche troepenmachten geconstateerd. Deze troepen zijn tot het offensief overgegaa nvooral in de richting van Wilkowiski en Lyck. De aanwezigheid van nieuwe formaties welke uit het midden van Duitsehland zijn gekomen is vastgesteld. Onze troepen trekken zich terug van de linie van de Ma- soerische meren naar de grens, terwijl zij den vij and tegenhouden. Aan den rechteroever van de Weichsel hadden gevechten plaats in de richting van Myszinetz en Ostrolenka en in de streek van Serpez aan de ri vier de Skrwa. Aan den linkeroever van de Weich sel had slechts een artillerie gevecht plaats. In de Karpathen deed -de vijand aanvallen ten westen van Mezo Laborcz, in de richting van Sa- blonof, ten oosten van den Oesokpas en op dé hoogten van Zoninifka. Deze aanvallen werden met succes afgeslagen. Na een hardnekkig ge vecht hebben wij de hoogten bij Rabbe ten Oosten van de Loepkowpas genomen, waarbij ogneveer 1000 man en 1 kanon in onze handen vielen. DE RUSSEN TREKKEN UIT OOST-PRUISEN TERUG. PETROG RAD, 12 Febr. Men heeft vastge steld, dat de Duitschers vier nieuwe legercorpsen hebben gevormd gedeeltelijk van troepen aan het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 2