DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 40
Honderd en zeventiende jaargang.
1915
per 3 maanden f0.80, fr. p. post fl—Advertentieprijs 10 ct. p. regel,groote letters naar
flONDERDAG
Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERffls. COSTER ZOON, Yoordam C9. Telefoonnr. 3.
18 FEBRUARI
Vergadering1
Gemeenteraad van Alkmaar,
op Woensdag 17 Februari 1915, nam. 1 uur.
vairilen
Voorzittel de Burgemeester de heer G. Ripping.
Secretaris de heer Donath.
Tegenwoordig 18 leden. Afwezig de heer Glin-
derman.
De notulen der vorige vergadering werden on
veranderd vastgesteld.
BEËEDIGINO VAN HET N1EUWGEKOZEN LID
VAN DEN RAAD, DEN HEER J. CLOECK.
De heer C 1 o e c k, binnengeleid door den secre
taris, legt in handen van den Voorzitter de vereischte
eeden af.
De Voorzitter wenscht den heer Gloeck ge
luk en verzoekt hem plaats te nemen naast den heer
Verkerk.
Aan de vergadering wordt medegedeeld, dat Is
ingekomen
a een apostille d d 27 Januari 1.1. No. 80 van de Ge
deputeerde Staten, teil geleide van een uittreksel uit
het Kon. Besluit van 18 Januari 1.1. No. 11, krach
tens hetwelk het Raadsbesluit d.d. 23 September.
1914 No 10 tot heffing van wik- en weegloonen is
goedgekurd tot 1 Januari 1921.
Voor kennisgeving aangenomen.
b. een apostille ais boven d d. 10 Februari 1.1. No. 25,
ten geleide van het goedgekeurde Raadsbesluit d.d.
27 Januari 11. No. 8, tot aanvaarding van het door
wijled J. Nierop aan de gemeente vermaakte legaat.
Alsvoren.
c. de arbitrale uitspraak inzake de Vennootschap on
der de firma Louis Smulders Co. te Utrecht,
eischeresse, en de gemeente Alkmaar, gedaagde.
De Voorzitter zegt, dat hieruit Blijkt, dat de
zaak ten nadeele van de gemeente is beslist en de
gemeente moet betalen.
De heer D o r b e c k merkt op dat deze beslissing
er een is in hoogste instantie.
De heer den Boesterd wenscht even te her
inneren. aan het spreekwoord wie om een koe pleit
geeft er jeen toe en zou het willen veranderen in
wie om een koe pleit, geeft er twee toe.
d. een adres d.d. 10 Februari 1.1. van het bestuur der
Vereeniging voor Kindervoeding alhier, houdende
verzoek voor het jaar 1915 een subsidie uit de ge
meentekas te mogen ontvangen van 200.
De Voorzitter vraagt of de raad bereid Is,
dat^adres in behandeling te nemen.
De heer Dorbeck vraagt of er van de zijde
van B. en W. een preadvies is te wachten.
De Voorzitter deelt mede, dat in het college
van en W. de meerderheid wel van meening
was, dat gezien de moeielijke tijdsomstandigheden
voor ditmaal er aanleiding kon zijn om dit subsidie
toe te staan.
Indien de raad er in meegaat zon hij willen voor
stellen het adres dadelijk te behandelen»
De heer Dorbeck zou niet graag zien, dat dit
gebeurde.
Men leeft in drukke dagen, Ieder heeft zijn bezig
heden, daarom meent hij dat het gewenscht is, dat
zaken als deze die van eenigszins princlpieelen aard
zijnc eerst nader onder de oogen worden gezien.
Bovendien gelooft hij niet, dat de zaak zoo urgent
is, als B. en W. dat naeenen. Indien er niets gedaan
werd, dan was er iets voor te zeggen, maar waar
't steuncomité er toch is, en alles doet, om den nood
te lenigen, daar acht hij de zaak niet zoo urgent en
zou hij althans meer gegevens willen hebben, alvo
rens hierover in beslissing te treden.
De Voorzitter zegt, dat hij wel iets gevoelt
voor het denkbeeld van den heer Dorbeck, maar
waar twee ernstige mannen als de heeren Udo en
Kooy deze spoedige beslissing vragen, daar mag men
toch aannemen dat er reden is om deze zaak spoedig
te behandelen.
Hij gelooft, dat deze subsidie juist gevraagd wordt
om daarvan nog in deze of de volgende maand ge
bruik te maken. Wacht men er te lang mee en het
is niet mogelijk om den zaak alleen ter vergadering
te beleggen, dan mist de zaak geheel haar doel. Het
gaat toch niet aan, om voor de toekenning van een
subsidie van f 200 de raad bijeen te roepen tot een
vergadering waarvoor een ten opzichte van deze subsi
die belangrijk bedrag aan presentiegelden moet wor
den uitgekeerd.
De heer Dorbeck herhaalt zijn bedenkingem
tegen de dadelijke behandeling en wijst er op, dat
er, wanneer er gebrek aan voedsel mocht zijn, er dan
juist in deze dagen door verschillende vereenigingen
veel gedaan wordt. Wat de opmerking betreft dat,
de presentiegelden even groot zouden zijn als de sub
sidie, daar acht hij dit geen argument. Bovendien
wil hij voor zich gaarne dat presentiegeld in deze
omstandigheden opofferen.
De heer Udo zegt, dat in het adres gevraagd is,
om behandeling in deze zitting juist op de gronden,
die de Voorzitter heeft genoemd. Spreker wenscht
die nog nader toe te lichten. Hij wijst er op, dat de
vereeniging met haar eigen middelen slechts kan
doorgaan tot 1 Maart a.s. Zij verstrekt thans voedsel
aan 185 kindei en, waarvan meer dan i/s van de bij
zondere scholen. En 1 Maart is een fatale datum, daar
dan ook de Centrale Commissie voor spijsuitdeeling
aan het einde van haar taak is wegens gebrek aan
geld. Daarom is er alle reden voor de vereeniging
om door te gaan teneinde te voorkomen, dat de
kinderen niet Behoorlijk gevoed worden.
De heer Dorbeck acht juist het standpunt van
de heeren voorstanders gevaarlijk. Een vereeniging
begint met haar werk, doch kan niet verder gaan
daar de particuliere liefdadigheid te kort schiet; en
komt thans maar bij den raad, dat acht hij gevaarlijk
en zou voor andere vereenigingen een aanwijzing
zijn. Waar er van de gemeente zooveel gevraagd
wordt, daar zou hij toch eerst de zaak onder de
oogen willen zien. Hij meent voorts, dat het waar
zooveel gedaan wordt het voor den raad noodig is
de zaak eerst te onderzoeken evengoed als de voor
standers het voor hebben onderzocht.
Spreker meentdat het niet de vraag is, of de
heeren Udo en Kooy ernstige mannen zijn, dat wil
hij gaarne aannemen, docli ook de tegenstanders
zijn ernstige mannen. Liefdadigheid is echter
meer de zaak van 't gevoel en daarom ook acht hij
het noodig de aanvraag nauwgezet te overwegen.
De heer den Boesterd is tegen de subsidie,
omdat het verstrekken van kinderkleeding en voeding
demoraiiseerend werkt.
De heer V e r k e r k meent, dat aangaande het
principe in den raad geen beslissing meer behoeft
te vallen, daar reeds, vroeger aan een vereeniging
voor kindervoeding en kleeding subsidie werd ver
leend, al deed deze vereeniging weinig aan kinder
voeding. Hij wijst er voorts op, dat in vele gezinnen
juist in dezen tijd het zoo moeilijk is, om in de behoef
ten te voorzien en acht het meer demoraiiseerend
als men een kind zonder eten laat, dan wanneer men
het een boterham geeft.
Men moet in dezen zeer zeker rekening houden met
den toestand, waarin we op het oogenblik verkeemi.
De heer d e W i t onderschrijft geheel wat de heer
Dorbeck heeft gezegd. De heer Dorbeck vraagt meer
gegevens dan het adres geeft. Spreker heeft gegevens
gekregen en naar aanleiding daarvan is bij hem de
vraag gerezen of het wel zoo beslist noodzakelijk is,
dat kindervoeding wordt verstrekt. Spr. ondersteunt
het denkbeeld van den heer ^Dorbeck, dat eerst een
flink onderzoek wordt ingesteld.
De heer Dorbeck verheugt er zich over, dat de
minderheid in het Dagelijksch Bestuur zijn gevoelen
deelt.
De heer L u b b e meent, dat de heer de Wit uit de
enkele gegevens, die hij mogelijk heeft, waaruit blijkt,
dat het in enkele gezinnen niet noodig is, niet kan be
sluiten dat de noodzakelijkheid niet zou bestaan. Er
wordt van zaken als deze altijd misbruik gemaakt; dat
heeft ook het Steuncomité ondervonden.
De heer d e W i t blijft toch van gevoelen, dat het
zeer noodig zou zijn om wat eenige kinderen betreft
een nader onderzoek in te stellen.
De heer Verkerk wijst er op, dat het Bestuur der
vereeniging waarvan spreker lid is, de namen der kin
deren wier ouders zich hadden aangemeld, heeft in
handen gesteld van de secretaresse van den Armenraad,
die op enkele uitzonderingen na geadviseerd heeft, dat
allen voor een ontbijt in aanmerking kwamen. Ook is
te rade gegaan met de meening van hoofden van scho
len en onderwijzers. In het Bestuur der Vereeniging
zijn ook vertegenwoordigd de onderwijzers der Bij
zondere Scholen, zoodat alle waarborgen er zijn,
meent hij, dat zoo serieus mogelijk te werk wordt ge
gaan.
De heer D o r b e c k wil graag aannemen, dat de se
cretaresse van den Armenraad een ontbijt voor al die
kinderen noodig achtte, doch als lid van den Voogdij
raad is spreker ook wel op de hoogte van verschillen
de toestanden en juist daarom acht hij voor den raad
gewenscht, dat deze, evenals het bestuur der vereeni
ging, gelegenheid heeft om nauwkeurig de zaak na te
gaan, ook in verband met het feit dat de andere veree
niging de kindervoeding heeft laten vervallen.
Nadat de heer U d o er nog op heeft gewezen, dat de
vereeniging het werk stop zal moeten zetten indien de
behandeling wordt uitgesteld, wordt het voorstel-
Dorbeck, om de zaak aan te houden tot de volgende
vergadering, in stemming gebracht. De stemmen staak
ten, zoodat de volgende vergadering opnieuw moet
worden gestemd.
Voor stemden de heeren Van den Bosch, Meien
brink, Zaadnoordijk, Den Boesterd, Govers, de Lange
en de Wit.
Tegen de heeren Verkerk, Thomsen, Legult, Lubbe,
Fortuin, Ringers, Udo, Luiting en Cloeck.
e. een adres d.d. Januari 1.1. van den Bond van ver
eenigingen van fabrikanten van en handelaren
in bouwmaterialen voor het bouwbedrijf, houden
de verzoek van gemeentewege stappen te doen ter
verbetering van den toestand in het bouwbedrijf en
tot vermindering van de heerschende crisis.
Gesteld in handen van B. en W., om na te gaan web
ke voorstellen daaruit kunnen voortvloeien.
De Voorzitter wenschte thans voorlezing te
doen van een ontworpen brief aan de regeering. Daar
in wordt mededeeling gedaan van hetgeen de gemeente
van plan is te doen en waarvoor de gemeente vraagt
met het Rijk een leening te mogen aangaan.
De Voorzitter vraagt goedkeuring dezen brief
te verzenden, wélke goedkeuring zonder hoofdelijke
stemming wordt verleend.
SUBSIDIE AMBACHTSSCHOOL
VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
In verband met een adres van het Bestuur der Ver
eeniging de Ambachtschool voor Alkmaar en omstre
ken, stellen B. en W. voor:
A. de subsidie van de Ambachtsschool voor Alk
maar en Omstreken, ingaande 1 Januari 1915 met
3000.— te verhoogen en te brengen op 11318;
B. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen te
zijner tijd de noodige financieele voorstellen te doen
tot vinding van de sub a bedoelde gelden.
Den heer Udo, heeft evenals andere leden van den
Raad, ontsteld het feit, dat het subsidie zoo veel moest
worden verhoogd.
Spreker had echter gedacht, dat de vereeniging ook
aan Rijk en Provincie een evenredige verhooging had
aangevraagd. Dan zou aan de gemeente 1350 minder
behoeven te worden gevraagd.
In de tweede plaats vraagt spreker of aan de Pro
vincie wel eens verhooging van subsidie is verzocht,
zocht.
De Voorzitter geeft de verzekering, dat de Pro
vincie beslist niet meer geeft.
De heer Udo zou toch willen vragen of het niet
mogelijk zou zijn, dat het Rijk het subsidie evenredig
verhoogde, en of de vereeniging dat niet alsnog kan
vragen.
De Voorzitter: De Inspecteur durfde voor het
Rijk niet hooger gaan, daar het Rijk al meer toekent
dan aan de andere inrichtingen. Ook B. en W. vinden
deze zaak niet zoo aangenaam, doch het kan niet an
ders, de inrichting moet toch in stand kunnen blijven.
De heer Udo vraagt of het B. en W. ook niet wen-
schelijk voorkomt, waar men wel meer dan 11000
subsidie geeft uit den raad iemand in het bestuur der
Ambachtsschool aan te wijzen.
De heer Dorbeck ondersteunt ten zeerste het
denkbeeld van den heer Udo en wijst er even op, dat
het wel schijnt, alsof men herhaaldelijk wil komen
inet dergelijke aanvragen, nadat de gemeentebegroo-
ting is vastgesteld Men zou er veel voor gevoelen
daaraan eens vnnr^oed e~n einde te maken. Voorts
■ruil uij liet niet verkccid. hei eens uit te spreken, dat
de nieuwe Amoacmsschooi wel wat te grootsch is op
gezet en dat A'krr-ar eigenlijk de dupe is-van het luve
oaardje dat bij het stichten van deze school werd bere
den Ook zou hij het wenschelijk vinden, dat ook de
buitengemeenten wat meer bijdroegen of dat het be
stuur hoogere eischen stelde bij hri toelaten van leer
lingen, indien dit zou kunnen, wat spreker niet weet.
De heer den Boesterd vraagt of de buitenge
meenten nu ook geen subsidies kan worden gevraagd.
De heer Udo: Oterleek betaalt 10.
De heer Dorbeck betoogt ten slotte ook de wen-
schelijkheid om een lid van den Raad in het bestuur te
doen zitting nemen. Eenige controle van de zijde van
den Raad acht hij zeer wenschelijk.
De Voorzitter zegt, dat er niets tegen is, om
thans als voorwaarde voor de hoogere subsidie te stel
len, dat een lid van den Raad zitting moet hebben in
het bestuur.
Daarop wordt het voorstel van B. en W. zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
INSTELLINO VAN EEN
RECHTSVORDERING.
Na ingewonnen rechtkundig advies betrekking heb
bende op een vordering van de gemeente op den heer
J. H. Elfring alhier, ten bedrage van 118.6014, we
gens restant-kosten van verpleging en kosten van be
grafenis van zijn vader wijlen den heer Elfring, in het
gesticht „Duin en Bosch" te Castricum, stellen B. en W
voor den heer J. H. Elfring alhier in rechten aan te
spreken tot betaling van een door hem aan de gemeen
te verschuldigd bedrag ad 118.6014.
De heer Dorbeck zou nu niet gaarne verder met
den heer Elfring over de zaak meer gaan correspon-
deeren. De toon dien de heer Elfring zich heeft aange
matigd, tegenover het Dag. Best. is van dien aard ge
weest, dat het Dag. Bestuur eigenlijk wel te lankmoe
dig is opgetreden tegen den heer Elfring.
Waar hier echter weer een rechtsvordering wordt
ingesteld, daar zou hij graag er voor willen waar
schuwen, dat men daarom niet al te groote kosten, zal
maken. Ook acht hij overleg met de commissie voor
strafvorderingen in zaken zooals deze wel gewenscht.
Het voorstel wordt goedgekeurd.
BENOEMING VAN EEN LID DER PLAATSE
LIJKE COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET
LAGER ONDERWIJS.
Bovengenoemde commissie beveelt ter voorziening
in de vacature ontstaan door het bedanken van haar
mede-lid, den heer Jac. Groet, aan de heeren: No. 1
W. J. van Randwijk, letterzetter; No. 2. F. Eggers,
klerk.
B. en W. wenschen geen gebruik te maken van hun
bevoegdheid, om aan deze aanbeveling nog twee per
sonen toe te voegen.
De heer Dorbeck zou wel eens willen vragen,
hoe het zoo komt, dat de leden der commissie, die uit
den arbeidersstand worden benoemd, zoo spoedig we
der bedanken.
De Voorzitter zegt, dat op deze vraag dadelijk
geen antwoord behoeft te worden gegeven.
De heer Verkerk zegt, dat het niet juist is, dat
herhaaldelijk de leden uit den arbeidersstand weer be
danken voof de commissie. De heer Groet was de eer
ste arbeider, en voor hem is de vacature. Nu wordt de
heer van Randwijk weer aanbevolen en ook deze is
meesterknecht aan een drukkerij, dus een arbeider. Nu
ligt het natuurlijk niet aan de commissie, doch aan mij,
zegt spreker, die indertijd er op aandrong, dat de ar
beiders in de commissie zouden worden vertegen
woordigd dat het niet gebeurt, doch spr. meent, dat het
wenschelijk is, dat, ook van sprekers richting, de soci
aal-democraten in de commissie worden vertegenwoor
digd, opdat de commissie ook eens verneemt hoe
de sociaal-democraten meenen, dat het onderwijs moet
worden ingericht.
Neemt men ook eens personen van sprekers richting,
dan zal 't zeker niet zooveel voorkomen dat de men-
schen weer bedanken.
Daarna wordt tot stemming overgegaan en benoemd
de heer Randwijk met 15 stemmen, 2 stemmen wa
ren blanco en 1 was uitgebracht op den heer van 't
Veer.
SCHOOLBOUW.
B. en W. stellen den Raad voor hen te machtigen
tot het doen bouwen van een nieuwe zevenklassige
openbare lagere school met gymnastieklokaal, op het
terrein ten kadaster bekend gemeente Alkmaar sectie
C No. 2964, volgens het door den Directeur der ge
meentewerken opgemaakt plan, waarvan de kosten zijn
geraamd op 49929, inclusief de kosten van installatie
der centrale verwarming, die van het toezicht en die
van de speelplaatsen.
De heer de Lange wijst er op dat de centrale
verwarming nog al duur is en vraagt of de verwar
ming alleen noodig zal zijn voor de lokalen of voor
lokalen en gangen.
De Voorzitter zegt, dat bij goede bediening,
dat is gebleken hier in het Stadhuis, de centrale ver
warming niet zoo duur. Bovendien de centrale ver
warming heeft zoovele hygiënische voordeelen, dat,
al was ze wat duurder, dan toch daarom te verkie
zen was.
Of de portalen ook in de centrale verwarming
begrepen zullen zijn kan spreker niet zeggen, doch
met de opmerking van den heer de Lange zal, in
dien mogelijk, rekening worden gehouden.
De heer Ringers zou gaarne zien, dat in het
bestek bepalingen worden opgenomen inzake arbi
trage tussehen aannemer en aanbesteder.
De Voorzitter, die een rilling krijgt als hij
het woord arbitrage hoort en dit, naar aanleiding
van de zaak Smulders, die zaak heeft 8 Jaar gehan
gen en heel veel kosten met zich meegebracht, zegt
toe, dat alsnog bij de aanwijzing met dien wensch
rekening kan worden gehouden.
De heer de Groot meent, dat wat de heer Rin
gers wil, niet noodig is en verwijst naar de Alge-
meene Voorwaarden door het Rijk vastgesteld.
De heer Ringers acht die voorwaarde niet vol
doende.
De Voorzitter zegt nogmaals toe, dat men
de zaak zal overwegen.
De heer Verkerk vraagt, of omtrent de aanklee
ding van de school later zal worden beslist.
De Voorzitter antwoordt daarop, dat dit juist
is.
Daarop wordt het voorstel goedgekeurd.
REGELING JAARWEDDE GEDIPLOMEERD
VERPLEEGSTER IN HET STADS-ZIEKENHU1S.
B en W. stellen den Raad voor de jaarwedde van
ééne gediplomeerde verpleegster in het Stads-Zieken-
huis (mej. P. Visser), ingaande 1 Januari 1915, vast te
stellen op 400 (pensioensgrondslag, ln verband met
inwoning, bewassching, vuur, licht, voeding, genees
kundige hulp en geneesmiddelen, 600).
De heer Udo dringt er op aan, dat de Jaarwedde
der verpleegsters eens behoorlijk bijverordening wordt
geregeld. Naar hem bekend is, ls dit niet het geval.
Voorts betoogt hij, dat de pensioensgrondslag van
mej. Visser zeker f 750 zou moeten zijn en stelt
voor deze daarop vast te stellen.
De Voorzitter veel gevoelende voor hetgeen
de heer Udo zegt, wijst er op, dat het niet moge
lijk is, thans het voorstel van den heer Udo aan te
namen, daar voor al de verpleegsters de verhooging
voor den pensioensgrondslag hetzelfde is.
De heer Dorbeck acht het toch niet gewenscht
deze zaak thans te behandelen, ook omdat dft weer
een tusschentijdsche verhooging 19 en dat men hier
door weer voor hoogere uitgaven komt.
De Voorzitter ontkent dit laatste, daar re
genten uitdrukkelijk zeggen, dat dit geen aanleiding
kan geven tot verhooging der begrooting.
Da heer Dorbeck wil dit aannemen, maar de
andere verpleegsters kunnen toch ook naar aanleiding
van deze verhooging met eenzelfde verzoek komen.
De Voorzitter betwijfelt het, Mej. Visser Is
de eenige hoofdverpleegster en gediplomeerd, dat
verandert.
De heer Dorbeck weet dit niet. Hat voorstel
wordt daarop goedgekeurd, nadat B. en W. de ver
zekering hebben gegeven, dat zij de salarissen In de
toekomst wel willan regelen bij verordening.
AFSTAND VAN O ROND AAN
„VOLKSHUISVESTING.'
B. en W. stellen den raad voor te besluiten aan de
Vereeniging voor volkshuisvesting „Alkmaar", onder
nader overeen te komen voorwaarden, in eigendom al
te staan:
a. een stuk gemeentegrond, gelegen achter de Am
bachtsschool, ten kadaster bekend gemeente Alkmaar,
in sectie E no. 2791, tot het Btichten van een hofje, ter
grootte van pl. m. 1525 M', voor den prjjja van 4 per
b. een stuk gemeentegrond am het Groot Noord-
hollandsch kanaal, ten kadaster bekend gemeente Alk
maar, in sectie F no. 378, tot het stichten van 30 arbei-
derwoningen, ter grootte van ongeveer 3500 M», voor
de som van 1400, berekend naar den vroeger voor
dergelijken grond betaalden prijs van 0.40 M».
Goedgekeurd, nadat van de zijde van B. en W. (s
betoogd, dat het niet mogelijk was een ander terrein te
vinden.
WERKVERSCHAFFING PLANTSOENEN.
B. en W. stellen voor hen een crediet te verleen en,
ten bedrage van 6300, ten einde het bedrijf der plant
soenen in de gelegenheid te stellen aan werkwilligen
werk te verschaffen.
De heer Dorbeck stelt voorop, met bijzondere
sympathie dit voorstel te hebben begroet, omdat z. f.
ten onrechte men het op de vorige vergadering heeft
willen voorstellen alsof hij zou staan vijandig tegen
over de acties der arbeiders. Hij stelt er prijs op te
verklaren, dat hij sympathiek stond tegenover de actie
der goed georganiseerde en goedwillige arbeiders. In
dit opzicht wil hij alle misverstand wegnemen. Spr.
legt er nog den nadruk op, dat hij dit voorstel toe
juicht voor de werkwillige arbeiders, ook B. en
W. doen dat en hij hoopt, dat dit werk aan het doel zal
beantwoorden en zegt ten slotte dat hij ook voortaan
den tijd dien hij daarvoor nog disponibel kan hebben,*
zal stellen in het belang der arbeiders.
Het voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
KEURINGSDIENST OP EET- EN DRINK
WAREN.
B. en W. leggen aan den Raad over een rapport
van den directeur van het gemeente-slachthuis over
den keuringsdienst op voedingsmiddelen te Nijme
gen, waar de keuringsdienst van eet- en drinkwaren
geschiedt op het gemeente-slachthuis. Het wil dr.
Keijser ovorkomen, dat Alkmaar, overgaande tot een
keuring der levensmiddelen, zich veel onkosten kan
besparen, door het voorbeeld van Nijmegen te volgen.
Zoo zijn op het laboratorium van het slecMhuis reeds
verschillende instrumenten, die onmisbaar zijn bij lede
ren keuringsdienst als microscoop, broedstoven, balan
sen e. a. Hij berekent, dat de inrichting van ae labo
ratoria ongeveer 1600 zal kosten, terwijl eenige ver
andering in de lokalen op 600 zou komen te staan,
samen dus 2200. De onkosten (salarissen, laborato
rium-behoeften enz.) waarop de gemeente jaarlijks
komt te staan, raamt dr. Keijser op 3110.
B. en W. achten het tot stand komen van een keu
ringsdienst als in het rapport bedoeld van zoo groot
gemeente-belang, dat de daaraan verbonden kosten
geen bezwaar mogen opleveren. Ze stellen voor in
beginsel tot de invoering, overeenkomstig het rap
port, te besluiten en hen uit te noodigen de invoering
van genoemden dienst ten spoedigste te bevorderen.
Op dit voorstel is door de Gezondheidscommissie
een advies uitgebracht, dat tevens door B. en W.
wordt overlegd. De commissie is eenstemmig van
oordeel, dat ae stelling van het rapport van dr. Keij-
ALKMAARSCHE