ALKMAAR Van liet westelijk ooriogsterrein. Van liet oostelijk oorlogsterrein. Van let zuidelijk ooilogsterrein, No. 74. Honderd en zeventiende Jaargang. 1915 3 maanden f 0.80, fr. p. post 11.—. Advertentieprijs 10 ct. p. regel, groote letters naar plaatsruimte. Brieven Ir. N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. HERWls. COSTER 4 ZOON, Voordam C9. Telefoonnr. I DINSDAG 30 MAAKT. O IC Ter ze©. TURKIJE. TARIA. NEDERLAND. ALKMAAR, 30 Maart. De Duitsche onderzeeërs hebben alweer een tweetal Engelsche booten getorpilleerd. Ter hoogte van Mil- ford, een havenplaatsje op de Engelsche kust bij de lersche Zee, werd Zondag de „Falaba" (in 1906 ge bouwd, 4800 ton metend en afkomstig van Liverpool) door een grooten snellen onderzeeër aangehouden, die beval bij te draaien. Te kennen werd gegeven, dat de opvarenden (140 passagiers en een bemanning van 120 koppen) tien minuten tijd hadden zich te bergen, maar volgens de verhalen van geredde Engelschen werd het schip reeds door een torpedo midscheeps ge troffen, voordat de booten waren uitgezet, waarna de onderzeeër onderdook en verdween. Drie uitgezette booten kapsijsden, verschillende opvarenden konden gered worden, maar verscheidene het juiste aantal staat niet vast kwamen om, onder wie de kapitein en twee vrouwen. Op dezelfde plaats, waar de „Falaba" zonk, was Zaterdagavond ook de „Aquilla" (gebouwd in 1907, metend 450 ton, eveneens afkomstig van Liverpool) door een onderzeeër tot zinken gebracht van de be manning worden 23 man en bovendien 3 passagiers vermist. De „Lapwing", van wie gisteren gemeld werd, dat zij maar binnen bleef met het oog op het gevaar, heeft het er toch op gewaagd en de haven van IJmuiden ver laten. Met het oog op het steeds succesvoller optreden der Duitsche onderzeeërs, dat niet slechts directe schade berokkent, maar toch ook langzamerhand een beper kenden invloed moet krijgen op de vaart en een stij genden op de prijzen, zou het ons niet verwonderen, wanneer in Engeland spoedig eens gevraagd mocht worden of er aan de bewakening niemendal hapert en of het kwaad niet kan worden gekeerd, hetzij door de patrouille-schepen te vermeerderen, hetzij door de be wakingsrayons anders in te deelen. De groote oor logsbodems zal men natuurlijk voorloopig veilig bin nen houden, maar Engeland heeft stellig genoeg krui sers en torpedojagers om het optreden der onderzeeërs beter te beletten, dan tot dusverre, zal menigeen wel zeggen en daaraan de vraag vastknoopen, of het niet doelmatiger is de zeeën rondom Engeland veiliger te maken dan de schepen te bezigen voor een actie aan de Dardanelles Men moet echter niet vergeten, dat in de eerste plaats een min of meer afdoende bewaking zeker veel moeielijkheden oplevert en dat hieraan voor de schepen, aan welke ze is opgedragen, buiten gewoon groot gevaar is verbonden, terwijl het nog grooter triumf in den Ehiitschen onderzeeërs-oor log zou zijn, wanneer er een paar moderne kruisers werden getorpilleerd. Vermoedelijk zal dan ook de Engelsche marine haar tot dusverre gevolgd systeem niet wijzigen en de vloot zooveel mogelijk blijven sparen tot later. Ook een Nederlandsch schip is weer het slachtoffer ran den oorlog geworden. De te Rotterdam thuis be- hoorende en op Engeland varende „Amstel" is n.l. op een.Duitsch mijnenveld geloopen. De bemanning werd gered. Wij spraken terloops van de Dardanellen en dienen in verband daarmede even op te merken, dat de verde diging van de zeestraat en omgeving is opgedragen aan den Duitschen maarschalk Liman von Sanders toen deze in 1913 werd benoemd tot organisator van het Turksche leger en een gelijke positie zou innemen als de Britsche vlag-officier, die met de leiding van de Turksche maritieme zaken was belast, ontstond hier tegen dreigend verzet te Londen en te Parijs. Tegelijkertijd verluidt, dat de bekende Fransche ge neraal Pau het opperbevel over de landings-operaties der verbondenen zal krijgen, doch dit bericht verdient bevestiging. Het Turksche hoofdkwartier meldt, dat een Turksch watervliegtuig bommen heeft geworpen op een En- gelsch oorlogsschip, dat buiten de Dardanellen kruis te, hetgeen er op wijst, dat het weer niet zoo ongun stig is, als de Engelsche bladen ons hebben willen doen gelooven. Uit het Westen weinig nieuws. Parijs meldt, dat de Duitschers te Nieuwpoort met hun .ar tillerie belangrijke schade hebben toegebracht aan de brug over de IJser en dat in Argonne en het district Bagatelle, dus ten Oosten der Argonnen, aan beide zijden groote bedrijvigheid werd betoond. Berlijn spreekt enkel van artillerie- en sappen-gevechten. Van het Oosten zijn de berichten wat belangrijker. St. Petersburg spreekt uitvoerig over de gevechten ten Westen van de Njemen, waar blijkbaar op een klein front aanzienlijke strijdkrachten zijn samenge trokken. Verder vernemen we, dat de Duitschers met een divisie, versterkt door drie reserve-regimenten (dus 30.000 man) en veel cavaleriei gepoogd1 hebben de Russen ten Westen van Lodziec af te snijden, welke plaats op 60 K.M. ten Westen van de Duitsch-Russi sche grens is gelegen. Over een bevroren meer tracht ten de Duitschers een omtrekkende beweging uit te voeren, welke gedeeltelijk gelukte, daar er reeds Duit sche afdeelingen in den rug der Russen waren ge drongen, doch door tegen-aanvallen werd gekeerd en tot mislukking gebracht. Berlijn spreekt over dezelfde operatie, waar sprake is van de gevechten bij Krasnopol en deelt mede, dat de Russen er zware verliezen hebben geleden. Over de gevechten ten Noorden en ten Zuiden van den Weich- sel geven de communiqué's geen belangrijke bijzon derheden en evenmin over den Karpathen-slag, waar offensief en tegen-offensief elkaar blijkbaar afwisselen. Op een tweetal artikelen zij heden nog gewezen. Allereerst op een Duitsch artikel, van de hand van prof. H. Vogt in de Tagliche Rundschau, waarin be toogd wordt, dat de Duitscher al te lichtvaardig en al te geringschattend spreekt over de vraag, hoe lang Rusland den oorlog volhouden kan. De schrijver her innert aan de verhalen over de met zand gevulde granaten en inmaakblikken en papieren zolen en aller lei fantastische mededeelingen van krijgsgevangen Russen, waar hij tegenover stelt, dat de Russen zeer veel geleerd hebben van den oorlog in Mantsjoerije en dat de Russische troepen niet alleen voor hun taak berekend, maar ook voortreffelijk uitgerust zijn, ter wijl ook de Russische intendance goed werkt. Het is onmogelijk de reserves van het Russische leger te be rekenen, maar zeker is, dat Rusland een kolos is, welks reserve-krachten grooter zijn dan de Duitschers zich oorspronkelijk voorstelden. Van een politieke omwen teling is niets gekomen, van een economische inzak king zal evenmin iets komen verklaart dë schrijver, die het niet wil voorstellen alsof Rusland in het geheel niet geschokt kan worden, maar die er tegen wil waarschuwen, dat zijn landgenooten „in begrijpelij- ken jubel over de behaalde overwinningen voorbarig het definitieve doel vlak bij zien." Het tweede artikel, dat we even' willen aanhalen, is van Engelschen oorsprong, komt voor in de Daily Chronicle en draagt tot titel „de intrige tegen den eersten minister". Het blad betoogt, dat niemand in het eilandenrijk een meer verantwoordelijke positie be kleedt, dat niemand meer overtuigd is van zijn verant woordelijkheden of zich er degelijker van kwijt dan de heer Asquith. Weinigen bezitten grooter werk kracht of maken er een beter gebruik van. Desondanks wordt er beweerd, dat hij niet geschikt is voor zijn taak. Wanneer er lijsten worden uitgegeven van de leiders der natie, wordt zijd naam opzettelijk verzwe gen. Mr. Lloyd George, lord Kitchener, mr. Balfour worden op den voorgrond geschoven en mr. Asquith krijgt penne-prikjes. Het werkelijke motief voor de aanvallen op den minister-president is natuurlijk niet, zegt het blad, dat hij te zwak, maar juist, dat hij te sterk is. Omdat hij op zijn post blijft, weten de Unio nisten (conservatieven) dat hij zal zijn1, wat hij altijd geweest is, de sterke persoonlijkheid, die het ministe rie bijeen houdt en zijn verschillende, schitterende ta lenten vereenigt in een machtige samenwerking, welke voor hen een struikelblok is. Breng den minister-presi dent in miscrediet, en het vooruitzicht ziet er dadelijk veel rooskleuriger uit voor hen, die hunkeren naar een politiek kansje, zegt het blad, dat niet gelooft, dat de campagne succes zal hebben, al is zij als verschijn sel waard, dat er de aandacht op gevestigd wordt. DE STRIJD IN BELGIë EN N.-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué meldde gistermiddagIn de streek van Yperen deden de Franschen door een mijn een Duitschen luisterpost in de lucht springen. Ten oosten van de Maashoogten, bij Marcheville, verloren de Franschen een deel van de Zaterdag ver meesterde Duitsche loopgraaf. Bij Eparges beproefden de Duitschers de loopgra ven te herwinnen, die zij op 27 Maart hadden verloren Na een verwoed gevecht kon de Fransche winst geheel worden gehandhaafd. De Duitschers kregen voet in enkele deelen wan hun oude loopgraven, maar aan den anderen kant gingen de Franschen elders vooruit. Aan den Hartmannsweilerkopf bevestigden de Fran schen hun positie. Het totale aantal gevangenen door de Franschen gemaakt tijdens de aanvallen, die hen meester maakten van den top, is 6 officieren, 34 onder officieren, 353 manschappen. Deze zijn allen onge wend; daarnevens werden nog vele gewonden gevan gen gemaakt. DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Het Oostenrijksche legerbericht meldde gisterenDe gevechten in de Karpathen duren voort. Gisteren werd een aanval der Russen op de hoogten ten westen van Banyavoelgy na een gevec.t, dat uren lang duurde, met groote verliezen aan de zijde van den vijand afgeslagen. In deze gevechten hebben zich evenals in vroegere, de eerste brigade landstorm-infanterie, de regimenten van de vierde divisie cavalerie bijzonder onderscheiden Ten noorden van den Uszokerpas werden nachtelijke aanvallen der Russen afgeslagen. Aan het front in Zuidoostelijke Galicië had een ar- tïlleriegevecht plaats. De Russische troepen, die ten oosten van Zaleszcykl over de Dnjester waren getrokken, werden na een bloe dig gevecht teruggeslagen naar de andere zijde der ri vier. In Russisch Polen en West-Galicië worden hier en Aaar artillerie-gevechten geleverd. Een nachtelijke aanval der Russen aan de Loscslna in Polen mislukte volkomen. IN DEN KAUKASUS. De Generale Staf van het Russische Kaukasus-leger bericht: In het dal van de Tsjorotsj hebben de Russi sche troepen den vijand teruggeslagen uit de streek van Artwin naar den linkeroever van de Tsjorotsj. De Turken hebben Artwin in brand gestoken. Aan de andere fronten volbrachten onze troepen hunne taak met succes. SCHEPEN GETORPILLEERD. Een Reuter-bericht meldt uit Londen, dat Zondag middag het Engelsche stoomschip „Falaba" door een Duitschen onderzeeër ter hoogte van Milford is ge torpilleerd. Het schip zette de reddingsbooten uit, waarvan er drie omsloegen. De trawler „Ellen Mary" kwam nog juist bijtijds om 137 personen te redden. 123 Opvarenden verdronken. Acht lijken werden naar Milford gebracht en vijf gewonden naar het marine hospitaal te Pembroke. De Engelsche admiraliteit bericht, dat het Engel sche stoomschip „Aguila" van Liverpool naar Lissa bon, ter hoogte van Pembroke is getorpilleerd en ge zonken. 23 Man van de equipage en 3 passagiers wer den vermist. De kapitein en 19 leden der bemanning zijn te Fishgard aan land gebracht DE TROEPEN AAN DE DARDANELLEN. Bij keizerlijk iradé is bepaald, dat de aan de Dar danellen en de omgeving daarvan bijeengetrokken Turksche troepen in het vervolg één leger en wel het vijf de zullen vormen. Het opperbevel over dit leger is opgedragen aan maarschalk Liman von Sanders, vroeger opperbevel hebber van het eerste leger. DE POPULAIRITEIT VAN KONING ALBERT. Op een avond1, ten Westen van Nieuwpoort, gaat bij het vallen van den avond een officier van hopge gestal te naar de loopgraven. De wachtpost treedt hem met gevelde bajonet in den weg, „half' commandeerende. Ik ben de Koning, antwoordt een mannelijke stem. Het wachtwoord, antwoordt de schildwacht, steeds het geweer gereed houdende. De Koning geelt het wachtwoord, gaat naar dien ingang van de loopgraaf en wil de opgehoopte planken die den ingang maskeeren, ter zijde schuiven. Binnen in de loopgraaf, worden stemmen gehoord en wordt er' verontwaardigd len met kracht geprote steerd. Niet daardoor,De andere kant De Koning gaat aanstonds naar den anderen in gang van de loopgraafmet moeite, zijn groote gestal te buigende, dringt hij de'nauwe loopgraaf binnen. De commandant is daar met zijn mannen. Ik kom zien of uw mannen het niet koud hebben en of de dekens goed zijn. En de Koning gaat van man tot man, betast de de kens, vraagt aan een ieder, of hij tevreden is, of hij niet van koude en vocht te lijden heelt, of hij niets te vragen heeft. Na een uur in de loopgraaf te hebben doorgebracht, ging de Koning heen. Zoo stelt de Koning zeide de commandant, die getuige was geweest van dit tooneel tot een medewer ker van de XXieme Siecle waaraan de Maasb. dit ver haal ontleent - voortdurend belang in leven en welzijn der soldaten. Genoeg om de populairiteit te begrijpen, die hij zich onder hen verworven heeft. KORTE BERICHTEN. Uit Bazel wordt bericht dat te Bremgarten In Baden gevangen genomen Fransche onderofficieren- vliegers, ongewond hun vliegtuig verlieten en dit on middellijk in brand staken. Door een menigte van honderden omringd, lieten zij zich kalm gevangen nemen. Uit het vliegtuig werden nog eenlge geschrif ten gered. Volgens de „Voss. Zeitung" zullen de Duitsche prinsen Friedrich Sigismund en Friedrich Karl van Pruisen die ernstig ziek zijn geweest, binnenkort naar het front terugkeeren. UITVOERVERBODEN. Bij Kon. Besl. van 27 Maart is met ingang van dien datum verboden de uitvoer van bladzink en van rub- berafval. De Kroon behoudt zich voor deze verboden tijdelijk op te heffen of in bijzondere gevallen daarvan onthef fing te doen verleenen. NEDERLANDSCH SCHIP OP EEN MIJN GELOOPEN. De Engelsche admiraliteit deelt mede, dat het Ne- derlandsche stoomschip „Amstel", van de firma van Es te Rotterdam, van Rotterdam naar Goole, gister ochtend te vier uur in het Duitsche mijnenveld bij Flemborough op een mijn is gestooten. De bemanning is geland aan de Humber. ONTMOETING MET EEN ONDERZEEëR. De N. Rott. Crt. verneemt het volgende: De kapitein van het te Rotterdam aangekomen stoomschip „Brussels", van de Harwich-lijn, heeft ge rapporteerd, dat hij, voor het binnenloopen van den Nieuwen Waterweg, ter hoogte van het Maas-vuur schip, een onderzeeër heeft opgemerkt, die onderdook, toen er aan boord van de „Brussels" knalsignalen werden gegeven. De onderzeeër heeft men daarna niet weder gezien. De „Tel." verneemt, dat de „Brussels" waarschijn lijk in aanvaring zou zijn geweest met den onder zeeër. De stokers voelden n.l. in het stookruim een schok. Na dien tijd werd niets meer van den onder zeeër bemerkt. HET GEBEURDE MET DE „MECKLENBURG." Naar we vernemen is bij het onderzoek, dat vanwege liet marinebes tuur naar het incident met het stoom schip „Mecklenburg" der maatschappij Zeeland, op 23 Maart j.l. is ingesteld, gebleken, dat de stoomtrawlers, waarvan er een op genoemd1 tijdstip met tusschenpoo- zen van ongeveer vijf minuten een 3-tal schoten zou hebben gelost, geen vlag voerden en géén seinen heb ben gegeven om te stoppen. Terzelfder tijd werd het Engelsche stoomschip „Teal", dat zich op ongeveer vier mijlen afstand van de „Mecklenburg", ook op weg naar Ehgeland bevond, aangevallen door twee vlieg tuigen, die trachtten bommen op het schip te laten val len. Ze haddien seingemeenschap met de trawlers door middel van lichtflikkeringen, terwijl de trawlers ant woordden door het oplaten van vuurpijlen. Er zijn gegronde redenen om aan te nemen, dat de op de „Mecklenburg" waargenomen aanslag op het water niet veroorzaakt werd door kanonschoten, maar door het neerkomen der sein-vuurpijlen, en -dat de ac tie der trawlers dus niet gericht was tegen de boot der maatschappij Zeeland, maar tegen het Engelsche stoomschip Teal. (Reeds in een deel onzer vorige oplaag vermeld.) DE PAASCHDRUKTE IN HET BAKKERSBEDRIJF. Wegens het groot tekort aan vakkundige werkkrach ten voor de Paaschdrukte in het bakkersbedrijf te Am sterdam is gisteren per uitvoerig telegram aan den Minister van Oorlog verzocht, aan alle gemobiliseer de bakkerspatroons en bakkersgezellen, nog deze week 4 dagen verlof toe te staan. Bovendien zal van de zijde der Gemeentelijke Ar beidsbeurs telegraphisch instemming met dat verzoek worden betuigd. OPRICHTING BIJZONDER INTERNEERINGSDEPöT. Naar het Handelsblad verneemt, schijnt er sprake van te zijn dat een bijzonder intemeerings-dépöt zal worden opgericht voor die elementen onder de geïn terneerde vreemde militairen, voor wie afzondering noodig wordt geacht. Het legerbestuur schijnt aan het hoofd van dat bijzondere dépot te willen stellen een politie-ambtenaar en er is sprake van, dat een van de inspecteurs van het Amsterdamsch politiecorps is aangezocht als zoodanig op te treden. Het dépot wordt waarschijnlijk te Vlissingen geves tigd. BINNENLAND. Gemengd Nieuws. HET KONINKLIJK BEZOEK AAN DE HOOFDSTAD. Gistermiddag heeft de Prins om ongeveer kwart voor twee een bezoek gebracht aan de effectenbeurs te Amsterdam, waar hij de groote beurszaal, de sociëteit ende verdere lokalen van het gebouw bezichtigde. Het bezoek duurde ongeveer een uur. De Koninklijke familie vertrok gisteren met dien trein van kwart over vier. Op den Dam, het Damrak en bij 't Centraal-Station stond 't tegen dien tijd zwart van de menschen, die de Koningin, den Prins en prin ses Juliana hartelijk toejuichten. Ook op de perrons van het Centraal-Station bevon den zich vele belangstellenden. De Koninklijke familie werd uitgeleide gedaan door burgemeester Teilegen. De Koningin, de Prins en de Prinses en gevolg keer den gisteren omtreeks vijf uur in 's-Gravenhage terug. De vorstelijke familie begaf zich in open auto naar het Paleis in het Noordeincie, op het Stationsplein harte lijk toegejuicht door eene zeer talrijke menigte. PEST OP JAVA. Bij het departement van koloniën zijn van den Gou verneur-Genei aai van Nederlandscn-lnUie bij telegram van uezer en in aansluiting op het bericht op genomen in de Staatscourant van 1/ dezer de voi- geuüe opgaven beuellende pestgevaiien op Java gedu renüe net i4-daagscüe ujdvak van 26 Leüruari tot e met li dezer ontvangen. Afdeeling Malang 270 niet we gevallen, 243 dooden; Bangil 16 nieuwe gevalleL, 18 aooden; Kediri 31 nieuwe gevallen, 33 dooden; Paree 15 nieuwe gevallen, 14 dooden; Toeloenga- goeng 9 nieuwe gevallen, 7 dooden; Lamongang 2 nieuwe gevallen, 1 doode; Berbek 1, Madioen 1, Ma- getan 3, stad Soerabaja en verder gedeelte van de af deeling van dien naam 6 doodelijke gevallen. Hierbij wordt aangeteekend, dat de totaalcijfers over bovenbedoeld tijdvak zijn 375 gevallen, 342 dooden, en dat zij over het nagenoeg overeenkomstige 14- daagsche tijdvak van het vorige jaar (25 Februari tot en met 10 Maart 1914) bedroegen 523 gevallen, 479 dooden. VOORSCHOTTEN UIT 's RIJKS SCHATKIST. De Minister van Financiën maakt in de Staatscou rant bekend, dat tot en met 27 Maart 1915 uit de op brengst der Staatsleening 1914 aan provinciën en ge meenten uit 's Rijks schatkist rentedragende voorschot ten zijn toegezegd tot een gezamenlijk bedrag van 30.168.500, waarvan was uitbetaald of betaalbaar gesteld een totaal bedrag van 1.585.000. BEHEER VAN SPOORWEGEN, POSTERIJEN EN TELEGRAFIE VAN DEN BELGISCHEN STAAT. De dienstoverste der betalingen verzoekt ons ter kennis der belanghebbenden te brengen, dat de beta ling van tractementen en salarissen, alsook pensioenen voor dte maand Februari, zal plaats hebben voor de ambtenaren, bedienden, werklieden, alsook aan de vrouwen of rechthebbenden van militairen (welke in burgerlijk leven tot een dezer diensten behooren), op Maandag 5 April om 10.30 ure, lokaal Baangracht No. 6 te Alkmaar zal plaats hebben. HET HOLLANDSCHE ENGADIN. Jhr. J. H. Schorer te Laren schreef onder boven staande titel een artikeltje geïllustereerd door een foto van het gerestaureerde kerkje van Egmond a. d. Hoef met de overblijfselen van het kasteel en een ge- zich op de binnenduineh van Egmond aan Zee in Eigen Haard, waaraan wij het volgende ontleenen De duinerij van Egmond aan Zee is een waardige evenknie van de Zwitsersche omgeving van Engadin. Wat in den vreemde door schittering van effekten wordt bereikt wordt hier geschonken door Ingetogen heid en groote intimiteit van karakter. Telkens als van uit Alkmaar komend ons oog rust op het mooi gelegen COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1