DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van liet westelijk oorlogsterrein.
Vu liet oostelijk oorlogsterrein.
o r 1 o
No. 42
xd en zeventiende jaargang.
1915
jfi J (1180 ft, n. pust |1.—,(l et o, regel, greote letters nmr plaatsruimte. Brleien fr. N. K. Boek- en Handelsdrnkkerii T.b. HERffls. COSTERSZOOR, ïeiai» C9. Ttfnar. 3.
ZATERDAG 20 PBBEUAEI
Dit nummer bettaat uit 3 bladen.
©IjTauroggen
P It IJ I S E Jf
oOSoewalki
o Augustowo
Lyck o D
□o QÖrodno
Weichsel ©°öGrajewo
Neidenburgö 0 aOssowetz
Koïno
Soldau® cOMlawa
0 - ÖRadzanow
TborirQ 0
ULipno
O qDobrzjjj^Razi0„z
®o nl lots£ Plonsk
o Warta
'o «WARSCHAU
o DLowitz
o
as o oLODSO
m o o
te
H
ri
O
Pn
.Olwangorod
O Petrokow
H o .Weichsel
N OQCzenstochow
w o
o
o o ©o
Krakau
Gorlice
.San
Jabloenka-
HPas
D.Przemysl
Karpathen
Beukiden
Doekla- Loepkow- Oeszok- Rpqkif1
pas pas pas Beskiü
HONGARIJE
ALKMAAR, 20 Februari.
Het wordt tijd, dat wij het Oostelijk oorlogstooneel
weer eens een goede beurt geven.
Vele lezers toch zullen niet geregeld meer de krijgs
verrichtingen dagelijks volgen, maar een algemeen
overzicht afwachten, waardoor zij in één maal van den
gang der gebeurtenissen op de hoogte worden ge
bracht. En voor anderen, die wèl de dingen van den
dag volgen, zal het ook noodig zijn, af en toe de op
zichzelf staande operaties in.hun onderling verband te
brengen en gezamenlijk in algemeene trekken te schet
sen.
Het Oosten leent zich hiervoor ook veel beter dan
het Westen, waar de lange slang, welke de fronten der
oorlogvoerende partijen voorstelt haast niet in bewe
ging komt en zichzelf maar gelijk blijft. Soms heeft
het in België en Noord-Frankrijk den schijn, dat er
belangrijke veranderingen op til zijn, maar telkens
blijkt dan weer, dat de schijn bedroog. Het sterkst
kwam dat uit begin Januari, toen de Duitschers den
slag bij Soissons vergeleken bij die van Gravelotte en
dus '.en beslissing in het uitzicht stelden, een doorbre
king van het Fransche front bijv., een beslissing, waar
van nog altijd niets gekomen is, terwijl zelfs pogin
gen, om het aanvankelijk succes onder 's Keizers
oog behaald ten zuiden van de rivier de Aisne
voort te zetten, geen resultaat opleverden. Ook hier
bleek, dat een aanvankelijk succes door een onwrikba-
ren tegenstand niet verder kon worden gebracht, bij
gebrek aan die troepenmacht, welke voor een krachtig
offensief wordt vereischt. In het westen, bij La Bassée-
Atrecht, in het oosten in de Argonnen, in het bois le
Prètre, slagen de bondgenooten er niet in voordeden
te behalen, die een belangrijke positie-verbetering ten
gevolge hebben. Ook de laatste dagen, nu het Fran
sche offensief weer verlevendigd is, blijft het bij plaat
selijke voordeden, die op het gevechtsfront van weinig
invloed zijn.
Anders gaat het op het Oostelijk oorlogstooneel,
waar de positie-oorlog ook wel wordt aangetroffen,
maar waar toch gelegenheid is voor groote bewegin
gen, die tot iets kunnen leiden.
Nu is „groot" altijd betrekkelijk. Wanneer wij op
een goede kaart van Rusland eens het plekje aangeven,
dat het Weichsel-gebied voorstelt, waar nu al maanden
lang werkelijk zware gevechten geleverd worden, en
we vergelijken dit plekje met de geheele uitgebreidheid
van het Russische rijk, dan komt het ons soms voor,
alsof er in een voorportaal van een woning van Alk
maar geworsteld wordt om de overwinning en de ne
derlaag der geheele stad 1
In elk geval naar hetgeen wij in dezen oorlog te
zien kregen, mag gerust gesproken worden van de
groote gebeurtenissen in het Oosten. De terreingesteld
heid, het spoorwegstelsel en andere natuurlijke en
technisciie omstandigheden zijn natuurlijk mede hier
van de oorzaak, maar waarschijnlijk legt voor de ope
raties op het Oostelijk oorlogstooneel de persoonlijk
heid van den hoofdleider en die van den gemeensol-
daat het meeste gewicht in de schaal. In het Westen
heerscht evenwicht, zoowel in moreel als materieel op
zicht, maar in het Oosten zijn de Duitschers en Oos
tenrijkers den Russen de baas, vooral wat de hoofdlei
ding betreft. Tegen een v. Hindenburg is stellig geen
Rus opgewassen en men mag zich afvragen, wie, even
als eenige maanden geleden generaal Rennenkampf, nu
weer als zondebok in de woestijn zal worden gezeg
den Hij weet zelfs met massa's te overrompelen, hoe
traag in beweging zoo'n massa ook moge zijn. Daarbij
is het zeker van niet geringe beteekenis, dat de Russen
niet beschikken over de vliegmachines, waarmede aan
het Westerfront de voorbereidingen kunnen worden
bespied en de legers kunnen worden waargenomen.
Als de Duitscher zijn plan maar kan versluieren voor
den cavallerist van den Rus is hij klaar en heeft hij en
kel een geschikt oogenblik af te wachten om den te
genstander onverhoeds een geduchten stoot toe te
brengen. De „winterslag in de Masoeren", zooals men
het gebeurde der laatste dagen in de Duitsche bladen
gaarne noemt, is daarvan opnieuw het bewijs.
Het gebied, waar deze strijd een aanvang heeft ge
nomen, kennen wij van vroeger. Het is een onafgebro
ken linie van meren, welke zich op 55 K. M. (twee
dagmarschen dus) evenwijdig aan de Russisch-Duit-
sche grens uitstrekt. In die streek werd Rennenkampf's
leger in het laatst van Augustus vernietigd en leden
de Russen half September nog eens weer een gevoelige
nederlaag bij Lyck (voor de plaatsnamen verwijzen wij
naar bovenstaand schetskaartje). Ondanks den onder
vonden tegenstand, zijn de Russen hier ten derde male
binnengetrokken. Met groote troepenmassa's hernamen
zij het offensief. In drie colonnes trokken zij van Mla-
wa en daar ten noorden van, uit en voorts aan den be
neden-Weichsel in de lijn Dobrzyn-Lipno, hetgeen ge
schiedde in samenhang met de verdere operaties in
Polen en Galicië. Want wat wij van den beginne af
aan steeds op den voorgrond hebben gesteld, blijkt
nog altijd ten volle waar: willen de Russen Polen ge
heel zuiveren van den vijand en daar over de grens
trekken, dan moeten ze meester zijn van Oost- en
West-Pruisen en Galicië, wijl van hieruit ten allen tij
de allergevaarlijkste flankbedreigingen te wachten zijn.-
Langen tijd werd het Noorden uit het oog verloren,
totdat de Duitschers 7 Februari gereed waren diet
hun samentrekking van troepen in dit gebied en met
een forschen slag den tegenstander hebben teruggedre
ven. Drie dagen daarna werd door de Duitschers
aangekondigd, dat er zich aan de Oost-Pruisische
grens krijgsverrichtingen van grooten omvang ontwik
kelden en den daarop volgenden dag deelden de Rus
sen mede, dat ze van de Masoerische meren naar de
grens terugtrokken, daaraan evenals weleer toe
voegende, dat ze hun troepen een geconcentreerde op
stelling wilden doen innemen. Maar de terugtocht
geschiedde niet vrijwillig. De Duitschers „kleefden",
d. w. z. ze zaten de Russische troepen op de hielen en
hebben daarbij goede resultaten bereikt, niet alleen
wat buitgemaakt materiaal en de gevangen genomen
Russische soldaten betreft het getal is nu 64.000,
maar het zal nog wel klimmen en de Keizer moet in
een telegram aan Frans Jozef reeds 88.000 hebben op
gegeven maar ook wat terreinwinst aangaat.
„Bij Tauroggerf wordt de vervolging voortgezet",
heette het Donderdag en van gisteren werd gemeld, dat
Tauroggen reeds door de Duitschers veroverd was.
Een poging der Russen om van Ossowietze op Graje-
wo en verder op Kolno gedaan, om de Duitsche ver
volging tot staan te brengen, mislukte. Wel werden
uit de Narew-linie uit Lomsha, nieuwe Russische troe
pen afgezonden, hetgeen heeft geleid tot hevige gevech
ten in de omgeving van Augustowo het vanmiddag
ontvangen Russische communiqué gewaagt hiervan
nogmaals maar het Duitsche communiqué zag giste
ren reeds te verstaan, dat de strijd zoo goed als ge
wonnen was. Alleen ten noord-oosten van Kolno
wordt nog ernstig gevochten. Meer Westelijk ruk
ten de Duitschers op naar Racionz, welke plaats bezet
werd. Men kan dus zeggen, dat de Duitschers in het
geheele gebied ten noorden van den Weichsel met suc
ces gevochten hebben.
Ten zuiden van den Weichsel worden nog altijd
frontgevechten geleverd. Hoe hardnekkig de Duitschers
ook gepoogd hebben Warschau te naderen, tot dusver
re zijn zij niet verder kunnen komen dan het winnen
van eenig terrein in de richting van de Poolsche
hoofdstad. Al hun pogingen om ten Oosten van Lo-
witz door te breken, mislukten en de Russische linie
hier blijft intact. Maar het is zeer wel mogelijk, dat de
uitslag der operaties ten noorden van den Weichsel
van invloed zal zijn op den stand van zaken ten zui
den dezer rivier. Eén gebroken schakel verbreekt van
een ketting het onderlinge verband. Toen de Oosten
rijkers in Galicië en aan de Karpathen een nederlaag
leden, moesten ook de Duitschers in Polen terug
het een hangt met het ander samen.
In West-Galicië, nog altijd stevig in de hand der
Russen, zijn de Oostenrijkers nu ook tot het offensief
overgegaan, terwijl in de Karpathen den laatsten tijd
geen belangrijke gevechten zijn geleverd. De Boekowi-
na is van Russen bevrijd. De correspondent van de
Daily Chronicle doet het voorkomen, dat het hier
slechts een Russische voorzorgsmaatregel betreft, om
dat men 'Verwacht, dat binnenkort het ijs der rivieren
zal smeltennu konden de Russen nog over de Proeth
komen, maar als die ontdooid is, kunnen de Oostenrij
kers en Duitschers niet vooruit en als ze de rivier
overgetrokken zijn, niet achteruit. Maar dit is slechts
een doekje voor het bloeden. Men ontruimt niet zoo
licht vrijwillig een gebied, dat met veel moeite is ver
overd en zoo goed kennen de Russen de Boekowina
wel, dat ze van de Proeth en het ijs volkomen op de
hoogte zijn! Toch kan den Oostenrijkers hier een ge
vaar dreigen, omdat, hoe noordelijker zij trekken, hoe
meer zij hun flank, thans door Roemenië beschermd,
bloot geven.
Hiermede zijn wij van het uiterste noorden in het
uiterste zuiden van het Oostelijk oorlogstooncel geko
men en verder gaat het niet. Men zou misschien
vergeten, dat er ook nog een zuidelijk oorlogsterrein
bestaat, dat er ook nog een oorlog woedt tusschen
Oostenrijkers en Serviërs. De oorlogvoerende partijen
zijn zoo vriendelijk aan het bestaan daarvan te herin
neren door hun berichten over beschietingen van Bel
grado en Semlin.
Van den handelsoorlog is er eenig nieuws. Een
Fransche stoomboot, de „Dinorah", is 16 mijlen van
Dieppe door een Duitschen onderzeeër getorpilleerd,
maar zij kon de haven bereiken. En officieel wordt uit
Londen gemeld, dat een Noorsch schip, „de Belrid-
ge", door een Duitschen onderzeeër in den grond ge
boord werd, hetgeen bewezen zou zijn door stukken
van de torpedo, welke uit den romp werden gehaald.
Eenig voorbehoud is echter geboden. Blijkt het be
richt evenwel juist, dan is dit het eerste neutrale
schip, dat slachtoffer geworden is van de Duitsche
wijze van oorlogvoeren, waarover natuurlijk heel wat
te doen zal komen en te meer nu de Deensche, Zweed-
sche en Noorsche regeeringen samen optreden.
De Engelsche regeering is, naar zij aan de Ameri-
kaansche heeft laten weten, geenszins van plan om
koopvaardijschepen den raad te geven een gewoonte
te maken van het gebruik van buitenlandsche vlaggen
of dit middel om andere redenen te gebruiken dan om
inbeslagneming of vernieling te voorkomen, maar zij
verklaart, dat de verplichting van een vijandelijk oor
logsschip om zich nauwlettend te verzekeren van de
nationaliteit en den aard van een koopvaardijschip al
gemeen erkend is en dat, zoo aan deze verplichting
wordt voldaan, het hijschen van een neutrale vlag op
een Engelsch schip de neutrale scheepvaart niet in ge
vaar kan brengen.
Engeland is van meening, dat indien aan neutralen
schade wordt veroorzaakt door veronachtzaming van
dien plicht, het vijandelijke schip, dat zijn plicht ver
zaakt en de regeering, die daartoe last gaf, daarvoor
alleen aansprakelijk gesteld mogen worden.
En ook ten opzichte van het leveren van voedings
middelen aan Duitschland door neutralen (de kwestie
van de Wilhelmina) verklaart de Engelsche regeering
aan de Amerikaansche, dat zij niet anders kan hande
len, zoo lang Duitschland oorlog voert op een wijze,
die strijdig is met wet en menschelijkheid.
De Amerikaansche regeering zal door dit antwoord
wel evenmin voldaan zijn als door het Duitsche.
In de Groene Amsterdammer van heden herinnert
prof. van Hamel er aan, dat de Duitsche rijkskanselier,
graaf von Caprivi, in de Rijksdagzitting van 4 Maart
1892 betoogde, dat men waarschijnlijk in den toekom-
stigen zeeoorlog het privaat-eigendom niet meer zou
respecteeren, als tot dusverre, dat de eene partij zou
probeeren den handel van de andere af te snijden. Die
voorspelling is wel uitgekomen!
Tot dusverre heeft verder de nieuwe handelsoorlog
Duitschland het nadeel opgeleverd van twee luchtsche
pen, immers in denzelfden storm zijn de „L 3" en de
„L 4" verloren gegaan. Vergissen wij ons niet, dan is
er van de Duitsche marine-luchtvaart nu niets meer
over, terwijl de leger luchtvaart aan het begin van den
oorlog 15 exemplaren bezat. Maar vermoedelijk is er
flink bijgebouwd. Wanneer echter de Londensche
Momingpost meldt, dat Duitschland zoo druk bezig
is met den bouw van vliegtuigen en dat duizenden
jonge Duitschers zich in de vliegkampen oefenen, om
dat het Duitschlands eerzucht is, dat zijn luchtvloot
die der bondgenooten verre zal overtreffen, dan zal
daarin wel heel wat óverdrijving schuilen. Dat vlieg
machines echter goede diensten bij de operaties te
land kunnen bewijzen, zeiden we hierboven eens. Het
blijkt ook nog uit het laatste legerrapport van gene
raal French, waarin wordt gezegd: „onze vliegers de
den belangrijke verkenningen en hebben eveneens met
goed gevolg strijd gevoerd tegen vijandelijke vliegtui
gen." Hoe jammer, dat wij over dien luchtslag of die
lucht-gevechten tot dusverre niets bijzonders verna
men de bijzonderheden moeten wel interessant zijn
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK
Het Fransche communiqué van gistermiddag luidt:
Er hebben vrij levendige artillerie-gevechten plaats
gehad in de Aisnevallei en den sector Reims.
Alle stellingen die wij in de buurt van Perthes had
den veroverd, zijn behouden gebleven.
Tusschen de Argonne en de Maas hebben wii bij de
Pont-des-Quatre-Enfants bommenwerpers buitge
maakt.
In de Vogezen hebben wij twee infanterie aanvallen
afgeslagen ten noorden van Rissenbach bij de Col Bon-
homme."
Overigens hebben wij, al vorderingend makend, ons
versterkt ten noorden en ten zuiden van de boerderij
Sudel.
Officieel werd gisteren uit het Duitsche groote hoofd
kwartier gemeld
Aan den straatweg AtrechtRijssel zijn de Fran-
schen uit de op 16 Februari door hen bezette deelen
van onze loopgraven verdreven.
in de Champagne gingen de Franschen opnieuw met
Sterke troepenafdeelingen tot den aanval over, doch
hunne pogingen mislukten volkomen onder ons vuur.
Opnieuw werden honderd gevangenen gemaakt.
De loopgraven, die de Fransdien op 16 Februari
veroverden, werden gedeeltelijk door ons hernomen.
Bij de gemelde Fransche aanvallen tegen Boureuil-
les-Vauquois werden 5 officieren en 479 man onge-
wond gevangen genomen.
Ten oosten van Verdun bij Combres, werden de Fran
schen, na aanvankelijk succes, met zware verliezen te
ruggeslagen.
In de Vogezen bestormden wij de hoogte 600, ten
zuiden van Lusse, en veroverden wij twee machinege
weren.
In het communiqué van den Engelschen veldmaar
schalk French wordt gezegdDe vijand toonde in de
laatste dagen groote activiteit in de buurt van Yperen.
De strijd aan ait deel van de linie was soms zeer hevig.
Op een of twee plaatsen slaagde de vijand er in enke
le van onze loopgraven te bezetten, maar hij werd door
tegenaanvallen weer verdreven. Óp een plaats bleven
60 lijken van Duitschers op het terrein achter. Een der
vijandelijke loopgraven werd door een ontploffing ver
nield en een aantal gevangenen werden gemaakt.
In den nacht van 15 op 16 dezer werd een aanval
gedaan op onze linie ten noorden van het kanaal van
Yperen en in den volgenden nacht werd een soortgelij
ke aanval gedaan in de nabijheid van Nieucaspelle.
Beide aanvallen werden gemakkelijk afgeslagen met
verliezen voor den vijand.
Onze vliegers verichtten belangrijke verkenningen en
streden met succes tegen vijandelijke vliegtuigen.
DE GEHEIMZINNIGE TELEFOON.
In het Duitsche soldatenblad de „Liller Kriegszel-
tung" komt het volgende verhaal voor
„Wij vormden een kleine afdeeling van de veldtele-
grafie. Ons kwartier hadden wij in een Belgisch dorp,
niet ver van een belegerde vesting. Bij het verbeteren
van een gebrekkige leiding hadden we een onderaard-
schen telefoonkabel ontdekt, die naar den vijand liep.
Ofschoon de draad onmiddelijk doorgesneden was,
werd de vijand nog steeds over al onze plannen uitste
kend ingelicht. Er moest dus nog een tweede geheime
leiding zijn. Waar was deze?
Wij allen werden door een detectievenkoorts aange
tast. Het toestel moest in ons dorp zijn, want er kwam
geen patrouille uit, zonder dat de vijand het merkte.
We kwamen echter niet verder, tot op een goeden dag
een kameraad zei: de beste nieuwsbeurzen zijn overal
de herbergen. Hier in dit nest is nog maar een estami-
net open. Daar moet het dus zijn. Daar was niets te
gen te zeggen en wij gingen ons dus op den loer leg
gen.
Ongemerkt hielden wij den waard in het oog, een
man van in de veertig, die een vrouw van bijna gelijken
leeftijd had. Kinderen bezat het echtpaar niet. We
zagen niets verdachts. Nu en dan ging den waard in
d enkelder om in groote kannen wijn naar boven te ha
len, maar hij bleef altijd maar korten tijd weg. Als hij
echter een telefoon in huis had, moest dat een onder-
aardsche zijn, en was de kelder het beste uitgangspunt.
Toen wij naar den kelder vroegen, bracht de waard ons
naar beneden, liet ons zijn grooten voorraad van groote
vaten zien, liet ons eenige soorten wijn proeven en gaf
op alle vragen openhartig antwoord. Wij keken na
tuurlijk tijdens het bezoek in den kelder goed uit, zagen
echter niet het minste, waaruit men had kunnen opma
ken dat er een telefoon was. Achter het huis lag een
tuin. Onze kameraad, die het eerste de aandacht op
de kroeg gevestigd had, ging nu hier aan het werk, om
dat hij nog steeds achterdocht had tegen den wijnkelder
Hij had een venster ontdekt van matglas, dat in den
kelder uitkwam. Daarin sneed hij een heel klein gaat
je, en nu ging hij spioneeren.
Den tweeden avond kwam hij opgewonden irt .ons
kwartier. „Neem je karabijnen en kom mee naar de
kroeg. Vergeet de bijlen niet. We moeten een vat
stukslaan. Gauw wat, dan kunnen we de heele ge
schiedenis vanavond melden."
De waard schrok zichtbaar, toen wij hem ten tweede
male uitnoodigden eens den kelder te laten zien. Spoe
dig echter herstelde hij zich en hij lichtte ons bij. Aan
den ingang bleef een schildwacht staan en wij gingen
onder aanvoering van den ontdekker in den kelder.
Voor een groot vat hield onzen aanvoerder stil. Maak
de deur in dit vat open, snauwde hij den waard toe.
Welke deur, was het verbaasde antwoord.
Dezelfde waardoor ge altijd in het vat kruipt.
„Ik weet van geen deur", verklaarde de waard kop
pig-
Spoedig hadden wij echter het vat ingeslagen. Bin
nen in vonden we een volledig telefoontoestel. Spoedig
was de leiding vernield. Ze liep naar de belegerdeves-
ting.
We brachten den waard geboeid naar de meest na-
bijzijnde etappe en brachten rapport uit. Des avonds
werd de spion doodgeschoten."
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Officieel werd gisteren uit het Duitsche groote
hoofdkwartier gemeld
Tauroggen is gisteren door ons genomen.
De vervolgingsgevchtcn ten N.-W. van Grodno en
Jfc. 'i v
OOST-
a
o
O
o
O
O
O
O O
o
O O
O O
O O o
O O O O O
a