DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
rlo gr-
Van liet westelijk oorlogsterrein.
Van hat oostelijk oorlogsterrein.
Van bat zuidulilk oorlogsterrein.
No.
Honderd en zeventiende jaargang.
1915
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.80, fr. p. post fl.Advertentieprijs 10 ct. p. regei, groote letters naar plaatsruimte. Brieyen fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERffls. COSTERS ZOON, Yoordam C9. Telefoonnr. 8.
MAANDAG 15 MAART
Ter zee.
ALKMAAR, 15 Maart.
De gevechten om en bij Neuve Chapelle door de
Engelschen geleverd, welke tot meerdere resultaten
hebben geleid dan men de laatste maanden gewend
was, sluiten zich aan bij het initiatief der Franschen
in de Champagne en der Belgen in de kuststreek.
Evenals ter gelegenheid van het Fransche offensief van
17 December hebben de Duitschers thans een legeror
der in handen gekregen, waarin de Engelsche troepen
worden aangespoord, een overwinning te behalen.
„Wij staan op het punt, zoo wordt in het „speciaal
bevel aan het eerste leger" van den commandeerenden
generaal D. Haig, gedateerd 9 Maart 1915, gezegd,
den vijand onder zeer gunstige omstandigheden aan te
vallen. Nadat betoogd is, dat de Engelschen thans
sterker zijn in aantal en ook wat kanonnen betreft,
wordt aldus vervolgd
„Tegenover ons staat op het oogenblik slechts één
Duitsch legerkorps, verdeeld over een front, even
groot als dat 't welk door ons gansche (eerste) leger
wordt ingenomen. Wij staan thans op het punt om op
een bepaald punt van het front tot den aanval over te
gaan met circa 48 bataljons, terwijl daar slechts 3
Duitsche bataljons aanwezig zijn. Het is dus waar
schijnlijk dat op den eersten dag van de krijgsoperaties
de Duitschers niet meer dan vier bataljons aan verster
kingen. beschikbaar zullen hebben voor hun tegenaan
val. Snelheid van beweging is dus van het grootste be
lang, ten einde het ons mogelijk te maken, den Duit
schers voor te zijn en een succes te behalen zonder dat
het ons veel aan verliezen zal kosten.
„Op geen moment in den tegenwoordigen oorlog is
het oogenblik gunstiger voor ons geweest dan thans;
en ik ben van ons succes overtuigd. Hoe groot dat suc
ces zal wezen hangt af van de snelheid en de vastbe
slotenheid van onzen opmarsch.
„Ofschoon wij strijden in Frankrijk, moeten wij voor
oogen houden, dat wij strijd voeren voor het behoud
van het Britsche rijk en ter bescherming van onze wo
ningen tegen de georganiseerde barbaarschheid van het
Duitsche leger. Om de overwinning te behalen moe
ten wij als mannen strijden voor de eer van Oud En
geland."
Toen onlangs de bekende militaire medewerker van
de Times eens uitvoerig de „moreele en materieele
kracht" van de oorlogvoerende partijen naging, kwam
hij daarbij tot deze slotsom:
„Vóór den oorlog zouden wij gemeend hebben, dat
een strijd in versterkte stellingen, zonder gelegenheid
tot overvleugelen, zooals wij thans moeten voeren, een
meerderheid noodig zou maken van twee of drie tegen
één, als wij zouden willen doordringen. Wij hebben
die meerderheid nog niet. En het is nu wel gebleken,
dat die meerderheid nog grooter moet zijn."
Blijkens het bovenstaande legerbevel stonden er bij
Neuve Chapelle zoowat 7 Engelschen tegenover één
Duitscher. En ondanks deze gunstige verhouding, on
danks de aanzienlijke getalsmeerderheid, is het succes
maar matig. De thans bekend geworden gegevens
moeten dan ook wel den indruk van het groote verde
digingsvermogen der Duitsche stellingen versterken.
De verbonden mogendheden zullen over een geweldi
ge troepenmassa moeten beschikken, voordat zij niet
slechts op een klein onderdeel, doch over het grootste
gedeelte der frontlinie met hoop op succes een aanval
kunnen wagen, welke niet maar een plaatselijk voor
deel beoogt, doch een groote, algemeene winst ten doel
heeft. In dit verband mag zelfs de vraag gesteld of de
nieuwe legerscharen van lord Kitchener die waar
schijnlijk nog niet overgebracht zijn wel de aange
wezen troepen zijn voor een poging, om een dergelijk
belangrijk resultaat te behalen.
Aan den anderen kant dient te worden opgemerkt,
dat de Duitschers in het Westen over geringe troepen
machten beschikken. Eerst bleken ze in de Champagne
ver in de minderheid en thans zijn ze 't ook in Noord-
Frankrijk. Nu heet het wel, dat ze in de Rijnprovinciën
verscheidene legerkorpsen in reserve hebben staan,
maar dat zijn slechts geruchten. De zwakke bezetting
van het front in het Westen is waarschijnlijk het ge
volg van de omstandigheid, dat er zooveel troepen
noodig zijn voor het Oostelijk oorlogsterrein. Zoolang
de Russen den Duitschers de handen vol werk geven
zal er hoogstens van kleine troepentransporten naar
het Westen sprake kunnen zijn, welke de verliezen kun
nen aanvullen en de zwakke gedeelten van het front
kunnen versterken.
De toestand is aldusGeen der beide partijen be
schikt op het Westelijk oorlogstooneel over voldoende
strijdkrachten om tot een strategisch offensief te kun
nen overgaan. En zoolang deze toestand voortduurt,
zijn er wel geen belangrijke krijgsbedrijven te wachten
en zullen de operaties zich blijven bepalen tot plaatse
lijke, offensieve stooten, die kleine terreinwinsten
brengen, die misschien gunstige voorwaarden voor
grootere aanvallen scheppen, maar die vooral beoogen
den tegenstander bezig te houden en af te matten.
Het lijkt er naar, dat de strijd niet zoozeer zal moe
ten worden beslist door een overmacht, die is ont
staan uit nieuwe troepenformaties, dan wel door een,
die te danken is aan meerdere uitputting van den te-
genstander op beide oorlogsterreinen.
Van zoo'n plaatselijk voordeel maken de Franschen
melding in een retrospectieve beschouwing over een
winst in de Oostelijke Argonnen, waar het plateau en
het halve dorp Vauquois op de Duitschers werd ver-
meesterd, die er sinds September een belangrijke posi
tie innamen, toen ze poogden Verdun te omsingelen.
Het dorp ligt op een heuvel, eenige duizenden voeten
hoog. Rotsgangen boden den vijand een schuilplaats
tegen het artillerievuur. De Duitschers maakten de po
sitie tot een echte vesting, met onderaardsche gangen.
De eerste Fransche aanval van 17 Februari deed den
aard van de verdedigingswerken kennen en voor den
aanval van 28 Februari werden nu de noodige voorbe
reidingen getroffen. Een hevig vuur uit de zware ka
nonnen opende een weg en weldra trokken de troepen
het dorp binnen, dat slechts een puinhoop was. De
rotsgangen en kelders stortten in onder het gewicht
der projectielen, die diepe kuilen in den grond sloegen.
Door een tegenaanval in den namiddag drongen de
Duitschers de Franschen terug. Deze echter keerden
een uur later na een hernieuwd bombardement terug
en verdreven de Duitschers uit het zuidelijk deel van
het dorp, dat door een enkele straat in twee deelen is
gesplitst. Twee tegenaanvallen door de versterkte
Duitsche strijdkrachten mislukten, maar het enfileer-
vuur waaraan de Franschen waren blootgesteld,
dwong hen tijdens den nacht terug te trekken!
Den volgenden dag werden vier Fransche aanvallen
onder hevige verliezen afgeslagen. Maar te twee uur
den volgenden morgen verlieten deze Fransche regi
menten de loopgraven en trachtten de helling van het
plateau te bestijgen. Dat was een vreeselijke, haast on
uitvoerbare onderneming, zegt het Fransche bericht,
maar de mannen waren vast besloten te overwinnen en
hun volharding gedurende vier en twintig uren maak
te zoo diepen indruk op den vijand, dat deze uit de
loopgraven in het dorp terugtrok, dat de Franschen in
den namiddag binnentrokken. Hevig werd hier gevoch
ten, huis na huis werd verdedigd. Vier tegenaanval
len werden afgeslagen en eindelijk slaagden de Fran
schen er in zich vast te zetten in de straat die het dorp
in tweeën splitst. Den volgenden nacht mislukten
twee aanvallen der Franschen op de kerk, die het cen
trum van den Duitschen tegenstand was. De Duitschers
bleven nu vier en twintig uren rustig; zij lieten ver
sterkingen komen en op 3, 4 en 5 Maart deden zij we
der aanvallen. De zware verliezen echter die ze daarbij
leden, deden hen van verdere aanvallen afzien.
De Duitsche onderzeeërs hebben de laatste dagen
weer van zich doen spreken. Na den Engelschen hulp
kruiser „Bayano" hebben ze verschillende koopvaardij
schepen in den grond geboord. E>e U 29 welks com
mandant schijnt te zijn kapitein von Weddingen, die
in September de Engelsche oorlogsschepen „Cressy",
„Hogue" en „Aboukir" met de U 9 torpilleerde
heeft er vier stuks naar den kelder geholpen, n.l. de
„Headland", de „Andalusian", de „Indian City" en de
„Adenwen". Daarbij is groote stoutmoedigheid aan
den dag gelegd. De „Indian City" werd in het gezicht
van St. Mary's, een der Scilly-eilanden, ten zuidwesten
van de zuidwestpunt van Engeland, aangevallen, zoo
dicht onder de kust, dat de menigte aan den wal het
geheele geval kon gadeslaan en ook kon zien, dat de
onderzeeër, na tevergeefs door twee Engelsche politie-
booten te zijn achtervolgd, de „Headland" te pakken
kreeg en later een derde schip ging nazetten
Een andere onderzeeër heeft volgens een Reuter-te-
legram een Zweedsch stoomschip, de „Hanna", bij
Scarborough getorpilleerd, hetwelk aan beide einden
met de nationale kleuren beschilderd was en op de
romp den naam en de nationaliteit droeg met letters,
die van de verschansing tot de waterlinie reikten. Het
telegram deelt verder mede, dat het schip op reis was
van de Tyne naar Las Palmas men houde hierbij in
het oog, dat het door een Engelsche maatschappij of
reederij gecharterd kan zijn en in elk geval is het van
belang nadere berichten af te wachten. Ondanks al het
misbaar door Reuter gemaakt, is bijv. de „Eitel Frie-
drich", die Amerika's rechten zou hebben geschonden,
wel degelijk toegestaan in een Amerikaansche haven
te dokken. Zooveel hebben we wel geleerd, dat we met
de eenzijdige telegrammen van Wolff en Reuter voor
zichtig moeten wezen
Over de Dardanellen geen nieuws en over de be
schieting van Smyrna eenige vertraagde berichten.
Over de houding der belangrijke neutralen in het zui
den veel sensationeele geruchten, maar geen enkele
belangrijke, houvast-biedende mededeeling.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche communiqué meldde gistermiddag:
De Belgen zijn wederom vooruitgegaan aan de Yser,
hun artillerie heeft n.l., met ondersteuning van ons
zwaar geschut, een Duitsch steunpunt op het kerkhof
te Dixmuiden vernield.
De vijand heeft Yperen beschoten, waarbij een aantal
burgers werden gedood.
Ook heeft hij Soissons en Reims gebombardeerd na
vruchteloos een aanval bij laatstgenoemde plaats te
hebben gedaan.
De Franschen sloegen twee tegenaanvallen in Cham
pagne af, vervolgden den vijand en namen een aantal
loopgraven. In een dezer lagen honderd dooden en een
hoeveelheid materieel.
De Franschen stuitten een aanval op Four de Paris.
Het rapport van dien Duitschen generaalstaf meldde:
Een schip vuurde gistermiddag ten noorden van La
PanneNieuwpoort zonder succes op onze stellingen.
Bij Neuve Chapelle had, behalve een enkele Engel
sche aanval, welke afgeslagen werd, slechts een artille-
riestrijd plaats.
In Champagne herhaalden de Franschen oostelijk
van Souain en noordelijk van Le Mesnil ook gisteren
partieele aanvallen.
Alle aanvallen verliepen in ons vuur, waarbij de vij
and zware verliezen leed.
In de Vogezen is de strijd, nu het weer verbeterd is,
hervat. De Franschen maken nu ook in de Argonnen
gebruik van een nieuw soort handgranaten, welke bij
de ontploffing de lucht moeten verpesten.
Bij den strijd, die gisteren geleverd werd, is opnieuw
geconstateerd, dat de Fransche infanterie ook projectie
len gebruikt, welke bij het neerkomen vlammen doen
ontstaan.
Het Engelsche ministerie van Oorlog deelde gisteren
mede:
De hevige tegenaanvallen, gisternamiddag door den
vijand gedaan, en verscheidene kleinere aanvallen he
denmorgen vroeg, werden allen afgeslagen.
Te oordeelen naar de observaties op verschillende
deelen van het slagveld en naar de verklaringen van
gevangenen, wier aantal thans 1720 bedraagt, moeten
de verliezen van den vijand zwaar geweest zijn. Er
kunnen in deze drie dagen niet veel minder dan tien
duizend man gesneuveld zijn.
Een trein, in het station te Don, werd in den mor
gen van den 14en Maart, door onze vliegers opgebla
zen.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
De Groote Generale Staf berichtte: Op 12 Maart
heeft op het geheele front geen enkel belangrijk gevecht
plaats gehad.
Aan den linkeroever van de Njemen en de wegen,
die naar Grodno leidden, waren de gevechten van par-
tieelen aard.
Ten noorden van de Simno sloegen wij een klein
Duitsch detachement terug. De Russische cavalerie
maakte gevangenen en veroverde twee kanonnen.
Bij de meren in de streek van Kopciowo kwamen
twee vijandelijke colonnes onverwacht binnen het bereik
van het vuur onzer artillerie en leden zware verliezen.
Na den vijand te hébben teruggeworpen uit het
dichtst bij hét bosch van Augustowo gelegen sectoren,
concentreerden onze troepen zich in de buurt van Lipsk
Aan de rechteroever van de Bobr en de Naref heb
ben geen veranderingen plaats gehad.
Bij Ossowitsj zette de artillerie met succes hare ope
raties tegen het belegeringsgeschut voort.
De pogingen der Duitschers op 12 dezer om een of
fensief te beginnen in de buurt van de rivier Orzitsj
brachten hun geen voordeel. De vijand werd zelfs ge
noodzaakt eenige dorpen en gedeeltes van het bosch in
onze handen te laten.
Ten noorden van Prasnytz naderden de Duitschers
onze loopgraven tot op 1500 pas, maar slaagden er
niet in daar voet te krijgen. Door ons vuur werden zij
genoodzaakt achteruit te trekken.
In de door de Duitschers ontruimde loopgraven
maakte wij veel wapens én munitie buit.
In de Karpathen en Oost-Galicië heerschen storm
en sneeuwjacht en ligt de sneeuw zeer hoog. Desniet
tegenstaande noodzaakten wij de Oostenrijkers weg te
trekken van onze stellingen in de buurt van Smolnik.
De vijand heeft weder, maar zonder succes, een aan
val gedaan in de buurt van Kozioef.
Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisteren: In
Polen en aan het front in West-Galicië is de algemeene
toestand niet veranderd.
Aanvallen van den vijand aan de Beneden Nida bij
en ten zuiden van Gorlice zijn na een kort gevecht af
geslagen.
In de Karpathen deden de Russen weder op verchil-
lende punten vergeefsche aanvallen, bijv. aan het front
tusschen den pas Loepkow en dien van Oeszok, verder
in het Opordal, waar ook gedurende den nacht verbit
terd gestreden, en bij Wyszkow.
Behalve vele Russen, die gewond in onze handen
vielen, werden meer dan 400 vijanden, die zich in een
gevecht van man tegen man overgaven, gevangen ge
nomen
Ook aan de stellingen ten zuiden van den Dnjester
hebben zich gevechten ontwikkeld.
Een aanval van een sterke infanterieafdeeling werd
door ons krachtdadig vuur weldra tot staan gebracht.
De vijand leed groote verliezen.
Cavalerie, die verder oostelijk te voet tot den strijd
overging, werd wederom afgeslagen.
Het rapport van den Duitschen generalen staf luid
de De toestand is onveranderd.
IN DEN KAUKASUS.
Het Turksche Groote Hoofdkwartier berichtte: De
aanvallen der Russen in de buurt van Artwin in den
Kaukasus werden afgeslagen. Wij namen een aantal
Russen gevangen en maakten een machine-geweer buit.
Op 7 Maart sloegen wij aanvallen der Russen op de
hoogten van Balikli ten westen van Artwin af en nes
telden wij ons in de door de Russen eerst bezet gehou
den versterkingen.
Gedurende dit gevecht sneuvelden aan de zijde van
den vijand één officier en 150 manschappen.
De Russische generale staf melddeIn het Trans-
Sjorakgebied werd 12 Maart over een breed front slag
geleverd, waarbij dé Turken overal verslagen werden.
De Russen deden een aanval op de Koerden in de
vlakte van Alansjkerk en wierpen hen terug.
EEN ENGELSCHE HULPKRUISER
GETORPEDEERD.
De Engelsche admiraliteit deelt mede, dat de Engel
sche hulpknjiser „Bayano" op een patrouilletocht is
verloren gegaan. Het wrak is 11 Maart gevonden on
der omstandigheden, die er op wijzen, dat de „Baya
no is getorpedeerd. Acht officieren en achttien man
zijn gered, de overigen zijn waarschijnlijk omgekomen.
Het stoomschip „Castlereagh" van Belfast rapporteer
de, dat het, toen het Donderdagmorgen om vier uur
het wrak passeerde, verhinderd werd een nader on
derzoek in te stellen door een Duitschen onderzeeër,
welke gedurende twintig minuten jacht op het schip
maakte.
AANVALLEN OP ENGELSCHE SCHEPEN.
Reuter meldt uit Londen: De „Indian City" is ge
torpedeerd door een Duitschen onderzeeër. Het schip
werd 13 Maart 's morgens om acht uur aangevallen in
het gezicht van St. Marijs, een der Scilly-eilanden (ten
zuidwesten van Lands End). De onderzeeboot bied
een uur in de nabijheid; een groote menigte keek van
de kust toe. De onderzeeër belette de equipage niet om
in roeibooten in veiligheid te komen. Twee patrouille
booten verlieten ijlings de haven en stoomden naar de
onderzeeër, die op tien mijl afstand was. Zij openden
het vuur, waarop de onderzeeër onderdook, om een
paar minuten later twee mijl meer westwaarts weer op
te duiken. De jacht werd voortgezet, maar de vijand
wist gemakkelijk de patrouillebooten te ontloopen.
Daarop bemerkte de onderzeeboot de „Headland",
welk schip spoedig was ingehaald. Maar de „Head
land" wist met vollen stoom, zigzag varend, aan den
vijand te ontkomen. De onderzeeboot verdween daarop
in westelijke richting, blijkbaar jachtmakende op een
derde schip.
De Engelsche admiraliteit bericht: „Er zijn nog
zeven Engelsche schepen sedert 10 Maart aangevallen
door Duitsche onderzeeërs, en wel in het Kanaal, het
kanaal van Bristol en het Iersche kanaal. Twee daar
van werden in den grond geboord, twee andere niet en
van de twee overblijvende weet men niet, of ze al dan
niet tot zinken zijn gebracht. Drie man zijn om het le
ven gekomen.
DE BESCHIETING DER DARDANELLEN.
Het Turksche hoofdkwartier meldde, dat twee vijan
delijke kruisers in lange tusschenpoozen en vrij zwak
de Turksche stellingen bij Koem Kale en Sedel Bahr
beschoten.
Ook beschoot een vijandelijke vloot een uur lang de
forten van Smyrna, echter zonder schade aan te rich
ten.
DE BESCHIETING VAN SMYRNA.
Vertraagd wordt uit Konstantinopel bericht, dat ten
gevolge van een proclamatie vrouwen, kindieren en de
niet weerbare mannen Smyrna verlaten. De overige
bevolking blijft volkomen rustig.
Lijken van de bemanning der mijnenvegers, welke
door de bezetting in den grond zijn geboord, spoelen
aan.
DE „PRINZ EITEL FRIEDRICH."
Uit Washington wordt door Reuter gemeldi, dat dé
Amerikaansche regeering heeft besloten den tijd, voor
herstel van de Prinz Eitel Friedrich toegestaan, ge
heim te houden.
De Duitsche gezant, die met het departement van
staat het in den grond boren van de William Frye
heeft besproken, heeft de daad van de Eitel Friedrich
verdedigd en staande gehouden dat de kruiser heeft
gehandeld in overeenstemming met de verklaring van
Londen.
Twee van de opvarenden der Frye zijn door den ka
pitein van de Eitel Friedrich niet vrijgelaten, op grond
dat zij Duitschers zijn en in de termen vallen voor mi
litairen dienst.
KORTE BERICHTEN.
Volgens een Reuter-bericht uit Kopenhagen zou
de Deensche stoomboot „Brussel" door een Duitsch
oorlogsschip opgebracht en naar Swinemünde zijn
gesleept.
Rockefeller heeft volgens de Hamburger Nach-
richten aan het Amerikaansche ondersteuningscomité
voor België een maandelijksche bijdrage van bijna 2 y*
millioen gulden beloofd.
Het Zweedsche stoomschip „Hanna" op weg naar
de Tyne is Zaterdagochtend bij Scarborough getorpe
deerd meldt Reuter. Zes man verdronken, de rest van
de bemanning is naar Huil gebracht.
Het „Berl. Tagebl." verneemt uit Luxemburg, dat
de Luxemburgsche Kamer de regeering machtigde de
voorraden granen en levensmiddelen in beslag te ne
men. Verder werd een verbod uitgevaardigd om graan
te gebruiken voor het stoken van brandewijn.
Gisteren zou in Griekenland een besluit worde
afgekondigd, waarbij een leening van 20 mill, guide
bij de Grieksche Nationale Bank wordt goedgekeurd.
Uit Petrograd wordt te Berlijn bericht ontvangen
dat de Tsaar uit Sarskoje Selo naar het front is ver
trokken.
Een inzender in de Times raadt aan, de beman
ning van in den grond geboorde Duitsche onderzeeërs
aan hun lot over te laten. Er bestaat geen verplich
ting om die moordenaars te redden zegt hij.
Het Atheensch telegraafagentsehap meldt, dat de
Grieksche Kamer voor een maand verdaagd wordt.
Men gelooft, dat na dezen termijn de kamer opge
lost wordt en dat nieuwe verkiezingen zullen worden
uilgeschreven.
De Msb. verneemt uit Rome, dat Kardinaal Agli-
ardi ernstig ziek is.
Een Wolff-bericht uit Boekarest meldt, dat de
Roemeensche minister van financiën Costinescu, die
eenige dagen geleden tengevolge van een misverstand
zijn ontslag indiende, dit weer heeft ingetrokken.
Voor den aankoop van de noodige levensmiddelen
voor de bevolking van Russisch Polen is door Duitsch-
land 900.000 beschikbaar gesteld.
ALKMAARSCSI COURANT.