ALKMAAR Van but westelijk oorlogsterrein. Van let oostelijk oorlogstenen. No. m e> O o ar Pandhuiswet Honderd en zeventiende jaargang. 1911 W0INSDA6 If AART 10 cf. p. nplf groote letten awr pfetoaiite Brieyen \l N. I Boek- en HandefcMj ï.t HERik COSTER 5 ZOON, Ter zeeH DUITSCHLAND. NEDEKLAND. vitiiii par pipris ?§J0. k p. post ft- ALKMAAR, 3 Maart. Met belangstelling mag worden afgewacht of de regeering der machtige Vereenigde Staten van Amerika rustig zal b 1 ij v e n toezien dat de be langen der neutralen door beide oorlogvoeren de partijen zoozeer in het gedrang worden ge bracht. Zoo schreven we gisteren. We hebben daarbij bij- zorider den nadruk gelegd op het optreden der beide oorlogvoerende partijen, omdat de een zoowel als de ander zicli schuldig maakt aan maatregelen, die het verkeer en den handel van neutrale mogendheden ge heel in den war brengen. Er zullen er zijn, die hier over anders deuken, die precies weten te vertellen, hoe de schuld aan den handelsoorlog over de partijen verdeeld is, die hun oordeel over bepaalde daden on middellijk gereed hebben, die met groote instemming lezen en herhalen wat partij A aan partij B ten laste legtomdat zij nu eenmaal sympathie hebben voor partij A en partij B naar hun meening voor alles aan sprakelijk is en niets goeds kan doen. Wie echter niet op een dergelijk standpunt staat, maar nog altijd erkent, dat een medaille twee zijden heeft en dat beide kanten goed, d. i. rustig en onbe vooroordeeld, dienen te worden bekeken, voordat men een oordeel kan uitspreken, denkt hierover geheel an ders. Hij laat zich niet van de wijs brengen, noch door hartstochtelijk geschimp van de eene, nöch door braafheidsvertoon van de andere partij. Voor hem komt het er niet in de eerste plaats op aan te weten wie de handelsoorlog begonnen is nöch wie het ,het ergst" maakt. Hij heeft geleerd, dat beide partijen bij de wijze van oorlogvoeren enkel en uitsluitend te rade gaan met hun eigen belangen en de middelen, die ze zelf beschikbaar hebben. Als Duitschland er heil in had gezien de Londensche Verklaring betreffende het contrabande-vraagstuk overboord te werpen, het had dit stellig gedaan en wanneer Engeland zijn toevlucht had moeten en kunnen nemen tot onderzeeërs, liet zou dit niet hebben nagelaten vandaar dat de partijen plkaar niets hebben te verwijten en zeker elkaar niet van allerlei leelijkheden behoeven te beschuldigen. Hoe zeer het eigenbelang de hoofdrol speelt is dezer dagen aardig gebleken bij de Dacia-kwestie. Men kenl deze kwestie en wij mogen dus volstaan met te herin neren, dat de Dacia oorspronkelijk een Duitsch han delsschip was, bij het uitbreken van den oorlog in een Anierikaansche haven lag, daarna gekocht wekd door een Amerikaan van Duitsche afkomst, die van de Anie rikaansche regeering het recht verkreeg de Amerikaan- sche nandelsvlag te voeren en die het schip met een lading katoen eerst bestemd voor Bremen, daarna ech ter voor Rotterdam zee deed kiezen. Nu dacht de heele wereld, dat de Dacia, die intus- schen een naamsverandering heeft ondergaan en „Mar- garetha" heet, zou worden genomen door een Engelsch oorlogsschip, zou worden opgebracht naar een Engel- sche haven en dat dan een Engelsch prijsgerecht uit spraak zou doen. De heele wereld heeft ongelijk gekregen, omdat de Dacia door een Franscb oorlogsschip werd opge bracht en naar de Fransche haven Brest is opgebracht, zoodat een Fransch prijsgerecht het geval ter beslis sing zal krijgen. Wat is echter het geval? De Engelsche practijk heeft den overgang van vijan delijke schepen tot een neutrale vlag steeds erkend, zoowel vóór als né 't uitbreken van den oorlog, mits de verkoop te goeder trouw plaats had. Men merkt hier den klem: de goede trouw is een teer punt en wanneer nu eens uitgemaakt werd, dat deze in het Da- cia-geval niet aanwezig is, dan zou dat kwaad bloed kunnen zetten in Amerika. De Fransche usance is echter geheel anders dan de Engelsche. In de Daily Chronicle lezen we: De Fransche prij- zen-wet is op dit punt strikter dan de Britsche; want een practijk, welke al tot 1694 teruggaat, weigert eiken verkoop van een schip door vijanden te erkennen, ten zij authentieke acten bewijzen, dat deze verkoop plaats had vóór het begin der vijandelijkheden. Het is dus duidelijk dat de Dacia verloren is, zon der dat de goede trouw van Amerika in het geding be hoeft te worden gebracht. Het eigenbelang schreef voor, dat in tegenstelling met wat iedereen dacht, een Fransch en geen Engelsch schip de Dacia opbracht. Wij hebben het bovenstaande geschreven als inlei ding van een korte beschouwing naar aanleiding van het feit, dat de Duitsche regeering zich bereid ver klaard heeft tot belangrijke tegemoetkomingen, mits natuurlijk ook Groot-Brittanje wederkeerig concessies wil geven. Het komt ons voor, dat men deze Duitsche verkla ring vooral moet zien in het licht van het eigenbelang. Zooals bekend was maar eerst heden vernamen we de bijzonderheden heeft de Amerikaansche regee ring zich 22 Februari gericht tot de regeeringen van Groot-Brittanje en Duitschland, ten einde beide te brengen tot een overeenstemming, waarvan het doel is tie schepen der vreedzame neutralen, die handel drijven te bevrijden van de ernstige gevaren, waaraan die zijn blootgesteld bij het varen door de wateren bij de kus ten der oorlogvoerenden. Wij ontmoeten hier al dadelijk het eigenbelang de Amerikaansche regeering moge zich tooien met den naam van „een oprecht vriend", die „zoo mogelijk de belangen van beide oorlogvoerenden en geheel de menschheid" wil diehen, in werkelijkheid komt zij na tuurlijk alken op voor de bedreigde Amerikaansche en misschien ook nog andere neutrale belangen. Op de volgende punten wilde Amerika overeenstem ming brengen: 1. drijvende mijnen worden niet meer uitgestrooid; 2. verankerd* mijnen worden uitsluitend dicht bij ei gen havens gelegd; 3. alle mijnen dragen den siempei der regeering en worden onschadelijk, zoodra ze losraken; 4. onderzeeërs mogen tegen handelsvaartuigen enkel worden gebezigd ter uitoefening van het recht van aanhouding en doorzoeking; 5. onzijdige vlaggen mogen niet meer als krijgslist worden gebezigd; 6. Engeland neemt de levens- en voedingsmiddelen /an de lijst der volstrekte contrabande af en laat Ame rikaansche schepen met ladingen voor Duitsche agen turen vrij 7. Duitschland vereenigt zich er mee, dat levens- en voedingsmiddelen uit de Vereenigde Staten of andere onzijdige landen geadresseerd worden aan agenturen, die door de Amerikaansche regeeringen worden aange wezen. Zoo luiden, kort weergegeven, de voorwaarden. Wanneer men even bedenkt, hoeveel onheilen drij vende en vèr in zee uitgestrooide en losgeraakte veran derde mijnen reeds aan neutrale schepen en aan neu trale stranden hebben aangericht, zonder dat soms kan worden vastgesteld van waar ze kwamen, wanneer men bedenkt, welk een hinder de neutralen ondervinden van de U-booten-methode en de vlagverwisseling, dan zal men dadelijk begrijpen, hoeveel gunstiger de toe stand der neutralen zou worden, indien de Amerikaan sche voorstellen werden aangenomen. Tot goed begrip moeten we even een paar inlichtin gen geven. Op de 2e Vredesconferentie, gehouden in 1907, te s-Gravenhage, werd door Groot-Brittanje voorgesteld om het gebruik van niet-verankerde mijnen onvoor waardelijk, dat van verankerde, indien zij niet onscha delijk werden terstond na het verlies harer ankers, een voudig te verbieden. Het voorstel werd niet aange nomen, omdat het vooral stuitte op tegenstand van Duitschland hier sprak weer het eigenbelang. Een tweede punt is de kwestie van de contrabande. Onder oorlogscontrabande verstond men vroeger wa penen en andere goederen, die voor het voeren van den oorlog noodzakelijk waren. Vroeger viel hieronder weinig anders dan wapenen en munitie. Maar de voor uitgang in de techniek, de uitbreiding van het materi aal te land en ter zee, de invoering van den persoonlij ken en algemeenen dienstplicht, stempelden steeds meer artikelen tot oorlogscontrabande. Vroeger bijv. was er geen sprake dat kleedingstoffen en voedings middelen als bestemd voor oorlogsdoeleinden konden worden beschouwd. Moeielijk was het dikwijls een be slissing te nemen, wat al of niet oorlogscontrabande was en daarom sloten verschillende staten meer dan eens verdragen, waarbij ze lijsten van artikelen vaststel den, die als oorlogscontrabande zouden worden aan gemerkt. In 1908 kwam te Londen een conferentie van tien zeemogendheden bijeen, welke 26 Februari 1909 een „declaratie van Londen" vaststelde, waarbij als vol strekte contrabande werden beschouwd goederen, die altijd als contrabande te beschouwen zijn: eigenlijke krijgsbehoeften en daarmede samenhangende zaken, welke uitsluitend en onmiddellijk tot den oorlog dien de; voorwaardelijke contrabande zouden goederen zijn, die zoowel tot oorlogsdoeleinden als tot vreed zaam gebruik kunnen dienen, zooals levensmiddelen, veevoeder, kleeding, schoeisel, brandstoffen enz.; en dan waren er nog goederen, die nooit als contrabande kunnen worden beschouwd, daar zij nimmer voor oor logsdoeleinden kunnen worden gebezigd, zooals verf stoffen en landbouwwerktuigen. In drie lijsten waren alle goederen vermeld, zoodat er een prachtige leiddraad was. Helaas Groot-Brittanje heeft deze declaratie niet willen teekenen, en het heeft deze bij besluit van 20 Augustus en 29 October 1914, dus na het uitbreken van den oorlog, nietig verklaard. Waarom? Uit eigen belang. Duitschland heeft geantwoord op de Amerikaansche voorstellen. Het ziet in die voorstellen een geschikten grondslag voor een overeenkomst. Maar het wil, dat de vijandelijke regeeringen de in de Londensche decla ratie op de lijst der niet-tot-contrabande-te-verklaren goederen naar Duitschland zullen doorlaten en de goe deren die op de lijst der betrekkelijke contrabande (zoo als veevoeder en grondstoffen) staan evenzoo behande len als levensmiddelen. En bovendienwil het niet geheel afstand doen van het offensief gebruik van verankerde mijnen, ter wijl in de Amerikaansche voorstellen enkel wordt ge sproken van het defensief (verdedigend) gebruik. In verband met het bovenstaande blijkt duidelijk, dat Duitschland's antwoord geheel door het eigenbelang is ingegeven. En niet apders zal het met het Engelsche zijn. Men vergde toch niet, dat de handelsoorlog, gelijk zij thans wordt gevoerd, tot dusverre het meest voor- deelig voor Groot-Brittanje is, omdat tegenover het in Duitschland ontstaande gebrek aan levensmiddelen en aan tal van andere artikelen, de lasten, welke het ei landen-rijk ondervindt, bij lange na niet opwegen. Aileen indien Amerika mocht gaan dreigen, kan En gland's eigenbelang concessies in ueu iiandeisoorlog voorschrijven. De nieuwste Britsch-Frausche maatrege len maken alles, dat voor Duitschland bestemd is tot contrabande, zij vormen een blokkade zonder aankon diging en zonder waarborgen, en nu is het teekenend, lat volgens een keuier-telegram de afkondiging van deze maatregelen in de Verenigde Staten wordt be schouwd „als een daad zonder voorbeeld", welke groote ontevredenheid heeft gewekt Misschien dat Amerika aan het buitensporige optre den der oorlogvoerenden een einde kan maken. Doch dan moet het zich voordoen als de „opréchte vriend", die feilen durft toonen, niet slechts op het papier, maal ais het moet, met de daad. Alleen dan is er verruiming voor de neutralen te wachten. Wij hebben heden zooveel tijd en ruimte aan den handëlSoorlog besteed die inderdaad thans ook het belangrijkste onderwerp vormt dat wij aan militaire en maritieme verrichtingen niet toekomen. Trouwens het is vandaag als gisteren en eergisteren: in het Westen geen verandering, in het Oosten veldwinnend Russisch offensief, dat zich nog niet voor uitvoerige bespreking ieent. Uit Hoek van Holland komt het telegram, dat een Harwich-liner tot binnen het vuurschip Maas, dus in onze territoriale wateren, door een Duitschen onder zeeër is achtervolgd. Men zal goed doen, bevestiging van onzen marinestaf af te wachten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR brengen ter algemeene kennis, dat bij be sluit van 11 Februari 11. is ingetrokken hun be sluit, dd. 27 Juli 1911 no. 3, waarbij o.a. de Wed. S. JUT Sz. is toegelaten tot het houden van eene particuliere BAIK VAN IEEN1KG, in het per ceel Sint Annastraat mg. 9. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DQNATH, Secretaris, Alkmaar, 27 Februari 1915, DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué van gistermiddag meldt: De vijand deed gisteren een aanval ten zuidoosten van St. Eloy, maar werd door de Engelsche troepen teruggeslagen. Reims is opnieuw beschoten. Ondanks een bestorming door den vijand hebben wij onze aanwinsten tusschen Perthes en Beau-Séjour ge handhaafd. Wij zijn in het bezit van de voornaamste posities, evenwijdig met ons front. De Duitsche garde heeft Zondagnacht bij een tegen aanval zware verliezen geleden. Wij hebben ons gehandhaafd op het gewonnen ter rein bij Vauquois. Bij Chapelotte in de Vogezen hebben wij 300 Meter herwonnen. De Engelsche opperbevelhebber, generaal French, meldde: Het optreden van den vijand in de buurt van Yperen is tot staan gebracht. De Engelschen hebben in den vro'egen ochtend van gisteren een aanval op hunne linies afgeslagen. Een détachement Canadeesche infanterie heeft op schitterende wijze een loopgraaf der Duitschers geno men, na elf man van de bezetting gedood en de rest op de vlucht te hebben gejaagd. De Engelschen betoonden zich de meerderen van de vijandelijke tirailleurs, terwijl onze artillerie de vijan delijke batterijen op verschillende punten noodzaakten van positie te veranderen en langzaam overwicht ver krijgt op de Duitsche. Het Duitsche groote hoofdkwartier deelde mede, zooals we reeds in een deel der vorige oplaag meld den: De nieuwe, met sterke troepenmachten ondernomen aanvallen in Champagne zijn onder ons vuur mislukt, met geweldige verliezen voor den vijand. De gevechten man tegen man op verschillende plaat sen waren in den regel voor onze troepen voordeelig; onze stellingen bleven in onze handen. In het Argonnenwoud veroverden wij eenige loop graven, maakten wij 80 gevangenen en maakten wij vijf mijnwerpers buit. De aanval op Vauquois werd bloedig afgeslagen. In de Vogezen hebben wij de, in de laatste dagen door ons behaalde voordeelen, ondanks heftige tegen aanvallen, kunnen behouden. De gisteren ondernomen avond-aanvallen der Franschen ten noordoosten van Celles brachten den vijand zeer zware verliezen. DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Officieel werd gisteren door het groote hoofdkwar tier gemeld: De Russische aanvallen ten Z.O. en ten zuiden van het bosch van Augustowo bleven zonder succes. De Russische nachtaanvallen ten N.-O. van Lomsha en ten Z. van Plozk werden afgeslagen. (Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld). Officieel werd gisteren te Weenen bekend gemaakt: In het westelijk gedeelte van de Karpathen werden ver schillende aanvallen der Russen afgeslagen en de in vroegere gevechten veroverde stellingen en hoogten ge handhaafd Ten zuiden van den Dnjester duren de gevechten voort. Ook gisteren werden aanvallen van den vijand bloe dig afgeslagen. Het daarbij op een dikwijls veel tal rijker vijandelijke legermacht veroverde gebied, bleef ih onze handen. In Polen en West-Galidë hebben slechts artillerie- gevechten plaats. In de Boekowiina is het rustig. EEN DUITSCHE ONDERZEEëR GERAMD? De N. Rott. Crt. verneemt uit Londen, dat de kapi tein van de „Thordia", Maandag te Weymouth aange komen, heeft medegedeeld, dat hij ter hoogte van Bea- chy Head rechts vooruit de periscoop zag van een on derzeeër. De gezagvoerder riep alle hens aan dek. De onderzeeër voer voorbij naar de haven van Beam, waai zij op 30 tot 40 yard afstand stelling nam. Kort daarna zag de kapitein aan stuurboord het spoor van een tor pedo. Hij gooide het roer snel over en het schip voer over de periscoop heen. Allen hoorden en voelden den krakenden schok onder het schip. Van de onderzeeër werd niets meer gezien, doch aan de oppervlakte van het water zag men een laag olie opkomen. LIEBKNECHT IN HET PRUISISCHE HUIS VAN AFGEVAARDIGDEN. Bij de behandeling van de tweede lezing der begroo ting van binnenlandsche zaken, betoogde de soc-dem. afgevaardigde Liebknecht, terwijl het Huis zoo goed als lediggeloopen was: „De houding der burgerlijke partijen in de kiesrechtkwestie beteekent geen democra tiseering, maar een consekwenter plutokratiseering door het meervoudig kiesrecht. Voor de nationaal-liberalen is de oorlog een belang rijke economische en politieke handelszaak. Door den oorlog is de democratiseering van de bui- tenlandsche en binnenlandsche politiek verhinderd. Het eenige heil voor de volksmassa is de internatio nale klassenstrijd. Daarom weg met de huichelarij van den Godsvrede. Op voor den klassenoorlog tegen den oorlog De nat.-lib. afgevaardigde Friedberg, die levendig werd toegejuicht, verklaarde daarop: „De vorige spre ker wekte den indruk, dat hij een gedeelte van zijn po litieke vrienden een poets wilde bakken. Op zijn insinuatie, dat de oorlog voor de bezittende klassen een voordeelig zaakje zou zijn, terwijl de jon ge mannen uit alle klassen hun bloed op het slagveld storten, moet ik echter antwoorden: „Erger kan nie mand het eigen vaderland verkleineeren in de oogen van het buitenland en het benadeelen." Met iemand, die bij een groot gedeelte van het volk een dergelijke gemeenheid veronderstelt, is geen dis cussie meer mogelijk." KORTE BERICHTEN. De Duitsche sociaal-democratische vakvereeni- gingen besloten, het Meifonds geheel te besteden voor de ondersteuning van de gezinnen der te velde staan de arbeiders, en voor degenen, die door den oorlog werkloos zijn geworden. De Vlaamsche taal is nu ook in het briefverkeer van België met Duitschland, Nederland, Luxemburg en Oostenrijk-Hongarije toegelaten. De Deensche loodsbooten zullen, teneinde drij vende mijnen onschadelijk te kunneq maken, van ge schut voorzien worden. Wijngaardeniers in de Palts (Duitschl.) hebben besloten, om tusschen de wijnstokken knollen en aard appelen te telen. DE REPRESAILLE-MAATREGELEN DER ENTENTE. De indruk in handels- en scheepvaartkringen, door de aangekondigde represaille-maatregelen der entente hier te lande gewekt, is, naar ons van verschillende zijde bleek, vrij somber. De omschrijving van de drie categorieën van goederen, welke nu achterhaald zullen worden, beweegt zich binnen zeer ruime grenzen en zoo is het niet te verwonderen, dat men ziph hier en daar afvraagt, wat er van zijn handel zal overblijven. Bij de reeds zeer belemmerde contrabande-politiek der entente-mogendheden en bij de bemoeilijking van het scheepvaartverkeer der onzijdigen door de Duit sche verklaring komen nu weer deze represaille-maat regelen, welke naar men vreest, 'n nieuwen en gevoeli- gen klap aan onzen handel zullen toebrengen. Er was nog een belangrijk quantum goederen, voor Duitsch land bestemd, uit Duitschland afkomstig, of Duitsch eigendom zijnde, en vallende buiten de hjst van con trabande, bij welker handel ons land betrokken wa3. Behalve wat daarvan reeds voor het uitbreken van den oorlog over ons land vervoerd werd, moet men daartoe nog rekenen al wat door den oorlog van de Duitsche havens over Nederland is afgeleid. Het geheele Ehiit- sche scheepvaartverkeer immers ligt stil en het daarbij betrokken goederenvervoer heeft zoover doenlijk andere wegen gezocht, waarvan er verschillende over ons land1 loopen. Zoo is bekend, dat het scheepvaartverkeer op Ame rika, zoowel Noord- als Zuid-Amerika, voor een zeer groot gedeelte, zoo niet het grootste gedeelte, uit Duit sche fabrikaten en Duitsche benoodigdheden bestaat ALRMAARSCHB COURANT J©

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1