DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Van het westelijk oorlogsterrein.
Van lat oostelijk oorlogsterrein.
r I o jgf-
No. 62
Honderd en zeventiende jaargang.
1915
Monneratsprils per 3 maanden f0.80, Ir. p. post II.—. Adrertentiepriis 10 ot p. regel, groote letters neer plaatsruimte. Briesen Ir. N. Boek- en Handelsdrukkerij v.b. HERIHs. COSTER4ZOON, Toordam C9. Telefoonnr. 8.
DINSDAG 16 MAART
Ter zoo.
ENGELAND.
DUITSCHLAND.
NEDEKLAND.
ALKMAAR, 16 Maart.
De vossenjacht, welke Engelsche, Fransche, Russi
sche en Japansche oorlogsschepen op de groote Ocea
nen uitoefenen om de paar Duitsche krijgsbodems, die
er zich nog bevinden, te verrassen en onschadelijk te
maken, heeft thans geleid tot den ondergang van de
„Dresden", het zusterschip van de veel beroemdere
Emden, die in November op de kust gejaagd werd.
Bij het uitbreken van den oorlog bevond de Dresden
zich in den Stillen Oceaan, het voegde zich bij de uit
Tsingtau ontsnapte schepen, leverde begin November
aan de Chileensche kust mede het gelukkige zeegevecht,
eveneens het ongelukkige gevecht bij de Falckland-ei-
landen begin December, ontkwam echter, zwierf rond
en bracht in het geheel vier Engelsche handelsschepen
tot zinken. Bij de Chileensche kust is de kleine krui
ser door den grooteren beschermden kruiser, de Glas
gow, die indertijd in het hier geleverde gevecht onge
deerd bleef en te Coronel heette te zijn geïnterneerd,
den pantserkruiser Kent en dan nog een derde schip,
misschien de hulpkruiser Otranto, al staat er in
het bericht ook „Orama", overvallen, die zonder
zelf averij op te loopen, den commandant noopten bin
nen vijf minuten de vlag te strijken en zich over te ge
ven. De „Dresden" zonk spoedig, de bemanning werd
gered.
Te Londen heeft men thans iets naders meegedeeld
omtrent de „represailles", welke ten doel hebben van
alle soorten goederen den toevoer naar en den uitvoer
uit Duitschland te beletten. De maatregelen zullen ten
uitvoer worden gelegd zonder gevaar voor onzijdige
schepen of het leven van onzijdigen met stipte nako
ming van de eischen der menschelijkheid. Aan voor
Duitschland bestemde schepen zal niet worden toege
staan naar hun bestemming te varen en, tenzij zij ver
lof krijgen om naar 'n onzijdige haven of naar 'n ha
ven van een der bondgenooten te stevenen, zullen ze
hun lading in 'n Engelsche haven moeten lossen. In
dien de lading niet door de Engelsche regeering wordt
opgeëischt, zal zij, voorzoover zij geen contrabande
inhoudt, worden teruggegeven.
Onder voorwaarden, vast te stellen door het prijsge-
recht, zullen schepen die uit Duitsche havens komen,
dan wel uit niet-Duitsche havens met waren van vijan
delijken oorsprong of eigendom, op dezelfde wijze
worden behandeld. Voor de opgeëischte of verkochte
goederen zal dan echter voor het sluiten van vrede niet
worden betaald.
Schepen die uit niet:Duitsche havens komen en wier
lading voor den vijand is bestemd, kunnen op soortge
lijke voorwaarden worden gedwongen in Engelsche
havens of in havens van met Engeland verbonden sta
ten te lossen.
Wat Engeland dus doet, is dus ook de blokkade aan
kondigen, zonder rekening te houden met de plichten,
daarbij opgelegd jegens de neutralen.
Een Engelsch blad ontving ontrustbarend nieuws
uit het Verre Oosten. Japan zou een uiterst dreigende
taal hebben gevoerd tegen den Chineeschen president
Joeantsikai, er zouden verder reeds landingen van Ja
pansche troepen hebben plaats gehad (men spreekt van
27000 Japanners, die geland zijn, zich ingescheept
hebben, of wel zich voor inscheping gereed houden)
en de president vreest, dat de toestand ieder oogenblik
zoo ernstig kan worden, dat de diplomatie hem niet
meer meester is. Binnenkort zou een rechtstreeksch be
roep worden gedaan op Engeland, waarin China volle
vertrouwen heet te stellen.
Het bedoelde blad, de Daily Telegraph, is echter
weinig betrouwbaar, zoodat men aan zijn nieuws wei
nig geloof kan hechten. Was de stand van zaken inder
daad zooals de correspondent dezen voorstelt, dan
zou de positie van Engeland door zijn Japanschen
bondgenoot niet zijn veraangenaamd
Verder is er weinig nieuws. Uit Londen meldt men,
dat vijf van de zeven, Zaterdag genoemde, getorpilleer-
de stoomschepen gezonken zijn, uit Parijs, dat de U
29 een Fransch stoomschip „Auguste Conseil" in
den grond geboord heeft.
Een uitvoerig Fransch communiqué gewaagt van
allerlei loopgraven-vorderingen op verschillende pun
ten van de lange linie in het Westen.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Het Fransche communiqué meldde gistermiddag:
Het Belgische leger wint nog steeds terrein in de
bocht van de Yser en ten zuiden van Dismuiden.
De Engelsche troepen, die gisteravond bij Et. Eloy
een zeer hevigen aanval hadden te doorstaan, werden
aanvankelijk eenigszins teruggedrongen, deden toen
echter een tegenaanval en heroverden een gedeelte van
het verloren terrein.
In Argonne deed de vijand een derden zeer hevigen
tegenaanval met het doel de loopgraven tusschen Four
de Paris en Bolante, die door ons genomen waren, te
heroveren.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
Het communijué van den Russischen. generaien staf
meldt:
Over het geheele front in de streek van Prasnytz van
den spoorweg aan de Mlawa af tot aan de Orsjitz en
zijn linker oever zijn wij, al strijdende, vooruitgegaan.
De tegenaanvallen der Duitschers werden overal afge
slagen.
Aan de linkerzijde van den 'jYeichsel had geenerlei
actie plaats.
In de Karpathen is over het algemeen geen wijziging
in den toestand gekomen.
Aanvallen der Oostenrijkers in de richting van Bo-
ligrod en van de Duitschers op hoogte 992 bij Koz-
wewka werden afgeslagen.
In Oost-Galicië hebben onze troepen den vijand
naar hetnoorden van Obertyn teruggeslagen.
Bij Peremysj heeft een artillerie-gevecht plaats.
Officieel werd gisteren te Weenen bekend gemaakt:
In het Westelijk gedeelte van het Karpathenfront was
het gisteren kalmer.
Ten noorden van den Oezscherpas werden vrij ern
stige gevechten geleverd. Ssterke Russische troepenaf-
deelingen deden in den middag een aanval en drongen
voort tot dicht bij onze stellingen, waar zij zich voor-
loopig handhaafden. In een overhoedschen tegenaanval
sloegen onze troepen 's middags den vijand na een
hevigen strijd over het geheele front terug en maakten
daarbij vier officieren en 500 man krijgsgevangen.
Ook aan onze stellingen aan beide zijden van het
Opordal werd verbitterd gestreden. De vijand, die
over de Stryj nieuwe versterkingen had aangevoerd,
deed sedert eenige dagen met een sterke legermacht
herhaaldelijk aanvallen in het dal en bij de aangren
zende hoogten. Al deze pogingen echter om terrein te
winnen bij den pas mislukten onder groote verliezen
aan de zijde van den vijand.
Gisteren had een aanval plaats, die weder afgeslagen
werd door ons vuur; gezien de groote verliezen, die
de vijand heeft geleden, zal hij dezen aanval vermoede
lijk niet herhalen.
In dit gevecht maakten wij ongeveer 1000 gevange
nen.
Een door onze troepen ondernomen tegenaanval
bracht ons terreinwinst. De Russen werden op ver
schillende gedeelten van het front achteruit gedrongen.
In Polen en West-Galicië hebben alleen artillerie
gevechten plaats gehad.
EEN DUITSCHE KRUISER IN DEN GROND
GEBOORD.
Uit Londen wordt officieel gemeld:
De Britsche kruisers „Glasgow", „Orama" en
„Kent" verrasten den Duitschen kruiser „Dresden" in
de wateren van Juan Fernandez.
Na een gevecht van vijf minuten streek de „Dresden"
de vlag en capituleerde.
De „Dresden" was zeer beschadigd en stond in
brand. De kruitkamers vlogen in de lucht, waardoor
het schip zonk. De equipage is gered. Aan Britsche zij
de geen verliezen.
DE REPRESAILLE-MAATREGELEN.
Uit Londen wordt officieel gemeld: De „London
Gazette" bevat bijzonderheden over de maatregelen,
die genomen moeten worden om te beletten, dat
goederen worden aangevoerd naar of uitgevoerd
van Duitschland. Daarin wordt verklaard, dat aan
geen schepen naar Duitschland vertrekkende na 1
Maart zal worden toegestaan dat zij de reis naar
Duitschland voortzetten, en tenzij zij een vergunning
krijgen, om naar een neutrale of verbonden haven
te gaan, hun lading zullen moeten lossen in een
Britsche haven.
Zoo zij niet door de Britsche regeering worden
gerequireerd, zullen goederen, die geen contrabande
zijn, worden teruggegeven, onder de voorwaarden
vast te stellen voor het Prijzenhof.
Schepen van Duitschland komende, of van niet-
Duitsche havens, geladen met goederen van vijande
lijken oorsprong of waarvan vijanden eigenaars zijn,
zullen op dezelfde wijze worden behandelddoch
geen geld zal worden betaald voor goederen, die
worden gerequireerd of verkocht, vóórdat de vrede
is gesloten.
Schepen varende naar niet-Duitsche havens en ge
laden met goederen voor den vijand bestemd, kun
nen worden gerequireerd en ontladen in Britsche
of geallieerde havens, onder dezelfde voorwaarden.
IERLAND EN DE OORLOG.
De Iersche leider Redmond heeft te Manchester
een rede gehouden, waarin hij verklaarde dat Ierland
de het toekomende plaats in het Rijk heeft ingeno
men met volkomen oprechtheid en loyauteit. „Ier
land leverde meer dan 100.000 recruten. De Ieren
beseffen dat zij strijdende voor het Rijk, ook strij
den voor Ierland en dat elke Iersche soldaat die op
het slagveld het leven laat evengoed voor Ierland is
gestorven als de Iersche martelaren in vroegeren tijd"'
DE PRUISISCHE BEGROOTING.
Het Pruisische Heerenhuis nam gisteren zonder de
bat de begrooting „en bloc" aan.
De vice-president van het Staasministerie, de heer
Delbrück, verklaarde onder levendige toejuichingen,
dat Duitschland's toestand buitengewoon bevredigend
is te noemen.
De president bracht nog onder herhaalde teekenen
van instemming van het Huis, dank aan den Keizer, de
krijgsmacht en aan de departementen van spoorwegen
en financiën.
Het Huis werd vervolgens verdaagd tot 27 Mei.
KORTE BERICHTEN.
Sarah Bernhardt is geheel hersteld. Zij heeft
Bordeaux verlaten en is in gezelschap van haar zoon
naar Andunos in Gironde vertrokken.
De Fransche minister van oorlog, heeft volgens
een bericht uit Parijs bepaald], dat vaders van zes en
meer kinderen van het front moeten worden terugge
zonden.
Vijftien Duitsche zusters der Franciskamer orde
zijn voor hare opofferende werkzaamheden in het
Westelijk iazeret met het Ijzeren Kruis gedecoreerd.
Te Weenen worden 28 Maart, evenals te Berlijn,
broodkaarten uitgegeven meldt de Tel: Het verbruik
is ook daar vastgesteld op 200 gram.
In de Londensche Daily Chronicle komt een tee-
kening van Louis Raemakers voor, als eerste van een
serie die deze teekenaar voor dat blad zal leveren. Een
zeer vleiend onderschrift introduceert hem bij het En
gelsche publiek.
Officieel werd te Londen bekend gemaakt, dat vijf
der zeven Engelsche stoomschepen waaromtrent men
in onzekerheid verkeerde, zijn gezonken.
Het verbod tot uitvoer uit Duitschland van ver
schillende goederen is uitgebreid tot steenkolen, anthra
tiet, bruinkolen, cokes en kunstmatige brandstoffen,
ook briketten van steen- en bruinkool.
Een Russische vlieger, die zijn toestel had uitge
dost met het kruis, dat het kenteeken is van de Duit
sche vliegtuigen zoo meldt een Duitsch bericht, wierp
bommen boven Landsberg, waardoor een soldaat en
twee paarden zijn gedood. Het vliegtuig werd naar
beneden geschoten.
Den Duitsche generaal dér cavalerie, von der
Marwitz, is voor zijne buitengewone verdiensten op het
Westelijk en het Oostelijk oorlogstooneel, door den
keizer éeOrdre pour le Mérite verleend, meldt de Tel.
Het Berlijnsche gerecht heeft van hoogverraad
beschuldigde Belgische ambtenaren wegens gebrek aan
bewijs vrijgesproken, ofschoon zware vermoedens van
hun schuld bestonden.
In Weenen heeft men het practische dénkbeeld
gehad, de tramkaartjes aan de achterzijde met ,por-
logsrecepten" te bedrukken.
Te Berlijn is thans de verkoop van haver, evenals
die van brood en meel, door middel van kaarten onder
controle van de autoriteiten gesteld.
Volgens de „Belfast Telegraph" zouden bij den
ondergang van den Engelschen hulpkruiser „Bayano"
200 menschenlevens verloren zijn gegaan.
Sir Max Aitten, lid van het Engelsche Lagehuis,
is naar het Engelsche front vertrokken om als oogge
tuige voor het Canadeesche expeditie-corps op te
treden.
DE REPRESAILLE-MAATREGELEN DER
TRIPLE ENTENTE.
Het Handelsblad schrijft:
Het schijnt, dat de Overzee-Trustmaatschappij een
succes heeft behaald met haar pogingen om de maat
regelen tegen den Duitschen handel, die de geallieer
den nemen, voor onze handel en scheepvaart zoo min
onaangenaam mogelijk te maken. Wij zeggen het
s c h ij n tzekerheid daaromtrentbestaat nog niet. Im
mers, indien wij juist zijn ingelicht, is wel van Fran
sche zijde toestemming gegeven om zekere goederen
door Hollandsche schepen naar onze koloniën te doen
vervoeren, wanneer vaststaat, dat die goederen vóór de
inscheping Nederlandsch eigendom waren geworden,
en anderzijds goederen aan de Overzee-Trustmaat
schappij geconsigneerd hierheen te vervoeren, maar
van Engelsche zijde is dit verlof nog niet afgekomen
En 't spreekt vanzelf, dat beide mogendheden in dezen
één lijn moten trekken, wanneer deze faciliteit van
waarde zal zijn. Aan onze regeering scheen gistermor
gen van 't besluit nog geen kennis te zijn gegeven; dit
wacht vermoedelijk ook op de toestemming van Groot-
Brittannië. Er schijnt intusschen veel kans te zijn, dat
deze toestemming spoedig zal worden gegeven. Dit
wordt te waarschijnlijker, daar naar wij vernemen,
reeds een lijst van contrabande-artikelen, die aan de
Overzee-Trustmaatschappij zouden mogen worden ge
consigneerd, zou zijn vastgesteld.
UITVOER VAN VLEESCH.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel
heeft ingetrokken zijn beschikking van 6 dezer, waarbij
ontheffing van het verbod van uitvoer van vleesch,
hetwelk niet voorzien is van één of meer merken, als
bewijs, dat het bij een van rijks wege ingestelde keu
ring voor uitvoer geschikt is bevonden, werd verleend
voor: a. bevroren nieren en hersenen, en b. gezouten
schild- en lymphklieren, en ontheffing van bedoeld
verbod verleend voor: a. bevroren organen, en b. ge
zouten organen. (St-Ct.)
STADNIEUWS.
DIPLOMA BEHAALD.
Bij het te Rotterdam gehouden examen voor het po-
litie-diploma verwierf de heer M. Koster, alhier het di
ploma met aanteekening.
ARROND1SSEMENTS-RECHTBANK.
Uitspraken van heden.
P. K., Schagenvernieling7 dagen gev.
W. K., Avenhornbeleediging, f 5 boete, subs.
2 dagen hecht.
J. de V., 4 maanden tuchtschool.
Zitting van Dinsdag 16 Maart.
P. B., te Amsterdam, had op 15 Febr. in het open
baar te Wervershoof gebedeld aan de woning van mej.
de wed; v. d. Zee, wat geconstateerd werd door den
gemeente-veldwachter. Eisch: 3 dagen hecht, met 1
jaar opzending naar een Rijks werkinrichting.
In de verzetzaak van G. v. W. was beklaagde niet
verschenen, waardoor het verzet verviel.
3e zaak, eveneens verzetzaak, G. v. W., welke zaak
ook door de niet verschijning van bekl. vervallen ver
klaard werd.
4e zaak. J. R. te Hoogwoud had het hoofd van he:
herhalingsonderwijs aldaar, in het schoolportaal, zoo
dat de kinderen het konden hooren, uitgemaakt voor
smerige vuile bok en hem tegen den muur geduwd
omdat deze zijn zoontje verdacht had van het plegen
van baldadigheid, waaraan de jongen niet schuldig
was. Eisch25 boete of 5 dagen hecht.
5e zaak. J. W. te Bergen was in den nacht van 31 Ja
nuari met een pa^r kameraden, v. d. Steen en Bijwaard,
uit geweest naar Schoorl, vanwaar zij 's nachts onge
veer twee uur terugkeerden. Voor het café Duinver-
maak verbrijzelde hij met een bierfleschje een elec-
trisch lampje van de straatverlichting. Bekl. beweerde
in dronkenschap te hebben gehandeld. Eisch: 25
boete of 10 dagen hecht
Beklaagde vindt dit wat hoog aangezien hij kost
winner was voor ouders en 10 kinderen.
Drankuitgave deed hij niet, hij was destijds getrak
teerd en nimmer in aanraking met de justitie geweest
K. V. te Twisk had 4 Febr. dé 13-jarige Dirk Koster
ie pakken genomen, omdat hij zijn zoontje meermalen
lastig viel en gedreigd hem te zullen verdrinken.
De moedér en buurvrouw hadden dit gezien.
De officier vroeg ƒ10 boete of 5 dagen hechtenis.
H. J. R., zonder beroep, te den Helder, kinderzaak,
met gesloten deinen. Eisch1 jaar opzending naar een
Tuchtschool.
HET ONTTREKKEN VAN GOEDEREN
AAN EEN FAILLIETEN BOEDEL.
Voor de Arrondissements-Rechtbank werd hedenmor
gen voortgezet de behandeling der zaak tegen W. de
L. Sr.,"Vergunninghouder alhier, welke behandeling
verleden Dinsdag werd geschorst in verband met de
afwezigheid van een der getuigen.
Getuige Vundering werd heden als eerste getuige
gehoord. Hij deelde mede de vorige week wegens
ziekte verhinaerd te zijn. Hij verklaarde in Dec. op last
van den zoon van beklaagde een drietal ruwe» houten
dstje met voor hem onbekenden inhoud naar den heer
d. Wal gebracht ie hebben. Getuige kon niet met
zekerheid zeggen of de winkeljuffrouw, wie hij het gaf
het nichtje van den heer v. d. Wal was.
Het nichtje van de heer v. d. Wal verklaarde niet
diegene te zijn die de kistjes in ontvangst nam.
Nog deelde getuige Vundering op hem door den ver
dediger gestelde vragen mede, oberkellner in het Kur
haus te Egmond aan Zee geweest te zijn, en dat de
daar gebruikte ledikanten houten waren.
Van de Harmonie ging wel eens vaatwerk en tafel
goed naar het Kurhaus omdat men dit daar te kort
kwam.
Destijds was veel vaatwerk gebroken, omdat een vol
le lift onverwachts naar beneden was gekomen. De
scherven waren weggegooid.
Niet al het vaatwerk was gemerkt. Ook in de Har
monie werden dezelfde witte schalen gebruikt als ter
zitting als eigendom van het Kurhaus aanwezig waren
De president wees bekl. er op, hem gezegd te heb
ben, dat hij door het op zijn bureau gevonden lijstje
wist, welke goederen van het Kurhaus waren, en dat
hij dus verplicht was geweest om daarmede voor de
opgave het geheele huis door te wandelen. Gij kwaamt
met de beweerde vrees voor de assurantie. De pres.
vroeg, of al die dingen echter wel verzekerd waren.
Beklaagde was overtuigd van wel en wees er op, dat
op een polis niet elk stuk en stukje afzonderlijk ver
meld staat. Hij veronderstelde het lijstje na het fail
lissement gemaakt te hebben, doch weet dit niet zeker.
Wanneer de heer Amoureus niet des morgens was ge
komen met de mededeeling, dat hij vóór half acht alles
had op te geven en men had hem meer tijd gelaten,
dan waren zeer zeker ook deze goederen in zijn herin
nering gekomen.
De Officier van Justitie wees er in zijn requisitoir
op, dat beklaagde herhaaldelijk op zijn verplichting
om alles op te geven was gewezen, toch verantwoord
de hij desalniettemin eenige goederen niet. Z.Ed. Acht
bare hield zich hierdoor overtuigd van het verkorten
van de rechten van de sehuldeischers, het proces heeft
z. i. bewezen, dat beklaagde zeer zeker ter kwader
trouw was geweest. Bekl. had niet geschroomd, om
inzake juffrouw Altenburg zijn voor den rechtercom
missaris afgelegde verklaring in te trekken.
Z.Ed.Achtb. nam aan, dat het merken der lakens en
sloopen wel degelijk van bekl. uitging. Deze had hier
belang bij. Hij was absoluut baas. De verklaringen van
get. Huisman zegd z. i. voldoende.
Tegen den curator zeiden beklaagde,,het is zoo on
gelukkig, dat alles verbrand is", en na dien kwam nog
een slaapkamer-ameublement van het Kurhaus uit de
Harmonie naar voren. Spr. vond in pension Altenburg
een ligstoel met witte verf overschilderd van het Kur
haus. Deze stoel heette geruild. Een tafel evenzoo. Op
zulk een wijze behoeft het geen twijfel te verwekken,
dat weinig werd gevonden. Er is echter veel meer
weggenomen. Van de schilderijen wordt beweerd, dat
zij verbrand zijn. Ook weet bekl. niet of het schilde
rijen of oliegraphiën waren, maar het is niet aan te
nemen, dat een verschil tusschen beide hem niet be
kend is.
Waar bleven de 4000 stuks porselein en aardewerk?
De scherven moet men in de ruïne kunnen vinden?
Waar bleven de 37 waschstellen? Spr. weet het niet,
maar ze zijn weg gemaakt. Zij moeten ergens onder
dak gebracht zijn.
Na veel trekken kreeg men tenslotte los wat bekl.
meende te moeten prijs geven.
Wat was er tegen als bekl. tegen de assurantie ge
zegd had: hier is nog een en ander, trek het er maar-
af. De Officier begrijpt niet hoe bekl. zich daarop kan
beroepen.
Waar bekl. zelf niet geheel ontkent en de kwade
trouw van buiten niet zichtbaar is, daar aarzelde Z.Ed.
Achtb. niet, hoewel maar weinig naar voren gebracht
kon worden, beklaagde terecht te laten staan. Het komt
Z.E.A. voor dat een ernstige straf voor bekl. zeer ge-
wenscht is. Hij requireerde daarom een gevangenisstraf
van 8 maanden met aftrek van preventieve hechtenis
(3 maanden).
De verdediger Mr. Muller Massis, van Amsterdam,
wees er in zijn pleidooi allereerst op, dat het, om
zich schuldig te maken aan het in art. 341 Wetboek
van Strafrecht bepaalde, noodig is, dat de rechten van
de sehuldeischers verkort zijn. Dit is een eisch.
Stelt men zich op het oogenblik de vraag of dit hier
is geschied, dan moet ze ontkennend worden beant
woord. Pleiter achtte dit reeds voldoende om te bewe
ren, dat beklaagde niet veroordeeld kan worden.
Thans bij het voldoen van de erkende crediteuren
houdt men 18000 over. Nog zijn er oningediende
vorderingen groot 23000. Deze vordering is formeel
van vier personen, doch in werkelijkheid van bekl. zelf.
Houdt men zich aan het formeele, dan blijft er nog
100 pet. voor alle vorderingen, aangezien formeel Vi
van de vordering beklaagde zelf betreft.
ALKMAARSCHE COURANT.