DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
o O o r I o gr-
Van liet westei oorlogsterrein.
Ven 'net oostelijk oorlogsterrein,
Pandlmiswei
No. 50
Honderd en zeventiende
jaargang.
1915
Iim t P P* ft—o fê £l p rcg«L paofe letters n^r plufenÉite. Brieven ft. R. T. Boel en Handelsdrukkerij HERMs. COST®4ZOOR. Mn Si TÉ?§* 3.
DIN BHAH
M 1ABT
ENGELAND.
NEDEKLAND.
9
ALKMAAR, 2 Maart.
Er ia vandaag al heel weinig nieuws.
De communiqué's uit het Westen bevatten geen be
langrijke mededeelingen, regen en sneeuwstormen be
lemmeren de operaties, en uit het Oosten worden geen
nadere bijzonderheden over het Russische offensief in
het Noorden gemeld. En de beschieting van de forten
aan de Darüanellen is tengevolge van den storm ge
staakt moeten worden.
En het Engelsche Lagerhuis heeft de minister-presi
dent, de heer Asquith, verzekerd, dat deze onderne
ming zorgvuldig was voorbereid en een zeer stellig
doei had, zoowel in politiek, strategisch als econo
misch opzicht en dat de nauwe samenwerking der ver
bonden mogendheden ook uit deze operaties bleek.
Verder heeft de heer Asquith aangekondigd welke
tegenmaatregelen de verbonden mogendheden zullen
nemen tegenover de Duitsche onderzeeërs, die intus-
schen de laatste dagen bitter weinig van zich laten
hooren.
De Britsche en Fransche regeeringen achten zich
vrij om in de havens schepen aan te houden, die goe
deren bevatten, waarvan vermoed wordt, dat zij be
stemd zijn voor, in eigendom toebehooren aan of af
komstig zijn van den vijand en er bestaat geen econo
mische pressie, waartoe de bondgenooten zich niet ge
rechtigd achten hun toevlucht te nemen.
Maar het is de bedoeling niet deze schepen of ladin
gen te confisqueereu, tenzij zij om andere redenen aan
confiscatie mogen onderhevig zijn.
De nieuwe maatregelen zullen niet van toepassing
zijn op schepen die waren uitgevaren vóór tot de maat
regel is besloten.
De heer Asquith besloot met te zeggen, dat indien
onzijdigen leden door dit ongerief, de bondgenooten
het betreurden, maar de onzijdigen moesten zich her
inneren, dat de bondgenooten niet het initiatief namen
tot deze phase van den oorlog.
Het eigenaardige van deze verklaring is haar nega
tief karakter. Er wordt in gezegd wat er niet, doch
niet wat er wèl met de schepen en ladingen zal ge
schieden. Zij worden aangehouden maar dan ver
der? GeïnterneerdGekocht?
In elk geval beteekenen deze maatregelen alweer een
beperking van den neutralen handel. Gelukkig wor
den de levens der bemanningen hierdoor niet in ge
vaar gebracht, maar zoo langzamerhand zullen er
zich niet veel schepen meer op zee wagen 1 De vrijheid
van den neutralen handel is thans voorgoed in ban
den gelegd, door de nieuwe leer der blokkade, door
de nieuwe leer der contrabande en door de leer der
vlagverwisseling.
Wat het geval der „Dada" betreft, het schip, va
rend onder Amerikaansche vlag, met een lading, welke
geen contrabande is, van een neutraal land naar een
neutraal land, wordt gemeld dat - in de Fransche haven
Brest, waarheen het na aanhouding is gebracht, de
Fransche vlag geheschen is. Omtrent de lading
11000 balen katoen is nog geen beslissing geno
men. De bemanning, samengesteld uit Amerikaansche
onderdanen en neutralen, zal ontscheept worden en
naar het eigen land teruggezonden.
Met belangstelling mag worden afgewacht of de re
geering der machtige Vereenigde Staten van Amerika
rustig zal b 1 ij v e n toezien dat de belangen der neu
tralen door beide oorlogvoerende partijen zoozeer
in het gedrang worden gebracht.
Men heeft nog een stille hoop, dat Amerika zich
krachtdadig zal verzetten en daardoor de oorlogvoe
rende partijen zal brengen tot een schikking, waarbij
de wederzijdsche toevoer van levensmiddelen zou ge
regeld worden, waardoor de belangen der neutralen
in het algemeen natuurlijk niet weinig zouden worden
gebaat.
De Bulgaarsche regeering heeft bij die van Oosten-
rijk-Hongarije, Rusland en Servië gelijkluidende pro
testnota's ingediend, wegens de schade, veroorzaakt
door mijnen, gelegd in de wateren van de Donau, die
aan den Bulgaarschen oever zijn aangespoeld. Den be
trokken regeeringen werd verzocht, maatregelen te ne
men ten bate van de vrije scheepvaart en de veiligheid
der bevolking van den oever.
Het protest zal ook wel niet veel baten.
Onze eigen zeekust wordt de laatste dagen erg door
drijvende mijnen bezocht. Te Egmond aan Zee had
men voordat tot onschadelijkmaking werd overge
gaan de aangespoelde mijnen heden onder strenge
bewaking gesteld en hoe gewenscht dergelijke voor
zorgsmaatregelen zijn, is gebleken bij Zierikzee, waar
bij de ontploffing van een mijn vijf burgers het leven
hebben verloren.
DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJ1K.
Het Fransche legerbericht van gistermiddag luidde:
Aan het gisteren uitgegeven communiqué is niets
toe te voegen, behalve dat in Champagne verschil
lende steunpunten achtereenvolgens werden hernomen,
zoodat de linie een geregeld voortgezette lijn vormt,
Idea wij weder twee mijnwer-
van 2 K.M., lengte, ten noorden en noordwesten van
Perthes, en dat in de Vogezen onze aanvallen geleide
lijk en zachtjes aan vooruitgaan.
Officieel werd gisteren door het Duitsche groote
hoofdkwartier gemeld:
Bij Wervicq, ten Noorden van Rijssel, werd een En-
gelsch vliegtuig door onze beschieting gedwongen te
landen.
Op enkele plaatsen aan ons front hebben de Fran-
schen, zooals reeds voor eenige maanden, projetielen
afgeschoten, die bij de ontploffing onwelriekende gas
sen van verstikkende werking ontwikkelen. Nadeelen
werden daardoor echter niet veroorzaakt.
Onze posities in Champagne werden gisteren her
haaldelijk door een minstens twee legerkorpsen sterke
macht aangevallen. De aanvallen werden, na hevige
nachtgevechten, afgeslagen.
In de Argonnen rnaaJd
pers buit.
i usschen den Oostrand van 't Argonnenwoud en
Vauquois poogden de Franschen gisteren vijfmaal
door te breken. De aanvallen werden onder zware ver
liezen voor den vijand afgeslagen.
De oostelijk van Badenweiler door ons genomen stel
lingen werden ook gisteren tegen de vijandelijke po
gingen om ze te heroveren vastgehouden.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Officieel werd gisteren door den Duitschen genera-
len staf gemeld:
De Russische aanvallen benoorden Lomsha en ten
noordwesten van Ostrolenka werden afgeslagen.
Verder is niet bijzonders te melden.
Het Oostenrijksche legerbericht meldde: Ten ge
volge van gevechten, die een voor ons gunstig verloop
hadden, in het westelijk gedeelte van het Karpathen-
front, zijn een aantal voorgeschoven Russische stel
lingen in onze handen gevallen. Daarbij werden 19
officieren en 2000 man gevangen genomen en veel oor-
logsmaterieel buit gemaakt.
In de streek ten zuiden van den Dnjester hebben zich
na de aankomst van Russische versterkingen verbitter
de gevechten ontwikkeld. Alle aanvallen echter op on
ze stellingen werden afgeslagen met zeer zware ver
liezen voor den vijand.
In Polen en Galicië hebben ook gisteren niet anders
dan artillerie-gevechten plaats gehad.
DE HANDELSOORLOG.
Gisteren deelde eerste minister Asquith in het La
gerhuis mede, dat de geallieerden hebben besloten,
schepen, geladen met goederen, waarvan vermoed kan
worden dat zij voor den vijand bestemd, diens eigen
dom, of uit zijn land afkomstig zijn, aan te houden en
op te brengen.
Deze schepen zullen niet gekonfiskeerd worden, ten
zij er andere gronden voor de konfiskatie aanwezig
zijn.
De minister verklaarde nog, dat de maatregelen, ge
nomen door Frankrijk en Engeland, geen bedreiging
inhouden tegen leven of koopwaren der neutralen.
IN HET LAGERHUIS.
Bij de indiening van een kredietaanvraag van 3000
millioen gulden zeide eerste minister Asquith, dat het
totaal de.' oorlogskosten thans gestegen is tot 24 milli
oen gulden per dag, maar dat het land en het geheele
rijk thans nog even vast als ooit besloten zijn de recht
vaardige zaak tot een zegevierend einde te mengen.
Omtrent de operaties in de Dardanelien verklaarde
hij, dat deze zorgvuldig waren overwogen en onder
nomen met bepaalde politieke, strategische en econo
mische bedoelingen.
Uit die operaties blijkt wederom de nauwe samen
werking der geallieerden, die den roem en het gevaar
van de actie deelen.
KORTE BERICHTEN.
Een marconigrafist, die achtereenvolgens tot de
bemanning van de Duitsche luchtschepen L I, L II,
L III en L IV behoorde, is bij het vergaan der
lachtschepen telkens aan den dood ontkomen.
in het district Metz zijn 81 plaatsen, die tot nu
toe tot het Fransche taalgebied behoorden, bij het
Duitsche taalgebied gevoegd.
De Duitsche hulpkruiser Eitel Friedrich heeft het
Fransche zeilschip Jean, groot 2270 ton, en het Engel
sche zeilschip Kildahten opgeblazen nadat de beman
ning van beide schepen in veiligheid was gebracht
Ten einde de Engelsche telgrafisten vrij te krijgen
voor het leger is de Engelsche postadministratie, vol
gens de Telegraph and Telephone Age doende, voor
malige vrouwelijke klerken, die verplicht waren den
dienst wegens huwelijk te verlaten, weder in dienst te
nemen.
Er is in Engeland een korps vrouwelijke telegra
fisten gevormd, dat voor den veldtelegraafdienst zal
worden gebezigd.
Een der meest bekende inrichtingen van vermaak
ter wereld, de Moulin Rouge te Parijs, is afgebrand.
De Duitsche nota van antwoord op de voorstellen
van president Wilson is gisteren aan den Amerikaan-
schen ambassadeur te Berlijn overhandigd.
Gisterochtend hebben de Belgische brievenbestel
lers te Brussel den dienst hervat. Er hebben thans
dagelijks twee bestellingen plaats.
Uit Londen wordt gemeld, dat de operaties in de
Dardanelien belemmerd worden door een hevigen
storm.
De Leipziger mis is gisteren geopend; 2500 expo
santen hebben goederen ingezonden. Een 15-tal bui-
tenlandsche journalisten was naar Leipzig gekomen
om de mis te bezichtigen.
GOEDKOOPER BROOD.
Aangezien het roggebrood thans vermengd met
tarwe dat in het noorden des lands het volksvoed-
sel hij uitnemendheid mag worden genoemd, sedert de
mobilisatie reeds van 0,32 tot 0,52 per 4 K.G. is
gestegen, heeft de Gezondheidscommissie te Veendam
proeven genomen met het vermengen van rogge en ge
kookte, ongeschilde aardappelen. Het daardoor ver
kregen brood is aangenaam van smaak en van het an
dere haast niet te onderscheiden. Monsters zijn opge
zonden naar het station voor Maalderij en Bakkerij, om
het op voedingswaarde te onderzoeken. De prijs zal
eventueel veel lager zijn dan 52 ct. per 4 K.G.
KOPERNOOD.
Een firma te Tiel had in Duitschland een stoomma
chine besteld. Dezer dagen ontving ze bericht, dat de
machine zou geleverd worden, indien het koper en de
gummi, 30% meer dan het benoodigde gewicht, van
hier zouden worden toegezonden. Daar aankoopen
van deze grondstoffen hier te lande en het uitvoeren er
van groote bezwaren meebrengt, berichtte de firma den
fabrikant, dat deze de levering kon uitstellen tot na
den oorlog. Eenige dagen later volgde de mededeeling
dat de Duitsdie regeeriüg dm uitvoer van de machine
had toegestaan. (Hbld.)
GRENSINCIDENT.
Zaterdagnamiddag zag de grenswacht aan de Poppe
(gem. Losser) een vrouw komen uit een winkel nabij
de grens op Nederlandsch grondgebied. Zij ging met
een groot pak onder den arm in de richting der grens.
De grenswacht sommeerde haar tot drie keer halt te
houden, doch de vrouw stoorde zirh daar niet aan.
Daarop loste de landweerman een 'nhot in de lucht.
Toen zette de vrouw het op een loopen en verschool
zich eerst achter een toom. Daarna loste de soldaat
een schot op haar, dat niet trof. De kogel kwam op
Duitsch grondgebied terecht. Ook de vrouw kwam de
greus over. Naar aanleiding van dit feit heeft de com
mandant der Duitsche grenswacht inlichtingen ge
vraagd bij den commandant te Oldenzaal.
ONDERZEEBOOTEN.
De N. Rott. CrCt. zegt in een hoofdartikel, geenszins
te willen afdingen op de diensten, die de onderzeebo
ten hebben bewezen aan de oorlogvoerende partijen,
toch komt het 't blad voor niet ongewenscüt te zijn, een
waarschuwend woord te laten hooren tegen de over
schatting van de beteekenis der onderzeeërs, waaraan
allengs uet groote publiek zich dreigt over te geven.
Trots den ondernemingsgeest van den Duitschen en
ook van den Engelsche onderzeedienst, zijn, voor zoo
ver bekend is, van de gezamenlijke oorlogvoerende mo
gendheden door onderzeebooten vernietigd 10 krui
sers, 1 pantserschip en 3 torpedobootjagers, en is 1
pantserschip ernstig beschadigd, hierbij de „Auda
cious" en de „Bulwark", ais vermoedelijk niet te gron
de gegaan door de actie van een onderzeeboot, ter zij
de gelaten. Dit succes is oehaaid in ruim maanden
met een onderzeevloot, die wij veilig kunnen ramen op
150 booten van verschillend type.
Het directe succes is waarlijk niet zoo groot als
men denkt, waarbij nog moet worden rekening gehou
den met het feit, dat de drie Engelsche kruisers, die
niet ver van onze kust in den grond werden geboord,
uitsluitend aan zorgeloosheid hun lot te danken heb
ben.
Al moge echter de direct toegebrachte schade niet
zoo groot zijn, het indirecte en moreele succes is des te
grooter en één enkel bravoure stukje van een comman
dant van een onderzeesch vaartuig, zelfs indien dit
verricht i3 zonder succes, ver van eigen territoir, is in
staat dien moreelen invloed nog enorm te doen stijgen.
Daarom is de onderzeeboot, mits in grooten getale
aanwezig, voor ons iand een verdedigingsmiddel van
onschatbare waarde, en een middel om de nadering
van onze kusten zeer te bemoeilijken. Toch zij men zoo
voorzichtig, ook hief in den onderzeeër niet het eenige
middel te zien. Niettegenstaande de geduchte Duitsche
onderzeevloot, hebben 3 monitors en andere Engelsche
schepen sedert geruimen tijd de door Duitschland be
zette Belgische kust kunnen beschieten zonder zelf be
schadigd te worden. Echter zijn deze schepen be
schermd door een mijnveld, waarin oök een onderzeeër
niet ongestraft kan binnendringen want feiten, als
hetgeen door de Engelsche B II in de Dardanelien ver
richt is, zullen wel tot de groote zeldzaamheden blij
ven behooren en misschien alléén slechts in een
Turksch mijnveld mogelijk zijn. Ook tegen onderzee-
booten is dus bescherming mogelijk, en te beletten dat
er mijnvelden gelegd worden, zal een taak zijn, die
aan elk land, dat van een aanvallende verdediging door
onderzeebooten alle heil verwacht, is weggelegd. Deze
taak zal bezwaarlijk anders volbracht kunnen, worden
dftn door vèrdragend geschut in kustversterkingen of
op schepen.
Het blad wijst er daarna op, dat de onderzeeboot ook
meer naar voren kwam, omdat de torpedoboot of -ja
ger meer naar den achtergrond gedrongen werd. Van
eenig succes van torpedovernielers vernamen we nage
noeg niets. De N. Rott. Crt. zet echter uiteen, waarom
het nog niet medegaat met hen die thans voor ons
land den aanbouw van torpedobootjagers reeds willen
zien afgeschaft, en daarvoor de onderzeebooten in de
plaats gesteld hebben en besluit aldus:
„Maar wel dringen we er op aan, een marinevlieg-
dienst te organiseeren, onderzeebooten van ten minste
600 ton in zoo groot mogelijke getale aan te bouwen,
en daarmede gepaard te doen gaan de opleiding van
deskundig personeel.
Dat de behandeling van de vlootwet wordt uitge
steld, is niet meer dan natuurlijk; de dreadnought zal,
voorzoover thans kan worden beoordeeld, niet ver
dwijnen na dezen oorlog, maar waarschijnlijk gewij
zigd worden, opdat zij meer opgewassen zal zijn te
gen onderzeesche gevaren, en voorzien worden van
zwaarder geschut en zoo mogelijk met grootere vaart
capaciteit toegerust. Aan den bouwmeester zullen
zwaar te vervullen eischen worden gesteld. Het is dus
een verstandige politiek, de resultaten van den oorlog
af te wachten; bovendien de eenig mogelijke. Maar
uitstel van bespreking der dreadnoughtplannen mag
niet gepaard gaan met uitstel van aanbouw van zeer
krachtige onderzeebooten, die in elk vlootplan passen
en welker aanbouw bovendien kan geschieden in het
eigen land en in betrekkelijk korten tijd.
Met een krachtige onderzeevloot, behandeld door
deskundig en moedig personeel, kan ook een klein
land groote resultaten tot stand brengen."
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algetneene kennis, dat bij be
sluit van 11 Februari il. is ingetrokken hun be
sluit, dd. 27 Juli 1911 no. 3, waarbij o.a. de Wed.
S. JUT Sz. is toegelaten tot het houden van eene
particuliere BMK VAIf MEETING, in het per
ceel Sint Annasiraai no. 9.
Burgemeester 'jn Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter,
DQNATH, Secretaris.
Alkmaar, 27 Februari 1915.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van ALK
MAAR brengen ter algemeene kennis, dat in het Ge
meenteblad van Alkmaar, No. 465, is opgenomen het
Besluit van den Raad dier Gemeente van 12 Augustus
1914. waarbij zijn vastgesteld'
VERORDENINGEN OP HET HEFFEN EN
INVORDEREN VAN SCHOOLGELDEN
VOOR HET ONDERWIJS OP DE OPEN
BARE LAGERE SCHOLEN.
Welke Verordeningen, heden afgekondigd, geduren
de drie maanden ter Gemeente-Secretarie ter lezing
zijn nedergelegd en aldaar tegen betaling van 0,15 in
afdruk zijn verkrijgbaar gesteld.
Alkmaar, 27 Februari 1915.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. RIPPING, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
MAATSCHAPPIJ ZEELAND.
Van gister af worden met de mailboot van de maat
schappij Zeeland uitsluitend eerste klasse-passagiers
tot een beperkt getal vervoerd.
Hoewel de booten van de Zeeland gedurende een
groot gedeelte van Februari geen passagiers hebben
vervoerd, bedroeg dit aantal toch 16,874. In Februari
1914 zijn 8763 reizigers vervoerd.
BELEMMERING MOSSELHANDEL.
Men meldt aan de N. Rott. Crt., dat het Duitsche be
stuur in Brussel den aanvoer uit Nederland van mosse
len per scheepsgelegenheid verboden heeft. Zaterdag
zijn de visschersvaartuigen onverrichter zake te Ierseke
teruggekeerd.
Dit verbod beteekent niet alleen voor de mossel-,
maar ook voor de oesterhandelaars een groot verlies.
Men heeft reeds de bemiddeling van den minister van
buitenlandsche zaken ingeroepen.
De maatregel van het Duitsche legerbestuur moet
aan het clandestien vervoer van brieven door Zeeuw-
sche mosselvisschers uit en naai' België toegeschreven
worden.
EEN BEGRAFENIS AAN DE GRENS.
Sedert drie jaar worden te Koewacht de dooden van
beide nationaliteit begraven op een op Nederlandsch
gebied even buiten het dorp gelegen terrein.
Werd nu na het afsluiten van de grens een Neder
lander begraven, dan ging juist als vroeger alles ge
woon zijn gang; het lijk, door bloedverwanten en
vrienden begeleid, werd des morgens ter kerke ge
bracht en de Duitschers maakten voor die gelegenheid
de versperring aan het Kerkstraatje opende venster
luiken der huizen, hierin gelegen, werden gesloten tot
na de kerkelijke plechtigheid en het vertrek van den be
grafenisstoet.
Donderdag overleed, voor het eerst na het afsluiten
van de grens, iemand in het Belgisch deel der parochie
en Zaterdagmorgen werd de overledene na afloop van
den kerkdijken dienst begraven. Het lijk, waarachter
bloedverwanten, buren, enz., werd tot aan de versper
ring gebracht. Hier stonden vier mannen van Zeeuwsch
Koewacht klaar, die met behulp van de Belgische dra
gers de kist over de grens schoven. Een Duitscher gaf
nauwlettend acht, dat elk op zijn bodem bleef. De
geestelijke trok met de dragers naar het kerkhof, fami
lie en vrienden konden rechtsomkeert maken, hoe gaar
ne ze ook hun dierbaren overledene naar zijn laatste
rustplaats hadden vergezeld.
Het vreemde geval lokte veel nieuwsgierigen.
DE NEDERLANDSCHE LEEUW MISHANDELD.
Het Tweede Kamerlid, jhr. mr. Victor de Stuers,
heeft in „de Tijd" aanmerking gemaakt op een tegel
tafereel: „Het Wapen van Nederland", van het ge
bouw, dat de architect Kromhout voor de tentoonstel
ling te San Francisco heeft opgetrokken. Een afbeel
ding hiervan kwam in „Panorama" voor.
Jhr. de Stuers schreef o. m.Ik ben er van omgeval
len Ik heb in mijn leven veel dwaasheid ên wansmaak
gezien. Maar dit ding overtreft alles en lokt mij een
woord van protest uit. Dat heeten nu gestyleerde
leeuwen! De eerbiedwaardige Nederlandsche Leeuw
met pijlbundel en zwaard ziet er uit, alsof hij in een
vijzel beschuit staat te stampen en met een pijp in den
bek. De schildhouders zijn onherkenbaar geworden.
Hun staarten overtreffen de stoutste verbeelding.
Hierop antwoordt de heer Kromhout per ingezon
den stuk in de N. Rott. Ct. onder den titel „Holland op
z'n smalst"
„Aan den raad van den heer Victor de Stuers om
m'n „schepping" (het tegeltafereel met het Nederland
sche wapen van S. Francisco) in prentbriefkaartvorm
verkrijgbaar te stellen, zal ik gevolg geven, want waar
lijk, ik vind die leeuwen nog zoo slecht niet. D'r zit
b v. wel iets aardigs in hun staarten. Zonder te kwispe
len een Nederlandsche Leeuw doet zooiets niet
gaan ze leuk vullend naar boven en overhuiven zelfs
vorstelijk beschermend de eigen koppen. M'n hemel,
als een ander het niet doet, waarom het dan zelf niet
gedaan, al is het met eigen staart? Niet naar Assyri-
sche leeuwen gekeken? Staarten en manen zijnnu
janieuw misschien, maar de koppen zijn wel dege
lijk „geïnspireerd" op den bekenden Assyrischen „ge
wonden leeuw". Dit wat de schildhouders betreft. Wat
den leeuw van het wapen aangaat, „die er uitziet alsof
hii met een pijp in zijn bek beschuit in een vijzel staat
te Hompen", moet ik met voldoening erkennen dat de
heer Victor de Stuers er iets in gezien heeft dat wel
licht onbewust gewild is. Is het niet het hoogste be
grip van styleeren, dat men de sentimenten van geheel
een volk in een tijd van opperste beroering in een ont
werp tot uitdrukking brengt? Triomfantelijk een pijp
te rooken en tegelijkertijd beschuit te stampen moge
AARSC
RANT
[3£2fej