Yan het westelijk oorlogsterren.
Van liet oostelijk oorlogsterreln.
Telegrammen yan heden.
het bevel tot ontruiming van Sluis door de Belgische
vluchtelingen.
Een adres van belanghebbenden uit de burgerij heeft
dit verzoek ondersteund en voorloopig is een langer
verblijf toegestaan, terwijl het verzoek nader ernstig
overwogen zal worden.
EERSTE KAMER.
In de gisteren gehouden zitting der Eerste Kamer
werd de begrooting van Binnenlandsche zaken goedge
keurd, nadat de minister van binnenlandsche zaken, de
heer Cort van der Linden op vragen van verschillende
leden had geantwoord, dat zoolang de beslissing der
Kroon inzake de N. Brab. electriciteitskwestie niet be
kend is, hij zich over de electriciteitskwestie niet kan
uitlaten. Ongetwijfeld is de kwestie voor Noord-Bra
bant van overwegend belang en het provinciaal bestuur
heeft zich met groote energie aan deze kwestie gewijd.
Voor spreker is de groote vraag of Ged. Staten bij de
behartiging van het provinciaal belang bevoegd zijn,
gezag uit te oefenen over het belang der gemeente. De
Grondwet geeft niet aan wat de grens van de ge
meentelijke en wat de grens van de provinciale autono
mie is. Uit geen enkele bepaling aer Grondwet is af
te leiden, dat de gemeente staat onder de provincie.
Keurt de Kroon de verordening van Noord-Brabant
niet goed, dan zal de regeering moeten overwegen
krachtens art. 167 der provinciale wet 'n wetsontwerp
tot intrekking van de goedkeuring der. verordeningen
voor Friesland in te dienen.
Spreker vertrouwde, dat het voorloopig rapport der
bevredigingscommissie tijdig genoeg zal verschijnen
om gelijk met het kiesrechtvraagstuk behandeld te kun
nen worden.
ANTWOORD OP SCHRIFTELIJKE VRAAO.
De vragen van den heer Juten. Inzake de door het
Tweede Kamerlid Juten aan den Minister van Oorlog
gestelde vragen betreffende de viering door militairen
van een R.-K. feestdag heeft de min. van oorlog ge
antwoord, dat door den Opperbevelhebber van Land
en Zeemacht geen orders zijn uitgegeven omtrent de
wijze, waarop de feestdag der H. H. Drie Koningen op
6 Jan. door de Roomsch-Katholieke militairen moest
worden doorgebracht.
Ingevolge een regeling betreffende de viering van
kerkelijke feestdagen van 1912 (Ree. Mil. bl. 868),
wordt de tweede Kerstdag niet als feestdag be
schouwd voor de Roomsch-Katholieke militairen.
Deze regeling kwam tot stand in overleg met de ker
kelijke overheid.
Dat voor de Israëlietische militairen de feestdagen
zorgvuldig in acht genomen worden, is den minister
bekend.
In geen van de drie voorgaande punten kan eenig
optreden van de Opperbevelhebber sprake zijn, ook dus
niet van een optreden, dat als krenkende, achterstel
ling" van de Roomsch Katholieken zou kunnen aange
merkt worden.
Het had, naar de meening van den minister aanbe
veling verdiend, indien een zoo ernstige en zoo geheel
ongemotiveerde blaam op de hoogste legerautoriteit
achterwege waren gebleven."
MOND- EN KLAUWZEER.
In de regeeringsmededeeling betreffende het mond
en klauwzeer wordt er op gewezen, dat de 7 gevallen
in Zoeterwoude en omstreken op zich zelf minder ver
ontrustend zijn dan de geringe medewerking, die al
daar van de veehouders in het algemeen wordt onder
vonden. De eigenaars der besmette boerderijen ont
zien zich niet tegen het advies van den districts-veearts
hun erf te verlaten, één zelfs werd op de markt aange
troffen. Hier zullen de commissies van waakzaamheid
veel goed werk kunnen verrichten.
IAR BRENGEN VAN DE ONZIJDIGHEID
Voor de rechtbank te Groniigea stond terecht
een kantoorbediende, wonende te Hoogkerk, ter
zake dat hij in het begin van Januari opzettelijk de
Onzijdigheid van Nederland in gevaar heeft gebracht
door twee Engelsche officieren, Lokwood en Han-
worth, die te Groningen geïnterneerd waren, be
hulpzaam te zijn geweest bij de omtviuehting, door
hen in nui naeht van 8 op 9 Januari te vervoeren
in een auto van Groningen naar Utrecht, onderweg
orders gevende en geld betalende.
Onder tneer werd als getuige gehoord de luit.-
kolonel der marine P. J. van Trooyen, vroeger com-
oaandRi van het interneeringsdepöt, tijdens wiens
getuigenis de deuren op verzoek van den ambte
naar vat) het O. M. gesloten werden.
Het Openbaar Ministerie, waargenomen door mr.
Steeniack, eischte tegen bekl. acht maanden gevan
genisstraf, met aftrek van voorloopige hechtenii.
De verdediger mr. E. D. H. Schutter concludeerde
tot vrijspraak, subsidiair ontslag van rechtsvervolging,
en vroeg de onmiddellijke invrijheidstelling, die door
de rechtbank geweigerd werd. De uitspraak is 18
Februari.
UIT HEILOO.
Gistermorgen vergaderde de Raad. Afwezig we
gens ongesteldheid de heeren Butter en Bakker.
Na lezing van de notulen, die van 15 October waren,
merkte de i.eer van 't Veer op, dat een raadslid moeie-
lijk na vier maanden kon nagaan of deze notulen juist
waren, spreker drong op het geregelder houden van
vergaderingen aan.
Het verzoek van den heer Roman om zijn perceel bij
het net ar ie sluiten, welke aansluiting 150 zou kos
ten, van welke kosten adressant 60 wilde betalen,
terwijl hij zich tevens bereid verklaarde om voor de
aansluiting van vier voor hem te bouwen perceelen
60 te betalen, werd na uitvoerige bespreking op
voorstel van den heer Maas Geesteranus in handen
van den administrateur gesteld om advies.
Van de heeren P. Smit en J. Bakker was het verzoek
ingekomen om de door hen bewoonde perceelen ook
in het plan van uitbreiding op te nemen.
De voorzitter deelde mede, dat de uitbreiding van
den Oosterzij 1350 en die van den Rijksstraatweg
1300 zal kosten.
De heer v. d. Molen merkte op, dat de kostenbereke
ning van den administrateur voor de Oosterzij 1900
bedroeg.
De voorzitter zei, dat de rentabiliteit van de uitbrei
ding eischt, dat ieder aan te sluitene 20 licht ver
bruikt. B. en W. vinden dit wat hoog en zijn bovendien
niet voor uitbreiding in den blinde. Het komt hun
wenschelijker voor, eerst het resultaat van het bedrijf
over een geheel jaar af te wachten.
De heer Zwart was tegen uitstel, spreker wees er
op, dat het maken van een installatie bij een boer het
best kan geschieden indien het hooi niet thuis is. ƒ20
mag hoog zijn, doch een boer gebruikt gemakkelijk
voor 40. Spr. was voor uitbreiding, onder voor
waarde dat de belanghebbenden een zoodanig gebruik
garandeeren, dat de uitbreiding de gemeente geen geld
behoeft te kosten.
Besloten werd om den administrateur op te dragen,
in overleg met de K. E. M., een nauwkeurige kosten
berekening te maken en de heeren Bakker en Smit te
berichten, dat zij een verbruiksbedrag hebben te garan
deeren ter dekking van de kosten.
Ook het verzoek van den heer de Vries om den Hol-
leweg als kortste weg naar het Station te verlichten,
werd ter advies naar den administrateur verwezen.
Uit den maandstaat over het electrisch bedrijf van
Januari bleek, dat aan licht 681,30 was ontvangen.
Dit bedrag was begroot op 650. Neemt men in aan
merking, dat een dee! van de aangeslotenen hun aan
sluiting in de tweede helft van Januari kregen, dan is
dit resultaat gunstig, aldus de voorzitter.
De «jemeenie teil ilians 318 aangeslotenen.
In zijn verslag over het atgeleopen jaar wijst de ad
ministrateur er op, dat Heiloo II den 16den Augustus
en Heilo I den 13den September 1914 onder stroom is
gebracht.
Op het einde van 1914 waren totaal 11305 K. W. U.
verbruikt. De K. E. M. ontving hiervoor 348,75
Over 1915 rust er op de gemeente een maximale be
lasting van 1752.
De gemeente betaalde alles bijeen genomen 886,42
en ontving terug aan stroom 1786,42, aan meterhuur
178,80, totaal 1965,21, waarbij nog voor straat
verlichting komt 296 en voor verlichting gemeente-
gebouwen 11, samen 2272,21.
In September 1914 waren er 185 aansluitingen, in
October 237, in November 263, in December 282, ter
wijl de gemeente thans 316 aansluitingen heeft.
De heeren Maas Geesteranus, cn van 't Veer werden
tot leden van de commissie van bijstand voor het elec
trisch bedrijf gekozen.
Besloten werd om de maatschappij „Nijenburg" te
verzoeken de bepalingen in de acte betreffende het
recht van plaatsing van straatlantaarns op de terrei
nen van de maatschappij, zoodanig te wijzigen, dat me
de bepaald wordt, dat het rooien van boomen die ge
vaar voor het net opleveren, geschied in overleg met
de administratie van het electrisch bedrijf.
De voorzitter deelde hierop mede, dat voor het elec
trisch bedrijf nog een leenïng van 7500 moest wor
den aangegaan. Dit was noodig omdat men reeds 118
aansluitingen meer verkregen had dan bij de begroo
ting was geraamd. Hierdoor was aan lichtpunten al
leen al 2360 meer uitgegeven. Bovendien kreeg de
gemeente op de leening van 30.000 door het koers
verschil 300 minder en moest men aan den heer Pot
voor het overplaatsen van zijn telefoonlijn 220 beta
len. Voor de aansluitingen werd 2630 meer betaald.
Bij dit alles kwam het bedrag voor 118 meters, die
hun rente echter ruim opbrengen.
Spreker was overtuigd, dat wat het bedrijf betrof te
gen deze leening geen bezwaren konden bestaan, er
was reeds in de eerste drie maanden een winst van
500 gemaakt. Spreker stelde voor deze leening k
pari tegen 5V2 pet. rente voor minstens vijf jaar aan te
gaan bij het Pensioenfonds voor Weduwen en Weezen
van Indische ambtenaren en de aflossing te stellen op
250.
Na eenige bespreking werd met algemeene stemmen
hiertoe besloten.
De heer Maas Geesteranus gaf hierna zijn verwon
dering te kennen, dat reeds stroom aan de K. E. M.
betaald werd, terwijl het contract voorschrijft, dat
zulks pas dan noodig was, indien het bedrijf rendabel
was. Spreker vond, dat men gebruik moest maken van
deze gunstige bepaling en ze in dezen tijd niet moest
laten ontglippen.
De voorzitter vreesde, dat de K. E. M. hiermede wel
geen genoegen zou nemen, de vrees van den heer Maas
Geesteranus was wel gegrond indien men maar een
160 aansluitingen had.
De stroom kost de gemeente 7% cent en ze ontvangt
er 25 cent voor.
Iedere bedrijfsmaand leverde reeds winst op. De zo
mermaanden zijn op 100 per maand geraamd. Wan
neer wij steeds per maand meer ontvangen, dan kan
de K. E. M. zeggen: „de zaak is rendabel, gij moet
dus betalen".
Uitvoerig werd de kwestie verder besproken. Beslo
ten werd de K E. M. in den door den heer Maas
Geesteranus bedoelden geest te schrijven.
Na bespreking werd op voorstel van den heer van
't Veer besloten, om aan de vereeniging Gezinsverple
ging een subsidie van 25 toe te kennen.
De heeren Zwart en v. d. Molen stemden mede voor,
doch waren van meening, dat de dokter door de hulp
vaa de wijkzusters zijn handen wat te gauw van de pa
tiënten terugtrekt en zeker niet zoo hard meer naar
arme menschen loopt.
Bij het verzoek van de wed. Vaals, om het Groene-
laantje naar den Straatweg te beharden, gaf de heer
Zwart uiting aan zijn ontevredenheid over den toe
stand der wegen.
De heer v. d. Molen wees op het slechte weer, op de
verkeerde werkwijze van Dirk en verklaarde, dat de
wethouders op een leeftijd komen, dat zij niet steeds
bij den weg kunnen zijn.
De heer van 't Veer stelde voor, om voor de wethou
ders een plaatsvervanger aan te wijzen.
De heer Maas Geesteranus oordeelde den heer
Zwart hiervoor het meest geschikt, hetgeen de heer v.
d Molen ook oordeelde. i
De heer Zwart was echter van meening, dat de wet
houders het zaakje op zich hadden genomen en het
nu maar moesten volbrengen ook.
De heer v. d. Molen zegde toe bij de eerste gelegen
heid den wegwerker naar het wegje bij de wed. Vaals
te zullen zenden.
In een schrijven aan den Raad wees de heer Bouman
er op, dat de Stationsweg volgens de algemeene voor
schriften van den Waterstaat was gemaakt. De weg is
onder één niveau aangelegd en alle bewoners zijn dan
ook zeer tevreden. Voor rijtuigen was het echter noo
dig, dat de bermen behard werden. Adressant gaf dit
reeds vóór een jaar aan den burgemeester te kennen.
Degene die vanwege de gemeente met het toezicht op
de wegen belast is, volgde dien raad niet op. De woor
den van afkeuring in de vorige zitting over den weg
geuit, moeten dan ook niet tot den opzichter gericht
worden.
De heer v. d. Molen zei, dat dit schrijven ten doel
heeft hem een reprimande toe te dienen. Spreker heeft
m theorie tegen het leggen van den weg geen bezwaar
doch practische bezwaren. De weg zelf is te rond. Dat
is het verkeerde. Het beharden van de bermen geeft
niet. Wanneer rijtuigen elkander moeten passeeren,
dan heeft men het gevaar van omslaan voor men op de
oermen is.
De heer Zwart was het hiermede eens.
Na verder||bespreking werd besloten om het schrij
den voor kennisgeving aan te nemen.
Uit het jaarverslag van den opzichter bleek, dat de
kerktoren door den storm een schade bekomen had, die
geraamd werd op 90. Bij onderzoek bleek het kruis
vergaan te zija. Hierdoor is het noodig den toren te
steigeren, wat alleen een 200 zal kosten. De totale
kosten worden thans geraamd op 400.
Besloten werd dit werk onder de inwoners aan te
besteden.
Mede werd besloten de kerk van 't voorjaar te laten
witten.
De voorzitter deelde hierop mede, dat Gedeputeerde
Statgn bezwaar maakten om de begrooting goed te
keuren, aangezien zij geen genoegen konden nemen
met het schrappen van den post „salaris ambtenaar
ter secretarie", groot 500.
Gedeputeerden wijzen er op, dat bedoelde ambte
naar wel een wenk heeft gekregen om naar een andere
betrekking uit te zien, doch hierin ligt geenszins op
gesloten, dat hii>ontslagen is. Ook geven naar de mee
ning van Gedeputeerden de aangevoerde motieven
geen reden tot ontslag.
De heer v. d. Molen zei, dat de wethouders na de
schorsing van het bekende raadsbesluit op audiëntie
zijn geweest bij den Commissaris der Koningin. Men
kon toen tot geen oplossing komen en de zaak bleef
loopende. Toen Gedeputeerden dit raadsbesluit vernie
tigden, volgde op verzoek een bespreking met den
Commissaris en de beide wethouders. Wij voerden
aan, aldus spr., dat wij den ambtenaar ontslagen
wenschten te zien, ten 1ste omdat hij altijd zijn eigen
belangen boven die der gemeente stelde, ten koste van
üe gemeente, ten 2ae omdat wij hem een zeer verkeerd
raausman voor aea ourgemeester-secretaris achten en
ten 3de omdat wij nem met genoeg actief achten, ge
tuige de vele vergissingen die aimer in üe administra
tie plaats hebben. Er werden eenige feiten genoemd,
welke spreker óp schrift had en welke hij gaarne voor
üe raadsleden ter inzage gaf.
Het antwoord van den Commissaris luidde toen:
„dan kunt u hem ontslaan. Iemand die zijn werk niet
goed doet of waarin u geen vertrouwen stelt, kan
worden ontslagen. Doe het echter zoo, dat hij tijd heeft
naar iets anders uit te zien."
In de vergadering van B. en W. in Juli 1914, naar
ik meen den 6den dier maand, zoo vervolgde spreker,
werd besloten genoemden ambtenaar ontslag te ver-
leenen tegen 31 December, waarin door ons wethou
ders werd gefoudeerd, daar wij hem hebben willen
binnenroepen om hem dit besluit persoonlijk mede te
deelen. Dit werd door den heer burgemeester persoon
lijk tegengehouden, die, omdat hij vermoedelijk bang
was voor een scène (welke hier meer voorvallen), op
zich nam hem persoonlijk dit besluit ter kennis te zul
len brengen, waarom dit door ons niet officieel en
scüriftelijk is geëischt.
In de vergadering van 15 October werd besloten om
de post voor den ambtenaar groot 500, te schrappen
en daarvoor in de plaats te zetten een post voor
schrijfloonen groot 250.
De ambtenaar nam hierop den Bond van Gemeente
ambtenaren in den arm en deze protesteerde bij H. M.
de Koningin tegen het door hem en ook door vele cou
ranten genoemde „ongemotiveerde ontslag". Hierdoor
erkende hij wettelijk ontslagen te zijn.
Eenige dagen daarna teekenden B. en W. de begroo-
iing en de memorie van toelichting, welke echter nog
oningevuld was Dit geschiedde geheel ter goeder
trouw, doch dit bleek onze tweede fout, want zeer
waarschijnlijk kreeg de ambtenaar de memorie ter in
vulling en verzending en daardoor de gelegenheid om
er in te vermelden wat hij wilde.
Spreker stelde daarom voor deze memorie en het
schrijven van Gedeputeerde Staten te onderzoeken, al
vorens tot het nemen van een besluit over te gaan.
Spreker had de overtuiging, dat de vorige Commissa
ris der Koningin geheel accoord ging met de houding
van de wethouders. Spreker veronderstelde, dat de
Commissaris-verwisseling verband houdt met de te
rugzending van de begrooting.
In de vergadering van 3 Januari werd aan den amb
tenaar een door B. en W. geteekend schrijven, waarin
stond, dat hij met ingang van 31 December was ont
slagen, ter hand gesteld en met de woorden „dank je
wel" door dezen aangenomen.
Spreker concludeerde, dat er geen gemeente-ambte
naar meer bestaat, doch dat de heer Blankesteijn in
dienst is van den secretaris.
De voorzitter merkte op, dat in de mede door de
wethouders geteekende notulen van de vergadering van
B. en W. van 6 Juli staat, „dat de voorzitter op zich
nam om den ambtenaar mede te deelen, dat hij naar
een andere betrekking moet uitzien" en dit is geschied.
De heer v. d. Molen„Dat is onze fout en dat erken
ik ruiterlijk, maar hij moest naar een andere betrek
king uitzien en daar staat in „hem den raad geven dat
hij naar een andere betrekking moest uitzien". Hr
heeft zijn ontslag aangenomen met de woorden „dank
je wel" in tegenwoordigheid van de wethouders."
De voorzitter: „Maar Gedeputeerde Staten maken
hoofdzakelijk bezwaar tegen het afvoeren van het sala
ris voer den ambtenaar ter secretarie. Welke ambtenaar
doet er minder toe."
De heer Maas Geesteranus oordeelde, dat de zaak
naast de kwestie staat, aangezien B. en W. den ambte
naar benoemen. De Raad bepaalt slechts het salaris.
De heer v. d. Molen„Ik ontzeg Gedeputeerde Sta
ten het recht om te zeggen: dé ambtenaar moet er wèl
blijven. De motieven die wij bij den heer van Leeuwen
aanvoerden, deden hem zeggen: „zoo moet je hande
len."
De voorzitter geloofde wel dat de ambtenaar ont
slagen is. Hij heeft het briefje ook gekregen, maar hij
kan tegen de wettigheid van het ontslag opkomen.
De heer v. d. Molen„Hoe moet het dan wettig
zijn?"
De voorzitter: „Dat zal door Gedeputeerden of de
Kroon wel bepaald worden. Dit is echter niet de kwes-
toe met de begrooting."
De heer Maas Geesteranus stelde voor om de 500
.vel op de begrooting te brengen en de 250 voor
schrijfloonen te schrappen. Is er dan geen ambtenaar,
dan wordt dit geld eenvoudig niet uitbetaald.
De heer v. d. Molen: „Daar heb ik niets tegen".
De heer van 't Veer: „Maar Gedeputeerden zeggen
toch in hun schrijven, dat de motieven, die tegen den
ambtenaar zijn aangevoerd, geen reden geven tot ont
slag."
De heer v. d. Molen„Maar de heer van Leeuwen
heeft toch gezegd„als wij iemand niet willen hebben,
Jan sturen wij hem toch weg".
Na eenige verdere besprekingen werd op voorstel
van den heer Maas Geesteranus besloten, dat B. en W.
spoedig bij den nieuwen Commissaris der Koningin
een audiëntie zullen aanvragen en de zaak zoo lang
aan te houden.
De voorzitter zegde toe, de volgende vergadering
alsdan uiterlijk in het begin van Maart te zullen hou-
deen.
De rekening van het Algemeen Armbestuur werd
hierna in ontvangst en uitgave op een bedrag van
3076,085 vastgesteld. De post onvoorziene uitgaven
bedroeg 107.365.
De heer v. d. Molen wees er op, dat de verloskundi
ge bij het Armbestuur voor een verlossing 7,50 in
rekening bracht, terwijl zij het steuncomité 5 bere
kende.
De voorzitter deelde mede, dat de Bond van Verlos
kundigen een minimum-tarief van 7,50 voorschrijft.
De verloskundige berekende het steuncomité 5 om
dat zij haar deel in de mobilisatie ook wilde bijdra
gen. Spreker stelde voor om te bepalen, dat de verlos
kundige de menschen die op de dokterslijst voorko
men, moet behandelen voor ƒ5, aangezien ze 300
salaris van de gemeente heeft. Men diende echter een
goede verloskundige op prijs te stellen.
De heer v. d. Molen was het hiermede eens, terwijl
de heer Maas Geesteranus deed uitkomen, dat de ver
loskundige fatsoenlijk moet kunnen leven.
Tot leden van het stembureau, waarschijnlijk noodig
wegens periodieke aftreding van de raadsleden Maas
Geesteranus en Mulder, werden de heeren Bakker en
Zwart gekozen.
De heer Zwart vestigde bij de rondvraag nogmaals
de aandacht op de wegen.
De heer van 't Veer vroeg hoe het kwam, dat sommi
ge gezinnen van landweermannen zoo weinig vergoe
ding kregen. Spreker kent een gezin, dat met moeite
een knecht van 3 betaalt, hetwelk maar 15 cent per
dag krijgt.
De voorzitter zeide, dat hij meermalen den minister
adviseerde, om dit gezin overeenkomstig het verzoek
50 cent per dag ie geven. Tot nog toe had dit geen
succes. In deze zijn er echter wel meer wonderlijke
dingen bij den Minister. Het gezin krijgt echter thans
van liet steuncomité ook 25 cent per dag.
Neg drong de heer van ft Veer aan op meerdere pu
bliciteit bij een evenmeeie boomenverkooping.
Nadat de heer van 't Veer hierop inlichtingen beko
men had, werd de vergadering, die om 10 uur aanving,
te 1 uur gesloten.
UIT BERGEN.
Deze gemeente is in staat van beleg verklaard;
voor de beteekenis hiervan verwijzen we naar het arti
kel aan het hoofd van het blad.
UIT KOEDIJK.
Maandagnamiddag had alhier, naar we door een
toevallige omstandigheid eerst thans kunnen berichten,
de teraardebestelling plaats van den heer IJ. Bruijn,
in leven wethouder onzer gemeente. Van af het raad
huis brach tde gemeenteraad hem de laatste eer. De
overledene was vanaf 1883 lid van den raad, van 1894
af wethouder, van 1880 af lid van het bestuur der ban-
ne Koedijk en sinds 1888 voorzitter, van af 1884 hoofd
ingeland van het Geestmerambacht Oosterdijk en Mo-
lengeersen, van 1894 tot 1901 hoofdingeland van het
ambacht van West-Friesland, genaamd Geestmeram
bacht, en hoogheemraad van hetzelfde college van 1901
tot 1911. De overledene heeft een zeer werkzaam leven
achter zich.
UIT WEST-GRAFTDIJK.
Woensdagavond j.l. gaf het fanfarecorps „Graftdijk"
de 2e uitvoering in dit seizoen voor donateurs en ge-
noodigden in het lokaal van den heer-Van Marie. De
weersomstandigheden in aanmerking genomen, was de
zaal vrij goed bezet. De 10 muziekstukken werden on
der leiding van den directeur, den heer A. Vink, zeer
goed uitgevoerd. De muziek werd afgelisseld door
voordrachten van de leden van de Rederijkerskamer
„O. V.", alhier. Deze voordrachten waren getiteld:
„Een brave Hendrik", „In de Wachtkamer", „In doods
angst" en „Een dag getrouwd en mijn vrouw is zoek".
Zoowel de muziek als de voordrachten verschaften den
bezoekers een aangenamen avond. Een gezellig bal,
dat tot omstreeks 2 uur duurde, besloot dezen avond
UIT ZUID-SCHARWOUDE.
In café „de Roo-de Leeuw" vergaderde onder Voor
zitterschap van den heer Teriet, voor de eerste maal
de afd. Zuid-Scharwoude Broek op Langendijk van
den Bond voor Staatspensionneering.
Het bestuur werd definitief aldus gevormdde hee
ren Ds. Teriet, Voorz.W. C. Bouwman, Vice-Voorz.;
A. Kist, Secret.; H. Stins, Penningmeester; J. de
Ruiter Pz. en P. Glas, Commissarissen. Bode werd
de heer P. Schoenmaker. Een reglement werd vastge
steld. Men besloot te Broek op Langendijk in Maart
a s. eene propagandevergadering te houden, waarbij
ds. Damsté van Dirkshom als spreker wordt uitge-
noodigd.
KORTE BERICHTEN.
Te Kourdekerke is op bijna 100-jarigen leeftijd
overleden de heer P. Loeff, oud-notaris.
Nader meldt de Msb„ dat van een moord aan de
Nederlandsche grens bij Weert, waarvan een Duitsche
landweerman het slachtoffer zou zijn geworden geen
sprake is. Wel was er een incidentje, doch bloed heeft
er niet gevloeid.
HET FRANSCHE COMMUNIQUé.
PARIJS, 12 Febr. (Officieel). De vijand
heeft Nieuwpoort en de oevers van de Yser hevig
beschoten. Het vijandelijk vuur dat slechts ge
ringe schade aanrichtte werd door ons met kracht
beantwoord.
In de Argonne deden de Duitschers bij Bagatel
le een aanval op onze stellingen. Zij rukten op in
vier kolonnen over een front van 400 Meter. Onze
artillerie en infanterie bracht den aanval tot staan
De Duitschers verloren een groot aantal dooden.
In de Vogezen ten Zuiden van Qhutsau Leuze en
ten noorden van de St. Mariepas namen wij bij
verrassing een vijandelijken loopgraaf.
Op verscheidene punten van het front had een
hevig artillerieduel plaats.
TROEPENVERPLAATSINGEN.
TURNHOUT, 12 Febr. (Part.) Uit Leuven
verneem ik het volgende: Van 16 Februari had
den aanzienlijke troepenverplaatsingen plaats van
Vlaanderen naar het Oosten. Het treinverkeer
dat drie dagen was stopgezet naar het Zuiden, is
nu weer geopend echter alleen voor het militaire
vervoer. Het heette, dat hier de troepen over de
lijn naar Weert-St. George naar het front in
Noord-Frankrijk zouden gebracht worden, maar
in waarheid zijn alle manschappen over Hoey
naar Duitsehland gevoerd. Aanzienlijke troepen
machten zijn aan het Westerfront onttrokken.
Woensdagnacht zijn hier drie treinen waarin naar
schatting 4000 militairen, aangekomen en werden
hier van vaandels voorzien.
HET RUSSISCHE COMMUNIQUé.
PETROG RAD, 12 Febr. (Officieel). In Oost-
Pruisen is de concentratie van sterke Duitsche
troepenmachten geconstateerd. Deze troepen zijn
tot het offensief overgegaa nvooral in de richting
van Wilkowiski en Lyck. De aanwezigheid van
nieuwe formaties welke uit het midden van
Duitsehland zijn gekomen is vastgesteld. Onze
troepen trekken zich terug van de linie van de Ma-
soerische meren naar de grens, terwijl zij den vij
and tegenhouden.
Aan den rechteroever van de Weichsel hadden
gevechten plaats in de richting van Myszinetz en
Ostrolenka en in de streek van Serpez aan de ri
vier de Skrwa. Aan den linkeroever van de Weich
sel had slechts een artillerie gevecht plaats.
In de Karpathen deed -de vijand aanvallen ten
westen van Mezo Laborcz, in de richting van Sa-
blonof, ten oosten van den Oesokpas en op dé
hoogten van Zoninifka. Deze aanvallen werden
met succes afgeslagen. Na een hardnekkig ge
vecht hebben wij de hoogten bij Rabbe ten Oosten
van de Loepkowpas genomen, waarbij ogneveer
1000 man en 1 kanon in onze handen vielen.
DE RUSSEN TREKKEN UIT OOST-PRUISEN
TERUG.
PETROG RAD, 12 Febr. Men heeft vastge
steld, dat de Duitschers vier nieuwe legercorpsen
hebben gevormd gedeeltelijk van troepen aan het