DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van liet nestel! oorlogsterrein. Van liet oostelijk oorlogsterrein. r 1 o gf. No. 58 Honderd en zeventiende jaargang. Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.80, fr. p. post f1Advertentieprijs 18 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERMs. COSTER 4 ZOON, Voordam C9. Telefoonnr. 3. DONDERDAG 11 MAART Malaria-Bestrijding. DRANKWET. Ter zee. DÜITSCHLAND. ALKMAAR, 11 Maart. Over landingen dus vandaag het eerst. Het aan land zetten van troepen met behulp van oorlogsschepen lukt in den regel bij manoeuvres. Maar daarbij kunnen zich allerlei factoren voordoen, die in oorlogstijd wegvallen. En nu denken wij niet eens aan gevallen als waarvan een verslaggever verhaalt in het October- nummer 1910 van „Onze Vloot", die in verband met de marine-manoeuvres in ons Zuiderfrontier (overrompe ling van kustwachtpost 52) o.m. mededeelt, dat een vij and, blijkbaar verheugd op gepaste wijze van zijn ge weer verlost te worden, al schietende z'n vuurwapen over gaf, en dat een marinier een grimmigen kust wachtposter toevoegde: „Wanneer je mij je geweer geeft, dan krijg je een pruimpje." Doch het kan gebeu ren, dat de zee haar invloed doet gelden, en dat men dezen invloed in manoeuvretijd eenvoudig uitscha kelt. Zoo gebeurde het bij de manoeuvres van 1909, dat de zee het onmogelijk maakte bij Callantsoog een lan ding te doen plaats hebben, men ging evenwel maar door met de onderstelling, dat het leger toch aan den wal gebracht was. Het volgende jaar gelukte de po ging in het zuider-frontier, er werden 400 man gede- barkeerd, die den vijand tegemoet stormden, maar plotseling tot stilstand werden gedwongen, omdat scheidsrechters hadden uitgemaakt, dat de transport- vloot reeds vernietigd was, voor dat met de landing werd aangevangen. In werkelijkheid gaat het nog al iets anders dan in het oefeningsspel. En wanneer men zich ten aanzien van landingen mocht willen beroepen op de groote Engelsche troe pen-transporten, welke naar Frankrijk gaan, dan dient er op gewezen, dat dit geen landen is wel kunnen de transportschepen gedurende de korte zeereis gevaar loopen, maar eenmaal aangekomen onder de Fransche kust, vinden ze daar geen tegenstand doch louter tege moetkoming, geen moeilijke landingsplaats, maar een veilige haven. Zooals wij vroeger reeds meer dan eens hebben uit eengezet, geeft het transporteeren van groote troepen- hoeveelheden reeds moeite. Maar het aan land brengen doet dit niet minder. Een kleine troepenmacht kan daarbij groote schade aan een landingsleger toebren gen, vooral als het landen in verband met den toestand van zee en kust reeds lastig is. Heel wat sloepen zullen hun doel niet bereiken, wanneer de manschappen van de oorlogs- of transportschepen naar den vasten wal moeten worden overgebracht. Daarbij komt, dat het element van verrassing, hetwelk vroeger op den voor grond trad, thans vrijwel uitgesloten is. De militaire kustwachtposten kunnen draadloos dadelijk alle inlich tingen verschaffen, spoorwegen en auto's stellen tot het snel nemen van tegenmaatregelen in staat. In de geschiedenis zien we voorts herhaaldelijk, dat een landing op groote schaal is gelukt, dat de invaller aanvankelijk eenig succes heeft, maar dat de krijgskans langzaam begint te keeren. Naarmate, zegt de luite nant ter zee Putman Cramer in zijn actueele „inleiding tot de maritieme strategie en zeetactiek", de invaller begint te verzwakken, neemt de verdediger in kracht toe. Een typisch voorbeeld hiervan is hetgeen hier in de buurt in 1799 is gebeurd bij de landing der Engel- schen en der Russen, welke ten doel had de Fran schen uit ons land te jagen en zoo mogelijk als bol werk tegen Frankrijk een vereeniging tusschen Noord en Zuid-Nederland tot stand te brengen. De voorberei dende maatregelen der Engelschen werden begin Juni genomen, de Engelsche vloot ging 13 Augustus onder zeil en lag 21 Augustus te 3 uur tusschen Huisduinen en Callantsoog. Den volgenden morgen werd het eerste échillon (2500 man) tusschen Petten en Cal lantsoog aan wal gezet. In de eerste helft van Septem ber waren er ongeveer 40.000 man (Engelschen en Russen) geland. Maar ook het verdedigende leger concentreerde zich. Met wisselend succes men denke bijv. aan de gevechten bij Bergen, door mevr. Van Ree- nen aan de hand van L. C. Vonk's geschiedenis der landing van het Engelsch-Russische leger in „De heer lijkheid Bergen in Woord en Beeld" uitvoerig behan deld werd er gestreden. Bij Castricum kwam er ech ter den 6den October een keerpunt. De invallers wer den tot den terugtocht genoopt, hun toestand werd zorgelijk den 18den October telden ze nog maar 17000 strijdbaren. Evenzoo verliep de landing def Engelschen in Zee land in 1809, waarbij het doel der expeditie evenmin werd bereikt als in 1799 en opofferingen werden ge bracht, die niet te vergelijken zijn met het verkregen resultaat. Landingen zijn altijd moeielijk en duur. Ook die van de laatste tientallen jaren, waarbij zich nog lang niet die moeielijkheden voordeden, welke zich bij de forceeringspoging aan de Dardanellen doen gelden. Vandaar dat de Times terecht schrijft „De operaties der vloten in de zeeëngte behooren tot de moeilijkste die men kent, en zij kunnen slechts zeer langzaam, stap voor stap, vooruitgaan. Wij zijn er van overtuigd, vervolgt het blad, dat wij succes zullen hebben, maar de moeilijkheden nemen toe bij elke mijl die wij in de Dardanellen vooruit komen, en het moeilijkste deel der taak is nog niet begonnen. Tot nog toe heeft de aan val aan de geallieerden niet veel verliezen gekost, en wij zouden waarlijk gelukkig zijn, zoo de verliezen ook in de toekomst niet aanmerkelijk grooter worden." Het blad keurt „de voorbarige geestdrift" bij de be schieting der Dardanellen af en merkt op, dat Rusland strakjes een groot deel zal moeten doen. Maar ook Rusland zal de bezwaren, aan de landing verbonden, moeten trotseeren. En wanneer het waar is, dat de Russen een landing zullen beproeven, teneinde den Engelschen en Franschen bij hun opmarsch naar Kon- stantinopel vóór te zijn (de Turksche haven Midia aan de Zwarte Zee wordt in dit verband genoemd), dan zullen ook zij ongetwijfeld zich op emstigen tegen stand moeten voorbereiden. Is met hetgeen we gisteren en hierboven hebben ge schreven, gezegd, dat de forceering der Dardanellèn onmogelijk is? In de verste verte niet. Alleen meenen wij nog eens duidelijk te hebben aangetoond, hoe moeielijk zij is. Dit leek ons vooral gewenscht, omdat waarschijnlijk van de te behalen resultaten grootendeels de houding van Griekenland, Bulgarije, Roemenië, Italië zal af hangen. Is dit juist, dan is hiermede tevens gezegd, dat zoolang de operaties geen flinken voortgang ma ken, uitbreiding van het getal oorlogvoerenden niet verwacht mag worden. In het Duitsche hoofdkwartier heeft men als tegen hanger van den „Winterslag in Masurië" een „winter- slag in Champagne" uitgevonden. Men zegt, dat er in Champagne sinds 17 Februari een poging om door te breken door de Franschen is ingezet en thans is de toestand aldus, dat geen opflikkering meer iets aan den eind-uitslag kan veranderen, hetgeen vooral te danken is aan de Rijnlanders na de Beieren, de Markers, (de Brandenburgers), de Saksers, krijgen ook deze dus een goede aanteekening. Het front in Champagne heet thans sterker te zijn dan ooit. De Fransche verliezen worden op 44.000 geschat, de Duitsche op een derde daarvan en dit wordt nog hooger genoemd, dan de verliezen, die de Duitschers in den Masuren-slag le den, dochde overmacht was groot en de tegenstand dapper. Natuurlijk moet er een reden zijn, waarom deze me- dedeelingen plotseling worden gedaan. Zouden we ver van de waarheid af zijn, wanneer we deze zoeken in de omstandigheid, dat er geld voor een tweede oorlogslee- ning moet wezen? Want al moge in den Rijksdag door den nieuwen minister van financiën welsprekend ook nog zoo'n gunstig beeld van den finantieelen toe stand worden gegeven, een militair succes spreekt veel meer tot de massa dan zulke beschouwingen. Daargelaten of er aanleiding is om te spreken van een slag in de Champagne nog Wel door een partij, die nimmer van een „slag aan de Mame" heeft willen hooren, hoewel zij in dien slag een flinke nederlaag leed daargelaten ook de verhouding der troepen machten, is het intusschen vrijwel zeker, dat generaal Joffre ook bij zijn hernieuwd offensief in de Champag ne geen succes heeft behaald. De laatste Fransche communiqué's spreken dan ook niet meer over eigen aanvallen, doch uitsluitend over „hevige tegenaanval len der Duitschers". Het allerlaatste communiqué ves tigt de aandacht op den strijd ten noorden van La Bas- sée, waar de Engelschen Neuve Chatelle hebben geno men en vorderingen ten noord-oosten en ten zuid-oos ten van dat dorp hebben gemaakt. Tegelijkertijd wordt gemeld, dat de Duitschers Nieuwpoort hebben gebom bardeerd met 42 c.M. kanonnen, zoodat men eindelijk weer eens iets hoort van de „dikke Bertha's". Ook uit particuliere berichten mag worden afgeleid, dat er in België wat wordt voorbereid. Uit Keulen wordt ge meld, dat het Duitsche legercorps bij Grodno (dus van het Oostelijk oorlogsterrein) grootendeels naar het Westelijk oorlogstooneel is overgebracht. Zou nu reeds de mogelijkheid bestaan, dat de positie-oorlog een eind neemt? In het Oosten is de toestand onveranderd. Uit het Verre Oosten wordt gemeld, dat China op het meerendeel van Japan's eischen wil ingaan, maar dan ook wil, dat er aan de politieke intriges een eind komt. De Oostenrijkers geven een heel lang verhaal over een kleine actie voor de Montenegrijnsche haven Anti- vari, dat onwillekeurig de vraag doet stellen, of er alevel ook nog oorlog is tusschen Servië en Oosten rijk. Tenslotte zij gemeld, dat een Engelsche torpedoboot er in geslaagd is een Duitschen onderzeeër in den grond te boren, n.l. de U 12. Van de 28 leden der be manning werden er 10 gered. Dit succes zal natuurlijk in Engeland met voldoening worden vernomen, nadat er den vorigen dag door de onderzeeërs drie schepen werden getorpilleerd. DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué meldde gistermiddag Dat wij belangrijke vorderingen in de Champagne hebben gemaakt, wordt nader bevestigd. In den afge- loopeu nacht werd een zeer hevige aanval der Duit schers krachtdadig afgeslagen. Wij hebben eenig ter rein gewonnen langs den weg Perthes-Tahure. In Argonne hebben wij bij Fontaine-Madame onze loopgraven 80 M. vooruitgeschoven. Tusschen Four-de-Paris en Bolante deed de vijand een tegenaanval en ontnam ons de door ons veroverde loopgraven. Wij hernamen ze, waarop de vijand ten tweeden male een tegenaanval deed. Het gevecht duurt nog voort. Het Duitsche legebericht luidde: Tengevolge van sneeuwval en sterke vorst werd de actie bemoeilijkt, in de Vogezen zelfs bijna geheel belemmerd. Slechts in Champagne duurt de strijd voort. Bij Souain behiel den Beiersche troepen na een langdurig handgemeen de overhand. Noordoostelijk van Le Mesnil drong de vijand tijde lijk op enkele plaatsen onze stellingen binnen. In een verbitterd gevecht met de ter ondersteuning toesnellende Fransche reserves, die door onze tegen aanval gedeeltelijk verhinderd werden in te grijpen, wierpen wij den vijand tenslotte uit onze stellingen. Na de heden en in de laatste dagen vermelde ge vechten is de winterslag in Champagne in zooverre tot een eind gebracht, dat geen partieele herleving van den strijd meer iets aan den einduitslag kan veran deren. De slag was het gevolg van het plan van de Fran sche legeraanvoering om den bij de Mazoerische Me ren zeer in het nauw gedreven Russen door een poging tot doorbraak, welke vele offers (van de Duitschers) zou vergen en waarvan het doel de stad Vouziers was, lucht te geven. Het bekende resultaat van den slag aan de Mazoerische Meren toont dat dit doel volstrekt niet bereikt werd1; maar ook de poging zelf tot door breking kan thans als volkomen mislukt gekenschetst worden. In tegenspraak met alle officieele Fransche mededeelingen is het den vijand op geen enkel punt gelukt ook slechts het geringste noemenswaardige voordeel te behalen. Wij danken deze dappere houding van onze troepen en dé omzichtigheid van hun aanvoerders, in de eerste plaats aan den generaal von Einem en aan de gene raals Riemann en Fleck. In dag en nacht voortgezette gevechten heeft de vij and sinds 16 Febr. na elkaar meer dan zes voltallige legerkorpsen en een ongelooflijke massa zware grana ten van eigen en van Amerikaansch maaksel en dat wel meer dan 100.000 schoten in de 24 uur tegen een door twee zwakke Rijnlandsche divisies verdedigde stelling geworpen. Onwankelbaar hebben de Rijnlanders en te hunner ondersteuning aangetrokken gardebataljons en andere troepen tegen den aanstormenden zesvoudig overmach- tigen vijand niet alleen standgehouden, maar zijn zij hem vaak genoeg in tegenaanvallen tegemoet getreden. Zoo komt het, dat, hoewel het hier uitsluitend een defensieve strijd gold, toch ruim 2450 ongewonde ge vangenen, o.w! 35 officieren, in onze handen vielen. Weliswaar zijn onze verliezen tegen den dapperen vijand zwaar, zij overtreffen zelfs die, welke ue ge zamenlijke bij de Mazoerische Meren strijdende Duit sche troepen leden maar zij zijn niet tevergeefs ge bracht. De verliezen van den vijand zijn minstens drie maal zoo zwaar als de onze, d.w.z. op meer dan 44000 man te schatten. Ons front in Champagne is thans krachtiger dan ooit te voren. De inspanning van de Franschen heeft geenerlei in vloed geoefend op het verloop van den toestand in het oosten. DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Het Russische communiqué zei gisteren: Over het geheele front van de Memel tot den Weichsel was de strijd gisteren zeer hevig. In de streek van Augustq- wo is de slag genaderd tot twee wersten van het stati on te Augustowo. De aanval der Duitschers op den weg Kolno-Lomsha werd afgeslagen. Ten zuiden van Khovele bracht de vijand groote troepenafdeelingen in die gevechtslinie. Op den linkeroever van den Weichsel, en de streek van de Pilitza is de strijd afwisselend aanvallend en verdedigend. Wij maakten er gevangenen en namen mitrailleurs. In de Karpathen, in de streek van Baligrod, gaat de offensieve Oostenrijksche beweging voort ondanks 'de ontzettende verliezen. Na een wanhopigen strijd nam de vijand op 7 Maart bezit van het grootste deel van de hoogte 992, nabij Koziofka, maar gisteren werd onze tegenaanval met succes bekroond. De vijand werd teruggedreven uit alle in bezit genomen loopgraven. Het rapport van de Duitschen general en staf luid de Een nieuwe poging van de Russen om in de rich ting Augustowo aan te vallen, mislukte. De stnjd ten noordwesten van Ostrolenka duurt nog voort. Gevechten noordwestelijk en westelijk van Prasnytz nemen verder een voor ons gunstig verloop. Onze aanval noordwestelijk van Novomiasto gaat voort. Officieel werd gisteren te Weenen bekend gemaakt: Aan het front in Russisch Polen wordt nog steeds he vig gevochten. In West-Oallcië werd het door onze troepen ten zui den van Gorl'ice veroverde gebied nog uitgebreid en een aan het genomen terrein grenzende loopgraaf stormenderhand genomen, waarbij 200 man krijgsge vangen werden gemaakt. Nu het uitzicht wat minder belemmerd was heeft on ze artillerie in eenige sectoren van het Karpathenfront merkbaar succes gehad. Uit een dicht voor onze stelling liggende linie, die De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR, Overwegendè dat volgens ontvangen kennisgeving van het Hoofdbestuur der Noord-Holl. Vereeniging „Het Witte Kruis" in de laatste twee jaar het aantal gevallen van malaria in deze provincie is toegenomen Brengt bij deze ter algemeene kennis de volgende van gemeld Hoofdbestuur ontvangen wenken Tusschenpoozende koorts (malaria) kan men alleen krijgen, als men gestoken wordt door een malaria-mug. Doodt de muggen dus zooveel mogelijk en vooral in het vroege voorjaar, vóór zij eieren leggen. De eieren leggen ze bij voorkeur in stilstaand water, vooral in plassen onder de huizen, in watertonnen en waterputten. Zorgt dus dat er geen plassen onder hui zen en churen zijn, en doodloopende slooten verdwijnen Sluit watertonnen en putten af, zoodat er geen muggen in kunnen komen en laat het water er niet te lang in stil staan. Uit de eieren komen poppen of larven, en daaruit weer de muggen. De'poppen blijven aan de oppervlak te van het water, om te kunnen ademen. Belet dit door in slooten bij uw woning op het water petroleum te gieten. Een eetlepel en een vierkantemeter is voldoen de. Visschen en kikvorschen eten de poppen op; vogels (vooral zwaluwen) en ook vleermuizen vangen mug gen. Zij zijn dus uw vrinden in den strijd. Houdt de muggen zooveel mogelijk buiten uw wo ning door goed afsluitende gazen horren voor open staande ramen en deuren en beschut ook uw slaapste den door muskietengaas. Komt een geval van tusschenpoozende koorts in uw gezin voor, raadpleeg terstond uw geneesheer en laat den lijder afdoend behandelen. Alkmaar, 8 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd: G. RIPPING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALK MAAR vestigen de aandacht van belanghebbenden op de artikelen 27 en 38 der Drankwet, luidende als volgt Art. 27, le lid. Van verbouwing of herbouw van eene localiteit, waarvoor eene vergunning is verleend, wordt uiterlijk ééne maand vóór het einde van het vergunningsjaar, waarin de verbouwing of herbouw Is aangevangen, onder overlegging van het plan, kennis gegeven aai Burgemeester en Wethouders, of, voor zooveel betreft een logement, waarin de verkoop alleen geschiedt aan logeergasten of de localiteit van eene sociëteit, aan Ge deputeerde Staten. Art. 38, 4e lid. Van verbouwing of herbouw van eene localiteit, waarvoor een verlof is verleend, wordt binnen drie maanden, nadat daarmede is aangevangen, onder overlegging van het plan, kennis gegeven aan Burge meester en Wethouders. Niet-nakoming van genoemde voorschriften heeft in trekking van de vergunning of het verlof tengevolge. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. RIPPING, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Alkmaar, 9 Maart 1915. door vijandelijke infanterie bezet was, werd deze döor het flankeerend vuur van onze artillerie op de vlucht gedreven. De vijand leed daarbij zware verliezen. Bij verovering van een stelling aan dit front werden 300 man gevangen genomen en werd veel oorlogsma teriaal buit gemaakt. Voor onze stellingen in Zuidoost Galicië is het in het algemeen rustig. Ten noorden van Nadwoma is een aanval van een niet talrijke vijandelijke legermacht afgeslagen. Tege lijkertijd werden op een andere plaats verscheiden ba- taillons, die tegen ons front ageerden, teruggeworpen. Bij de vervolging werden 190 man krijgsgevangen ge maakt. In de Boekowina is iq den laatsten tijd niets voor gevallen. Aan de noordelijken oever van de Proeth bij Tsjer- nowitsj hebben slechts weinig beteekenende schermut selingen plaats gehad. EEN ONDERZEEëR IN DEN GROND GEBOORD De Engelsche admiraliteit berichtte gisteren, dat de torpedojager „Ariel" dep Duitschen onderzeeër „U. 12" in den grond heeft geboord. Van de bemanning, welke 28 koppen bestond wer den er 10 gered. DE RIJKSDAGZITTING. In de gisteren geopende Rijksdagzitting hield de voorzitter onder levendigen bijval een rede_, waarin hij o. m. verklaarde, dat het Duitsche leger in Oost en West dapper strijdt, terwijl de Duitsche en de Oosten rijksche soldaten successen hebben behaald, als sedert Sedan niet meer waren gezien. In liet Zuiden houden de Turken aan de Dardanellen en het Suez-Kanaal de wacht. Omtrent den Engelschen uithongeringsoorlog ver klaarde de voorzitter: De vijanden hebben geen reke ning gehouden met de economische kracht van het volk, het organisatietalent der Duitschers, de beteeke- nis van onzen landbouw, handel en nijverheid, de een dracht der natie en den vasten wil om te overwinnen. Ontzaglijk groot zijn de offers, maar op de bloedige slagvelden ontkiemt een duurzame vrede, die tot nieu wen bloei, macht en grootheid van het geliefde vader land zal leiden. Vervolgens werd door den staatssecretaris Helffe- rich de begrooting ingediend, welke sloot met een be drag van bijna 8 milliard gulden. Een gedetailleerde begrooting voor leger en marine wilde de regeering niet indienen. Voor de delging van den rijksschuld was bijna 41 millioen gulden beschik baar gesteld. De minister vroeg de Rijksdag, nog een crediet van 6 milliard toe te staan, om den oorlog tot laat in den ALRMAARS GOURA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1