DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 40 Honderd en zeventiende jaargang. 1915 per 3 maanden f0.80, fr. p. post fl—Advertentieprijs 10 ct. p. regel,groote letters naar flONDERDAG Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERffls. COSTER ZOON, Yoordam C9. Telefoonnr. 3. 18 FEBRUARI Vergadering1 Gemeenteraad van Alkmaar, op Woensdag 17 Februari 1915, nam. 1 uur. vairilen Voorzittel de Burgemeester de heer G. Ripping. Secretaris de heer Donath. Tegenwoordig 18 leden. Afwezig de heer Glin- derman. De notulen der vorige vergadering werden on veranderd vastgesteld. BEËEDIGINO VAN HET N1EUWGEKOZEN LID VAN DEN RAAD, DEN HEER J. CLOECK. De heer C 1 o e c k, binnengeleid door den secre taris, legt in handen van den Voorzitter de vereischte eeden af. De Voorzitter wenscht den heer Gloeck ge luk en verzoekt hem plaats te nemen naast den heer Verkerk. Aan de vergadering wordt medegedeeld, dat Is ingekomen a een apostille d d 27 Januari 1.1. No. 80 van de Ge deputeerde Staten, teil geleide van een uittreksel uit het Kon. Besluit van 18 Januari 1.1. No. 11, krach tens hetwelk het Raadsbesluit d.d. 23 September. 1914 No 10 tot heffing van wik- en weegloonen is goedgekurd tot 1 Januari 1921. Voor kennisgeving aangenomen. b. een apostille ais boven d d. 10 Februari 1.1. No. 25, ten geleide van het goedgekeurde Raadsbesluit d.d. 27 Januari 11. No. 8, tot aanvaarding van het door wijled J. Nierop aan de gemeente vermaakte legaat. Alsvoren. c. de arbitrale uitspraak inzake de Vennootschap on der de firma Louis Smulders Co. te Utrecht, eischeresse, en de gemeente Alkmaar, gedaagde. De Voorzitter zegt, dat hieruit Blijkt, dat de zaak ten nadeele van de gemeente is beslist en de gemeente moet betalen. De heer D o r b e c k merkt op dat deze beslissing er een is in hoogste instantie. De heer den Boesterd wenscht even te her inneren. aan het spreekwoord wie om een koe pleit geeft er jeen toe en zou het willen veranderen in wie om een koe pleit, geeft er twee toe. d. een adres d.d. 10 Februari 1.1. van het bestuur der Vereeniging voor Kindervoeding alhier, houdende verzoek voor het jaar 1915 een subsidie uit de ge meentekas te mogen ontvangen van 200. De Voorzitter vraagt of de raad bereid Is, dat^adres in behandeling te nemen. De heer Dorbeck vraagt of er van de zijde van B. en W. een preadvies is te wachten. De Voorzitter deelt mede, dat in het college van en W. de meerderheid wel van meening was, dat gezien de moeielijke tijdsomstandigheden voor ditmaal er aanleiding kon zijn om dit subsidie toe te staan. Indien de raad er in meegaat zon hij willen voor stellen het adres dadelijk te behandelen» De heer Dorbeck zou niet graag zien, dat dit gebeurde. Men leeft in drukke dagen, Ieder heeft zijn bezig heden, daarom meent hij dat het gewenscht is, dat zaken als deze die van eenigszins princlpieelen aard zijnc eerst nader onder de oogen worden gezien. Bovendien gelooft hij niet, dat de zaak zoo urgent is, als B. en W. dat naeenen. Indien er niets gedaan werd, dan was er iets voor te zeggen, maar waar 't steuncomité er toch is, en alles doet, om den nood te lenigen, daar acht hij de zaak niet zoo urgent en zou hij althans meer gegevens willen hebben, alvo rens hierover in beslissing te treden. De Voorzitter zegt, dat hij wel iets gevoelt voor het denkbeeld van den heer Dorbeck, maar waar twee ernstige mannen als de heeren Udo en Kooy deze spoedige beslissing vragen, daar mag men toch aannemen dat er reden is om deze zaak spoedig te behandelen. Hij gelooft, dat deze subsidie juist gevraagd wordt om daarvan nog in deze of de volgende maand ge bruik te maken. Wacht men er te lang mee en het is niet mogelijk om den zaak alleen ter vergadering te beleggen, dan mist de zaak geheel haar doel. Het gaat toch niet aan, om voor de toekenning van een subsidie van f 200 de raad bijeen te roepen tot een vergadering waarvoor een ten opzichte van deze subsi die belangrijk bedrag aan presentiegelden moet wor den uitgekeerd. De heer Dorbeck herhaalt zijn bedenkingem tegen de dadelijke behandeling en wijst er op, dat er, wanneer er gebrek aan voedsel mocht zijn, er dan juist in deze dagen door verschillende vereenigingen veel gedaan wordt. Wat de opmerking betreft dat, de presentiegelden even groot zouden zijn als de sub sidie, daar acht hij dit geen argument. Bovendien wil hij voor zich gaarne dat presentiegeld in deze omstandigheden opofferen. De heer Udo zegt, dat in het adres gevraagd is, om behandeling in deze zitting juist op de gronden, die de Voorzitter heeft genoemd. Spreker wenscht die nog nader toe te lichten. Hij wijst er op, dat de vereeniging met haar eigen middelen slechts kan doorgaan tot 1 Maart a.s. Zij verstrekt thans voedsel aan 185 kindei en, waarvan meer dan i/s van de bij zondere scholen. En 1 Maart is een fatale datum, daar dan ook de Centrale Commissie voor spijsuitdeeling aan het einde van haar taak is wegens gebrek aan geld. Daarom is er alle reden voor de vereeniging om door te gaan teneinde te voorkomen, dat de kinderen niet Behoorlijk gevoed worden. De heer Dorbeck acht juist het standpunt van de heeren voorstanders gevaarlijk. Een vereeniging begint met haar werk, doch kan niet verder gaan daar de particuliere liefdadigheid te kort schiet; en komt thans maar bij den raad, dat acht hij gevaarlijk en zou voor andere vereenigingen een aanwijzing zijn. Waar er van de gemeente zooveel gevraagd wordt, daar zou hij toch eerst de zaak onder de oogen willen zien. Hij meent voorts, dat het waar zooveel gedaan wordt het voor den raad noodig is de zaak eerst te onderzoeken evengoed als de voor standers het voor hebben onderzocht. Spreker meentdat het niet de vraag is, of de heeren Udo en Kooy ernstige mannen zijn, dat wil hij gaarne aannemen, docli ook de tegenstanders zijn ernstige mannen. Liefdadigheid is echter meer de zaak van 't gevoel en daarom ook acht hij het noodig de aanvraag nauwgezet te overwegen. De heer den Boesterd is tegen de subsidie, omdat het verstrekken van kinderkleeding en voeding demoraiiseerend werkt. De heer V e r k e r k meent, dat aangaande het principe in den raad geen beslissing meer behoeft te vallen, daar reeds, vroeger aan een vereeniging voor kindervoeding en kleeding subsidie werd ver leend, al deed deze vereeniging weinig aan kinder voeding. Hij wijst er voorts op, dat in vele gezinnen juist in dezen tijd het zoo moeilijk is, om in de behoef ten te voorzien en acht het meer demoraiiseerend als men een kind zonder eten laat, dan wanneer men het een boterham geeft. Men moet in dezen zeer zeker rekening houden met den toestand, waarin we op het oogenblik verkeemi. De heer d e W i t onderschrijft geheel wat de heer Dorbeck heeft gezegd. De heer Dorbeck vraagt meer gegevens dan het adres geeft. Spreker heeft gegevens gekregen en naar aanleiding daarvan is bij hem de vraag gerezen of het wel zoo beslist noodzakelijk is, dat kindervoeding wordt verstrekt. Spr. ondersteunt het denkbeeld van den heer ^Dorbeck, dat eerst een flink onderzoek wordt ingesteld. De heer Dorbeck verheugt er zich over, dat de minderheid in het Dagelijksch Bestuur zijn gevoelen deelt. De heer L u b b e meent, dat de heer de Wit uit de enkele gegevens, die hij mogelijk heeft, waaruit blijkt, dat het in enkele gezinnen niet noodig is, niet kan be sluiten dat de noodzakelijkheid niet zou bestaan. Er wordt van zaken als deze altijd misbruik gemaakt; dat heeft ook het Steuncomité ondervonden. De heer d e W i t blijft toch van gevoelen, dat het zeer noodig zou zijn om wat eenige kinderen betreft een nader onderzoek in te stellen. De heer Verkerk wijst er op, dat het Bestuur der vereeniging waarvan spreker lid is, de namen der kin deren wier ouders zich hadden aangemeld, heeft in handen gesteld van de secretaresse van den Armenraad, die op enkele uitzonderingen na geadviseerd heeft, dat allen voor een ontbijt in aanmerking kwamen. Ook is te rade gegaan met de meening van hoofden van scho len en onderwijzers. In het Bestuur der Vereeniging zijn ook vertegenwoordigd de onderwijzers der Bij zondere Scholen, zoodat alle waarborgen er zijn, meent hij, dat zoo serieus mogelijk te werk wordt ge gaan. De heer D o r b e c k wil graag aannemen, dat de se cretaresse van den Armenraad een ontbijt voor al die kinderen noodig achtte, doch als lid van den Voogdij raad is spreker ook wel op de hoogte van verschillen de toestanden en juist daarom acht hij voor den raad gewenscht, dat deze, evenals het bestuur der vereeni ging, gelegenheid heeft om nauwkeurig de zaak na te gaan, ook in verband met het feit dat de andere veree niging de kindervoeding heeft laten vervallen. Nadat de heer U d o er nog op heeft gewezen, dat de vereeniging het werk stop zal moeten zetten indien de behandeling wordt uitgesteld, wordt het voorstel- Dorbeck, om de zaak aan te houden tot de volgende vergadering, in stemming gebracht. De stemmen staak ten, zoodat de volgende vergadering opnieuw moet worden gestemd. Voor stemden de heeren Van den Bosch, Meien brink, Zaadnoordijk, Den Boesterd, Govers, de Lange en de Wit. Tegen de heeren Verkerk, Thomsen, Legult, Lubbe, Fortuin, Ringers, Udo, Luiting en Cloeck. e. een adres d.d. Januari 1.1. van den Bond van ver eenigingen van fabrikanten van en handelaren in bouwmaterialen voor het bouwbedrijf, houden de verzoek van gemeentewege stappen te doen ter verbetering van den toestand in het bouwbedrijf en tot vermindering van de heerschende crisis. Gesteld in handen van B. en W., om na te gaan web ke voorstellen daaruit kunnen voortvloeien. De Voorzitter wenschte thans voorlezing te doen van een ontworpen brief aan de regeering. Daar in wordt mededeeling gedaan van hetgeen de gemeente van plan is te doen en waarvoor de gemeente vraagt met het Rijk een leening te mogen aangaan. De Voorzitter vraagt goedkeuring dezen brief te verzenden, wélke goedkeuring zonder hoofdelijke stemming wordt verleend. SUBSIDIE AMBACHTSSCHOOL VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. In verband met een adres van het Bestuur der Ver eeniging de Ambachtschool voor Alkmaar en omstre ken, stellen B. en W. voor: A. de subsidie van de Ambachtsschool voor Alk maar en Omstreken, ingaande 1 Januari 1915 met 3000.— te verhoogen en te brengen op 11318; B. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen te zijner tijd de noodige financieele voorstellen te doen tot vinding van de sub a bedoelde gelden. Den heer Udo, heeft evenals andere leden van den Raad, ontsteld het feit, dat het subsidie zoo veel moest worden verhoogd. Spreker had echter gedacht, dat de vereeniging ook aan Rijk en Provincie een evenredige verhooging had aangevraagd. Dan zou aan de gemeente 1350 minder behoeven te worden gevraagd. In de tweede plaats vraagt spreker of aan de Pro vincie wel eens verhooging van subsidie is verzocht, zocht. De Voorzitter geeft de verzekering, dat de Pro vincie beslist niet meer geeft. De heer Udo zou toch willen vragen of het niet mogelijk zou zijn, dat het Rijk het subsidie evenredig verhoogde, en of de vereeniging dat niet alsnog kan vragen. De Voorzitter: De Inspecteur durfde voor het Rijk niet hooger gaan, daar het Rijk al meer toekent dan aan de andere inrichtingen. Ook B. en W. vinden deze zaak niet zoo aangenaam, doch het kan niet an ders, de inrichting moet toch in stand kunnen blijven. De heer Udo vraagt of het B. en W. ook niet wen- schelijk voorkomt, waar men wel meer dan 11000 subsidie geeft uit den raad iemand in het bestuur der Ambachtsschool aan te wijzen. De heer Dorbeck ondersteunt ten zeerste het denkbeeld van den heer Udo en wijst er even op, dat het wel schijnt, alsof men herhaaldelijk wil komen inet dergelijke aanvragen, nadat de gemeentebegroo- ting is vastgesteld Men zou er veel voor gevoelen daaraan eens vnnr^oed e~n einde te maken. Voorts ■ruil uij liet niet verkccid. hei eens uit te spreken, dat de nieuwe Amoacmsschooi wel wat te grootsch is op gezet en dat A'krr-ar eigenlijk de dupe is-van het luve oaardje dat bij het stichten van deze school werd bere den Ook zou hij het wenschelijk vinden, dat ook de buitengemeenten wat meer bijdroegen of dat het be stuur hoogere eischen stelde bij hri toelaten van leer lingen, indien dit zou kunnen, wat spreker niet weet. De heer den Boesterd vraagt of de buitenge meenten nu ook geen subsidies kan worden gevraagd. De heer Udo: Oterleek betaalt 10. De heer Dorbeck betoogt ten slotte ook de wen- schelijkheid om een lid van den Raad in het bestuur te doen zitting nemen. Eenige controle van de zijde van den Raad acht hij zeer wenschelijk. De Voorzitter zegt, dat er niets tegen is, om thans als voorwaarde voor de hoogere subsidie te stel len, dat een lid van den Raad zitting moet hebben in het bestuur. Daarop wordt het voorstel van B. en W. zonder hoofdelijke stemming aangenomen. INSTELLINO VAN EEN RECHTSVORDERING. Na ingewonnen rechtkundig advies betrekking heb bende op een vordering van de gemeente op den heer J. H. Elfring alhier, ten bedrage van 118.6014, we gens restant-kosten van verpleging en kosten van be grafenis van zijn vader wijlen den heer Elfring, in het gesticht „Duin en Bosch" te Castricum, stellen B. en W voor den heer J. H. Elfring alhier in rechten aan te spreken tot betaling van een door hem aan de gemeen te verschuldigd bedrag ad 118.6014. De heer Dorbeck zou nu niet gaarne verder met den heer Elfring over de zaak meer gaan correspon- deeren. De toon dien de heer Elfring zich heeft aange matigd, tegenover het Dag. Best. is van dien aard ge weest, dat het Dag. Bestuur eigenlijk wel te lankmoe dig is opgetreden tegen den heer Elfring. Waar hier echter weer een rechtsvordering wordt ingesteld, daar zou hij graag er voor willen waar schuwen, dat men daarom niet al te groote kosten, zal maken. Ook acht hij overleg met de commissie voor strafvorderingen in zaken zooals deze wel gewenscht. Het voorstel wordt goedgekeurd. BENOEMING VAN EEN LID DER PLAATSE LIJKE COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET LAGER ONDERWIJS. Bovengenoemde commissie beveelt ter voorziening in de vacature ontstaan door het bedanken van haar mede-lid, den heer Jac. Groet, aan de heeren: No. 1 W. J. van Randwijk, letterzetter; No. 2. F. Eggers, klerk. B. en W. wenschen geen gebruik te maken van hun bevoegdheid, om aan deze aanbeveling nog twee per sonen toe te voegen. De heer Dorbeck zou wel eens willen vragen, hoe het zoo komt, dat de leden der commissie, die uit den arbeidersstand worden benoemd, zoo spoedig we der bedanken. De Voorzitter zegt, dat op deze vraag dadelijk geen antwoord behoeft te worden gegeven. De heer Verkerk zegt, dat het niet juist is, dat herhaaldelijk de leden uit den arbeidersstand weer be danken voof de commissie. De heer Groet was de eer ste arbeider, en voor hem is de vacature. Nu wordt de heer van Randwijk weer aanbevolen en ook deze is meesterknecht aan een drukkerij, dus een arbeider. Nu ligt het natuurlijk niet aan de commissie, doch aan mij, zegt spreker, die indertijd er op aandrong, dat de ar beiders in de commissie zouden worden vertegen woordigd dat het niet gebeurt, doch spr. meent, dat het wenschelijk is, dat, ook van sprekers richting, de soci aal-democraten in de commissie worden vertegenwoor digd, opdat de commissie ook eens verneemt hoe de sociaal-democraten meenen, dat het onderwijs moet worden ingericht. Neemt men ook eens personen van sprekers richting, dan zal 't zeker niet zooveel voorkomen dat de men- schen weer bedanken. Daarna wordt tot stemming overgegaan en benoemd de heer Randwijk met 15 stemmen, 2 stemmen wa ren blanco en 1 was uitgebracht op den heer van 't Veer. SCHOOLBOUW. B. en W. stellen den Raad voor hen te machtigen tot het doen bouwen van een nieuwe zevenklassige openbare lagere school met gymnastieklokaal, op het terrein ten kadaster bekend gemeente Alkmaar sectie C No. 2964, volgens het door den Directeur der ge meentewerken opgemaakt plan, waarvan de kosten zijn geraamd op 49929, inclusief de kosten van installatie der centrale verwarming, die van het toezicht en die van de speelplaatsen. De heer de Lange wijst er op dat de centrale verwarming nog al duur is en vraagt of de verwar ming alleen noodig zal zijn voor de lokalen of voor lokalen en gangen. De Voorzitter zegt, dat bij goede bediening, dat is gebleken hier in het Stadhuis, de centrale ver warming niet zoo duur. Bovendien de centrale ver warming heeft zoovele hygiënische voordeelen, dat, al was ze wat duurder, dan toch daarom te verkie zen was. Of de portalen ook in de centrale verwarming begrepen zullen zijn kan spreker niet zeggen, doch met de opmerking van den heer de Lange zal, in dien mogelijk, rekening worden gehouden. De heer Ringers zou gaarne zien, dat in het bestek bepalingen worden opgenomen inzake arbi trage tussehen aannemer en aanbesteder. De Voorzitter, die een rilling krijgt als hij het woord arbitrage hoort en dit, naar aanleiding van de zaak Smulders, die zaak heeft 8 Jaar gehan gen en heel veel kosten met zich meegebracht, zegt toe, dat alsnog bij de aanwijzing met dien wensch rekening kan worden gehouden. De heer de Groot meent, dat wat de heer Rin gers wil, niet noodig is en verwijst naar de Alge- meene Voorwaarden door het Rijk vastgesteld. De heer Ringers acht die voorwaarde niet vol doende. De Voorzitter zegt nogmaals toe, dat men de zaak zal overwegen. De heer Verkerk vraagt, of omtrent de aanklee ding van de school later zal worden beslist. De Voorzitter antwoordt daarop, dat dit juist is. Daarop wordt het voorstel goedgekeurd. REGELING JAARWEDDE GEDIPLOMEERD VERPLEEGSTER IN HET STADS-ZIEKENHU1S. B en W. stellen den Raad voor de jaarwedde van ééne gediplomeerde verpleegster in het Stads-Zieken- huis (mej. P. Visser), ingaande 1 Januari 1915, vast te stellen op 400 (pensioensgrondslag, ln verband met inwoning, bewassching, vuur, licht, voeding, genees kundige hulp en geneesmiddelen, 600). De heer Udo dringt er op aan, dat de Jaarwedde der verpleegsters eens behoorlijk bijverordening wordt geregeld. Naar hem bekend is, ls dit niet het geval. Voorts betoogt hij, dat de pensioensgrondslag van mej. Visser zeker f 750 zou moeten zijn en stelt voor deze daarop vast te stellen. De Voorzitter veel gevoelende voor hetgeen de heer Udo zegt, wijst er op, dat het niet moge lijk is, thans het voorstel van den heer Udo aan te namen, daar voor al de verpleegsters de verhooging voor den pensioensgrondslag hetzelfde is. De heer Dorbeck acht het toch niet gewenscht deze zaak thans te behandelen, ook omdat dft weer een tusschentijdsche verhooging 19 en dat men hier door weer voor hoogere uitgaven komt. De Voorzitter ontkent dit laatste, daar re genten uitdrukkelijk zeggen, dat dit geen aanleiding kan geven tot verhooging der begrooting. Da heer Dorbeck wil dit aannemen, maar de andere verpleegsters kunnen toch ook naar aanleiding van deze verhooging met eenzelfde verzoek komen. De Voorzitter betwijfelt het, Mej. Visser Is de eenige hoofdverpleegster en gediplomeerd, dat verandert. De heer Dorbeck weet dit niet. Hat voorstel wordt daarop goedgekeurd, nadat B. en W. de ver zekering hebben gegeven, dat zij de salarissen In de toekomst wel willan regelen bij verordening. AFSTAND VAN O ROND AAN „VOLKSHUISVESTING.' B. en W. stellen den raad voor te besluiten aan de Vereeniging voor volkshuisvesting „Alkmaar", onder nader overeen te komen voorwaarden, in eigendom al te staan: a. een stuk gemeentegrond, gelegen achter de Am bachtsschool, ten kadaster bekend gemeente Alkmaar, in sectie E no. 2791, tot het Btichten van een hofje, ter grootte van pl. m. 1525 M', voor den prjjja van 4 per b. een stuk gemeentegrond am het Groot Noord- hollandsch kanaal, ten kadaster bekend gemeente Alk maar, in sectie F no. 378, tot het stichten van 30 arbei- derwoningen, ter grootte van ongeveer 3500 M», voor de som van 1400, berekend naar den vroeger voor dergelijken grond betaalden prijs van 0.40 M». Goedgekeurd, nadat van de zijde van B. en W. (s betoogd, dat het niet mogelijk was een ander terrein te vinden. WERKVERSCHAFFING PLANTSOENEN. B. en W. stellen voor hen een crediet te verleen en, ten bedrage van 6300, ten einde het bedrijf der plant soenen in de gelegenheid te stellen aan werkwilligen werk te verschaffen. De heer Dorbeck stelt voorop, met bijzondere sympathie dit voorstel te hebben begroet, omdat z. f. ten onrechte men het op de vorige vergadering heeft willen voorstellen alsof hij zou staan vijandig tegen over de acties der arbeiders. Hij stelt er prijs op te verklaren, dat hij sympathiek stond tegenover de actie der goed georganiseerde en goedwillige arbeiders. In dit opzicht wil hij alle misverstand wegnemen. Spr. legt er nog den nadruk op, dat hij dit voorstel toe juicht voor de werkwillige arbeiders, ook B. en W. doen dat en hij hoopt, dat dit werk aan het doel zal beantwoorden en zegt ten slotte dat hij ook voortaan den tijd dien hij daarvoor nog disponibel kan hebben,* zal stellen in het belang der arbeiders. Het voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. KEURINGSDIENST OP EET- EN DRINK WAREN. B. en W. leggen aan den Raad over een rapport van den directeur van het gemeente-slachthuis over den keuringsdienst op voedingsmiddelen te Nijme gen, waar de keuringsdienst van eet- en drinkwaren geschiedt op het gemeente-slachthuis. Het wil dr. Keijser ovorkomen, dat Alkmaar, overgaande tot een keuring der levensmiddelen, zich veel onkosten kan besparen, door het voorbeeld van Nijmegen te volgen. Zoo zijn op het laboratorium van het slecMhuis reeds verschillende instrumenten, die onmisbaar zijn bij lede ren keuringsdienst als microscoop, broedstoven, balan sen e. a. Hij berekent, dat de inrichting van ae labo ratoria ongeveer 1600 zal kosten, terwijl eenige ver andering in de lokalen op 600 zou komen te staan, samen dus 2200. De onkosten (salarissen, laborato rium-behoeften enz.) waarop de gemeente jaarlijks komt te staan, raamt dr. Keijser op 3110. B. en W. achten het tot stand komen van een keu ringsdienst als in het rapport bedoeld van zoo groot gemeente-belang, dat de daaraan verbonden kosten geen bezwaar mogen opleveren. Ze stellen voor in beginsel tot de invoering, overeenkomstig het rap port, te besluiten en hen uit te noodigen de invoering van genoemden dienst ten spoedigste te bevorderen. Op dit voorstel is door de Gezondheidscommissie een advies uitgebracht, dat tevens door B. en W. wordt overlegd. De commissie is eenstemmig van oordeel, dat ae stelling van het rapport van dr. Keij- ALKMAARSCHE

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 5