DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. o r 1 o Van let westelijk oorlogsterrein, Van bet oostelijk oorlogsteirein, Luxe Automobielen Adres JAC. MET, Altaar. Ambachtsschool mute ran [1VERÜDI] Honderd en zeventiende Jaargang. 1915 pa 3 maanden (0.81), Ir. p. post It—Adwteaiieprils 10 et p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieren Ir. H Boek- en Bandelsdrikkerii r.h. HERIRs. COSTERS ZOOR, Toordam C9. Tetefooirar. 1 ZATERDAG 13 FEBRUARI. voor Alkmaar en Omstreken. Metselen en Kleêrmaken A. A, DE GROOT. Ter zee. In do koloniën. CHINA. No. 36. MILITIE en LANDWEER. Dit nummer beetaet alt 3 bladen. ALKMAAR, 13 Februari. Tegen het onder uit de zee dreigende gevaar heeft Engeland zich bij voorbaat van de lucht uit trachten te verweren. Nadat in het begin der week een paar Engelsche kruisers, vergezeld van een torpedobooten-flottielje, Zeebrugge en Ostende hadden gebombardeerd, heeft gisteren een Engelsch eskader van vier-en-dertig vlieg machines en watervliegtuigen een aanval gedaan op de streek tusschen Zeebrugge en Ostende, teneinde de basis voor Duitsche onderzeeërs aan te tasten. Neemt men het aantal deelnemende toestellen in aanmerking, het hevige geweer-, mitrailleuse- en geschutsvuur, waaraan zij waren blootgesteld, en de ongunstige weersgesteldheid het sneeuwde tijdens den lucht- raid geweldig dan is er alle aanleiding om van mi litair oogpunt uit dezen tocht als een mooie prestatie te beschouwen, waaruit opnieuw gebleken is, dat de Engelsche vliegers hun vak verstaan en durf bezitten Alle vliegers keerden ongedeerd terug de bekende Graham White viel bij Nieuwpoort in zee, maar hij kon door een Fransch schip gered worden en slechts twee vliegtuigen werden beschadigd. Evenwel het doel der expeditie was niet om een goede ver richting te laten zien. Men wilde den tegenstander treffen in zijn onderzeeërs en dit nu is ten eenenmale mislukt. Wel spreekt men van ernstige beschadiging van spoorstations te Ostende en te Blankenberghe, vèn vernieling van den spoorweg op verschillende punten, van gebombardeerde kanonnen en mijnenlichters, maar de hoofdzaak is, dat er geen enkele onderzeeër werd aangetroffen of de Engelsche bommen zorgvuldig non-combattanten hebben gespaard, vermeldt de his torie nog niet, mocht dit evenwel niet zoo zijn, dan kan men er staat op maken, dat de Duitschers er als de kippen bij zullen zijn om de Engelsche protesten van onlangs te endosseeren. Opnieuw is het thans weer waarschijnlijker gewor den, dat torpedo's, die onder water worden afgescho ten, doeltreffender zijn dan bommen, die uit de lucht worden geworpen. En de raid bewijst, dat men in Engeland toch niet heel gerust is ten aanzien van het geen er de komende week en daarna gebeuren kan. Het woordje „bluff" komt dan ook in de laatste dagen niet meer zooveel voor in de Engelsche pers, wanneer geschreven wordt over de Duitsche verklaring nopens den handelsoorlog, welke van 18 Februari met alle ten dienste staande middelen zal worden gevoerd. Het zal nu weldra kunnen blijken, of Duitschland inderdaad voldoende middelen bezit, om de bedreiging ten uitvoer te brengen. De onderzeeër is natuurlijk het voornaamste middel Beschikt Duitschland over genoeg schepen van deze soort? Te Berlijn heeft men aanvankelijk vrij aarzelend tegenover dit type gestaan, maar een maal met den aanmaak begonnen, heeft men ook dit goed gedaan. De bestaande onderzeeërs hebben reeds verbazing gewekt, zoowel door hun grootte als door hun Werkingssfeer en de stoutmoedigheid hunner be manning. En nu willen we er even aan herinneren, dat onlangs nog de Duitsche opperbevelhebber ter zee, admiraal v. Tirpitz, in een gesprek met een verte genwoordiger der Associated Press waarin het Duitsche voornemen omtrent den nieuwen vorm van den handelsoorlog feitelijk het eerst werd aangekon digd mededeelde, dat er toen 40 onderzeeërs van de allergrootste soort (900 ton) in aanbouw waren, welke thans wel gereed zullen zijn. Trouwens het is haast niet aan te nemen, dat de Duitsche regeering een zoo geruchtmakend dreigement (en, men vergete dit niet, nog wel gericht tegen Enge land) zou uitspreken, wanneer zij niet overtuigd was, dat het voor uitvoering vatbaar is. Wat zou d'e indruk zijn op het Engelsche, en vooral op het Duitsche volk, indien op de woorden eens geen daden volgden! Dat de neutralen zooveel mogelijk zullen worden ontzien, mag te meer worden gehoopt, nu, blijkens het Reuter-telegram, de Amerikaansche regeering zich zeer beslist heeft uitgelaten en ronduit heeft verklaard, dat zij in de vernieling van Amerikaansche schepen, in het dooden van Amerikaansche burgers zou zien een onverdedigbare schending der rechten van de onzijdi- gen, waarvoor de Duitsche regeering bij voorbaat en met nadruk verantwoordelijk wordt gesteld. Het is mogelijk, dat in den oorspronkelijken tekst de nota wat vriendelijker luidt dan het uiteraard partijdige Reuter-uittreksel doet vermoeden, maar in elk geval zal dit Amerikaansche woord Duitschland stellig tot voor- en omzichtigheid manen. Te Berlijn is men alweer in de wolken. De vlaggen zijn nog eens uitgestoken, de schooljeugd heeft een extra-dag vacantie alles ter eere van wat men noemt „de overwinning in Oost-Pruisen", behaald door generaal von Eichhom, die aanvankelijk voor het Westelijk oorlogstooneel bestemd was, maar ty phus kreeg en nu het nieuwe leger gevormd heeft, ter wijl maarschalk von Hindenburg, thans onder 's Kei zers oog en, Insterburg de operaties leidt. i let feestvertoon levert het bewij3, dat men te Ber- te lijn na den maandenlangen stilstand, waarin er geen belangrijke krijgsverrichtingen te melden vielen, een opwekking van noode heeft. Immers van een overwin ning kan nog niet worden gesproken. Het is prettig voor de Duitschers, dat de Russen hier naar hun eigen terrein zijn teruggetrokken, zoodat op het oogenblik, afgezien van de koloniën, alleen in den Opper-Elzas troepen van de tegenstanders op Duitsch grondgebiec staan, het is ook prettig dat het groote Russische of fensief voor de derde maal in het Noorden is mislukt, maar tenslotte is manoeuvreeren niet het doel van he oorlogvoeren. Doel is de troepen van den vijand verslaan, hen te dooden, gevangen te nemen, te ver spreiden, kortom hun verband en daardoor hun kracht te breken. Want al wordt herhaaldelijk gesproken van volhouden tot den laatsten man en het laatste paard, het spreekt van zelf, dat de strijd moet eindigen, lang voor dat dé laatste honderd-duizenden mannen en paarden gevallen zijn. Er komt een oogenblik, waar op een leger, tengevolge van de verliezen aan men schen vooral, den strijd moreel niet meer kan volhou den, hoewel het materieel daartoe nog best in staat is Naar dat oogenblik moet ieder legerbevelhebber stre ven. En nu moge het genaderd worden, wanneer de troepen moeten terugtrekken, zoolang de terugtocht niet in wanorde en verslagenheid geschied en het leger in een naburige vesting-linie bescherming kan vinden, is er geen aanleiding voor den tegenstander om over een „overwinning" te jubelen. I Het aantal gevangenen, dat het Duitsche hoofdkwar tier als resultaat der operaties in Oost-Pruisen op geeft, n.l. 26,000, is in verhouding tot de vroeger ge geven getallen niet bijster groot te noemen. Maar ook te Parijs gaat men met een getal werken. Daar wordt „semi-officieel" het is een tot dusverre in dezen oorlog nog niet gebezigde uitdrukking gemeld, dat de Duitschers in Polen 40.000 dooden kregen. Men is geneigd aan zulke cijfers niet veel waarde te hechten. Zij zeggen ook weinig, zoolang men nietweet welke verliezen van de eigen partij tegenover de opge geven verliezen van den tgenstander moeten worden gesteld. Maar men hoort veelal beweren, dat die rij fers absoluut onbetrouwzaar, verschrikkelijk overdre ven zijn, enz. enz. Teneinde deze bewering eens te toetsen, hebben we van het begin van den oorlog af aan eens uit alle of- ficieele communiqué's de verliezen der tegenstanders opgeteekend en opgeteld dus de cijfers die de Fran- schen vermelden, om het aantal gedoode en gevangen genomen Duitschers op te geven, die in de Duitsche mededeelingen werden verstrekt ten opzichte der Rus sen zoo van alle oorlogvoerende landen. Het resultaat zullen we een volgenden keer eens uit voerig beschouwen. Voor heden willen we enkel even vaststellen, dat volgens deze opgaven de verliezen der Russen (gevan genen en dooden) volgens de Duitsche en Oostenrijk- sche communique's heobeu bedragen 994,120, die der Oostenrijkers volgens de Russische communique's 890,000, die der Duitschers 4,000. Op het Westelijk oorlogstooneel kwamen wij voor de Engelsche vei lie zen volgens de Duitsche communiqué's tot 13,737. En nu moge het waar zijn, dat de verliezen alieen dan worden opgegeven, wanneer zij buitengewoon hoog zijn, of wanneer men een bizondere reden voor de vermelding heeft, toch maken reeds bovengenoemde cijfers niet den indruk van die schromelijke overdrij ving, welke velen er in meenden te moeten zien. Actueel nieuws is er weinig. Het laatste Fransche communiqué meldt, dat de Vogezen-jagers in den El- zas gevorderd zijn, zij namen Redge, noordelijk van Hartmannweilerkopf. In het Duitsche communiqué is de opmerking niet onbelangrijk, dat men in het Westen met projectielen van Amerikaansche afkomst is beschoten gelijk be kend is de stemming in Duitschland jegens Amerika de laatste dagen vrij bitter, wegens vermoede Ameri kaansche munitie-leveranties aan de verbonden mo gendheden, waarvan het Duitsche hoofdkwartier thans blijkbaar het bewijs wil leveren. Uit het Oosten wordt niets bijzonders gemeld. In het uiterste Oosten schijnt volgens de berichten, Japan China bijzonder kras aan te pakken. Het heeft eischen betreffende Tsingtau en Shantoeng gesteld om van tal van andere maar niet te spreken en een termijn van veertien dagen voor het antwoord gesteld, zoodat het bijster veel heeft van een ultimatum. Wat zal Ame rika, wat zullen Japan's bondgenooten in het Westen hiervan zeggen In het meer nabijgelegen Oosten heeft een incidentje gedreigd. Een Grieksch marine-attaché is door een Turksch politie-ambtenaar beleedigd, de Grieksche re geering verlangde in een scherp gestelde nota ge noegdoening, welke door de Turksche onmiddellijk gegeven is. lil Pietern aritzburg heeft sir Thomas Watt, minister van openbare werken, in een vraaggesprek verklaard, dat de regeering geen straffe maatregelen zou nemen tegen de rebellen, die tot de volgelingen behooren, en dat hij er niet veel voor gevoelde om den beul veel werk te geven tot dusverre was het, meenden we, geen gebruik terechtstellingen onder „openbare wer ken" te rangschikken, zoodat we niet recht begrijpen, waarom juist minister Watt hierover verklaringen moest afleggen. Verder blijkt uit dit onderhoud, dat de leiders, twee a drie hondei'd, wegens hoogverraad ver volgd zullen worden en dat allen, die wat bezitten, hun eigendommen zullen verliezen. En wat den veld tocht tegen Duitsch Zuid-West-Afrika betreft, die zou wel met een half jaar geëindigd zijn, maarzes jaar voortgezet worden indien dit noodig mocht blijken! Eindigen we heden met de mededeeling, dat geluk kig het vermoeden, dat het Engelsche schip de „Laër- tes" buiten onze territoriale wateren door den Duit- schen onderzeeër zou zijn vervolgd, bij het regeerings- onderzoek juist is gebleken. DE STRIJD IN BELGK EN N.-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué van gistermiddag meldt: Van de kust tot de Somme werden artilleriegevechten geleverd. Ten zuiden van La Boiselle bracht de vijand een mijn tot ontploffing aan het einde van een van onze loopgraven, waar wij ons echter handhaafden. Tusschen de Somme en de Argonnen viel niets bij zonders voor, behalve dat de vijand Tracy-le-Mont bombardeerde en dat onze artillerie zich weerde in de sectors-Reims en Soissons. In het Woëvregebied had een heftige kanonnade door de Duitsche artillerie plaats tegenover Rambu- court en het Hazellewoud. Wij besdioten de stations Thiaucourt en Amaville. Officieel werd gisteren uit het Duitsche groote hoofdkwartier gemeld: Aan de kust kwamen gisteren na een lange pauze, weder eens vijandelijke schepen. Boven Ostende werden door vijandelijke vliegers bommen geworpen, die geen schade toebrachten op militair gebied. Over het verdere front hadden artilleriegevechten plaats. Vooral tegen onze posities in Champagne werd veel ammunitie verschoten. Doch noemenswaar dig succes werd nergens behaald. Bij Souain werd een infanterie-aanval ondernomen, die door ons werd afgeslagen, en waarbij 120 man in onze handen vielen. Het gisteren gemelde aantal gevangenen in het Ar- gonnenwoud werd verhoogd met een officier en 119 man. Ten noordwesten van Verdun werden verschillende loopgraven door ons genomen. Daarentegen werd door de Franschen een tegenaanval ondernomen, die echter met aanzienlijke verliezen voor den vijand werd afgeslagen. De vesting Verdun werd door Duitsche vliegers met ongeveer 100 bommen beworpen. Om den Sudelkop in de Vogezen slaagden de Fran schen er in een kleine loopgraaf voor onze stellingen te bezetten. EEN LUCHTAANVAL OP DE BELGISCHE KUST. Uit Londen wordt officieel gemeld dat een eskader van 34 Engelsche vliegmachines en watervliegtuigen in een hevige sneeuwbui gisteren een aanval op de Bel gische kust hebben ondernomen, in de omgeving van Ostende, Blankenberghe, Zeebrugge en Brugge. Doel was de uitbreiding van de basis voor Duitsche onder zeeërs te verhinderen. Volgens het Engelsche bericht moet groote schade zijn aangericht aan het station van Ostende, dat waar schijnlijk verbrand is. Ook aan het station van Blan kenberghe is groote schade aangericht, terwijl de rails op verschillende plaatsen vernield zijn. Ook werden bommen geworpen op artilleriestellin gen bij Middelkerke en op op Duitsche mijnenleggers bij Zeebrugge. Er werd echter geen enkele onderzeeër gezien. De vliegers werden heftig beschoten, doch allen zijn behouden teruggekeerd. De aviateur Graham White viel op de hoogte van Nieuwpoort in zee, doch kon door een Fransch schip worden gered. DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Officieel werd gisteren door het Duitsche groote hoofdkwartier gemeld: De Keizer kwam op het Oostelijk oorlogstooneel aan. De daar ondernomen operaties dwongen de Rus sen tot het opgeven der posities ten oosten van de Ma- surische meren. Op enkele plaatsen duren de gevechten nog voort. Tot no gtoe werden 26.000 gevangenen gemaakt, meer dan 20 kanonnen en 30 mitrailleurs veroverd en een menigte oorlogsmateriaal buitgemaakt, dat echter nog niet te overzien is. In Polen rechts van den Weichsel zetten de Duit schers de gisteren gemelde offensieve beweging tegen de stad Sierpe voort. Deze stad werd genomen en ook daar werden eenige honderden krijgsgevangenen ge maakt. Op het Poolsche gevechtsterrein links van den Weichsel is geen wijziging gekomen. Uit Weenen werd gisteren officieel gemeld: De toestand in Russisch Polen en West-Galicië is onveranderd. Die strijd in de Karpathen wordt overal voortgezet. Bij den aanval der Duitschers en Oostenrijkers wordt, niettegenstaande den verbitterden tegenstand van den vijand en het inzetten van Russische versterkingen, welke van alle kanten worden samengetrokken, voet TE HUUR, tegen zeer billijk tarief. Telefoon 572. voor den 3-jarigen cursus, aanvangende APRIL e.k., op eiken DONDERDAG, VRIJDAG en ZATER DAG der maand FEBRUARI, 's voorin, van 9 12 en 's nam. van 1 Vfi-"-* uren. Behalve het practisch en theoretisch ónder- wijs in de vakken Timmeren, Machinebanlt- werken en Smeden, Henbelmaken en Schil deren, wordt er ook onderwijs in het gegeven. (Onvermogende ouders van leerlingen in beide laatstgenoemde vakken, kunnen in aanmerking komen voor een wekelijksche vergoeding). De leeftijd van 12 jaren moet zijn bereikt. Onvermogenden kosteloos; niet-onvermogen den betalen een schoolgeld van f 6.—, f 12.—, f 18.f 24.f 30.of f 36.in het jaar. leermiddelen en Gereedschappen worden aan allen kosteloos verstrekt. Nadere inlichtingen geeft de waarn. Directeur De Burgemeester van Alkmaar brengt ter kennis van belanghebbendendat de ult- keerlng der vergoedingen, loopende over het tijdvak van 6 tot en met 15 Februari 1915, zal geschieden ten Stadhuize op Dins dag 16 Februari a.s., voor zooveel de LAJiD- WEER betreft, van 1011 uur en voor zoo veel de MILITIE aangaat van li12 nur. Alkmaar, 13 Februari 1915. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. voor voet terrein gewonnen. De operaties in de Boekowina hebben een gunstig verloop. Onder dagelijksche gevechten veroveren onze gevechtstroepen, die door de dalen voorwaarts drin gen, den vaderlandschen beklem. De Sereth-linie is be reikt DE „DACIA". De „Dacia" heeft, naar men weet, haar reis voortge zet. Zestien stokers onder de bemanning zijn te Nor folk aan land gegaan en vervangen door anderen, allen Amerikanen. Kapitein McDonald heeft aan journalis ten verteld, dat hij in 18 dagen Rotterdam hoopte te bereiken, als hij op zee niet werd aangehouden. Hij zou zijn uiterste best doen de Engelschen te ontkomen als hem dit gelukte, was hem een ruime belooning toegezegd. IN ZUID-AFRIKA. Uit Duitsch Zuid-West Afrika wordt officieel naar Berlijn gemeld Majoor Ritter greep begin Februari de aan den noor delijken oever van de Oranjerivier ter hoogte- van Ka- kamas verschanste Engelschen aan, wierp hen over de rivier en vernielde alle vaartuigen. Alle over dit gevecht in de laatste dagen verspreide berichten en vooral dat over een afgeslagen aanval van de Duitschers en hun terugtocht onder zware ver liezen, zijn derhalve onjuist. EISCHEN VAN JAPAN AAN CHINA. De Londensche Times verneemt uit Peking, dat Ja pan aan China den eisch gesteld heeft, dat geen ge deelte van de Chineesche kust, noch eenig Chineesch eiland aan een buitenlandsche mogendheid zal worden verpacht. Ook eischt Japan het uitsluitende recht op tot exploitatie van mijnen in Oost-Mongolië. Ook zou den daar geen spoorwegen mogen worden aangelegd zonder toestemming van Japan. Voorts wenschen de Japanners een verlenging van de pachtverdragen inzake de spoorwegen van Port- Arthur en Antoeng naar MoekdenKirinTsangs- tsjoeng tot een duur van 99 jaar. Ook willen de Ja panners rechten erlangen om in Oost-Mongolië en Zuid-Mantsjoerije land te koopen en te kolonieeren den landbouw te beoefenen en handel te drijven. Dan willen zij dat de aan de Duitschers verleende conces sies voor den aanleg van een spoorlijn van Tsjifoe of Loengkou naar Wei-tjen aan de Japanners zullen wor den overgedragen. China mag wijders in Foe-kiën geen mijn-, spoorweg en havenaanleg aan andere mogendheden toestaan, tenzij met toestemming van Jlapan. Ook eischen de Japanners mede-contröle met China over de ijzerfabrieken te Hanjang, de ijzermijnen in Taich en de steenkolenmijnen bij Pingsiang in het Jangtsegebied ALKMAA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1