DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van liet westeliji oorlogstmin, Van het oostelijk oorlogsterri, No. 59 Honderd en zeventiende jaargang. per 3 maanden f 0.80, fr. p. post 11.—. Advertentieprijs 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERMs. COSTER 4 ZOON, Voordam CD. Telefoonnr. 3. VRIJDAG 12 MAART O O X* 1 O £5*. Ter zee. DUITSCHLAND. ENGELAND. YAKIA. LANDWEER en MILITIE. NEDERLAND. ALKMAAR, 12 Maart. Hebben gisteren de Duitschers hun lezing van de gevechten in de Champagne medegedeeld in een samen vattend verslag en ons verteld, dat 1 Rijnlandsch korps, versterkt met vele bataljons garde en andere troepen, 6 Fransche legerkorpsen heeft tegengehouden, thans ook berichten de Franschen veel uitvoeriger dan ge woonlijk van die gevechten. Zij zeggen, dat de Duit schers afwisselend van 4 tot 5,5 legerkorpsen in het veld brachten en dat zij genoodzaakt waren steeds ver sterkingen in het vuür te brengen. „Het is ons klaarblijkelijk' gelukt de Duitschers in Champagne vast te houden", heet het verder en uit drukkelijk wordt gezegd, dat het doel der operaties slechts was den Duitschers te beletten troepen naar Rusland te zenden. De verliezen der Duitschers wor den zeer hoog opgegeven op het slagveld werden 10.000 lijken gevonden, twee duizend man werden krijgsgevangen gemaakt, er deden zich gevallen van krankzinnigheid voor en de Duitsche troepen, terugge dreven over een terrein van 7 K.M. lengte en 2.5 K.M. breedte, waren verplicht zich te handhaven in haastig opgeworpen verschansingen. Over de verliezen valt natuurlijk niets te zeggen dat zij hoog zijn is van Duitsche zijde toegegeven. Maar merkwaardig is het verschil van opvatting van de operaties in de Champagne. De Duitschers zagen er een Fransche poging tot doorbraak in, mogelijk geacht in verband' met het krijgsbedrijf in het Oosten. De Franschen daarentegen verzekeren, dat men enkel de Russen te hulp wilde komen, door Duitsch troepen transport van het Westen naar het Oosten te verhinde ren. Wie gelijk heeft, zal de toekomst gauw kunnen zeg gen. Immers het Duitsche communiqué gaf te verstaan, dat er van het Oosten thans troepen naar het Westen zijn gezonden. Is dit juist, dan mag een nieuwe actie op dit oorlogsterrein worden verwacht, ingeleid door Duitsch offensief en dan zullen de Duitschers gelegen heid hebben te toonen, dat ze, na met een troepen minderheid de Franschen te hebben tegengehouden, in staat zijn met een troepen-meerderheid de Franschen terug te drijven. Bovendien kan de actie in het Oosten een aanwijzing geven. Immers nu kan blijken of inderdaad de Fran schen niet den minsten invloed hebben kunnen uitoefe nen op het krijgsbedrijf in het Oosten, gelijk van Duit sche zijde wordt beweerd. Het heeft er immers allen schijn van dat dit krijgsbedrijf, ingeleid in het Masu- ren-gebied thans wordt voortgezet. De Duitschers ver zekerden de vorige week, dat de troepen, die in de buurt van Grodno vrij kwamen, naar elders waren ge zonden. Wij hebben toen de veronderstelling geopperd, dat zij zouden worden gezonden naar het vak Plotsk- Razionz, ten noorden van Warschau, omdat de Rus sen, die bij Mlawa en Kolmo staan, daar in hun ach- terwaartsche verbindingen en daardoor met omsinge ling kunnen worden bedreigd. Sindsdien vestigden de communiqué's meer de aandacht op gevechten ten zui den van Warschau en in het bijzonder Novo Miasto werd genoemd en wij teekenden hierbij aan, dat nadere bijzonderheden zouden moeten leeren, waar de hoofd actie diende te worden gezocht. Vanmorgen lazen we, dat volgens een telegram van de Daily Telegraph uit Petrograd een slag in het daar gelegen gebied ten noorden van Warschau werd geleverd, waar de Duitschers oprukten met een leger van 9 alO legerkorp sen, waarin nieuw gevormde eenheden, maar inder daad ook troepen, die bij Grodno hadden geopereerd, waren opgenomen. Vermoedelijk is aldus de Engelschman het on middellijk doel het bezit van de voornaamste spoor wegverbindingen achter Warschau. Hun bedrijvigheid ten zuiden der stad kan worden beschouwd öf als een noodzakelijk onderdeel van het hoofdplan, öf enkel als machtsvertoon. Het vanmiddag ontvangen Russische legerbericht spreekt niet meer over gevechten aan de Pilitza, maar uitsluitend over die ten noorden van Warschau, welke „buitengewoon hardnekkig" worden genoemd. Hieruit kan dus volgen, dat er werkelijk weer be langrijke operaties in het Oosten plaats hebben. De Prinz Eitel Friedrich een Duitsche hulpkrui ser, welke wij echter niet vermeld vinden op een lijstje van zulke schepen, die meer dan 10.000 ton meten heeft zich in den handelsoorlog verdienstelijk gemaakt. Een kruistocht werd ondernomen, waarbij de hulp kruiser aan den eenen kant wit, aan den anderen zwart geschilderd moet zijn geweest. De volgende lijst van schepen, door de Prins Eitel Friedrich in den grond geboord, wordt gepubliceerd: 27 Jan.: Russische bark Isabel Browne, 13 opvaren den; 27 Jan.: Fransche bark Pierre Loti, 24 opvarenden; 28 Jan.: Amerikaansch schip William P. Frye, 31 opvarenden 28 Jan.Fransche bark Jacobsen, 23 opvarenden 12 Febr.: Engelsche bark Invercoe, 23 opvarenden; 18 Febr.: Engelsch stoomschip Mary Ada Short, 28 opvarenden 19 Febr.: Fransch stoomschip Florida, bemanning 78 en 86 passagiers. Tenslotte moest de hulpkruiser Newport News bin- nenloopen. Daar hij voor herstel eenigen tijd noodig had, is een langer verblijf dan 24 uur toegestaan. De duur van het verblijf zal afhangen van een rapport van deskundigen. Blijkt hieruit een „welwillende onzijdig heid", volgens Reuter is men in Amerika verbolgen, omdat de hulpkruiser een Amerikaansch schip „de William Frye" in den grond geboord heeft, wijl dit schip tarwe vervoerde naar Engeland. Vermoedelijk vindt deze Reuter-storm weer in een glas water plaats, al zou men het in Engeland om begrijpelijke reden na tuurlijk gaarne anders zien. Hoogstens zal het aantal vertoogen tot de oorlogvoerende mogendheden erdoor met één worden vermeerderd. Bij de Mersey (Liverpool) heeft een Duitsche onder zeeër tevergeefs getracht een Engelschen kustvaarder te torpilleeren. Voorts wordt alleen melding gemaakt van het in den grond boren van een Franschen stoom trawler, de „Gris Nez", uit Boulogne. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué meldde gistermiddag Een aanval, dien de Engelschen gisteren deden, had de verovering ten gevolge van 2500 M. loopgraaf voor Neuve Chapelle en van dit dorp zelf. Zij avanceerden toen in de richting van Aubert tot aan den Prêtre- molen en in zuidoostelijke richting tot de noordelijke grens van het Dubiez-bosch over een afstand dus van ongeveer 2 K.M. voorbij Neuve Chapelle. De Duitsche artillerie loste slechts enkele schoten. Van de rest van het front valt niets te vermelden. Het Engelsche ministerie van oorlog berichtte: Het vierde en het Indische corps vorderden gisteren met een front van 4000 yards ongeveer drievierde mijl en namen alle op dit terrein gelegen vijandelijke stel lingen en loopgraven. Er werden meer dan 700 krijgs gevangenen gemaakt. Ook de Britsche vliegers waren in actie en verniel den de spoorwegkruispunten bij Kortrijk en Meenen. Officieel werd gisteren uit het Duitsche groote hoofd kwartier gemeld: Een Engelsche vlieger wierp boven Meenen bom men neer; hij doodde 7 Belgen en verwondde er 10. De Engelschen deden gisteren een aanval op onze stelling bij Neufchatel; zij drongen op enkele plaatsen het dorp binnen. De strijd wordt nog voortgezet. De Engelsche aanval bij Givenchy werd afgeslagen. In Champagne deden de Franschen twee aanvallen op een bosch ten oosten van Souain, waaruit zij den vorigen dag waren verdreven. Beide aanvallen werden afgeslagen. De strijd om den Reichsackerkopf in de Vogezen is gisteren weder begonnen. DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Uit het Duitsche groote hoofdkwartier werd gisteren gemeld: Ten Westen van Serdje namen wij zeshon derd Russen gevangen en vermeesterden we drie ka nonnen en twee mitrailleurs. Een vernieuwde poging tot doorbraak van de Russen ten zuiden van Augusto- wo eindigde met de vernietiging der daar ageerende Russische troepen. In het gevecht ten noordwesten van Ostrolenka wa ren onze troepen zegevierend. De Russen lieten zes officieren en 900 man en acht mitrailleurs in onze handen. Onze aanvallen ten noorden en noordwesten van Prasznytz vorderden. In het gevecht ten noord westen van Novomiasto maakten we nog weder 1680 gevangenen. Officieel werd te Weenen bekend gemaakt: De in dé jongste gevechten in Russisch-Polen en aan het front in West-Galicië bij en ten zuiden van Gorlice verover de terreinstrooken en hoogtelinies zijn thans voorgoed door ons bezet. Pogingen van den vijand om enkele steunpunten te heroveren, mislukten geregeld. De operaties in de Kaïpathen worden ten zeerste be lemmerd door den zwaren sneeuwval. Desniettegen staande werd op verschillende punten van het gevethts front de strijd voortgezet. Bij de verovering om een hoogte o.a. werden verscheiden compagnieën van den vijand teruggeslagen en twee officieren en 350 man krijgsgevangen gemaakt. Eenige nachtelijke aanval len werdén met groote verliezen aan de zijde van den vijand afgeslagen. Voor eenige stellingen ten noorden van Nadwoma werden bij dé vervolging van teruggeslagen vijandelij ke troepen 280 man gevangen genomen. Óp de overige gedeelten van het front en in de Boe- kowina is het rustig. DE „DACIA". De uitspraak in zake de „Dacia" is gevallen in den zin als van een Fransch prijzenhof kan worden ver wacht. Uit Brest wordt n.l. volgens een telegram aan de Maasbode, aan de Daily Tel. geseind: Het prijzenhof heeft juist besloten de lading van de „Dacia" publiek te verkoopen. De verkooping zal Zaterdag plaats heb ben. DE PRINZ EITEL FRIEDRICH. Een Reuter-telegram uit Nieuw-York meldt, dat de Duitsche hulpkruiser „Prinz Eitel Friedrich" de Ame- rikaansche haven van Newport-News is binnengeloo- P' en toen hij achtervolgd werd door een Engelschen ruiser. Het schip had drie Engelsche, drie Fransche, een Russisch en een Amerikaansch schip, de „William Trye" tot zinken gebracht, omdat de lading tarwe als contrabande werd beschouwd. Aan boord van de Eitel Friedrich bevonden zich 350 personen, van de vernielde schepen afkomstig. DE BEGROOTING VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN. De versterkte begrootings-commissie van den Rijks dag is gisteren begonnen met de behandeling der be grooting van buitenlandsche zaken. Met groote ver ontwaardiging werd de terechtstelling van de Duit schers Ficke en Grundler te Casablanca besproken. Omtrent de bekende mededeeling van de Engelsche Admiraliteit, dat zij gevangen genomen bemanningen van onderzeeërs anders zal behandelen dan gewone krijgsgevangenen, is onmiddellijk een aanvraag gericht tot de Engelsche regeering en daarbij werd duidelijk te kennen gegeven, dat zeer scherpe tegenmaatregelen zouden worden genomen, wanneer de mededeeling be vestigd mocht worden. De commissie beraadslaagde uitvoerig over de met het volkenrecht strijdige wijze van economische oor logvoering door de Engelschen. Algemeen werd er kend, dat de daartegen genomen maatregelen noodig zijn en effect zullen blijken te hebben. De over de kwestie van het gebruik van onderzeeërs in dezen oorlog verzonden nota's werden algemeen goedgekeurd. IN HET LAGERHUIS. In de gisteren gehouden zitting van het Lagerhuis vroeg de afgevaardigde Cowan of door de Engelsche, Russische en Fransche regeering vertoogen waren ge richt aan de Servische regeering, waarin de raad werd gegeven onverwijld aan Bulgarije zekere gedeelten van Macedonië af te staan als grondslag voor de samen werking dezer beidé staten bij een nieuwe verdeeling van het Balkangebied na dén huidigen oorlog en of minister Grey, wanneer zulks niet is geschied, in ver binding zal treden met de Russische en Fransche re geeringen voor een dusdanig gezamenlijk optreden. Minister Grey las daarop het volgende antwoord voor: „De regeeringen van Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland zijn nog bereid zooals zij het steeds zijn geweest om gezamenlijk hunnen steun te verkenen bij de regeling van kwesties, die de Balkanstaten be treffen en zullen geen gunstige gelegenheid laten voor bijgaan om dit doel te bevorderen." De heer Jowett vroeg nog, hoe de betrekkingen wa ren tusschen de Engelsche regeering en die van Bul garije, Nederland, Spanje, Zweden, Noorwegen, Dene marken 'en China. De heer Grey antwoordde onder toejuichingen Wij onderhouden tot mijn vreugde vriendschappelij ke betrekkingen met al die regeeringen. „SHOW ME YOUR PAPERS." De Parijsche correspondent van de N. R. Crt. ver telt het volgende van een Engelschen soldaat der mili taire politie te Parijs; voor de waarheid ervan staat hij niet in. Deze „Military-Police" soldaat is, zoo ver telt de correspondent zonder weerga om degenen, die in verzuim zijn, te pakken te krijgen. Maar, gelijk meer Engelschen, is hij een groot, een veel te groot liefhebber van whisky en 's avonds tegen tien uur is hij vaak, om niet te zeggen, meestal, heel ver heen. Kort geleden komt hij op een avond tegen elf uur stom dronken uit een Olympia-bar op de groote boulevards, een rietstokje onder den arm, de handen in den zak. Daar komt met vluggen stap, een Engelsch officier voorbij. De dronken soldaat salueert niet. De officier wil blijkbaar niets met dien dronkenman te maken heb ben en gaat zonder omzien door. Maar de dronken man steekt zijn rietje uit, tikt den officier op den arm en zegt met een door whisky dikke stem: „Show me your papers!" (Laat mij uw papieren zien). Dat is den officier toch wat te kras. „Wat zijn dat voor ma nieren!" zegt hij woedend. „En kan je niet salueeren?" De dronkenman, met dezelfde dikke stem, herhaalt: „Show me your papers!" en tikt den officier op een knoop van zijn jas. Ondertusschen zijn er natuurlijk al een aantal toeschouwers om hem gekomen, die zich voor het geval interresseeren, goedmoedig Parijsch pu bliek, waaronder een agent en twee of drie trottoirvlin ders. 't Publiek wil de zaak sussen, den koppigen dronkenman tot rede brengen en den officier tot toe geeflijkheid stemmen. De officier glimlacht ten slotte en zegt tot den sol daat: „Ik zie dat je te veel gedronken hebt en zal daarom maar geen werk van de zaak maken," en hij keert zich om en wil onder sympathieke instemming van het publiek weggaan. Maar de dronken soldaat pakt met twee vingers den officier bij de mouw en her haalt: „Show me your papers!" 't Publiek mompelt. De officier stuift op„Ik zal jou noteeren, man. Je zult wegens dronkenschap voor den krijgsraad ko men 't Publiek wil nog sussen, als de soldaat, dit maal ook de stem verheffend, roept: „Show me your papers I" en den officier nog wat steviger bij de mouw pakt. 't Is ondertusschen een heel opstootje géwordén. Drie agenten zijn er al bij en om aan 't geval een ein de te maken, besluiten ze den dronkenman naar den pqlitie-post te brengen, en daar hij zijn officier niet los wil laten, verzoeken ze dezen mee te gaan. Het volk trekt mee en wacht voor den politiepost, 't Duurt een goed kwartier. Dan komt.de Engel sche soldaat met zijn rietje onder den arm, de handen in de zakken, kalm naar buiten gestapt.en even la ter, geboeid, tusschen agenten.de Engelsche officier, die gebleken was een Duitsch spion te zijn Hoe had de soldaat 't gezien? Was het een geniale dronkenmanszet? Had hij, door de whisky tot een bij zondere luciditeit gebracht, aan het type van den offi cier wat bijzonders gezien Was hij getroffen geweest door het feit, dat de officier doorliep ofschoon de sol daat hem niet groette? Hij heeft geen uitlegging gege- Maar als 't eens een echt ven. Men vroeg hem: gelsch officier geweest was?" „Wel", zei hij, n- „dan De Burgemeester van Alkmaar brengt ter kennis van belanghebbendendat de nit- keering der vergoedingen, loopende over bet tijdvak van 615 Haart, zal plaats hebben ten Stadhnize op Dinsdag 16 Haart a.s., voor zooveel de LAÜDWEEB betreft Van 10 11 unr en voor zooveel de HLLXTLE! aangaat, van 11—12 nnr. Alkmaar, 12 Maart 1915. De Burgemeester voornoemd, G. RIPPING. was ik voor den krijgsraad gekomen wegens dronken schap." KORTE BERICHTEN. Te München is de voormalige Oostenrijksche Aartshertog Ferdinand Karei, overleden. Bij de Culebra-doorgraving heeft in het Panama- Kanaal weder een grondverschuiving plaats gehad, tengevolge waarvan schepen, van meer dan 20 voet diepgang, het kanaal niet kunnen passeeren. De heer Macnamara heeft in het Engelsche La gerhuis op een vraag geantwoord, dat de admiraliteit het verlies van geen koopvaardijschip had verborgen gehouden. De sultan van Turkije heeft de uitgifte gelast van bronzen oorlogsmedailles, die ook aan de manschap pen van leger en vloot der verbonden mogendheden kunnen uitgereikt worden. De statistiek van den Franschen luchtvaartdienst wijst uit, zoo zegt de Matin", dat sinds het 'begin van den oorlog tot 31 Jan. in het geheel dioor de aviateurs 10,000 verkenningstochten zijn gemaakt, waarbij zij 18,000 uren in de lucht zijn geweest en ongeveer 1,800,000 K.M. hebben afgelegd. Een onderzeeër beproefde gisteren een kuststoom- schip op de hoogte van Mersey te torpedeeren. De toT- pedo ging 20 ellen het doel voorbij. Woensdag vloog een Zeppelin over Duinkerken in de richting van Calais. Het luchtschip werd krach tig beschoten, zoodat het tenslotte genoodzaakt was zich terug te trekken. Volgens de „Brl. Lok Anz." is 'de jongste zoon van den Pruisischen minister van landbouw Von Schorlemer, luitenant bij een regiment kurassiers, bij een bestorming gesneuveld Uit Bazel wordt bericht, dat Woensdag acht Fransche vliegers over de Boven-Elzasser vlakte vlo gen. Een scherp kanon- en machinegeweervuur, dat op hen werd gericht, had ten gevolge dat het vliegtuiges kader uiteenging. Drie vliegers gingen in de richting van Dunkelberg, een werd 's nachts te zes uur bij St. Blasien gezien, een ander werd tot een noodlanding gedwongen. De EHiitsche admiraliteit bericht officieel :De En gelsche admiraliteit maakt bekend, dat de door den torpedo-jager „Ariel" vernietigde onderzee-boot dé „U 72" is. Van de 28 leden der bemanning zouden er tien gered zijn. HET NEDERLANDSCHE LEGER EN ZIJN MOBILISATIE. Reeds geruimen tijd is in voorbereiding zoo meldt de N. Rott. Crt. de uitgave van een groot mi litair pracht- en standaardwerk, dat tot titel zal dra gen Het Nederlandsche leger en zijne mobilisatie in 1914 (Land- en Zeemacht). Reeds maanden lang is men bezig met het maken van foto's in alle deelen des lands en de militaire au toriteiten hebben de grootst mogelijke medewerking verleend. H. M. de Koningin heeft voor dit werk te paard ge poseerd, en van Z. K. H. den Prins is een foto ge maakt mogen worden tijdens een Roode Kruis-oefe- ning. Het werk zal voorts de portretten van de ministers van oorlog en van marine bevatten; de opperbevelheb ber van land- en zeemacht heeft er voor geposeerd in gezelschap van officieren. Voorts zullen er ettelijke duizenden cliché's naar fo to's in het werk te vinden zijn. De tekst wordt geleverd door den kapitein bij den staf van de Ilde divisie J. Kooiman, oud-leeraar aan de Koninklijke Militaire Academie. UITVOERVERBOD VAN STROO. In verband met een adres van de landbouwers aan den Minister, om het uitvoerverbod van stroo op te heffen en den vrij grooten uitvoer door middel van consenten, heeft het hoofdbestuur van de Nederland sche Vereen iging van Fabrieksarbeiders nagegaan, of daarvan ook het gevolg kan zijn, dat over eenige maanden de cartonfabrieken stoppen, waardoor 400 harer leden werkloos zouden worden. Naar aanlei ding van dit onderzoek besloot het bestuur te pogen een onderhoud te hebben tusschen speculatieve fabri kanten, het bestuur der arbeidersorganisatie en het Ka merlid voor het district Veendam, mr. Sannes, waarin het grootste aantal speculatieve fabrieken staan. Op deze conferentie zal alsdan worden besproken, of en zoo ja op welke wijze, de vertegenwoordigers der arbeiders en de speculatieve fabrikanten zich tot den Minister zullen wenden, opdat gedurende den oorlogs toestand' de industrie niet door gebrek aan grondstof of wegens te hoogen prijs zal moeten worden stilge legd, voorzoover zij in handen is van de speculatieve fabrikanten, waardoor eenige honderden arbeiders werkloos zouden worden. WERKVERSCHAFFING BIJ DEMOBILISATIE. De sedert 1904 bestaande Nationale Vereeniging tot steun aan Miliciens, welke zich ten doel stelt, militie- plichtigen, die ten gevolge van het vervullen van hun nen dienstplicht, hunne betrekking in de burgermaat schappij verloren, weder aan eene betrekking te helpen heeft, ten einde hare taak ook bij de demobilisatie on zer thans gemobiliseerde krijgsmacht te kunnen ver vullen, in alle provincies des lands comité's opgericht, aan welke is opgedragen, in alle deelen der provincies ALRHAARSCHE COURANT. k]

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1