DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
o O o r 1 o
Van hat westelijk oorlogsterrein,
Van liet oostelijk oorlogsteirein,
Van hat zuidelijk oorlogsterrein,
No. 64
Honderd en zeventiende jaargang.
1915
3 maanden f 0.80, fr. p. post fl—Advertentieprijs 10 et. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERÜfls. COSTER ZOON, Yoordam C9. Telefoonnr. 3.
DOND]ERDAG 18 MAART
Ter zoo.
ENGELAND.
ITALIË.
LUXEMBURG.
TARIA.
ALKMAAR, 18 Maart.
Van Duitsche zijde wordt via Sofia—Athene ge
meld, dat de Engelsch-Fransche vloot tweeduizend
man op het eiland Lemnos heeft geland en de Griek-
sche ambtenaren daar heeft afgezet, en voorts dat
Griekenland zich tot een formeel protest heeft moeten
bepalen.
Hoewel de lange omweg, die het bericht eerst heeft
gemaakt en de bron, waaruit het ten slotte tot ons
komt, alle voorbehoud noodig maakt, komt het ons
niet geheel onwaarschijnlijk voor.
Tot dusverre vormden de eilanden Imbros en Tene-
do3, die het dichtst bij de Dardanellen zijn gelegen, de
basis voor de Fransch-Engelsche actie. Deze eilanden
zijn na de Balkan-oorlogen Turksch gebied gebleven.
Hoe meer operatie-bases en steunpunten een vloot in
actie heeft, hoe beter. Dat zij het groote belang hier
van hebben ingezien, is mede een oorzaak van het suc
ces der Japanners in den Russischen oorlog geweest.
In „der Japanisch-Russischer Seekrieg" deel I wordt
medegedeeld, dat de Japanners bij him operaties tegen
het Port-Arthur-eskader vele hulpsteunpunten bezig
den voor het bereiken van het hoofdobject. Eerst ge
bruikten ze hiervoor de baaien op de Z.-W. en N.-W.-
kust van Korea (Mokpho en Chinnampo), daarna de
Elliot-eilanden, vervolgens Dalny. Deze hulpbases
hebben den Japanners voor de operaties van de vloot
en ook voor de operaties te land onberekenbaar nut
opgeleverd en het wordt Rusland als een groote stra
tegische fout aangerekend, dat het vóór den oorlog aan
deze eilanden blijkbaar niet gedacht heeft.
Zoo'n hulpbasis is te beschouwen als een opslag
plaats voor brandstoffen, kolen, olie, levensmiddelen
enz. In Nelson's tijd konden de schepen wel voor drie
maanden voorraden meenemen, maar een moderne
vloot moet in het bijzonder zijn kolenvoorraad veel
vlugger aanvullen. Het overnemen van kolen in volle
zee is tijdroovend en slechts bij goede weersgesteld
heid mogelijk de schepen, die met olie gestookt
worden, hebben het heel wat gemakkelijker, daar zij
den toevoer van een petroleumschip door middel van
een slang kunnen krijgen en dus de kranen en lieren
kunnen ontberen, doch deze zijn nog maar in de min
derheid.
Beschikt een vloot slechts over één enkelen basis,
dan heeft zij ook maar één verbindingslijn en is dus in
haar bewegingen beperkt. Heeft zij meerdere bases en
steunpunten, dan wordt haar bewegingsvrijheid ver
groot, dan vindt zij meerdere gelegenheid om voorra
den in te nemen, zieden en gewonden af te geven, even
tueel reserve-personeel op te nemen. Met het oog op
de aanwezigheid van reserve-personeel en de verdedi
ging van zoo'n hulpsteunpunt (die overigens hoofdza
kelijk geschiedt door mijnen en andere versperringen
en eenig snelvuurgeschut) is het noodig, dat daar
manschappen klaar staan.
Ware Griekenland gaan meevechten.zooals de
verbonden mogendheden hadden gehoopt en waar
voor zij bij herhaling gunstige aanbiedingen hebben
gedaan dan waren er voor de opereerende vloot
natuurlijk steunpunten te over te vinden geweest. Nu
Griekenland zich voorloopig nog ön-, dus afzijdig
houdt, is de mogelijkheid geenszins uitgesloten, dat
de verbonden mogendheden van het Grieksche eiland
Lemnos een steunpunt maken, waarin Griekenland dan
geen „casus belli", geen tot den oorlog leidende daad
zou hebben gezien, Haar een dier neutraliteits-schen-
dingen, welke tegenwoordig bij herhaling voorkomen
en welke slechts met een niets-batend formeel protest
worden beantwoord
Laten we de beschieting van 3 November achterwege
en nemen we die van 19 Februari als het begin der
geregelde actie tegen de Dardanellen, dan heeft deze
operatie thans alweer een maand geduurd. In het laatst
van Februari en in het begin van Maart zijn enkele
verouderde forten aan den ingang der zeestraat geval
len, over een afstand van 6 mijlen heeft men het wa
ter van mijnen gezuiverd. Nadien is het bombar
dement met tusschenpoozen voortgezet, maar de
resultaten zijn over het geheel genomen gering. In het
rapport der Britsche admiraliteit over de actie werd te
verstaan gegeven, dat het zoo uiterst moeielijk valt de
verdekt opgestelde kanonnen te verkennen. De laatste
dagen heeft men weinig meer van de actie gehoord. De
bijzondere berichtgever van Wolff seint, dat de opera
ties tot stilstand zijn gekomen en dat de aanvallers
blijkbaar geen raad weten tegenover de omvangrijke
verdedigingsmaatregelen door mijnen en kustverster-
kingen. Maar dat zal wel Oostersch optimisme wezen.
Vermoedelijk moet de stilstand in de actie hieraan wor
den toegeschreven, dat het politieke doel, hetwelk er
mee werd beoogd, tot dusverre niet werd bereikt. Im
mers het was er vooral om te doen om door deze actie
de neutralen te lokken. Was zij eenmaal met aanvanke
lijk succes ingeleid, dan zou Griekenland bijv. wel een
flink landingsleger kunnen verschaffen, zonder het
welk de forceering onmogelijk is. Maar Griekenland
laat op zich wachten en het kan wel 100 dagen duren
voor dat het een beslissing neemt. Italië houdt beide
partijen leuk-weg aan het lijntje en zal wel beslissen
als het geen kans heeft, om op de verkeerde kleur te
zetten, intusschen zorgend dat het leger met het ge
weer aan den voet staat. De andere Balkan-staten blij
ven eveneens afwachten. En nu zoowel in militair als
in politiek opzicht een snel, beslissend succes van de
ingezette Dardanellen-actie is uitgebleven, is het zeer
wel mogelijk, dat men zich in Londen eerst eens wil
bedenken, vóór men in de gegeven omstandigheden
verder wil gaan, met name even wil overwegen, of men
voor deze neven-operaties wel de noodige tienduizen
den manschappen, welke op de hoofdterreinen van den
oorlog zoo goed gebruikt kunnen worden, kan missen.
Parijs: „De Duitschers probeerden zonder succes
een tegen-aanval op de loopgraven bij Notre Dame de
Lorette."
Berlijn: „De strijd om den uitlooper aan de zuide
lijke helling van de hoogten bij Notre Dame de Lorette
is in ons voordeel beslist".
Tusschen Berlijn en Parijs ligt de weg naar de
waarheid maar hij is uit de communiqué's niet te
vinden, gelijk uit bovenstaande krasse tegenstelling
blijkt.
En ook over het Oostelijk oorlogsterrein loopen de
officieele mededeelingen ver uiteen.
Men kan de communiqué's dus naast elkander stel
len, maar een betrouwbare conclusie daaruit niet trek
ken. Zelfs de bondgenooten zelve zijn over het verloop
der operaties niet eenstemmig in hun oordeel, 'de
Franschen geven bijv. een geheel anderen kijk op de
terreinwinst bij Si Eloy (ten zuiden van Yperen)
dan de Engelschen.
Onder deze omstandigheden is het maar het beste
nadere berichten af te wachten.
Dit geldt in het bijzonder voor den strijd in de Kar-
pathen ondanks de lange legerberichten. Daar wordt
in elk geval onder de allerongunstigste weers- en ter-
reinsomstandiheden over een afstand van 400 kilome
ters een reusachtige slag geleverd. Een Rus heeft ver
klaard, dat de Karpathen den witten hel mogen wor
den genoemd, omdat erger lijden wel haast niet moge
lijk isl
De onveiligheid der Britsche wateren begint een
weinig toe te nemen. Geen dag gaat er thans voorbij of
de Duitsche U-booten torpilleeren twee Engelsche
vrachtbooten. Nu is dit op zich zelf weinig. Maar als
men bedenkt, dat het vergaan der „Dresden", die toch
niet zoo heel veel onheil heeft gesticht, volgens een
Engelsch bericht, de verzekeringspremies voor graan
naar de Stille Zuidzee heeft doen dalen van 63 tot
30 per 100 pond, dan begrijpt men ook, dat de on
derzeeërs toch kwaad doen door de scheepvaart onvei
lig te maken, daar zij indirect de kosten der levens
middelen verhoogen.
Blijkens een artikeltje in de Daily Chronicle is er
een lezing gehouden in de Royal Statistical Society,
waarin over de kosten van den oorlog is gesproken.
De spreker, mr. Edgar Crammond, verdeelde ze in
twee gedeelten: de sommen, direct uitgegeven voor le
gers en vloten, en de indirecte verliezen, ontstaan door
verwoesting van eigendommen, het verlies van produc
tie en verlies van de gekapitaliseerde waarde van men-
schelijke levens. De verhouding tusschen de twee af-
deelingen verschilt voor de onderscheidene landen
veel. Het indirecte verlies voor België is 13 a 14 maal
het directe' Groot-Brittanje alleen heeft meer directe
dan indirecte verliezen.
Indien de oorlog 31 Juli eindigde, zouden de ver
bonden mogendheden 58.450.800.000 hebben verlo
ren, de andere oorlogvoerende staten 51.324.000.000.
Dit wil zeggen, dat de schadeloosstelling, aan den
overwinnaar te betalen, omstreeks 48.000.000.000 a
60.000.000.000 moet bedragen. Deze som, zegt het
blad, is groot, maar wanneer men rekenmg houdt met
de geweldige toeneming van de productie in de laatste
halve eeuw en met de omstandigheid, dat er meer dan
één groote mogendheid aan eiken kant staat, is zij niet
zoo buitensporig, vergeleken bij de schadeloosstelling
in 1871 betaald (5 milliard) als het op het eerste ge
zicht zou schijnen.
DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK.
Officieel werd gisteren uit het Duitsche groote
hoofdkwartier gemeld:
De strijd om de vooruitspringende berghelling aan
de zuidelijke helling van de Lorette-hoogte, ten N.-W.
van Atrecht, is in ons voordeel beslist.
In Champagne ten W. van Perthes en ten N. van Le
Mesnil deden de Franschen herhaalde aanvallen, zon
der succes. Tegen den avond ondernamen zij ten
Noorden van Le Mesnil een nieuwen aanval, met een
sterken troepenmacht; de strijd is hier nog onbeslist.
In de Argonnen is de strijd nog niet geëindigd. Van
de hellingen ten Z.-W. van Vauquois en ten O. van de
Argonnen zijn de Franschen, die zich daar tijdelijk
hadden vastgezet, verdreven. In hetbosch Le Prêtre,
ten N.-W. van Pont-h-Mousson, zijn twee Fransche
aanvallen mislukt.
In de Vogezen hadden slechts artillerie-beschietingen
plaats.
(Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld).
Het Fransche legerbericht meldde gistermiddag:
Het Belgische leger is wederom vooruitgegaan aan
de Yser. Het heeft ook een vijandelijken tegenaanval
afgeslagen.
De Duitschers deden, echter zonder succes, een te
genaanval op Notre-Dame-de Lorette, beschoten Sois-
sons en Reims; de kathedraal werd getroffen door twee
granaten.
In Champagne maakten wij ons op een front van
500 M. meester van een belangrijke hoogte, die in het
bezit van den vijand was.
DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT.
De Russische generale staf berichtte gisteren:
Aan -den linkeroever van de Njemen hebben wij
voorgeschoven vijandelijke aïdeelingen uit Kopeiowo
geworpen.
Onze troepen zetten aan beide oevers van de Or-
sietsj met succes hun offensief voort. Na een buitenge
woon hardnekkig gevecht namen onze troepen de dor
pen Stegna en Jëdnorozec en sloegen zij een verwoe
den tegenaanval der Duitschers af. Bij deze gelegen
heid veroverden wij op de Duitschers één zwaar ka
non, drie lichte stukken geschut, zeven mitrailleuses
en maakten wij ongeveer 500 krijgsgevangenen.
Ten noorden van de lijn PrasnytzGroedoesk be
haalden onze troepen eveneens partieele successen.
Aan den linkeroever van den Weichsel versterkte de
vijand het artillerie-vuur op onze versterkingen aan de
Bzoera en deed hij een vergeefschen aanval in de streek
van de Pilitza.
In de Karpathen zetten onze troepen, ondanks de
diepe sneeuw, den hevigen sneeuwstorm en de koude,
het offensief voort in de streek van Smoloedk.
Zij namen de buitenste vijandelijke stellingen, maak
ten 2400 manschappen en 86 officieren krijgsgevangen
en veroverden 17 mitrailleuses. Dit succes in de voor
naamste zone van het offensief der Oostenrijkers, noop
te den vijand tot den terugtocht uit eenige sectoren in
de richting van Baligrod.
In de richting van Oejok bij Jablonka hebben wij
eveneens vijandelijke loopgraven bemachtigd.
In de buurt van Zawaka en Rozanka zet de vijand
zijn aanvallen voort.
In Oost-Galicië hebben zich gevechten ontwikkeld
ten oosten van de spoorlijn StanislauKolomea.
In den vroegen ochtend van 14 Maart maakte onze
infanterie, die tot aan de borst door de sneeuw moest
waden, zich meester van vijandelijke versterkingen bij
Tamowitz, Polno, nam daarbij 2000 manschappen met
20 officieren gevangen en maakte zeven mitrailleuses
buit.
Bij Przemysl heeft een kanonnade plaats. Onze troe
pen aan het noordelijk front hebben de hoogten van
de forten der stad bezet.
Officieel werd, gelijk we nog in een deel onzer vo
rige oplaag konden mededeelen, gisteren uit het Duit
sche groote hoofdkwartier gemeld:
Zwakke Russische aanvallen op Tauroggen en
Laugszargen werden afgeslagen.
Tusschen de Skra en de Orsietsj werden Russische
pogingen om door te breken afgeslagen.
Ten Zuiden van den Weichsel is niets bijzonders ge
beurd.
Officieel werd gisteren te Ween en bekend gemaakt:
In Russisch-Polen en West-Galicië werden ook gis
teren op zichzelf staande aanvallen van den vijand af
geslagen.
Aan het Karpathenfront heeft niets bijzonders plaats
gehad.
In de streek bij Wyskow trachtten vijandelijke afdee-
lingen door herhaalde aanvallen gedurende den nacht
de door onze troepen genomen stellingen te heroveren.
Die aanvallen mislukten allen.
Ten zuiden van den Dniester wordt hier en daar ge
streden de toestand is echter niet veranderd.
Een aanval van vijandelijke infanterie op den zuide
lijken oever van de Proeth ten oosten van Tsjemowitsj
werd door onze artillerie verijdeld.
IN DEN KAUKASUS.
Een Russisch legerbericht meldt:
Onze troepen hebben zich op 15 dezer meester ge
maakt van het dorp Arkhave in de richting van de
kust en de bron van de rivier Arkhave bezet.
In de richtingen van Ardanoetsj en Olty werden de
Turken eveneens teruggeslagen.
ENGELSCH .STOOMSCHIP GETORPEDEERD.
Het Engelsche stoomschip „Leeuwarden" van de Ge
neral Steam Nav. Co., van Londen naar Harlingen, is
vier mijlen buiten het lichtschip Maas door den Duit-
schen onderzeeër „U 28" getorpilleerd.
De bemanning, bestaande uit 17 koppen, is door de
stoomloodsboot No. 9 gered en te Hoek van Holland
geland, van waar zij naar Rotterdam is vertrokken.
De timmerman van de „Leeuwarden" vertelde aan
den berichtgever van het Handelsblad nog het vol
gende:
Men had den onderzeeër niet gezien, daar deze in
de schaduw van het vuurschip „Maas" was gaan lig
gen. Te 4 uur werd door de 28" een schot gelost,
dat achter het schip heenging, vervolgens een schot
dat voorlangs ging, waarop de „Leeuwarden" stopte.
Van de „U 28" werd geroepen, dat de bemanning 5
minuten tijd kreeg om het schip met de sloepen te ver
laten, aan welk bevel direct gevolg werd gegeven. De
meesten hebben hun goed in den steek moeten laten.
Nadat het schip was verlaten, werd het in den grond
geschoten. De „U 28" heeft daarna de twee sloepen
met volk op sleeptouw genomen en bij de loodsboot
gebracht, die hen te Hoek van Holland aanbracht.
JACHT OP DE „PRINZ EITEL FRIEDRICH".
Naar uit Berlijn wordt gemeld, is een aantal Brit
sche oorlogsschepen voor Kaap Henry, aan de kust
van Virginië, samengetrokken, om den Duitschen hulp
kruiser „Prinz Eitel Friedrich" te vangen, zoodra het
schip de haven van Newport-News verlaat.
PRODUCTIE VAN OORLOGSMATERIAAL.
In de groote nationale arbeidsconferentie, die gister
middag onder auspiciën van de regeering te Londen is
gehouden, werd- de kwestie der productie van buiten
gewone voorraden oorlogsmateriaal behandeld.
Er werd een commissie van zeven arbeidersleidei
vertegenwoordigende alle afdeelingen, benoemd. De
zal optreden als commissie van advies voor de regee
ring.
Minister Lloyd George hield een korte toespraak tot
de vergadering, waarna allen te kennen gaven, dat zij
de regeering zouden steunen bij hare pogingen om de
productie tot het uiterste op te voeren.
Naar men verneemt, behandelt de conferentie ook de
arbeidsvoorwaarden voor de arbeiders in verband met
het nieuwe plan van de regeering, waarbij de indus
trieën onder rijkscontrole worden gesteld.
ONLUSTEN.
Uit Rome wordt bericht, dat in Calabrië, evenals in
Venetië, wederom onlusten plaats hadden wegens de
duurte der levensmiddelen, waarbij daden van geweld
tegen winkeliers werden gepleegd. De gewapende
macht moest ingrijpen. Dergelijke rustverstoringen
komen ook in geheel Apulië voor. De Kamer van Ar
beid besloot tot de algemeene werkstaking, om prijs
vermindering af te dwingen en meel- en graanverdee-
limg aan boeren en werkloozen.
DE LEVENSMIDpELENNOOD.
De correspondent van „de Tijd", in Luxemburg,
deelt mede, dat het land dezer dagen van den levens-
middelen-toevoer van Duitschland is afgesneden.
Men weet niet juist aan te geven, of het land levens
middelen genoeg heeft voor de naaste toekomst.
In den rijstnood is voorzien door Holland, dat
480.000 pond rijst heeft gezonden; Roemenië beloofde
zoo spoedig mogelijk 245.000 Liter petroleum te zen
den.
De brood-kwestie is echter nog niet opgelost. Wel
zullen, tengevolge van besprekingen met den Engel
schen gezant te 's-Gravenhage, ongestoord zendingen
uit Amerika naar Luxemburg worden toegelaten.
EEN GESPREK MET VON HINDENBURG.
De „New York Times" bevat het verslag van een
gesprek met den bekenden Duitschen generaal von
Hindenburg, waarin menige pittige opmerking van
den veldheer voorkomt.
„Wat dunkt u van de Russische stoomwals?" vroeg
de journalist. „Zij heeft de wegen geen zier verbe
terd, onverschillig of zij vooruit of achteruit rolde."
„Maakt u u bezorgd over het publieke geheim van den
grootvorst?" De journalist doelde op het bericht dat
hat nieuwe Russische offensief niet den vorm zou heb
ben van een stoomwals, maar van een cavalerie-vloed-
golf. „Het zal afdeinzen tegen een muur. van trouw
vleesch en bloed die met staal bezet is
Hindenburg erkende, dat zijn leger veel aan het
AmerikaanSche ,spoorweggenie" te danken had. De
Amerikanen hebben zich immers groote verdiensten
voo rde ontwikkeling van het spoorwegverkeer verwor
ven. Met dit verwonderlijke wapen is het mogelijk ge
weest, de Russische millioenen met betrekkelijk geringe
strijdkrachten terug te drijven het is een strijd van
de stoomlocomotief tegen de stoomwals.
Hindenburg had ergens gelezen van een schip met
zware kanonnen, dat uit Amerika naar Rusland ge
gaan was. „Langs een omweg naar ons toezeide
hij met drogen humor. „Want als zij aan de Russen
geconsigneerd zijn, zullen wij ze, hoop ik, vroeg of laat
in handen krijgen."
Ten slotte vroeg Hindenburg den journalist, of hij
naar het front wou en waarheen.
„Graag naar Warschaumerkte de journalist be
scheiden op.
„Ik ook," antwoordde Hindenburg lachend. „Maar
nu kan dat nog niet."
DE ONTDEKKING VAN VLIEGERS DOOR
DIEREN.
In Duitsche bladen komen verschillende berichten
voor, waarin medegedeeld wordt, dat papegaaien e
andere vogels zeer gevoelig zijn voor.vijandelijl
vliegmachines. Zoo schreef voor eenigen tijd een n;
tuurwetenschappelijk vakman aan de „Franfurter Zei-
tung", dat zijn „Lorre" eerder een vliegmachine waar
neemt dan de beste militaire .observator. „Lorre" had
gedurende de zomermaanden op een terras gestaan,
dat op het Westen uitzag. Op een bepaald oogenblik
was het dier zeer onrustig, en het stootte krachtige ge
luiden uit, terwijl het zich onrustig heen en weer be
woog het diertje keek bang voor zich uit, en het was,
of het om hulp riep. Eindelijk kwamen de kinderen
zeggen, dat „Lorre'' een vlieger zag. Toen de vlieger
verdwenen was, was de papegaai weer rustig. Ook bij
latere gelegenheden heeft de vogel zich als een ideaal
vliegerwaamemer doen kennen.
Een grappenmaker stelt nu voor, vooral papegaaien
naar het front te sturen.
KORTE BERICHTEN.
Naar de Londensche „Morning Post" verneemt
hebben de douanen te Cardiff order gekregen de uit-
klaringte weigeren van neutrale schepen bestemd voor
neutrale landen, inzonderheid die ten oosten van Gi
braltar, gedurende het onderzoek naar aard en be
stemming dér lading.
Door de rechtbank te Londen is een Nederlander
tot 9 maanden gevangenisstraf veroordeeld, die zich
te Londen met eenige firma's in verbinding had ge
steld voor de levering van goederen naar Duitschland.
Prins en prinses Alexis van Servië hebben te Lon
den de opening bijgewoond van een tentoonstelling
van herinneringen van het oorlogsveld, die de prins
uit Servië had medegebracht.
De opbrengst van den verkoop is bestemd voor het
Servische Roode Kruis.
AARSCHE COURANT.