DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Van 1st westelijk oorlogsterreln. Van hat oostelijk oorlogsterrein. 33 O O r 1 o g:. DIISDAG No. 79. Honderd en zeventiende Jaargang. 1915 AtaonMtgprfls pir 3 mèr f9.80, ft. o. pout ft.—. Advertenüeprlls 10 ot. p. regel, pote letters naar plaatsroimts. Brieven fr. N. V. Boek- en Handelsdrakkerti v.h. HERRIs. COSTERS ZOON, Yoordai C9. Telefoonnr. 3. Ter zee. l\ APRIL. ENGELAND. AMERIKA. NEDEELAND. ALKMAAR, 6 April. Drie dagen hebben wij vandaag te overzien loont het dagelijksch overzicht dikwijls niet de moei te, welke er aan wordt besteed, thans geldt dit in drie voudige mate. De lezer denke over die moeite niet al te gering. Wanneer men het er eenige dagen eens heer lijk van genomen heeft en men vindt dan den eersten werk-morgen een hoogen stapel Neder landsche, Fransche, Engelsche en Duitsche couranten op zijn werktafel liggen, die alle moeten worden nagegaan, dan is het aanpakken en doorzetten, wil men de stof tijdig voor het overzicht verwerkt hebben. Er valt dus op zoo'n dag als heden driemaal zooveel te doen als andere dagen en men heeft ook driemaal zoo veel spijt, dat er van al het werk zoo bitter weinig blijkt, wijl de oorlogvoerenden niet opschieten en er dus ook geen groote resultaten te bespreken vallen. Intusschen dit mag voor ons geen reden zijn om de pen er maar bij neer te leggen en wat van het voor jaarsweer te gaan genieten. Ongeveer twee honderd vijftig overzichten hebben wij nu geschreven opgeplakt vormen zij reeds sa men drie dikke boekdeelenl wij hebben er naar gestreefd den stand van zaken dag aan dag weer te geven en het zou verkeerd zijn den draad thans te la ten glippen, want wanneer er dan binnenkort belang rijker, beslissender krijgsverrichtingen zouden plaats hebben, zou vermoedelijk het onderlinge verband der dingen worden gemist en daardoor de toestand min der goed worden begrepen. Met dat al is een enkele maal een verzuchting over het feit, dat alles zoo langzaam gaat, niet misplaatst. Vroeger besliste één enkele dag op het slagveld over het lot der volkeren, thans zijn daarvoor weken, maandenjaren misschien noodig. We moeten soms wel eens denken aan een aardige vergelijking, welke de geestige, te vroeg gestorven medewerker van de Matin, de heer Harduin, een jaar of tien geleden eens bezigde. De Franschman had het over de bewape ning, over het steeds hooger opvoeren van legers, vlo ten, kanonnen enz. Hij vergeleek dit met twee buur lui, die elkaar niet best konden zetten en elk een stok klaar hadden voor het geval het tot een uitbarsting zou mogen komen. Eerst waren het gewone stok ken. Maar A. nam een knuppeltje en toen B. dit merk te, schafte hij zich een knuppel aan, hetgeen ten gevol ge had, dat A. desgelijks deed, doch zijn knuppel voor zag van een ijzeren punt, wat voor B. aanleiding was om nog meer ijzer aan den knuppel te bevestigen, het geenmen begrijpt, dat de beide buren hun wapens hoe langer hoe geduchter maken. Toen kwam de dag van de uitbarsting. De buren verschenen met hun wa pen, waaraan ze zooveel zorg besteed hadden bij de gemeenschappelijke heining enmerkten tot hun schrik, dat hun wapen zoo zwaar was geworden, dat ze niet over voldoende middelen beschikten om het te kunnen hanteerenl Het schijnt, dat het den oorlogvoerenden niet an ders gaat, dat ook zij hun machtige wapens niet kun nen hanteer en en dat de uitputting, welke van hun po gen het gevolg is, tenslotte de beslissing zal brengen. Een nieuw, teekenend staaltje van de wijze van oor logvoeren is de strijd om den Hartmansweilerkopf, een strijd, welke moet worden beschouwd als een ne ven-operatie van zeer ondergeschikt militair belang, hoogstens van eenige politieke importantie. Maanden lang hebben we dezen strijd kunnen volgen en kunnen waarnemen, hoe de Franschen stelling voor stelling, stuk voor stuk hebben moeten nemen, hoe de Duit- schers zich eindelijk alleen aan den top konden hand haven, welke zij ook thans hebben moeten prijsgeven. Eén berg is dus nu in het bezit der Franschen,, en het eenige voordeel dat ze er mee hebben behaald, is, dat ze de tegenstanders een goeden verkenningspost heb ben ontroofd en dezen ten eigen bate kunnen aanwen den. Hetgeen niet wegneemt, dat er uitvoerig melding van dit feit wordt gemaakt! Niet anders is het met een kleine overwinning der Duitschers. Zij hebben aan het IJser-kanaal, ten zui den van Dixmuiden, een door de Belgen bezet plaatsje, Drie Grachten geheeten en aan den westelijken oever gelegen, genomen. Van hoe luttel beteekenis is dit feit, in vergelijking met het groote strategische doel, de positie tusschen Nieuwpoort en Yperen te nemen, ten einde daardoor den weg naar de Fransche kust vrij te krijgen! Vroeger gold het als iets heel belangrijks, wanneer men er in slaagde een rivier-overgang op den vijand te vermeesteren, tegenwoordig blijkt uit ver schillende voorbeelden (St. Mihiel is wel hét sterkste), dat men er niemendal mee opschiet, dat men erg blij mag zijn, wanneer men er zich kan handhaven en op vooruitgang niet te rekenen heeft. Het laatste Fransche communiqué maakt melding van eenige vorderingen ten Zuid-Oosten van St. Mi- hiel en overigens wordt de reeks achterwaartsche be schouwingen voortgezet met een rapport over gevech ten, van 17 Februari tot 20 Maart geleverd. In het Oosten blijft de strijd heen en weer gaan. Daar is dan ook nog er aak voor de cavalerie weg gelegd, zooals uit een der Russische communiqué's blijkt, dat melding maakt van een hardnekkig gevecht van paardenvolk in het dictrict Soewalki, dim in het noorden terloops zij aangeteekend, dat als comman dant van het Russische noordoostelijk front generaal Roesky wegens slechten gezondheidstoestand is ver vangen door den chef van den staf van het gouverne ment Kief, generaal Alcalieff. In het Westen zijn de ruiters al heel spoedig moe ten afstijgen, om-in de loopgraven met hun karabijnen mee te strijden, maar in het Oosten hebben ze blijk baar nog gelegenheid te paard te strijden. Daarbij blijkt, dat de Russische cavalerie bij lange na niet zoo slecht is als haar faam. Trouwens geldt dit niet voor heel het Russische leger? Met welk een veer kracht weten de Russen zich van him nederlagen te herstellen en op allerlei punten van het geweldige breede front, waar ze kort te voren werden teruggesla gen, het offensief te hernemen. In de Karpathen duurt de strijd steeds voort, zonder dat de beslissing is gevallen. Maar de Oostenrijksche bladen spreken van een „achterwaartsche concentratie" op een bepaald deel van het front, en hoewel officieele bevestiging ontbreekt, mag men de waarheid wel aan vaarden, daar het niet aan te nemen is, dat de censuur in het tegenovergestelde geval een dergelijke be langrijke mededeeling zou veroorloven. De beteekenis van dezen terugtocht is nog niet te zeggen von Hindenburg behaalde op deze wijze inderdaad voor- deelen maar hij kan een bedenkelijk verschijnsel zijn. De onderzeeërs-oorlog doet nog het meest van zich spreken. Het Britsche ministerie van handel heeft be kend gemaakt, dat er in de maand Maart verloren zijn gegaan 25 zeilschepen van 8.110 ton en 33 stoomsche pen, 61382 ton te zamen en dat er 261 menschenlevens te betreuren zijn. Sinds ons laatste lijstje zijn getorpilleerd „dé Pa- qurette", een Fransche boot, Vrijdagnacht bij Kaap Antifor bij Have (dus in het Kanaal); de Engelsche boot „Lockwood (1150 ton, gebouwd in 1896, thuis behoorend te Londen) Zaterdagnacht bij Start Fomt (zuidwestkust van Engeland), het kleine Engelsche stoomschip „Olvine" in het Kanaal; het Russische zeilschip „Hermes", op weg naar Mexiko, voor het eiland Wight; het Engelsche stoomschip „North lands", metend 2900 ton, Maandag bij Beachy Head (ook in het Kanaal), de Grimsby-trawler „Acantha", eveneens Maandag, aan dé Schotsche kust. Het lijstje is lang maar gelukkig kan er aan worden toege voegd, dat alle bemanningen gered werden. Bij Lands- end verdronken echter vier man van de getorpilleerde Engelsche kolenboot „City of Bremen". Uit Londen komt het bericht, dat een nieuwe onder zeeër is besteld, die de grootste in zijn soort zal zijn, 200 voet lang, 18 voet breed, 1000 ton waterverplaat sing, voortbewogen door oliedieselmotoren met een snelheid van 25 knoopen op en 10 h 12 knoopen on der water en met meer lanceerbuizen dan andere, ter wijl deze bovendien ingericht wordt voor grootere projectielen. Zoo'n onderzeeër kan in enkele maanden vervaardigd worden, maar wanneer hij niet dienst kan doen als aanvaller voor andere onderzeeërs gelijk torpedojagers ten opzichte van torpedo-booten geeft het bezit aan Engeland bij de afwezigheid van Duitsche schepen, nog niet veel. In de Oostzee liep het Duitsche stoomschip „Goe the Hemroth" (2400 ton, thuishoorend te Emden) op een mijn, de bemanning, 24 personen, kwam om, ter wijl een andere Duitsche kustvaarder, welks naam niet bekend is, hetzelfde lot moet hebben ondergaan. Di de Noordzee moet de Amerikaansche - stoomboot „Green Briar" gezonken zijn. De bemanning werd ge red. In de Oostzee verloren bij Odessa de Turken hun kruiser „Medjidieh (van 1903, metend slechts 3200 ton, welke, naar zij zeggen, twee Russische schepen tot zinken had gebracht. In absoluten zin heeft het verlies niet veel te beteekenen, in relatieven echter wel, want de Turksche Oostzee-vloot is al zwak en elk ver lies doet zich gelden. Uit Amerika komt het bericht, dat de Duitsche hulp kruiser „Eitel Friedrich" nu toch geïnterneerd zal worden. Van de Dardanellen niets nieuws. Het heet, dat generaal d'Amade zijn landingscorps naar Alexan- drië heeft laten terugkeeren, omdat het niet sterk ge noeg werd geacht, om de ondernemingen van de vloot duurzaam te ondersteunen. Van Duitsche zijde bracht men in de Paaschdagen het bericht, dat de oorlog tusschen China en Japan zou zijn uitgebroken. Officieel is er niets bekend, maar van Fransche en Engelsche zijde wordt verzekerd, dat Japan als antwoord op het protest van China tegen de Japansche troepenbewegingen een nota gezonden heeft in verzoenenden toon, dat de onderhandelingen weldra tot een goed eind zullen worden gebracht en dat minstens twee mogendheden ijverig in de weer zijn om nieuwe onrust in China te verhinderen. Het staat met het Chineesch-Japansche conflict als met het April-weer: het kan regenen en droog blij ven. En daarom is het maar beter geen speculatieve beschouwingen aan dit onderwerp te wijden, doch kalm de verdere ontwikkeling af te wachten. DE STRIJD IN BELGIë EN NOORD-FRANKRIJK. Het Fransche communiqué meldde gistermiddag: De dag is kalm verloopen aan het geheele front, behalve in Woêvre, waar de Franschen verdere vorde ringen hebben gemaakt en het dorp Regniéville, 12'A K.M. ten westen van Feyerhaye, dat op 1 April bezet was, hebben genomen. De Fransche autoriteiten heb ben thans nauwkeurige berichten ontvangen omtrent de resultaten van de bombardementen, door Engel sche vliegers op 26 Maart in België uitgevoerd. Zij zijn: De loodsen voor luchtschepen te Berchem en Steagatte zijn ernstig beschadigd, benevens een lucht schip dat daar was opgeborgen. Te Hoboken zijn de Antwerpsche scheepswerven voor de vloot in brand gestoken, twee Duitsche onder zeeërs vernield en een derde beschadigd. Veertig Duitsche arbeiders werden gedood en twee- en-zestig gewond. Uit het Duitsche hoofdkwartier werd gisteren ge meld: Naar het plaatsje Driegrachten, dat sedert den 3en April op enkele huizen aan den noordrand na in ons bezit is, poogden de Belgen versterkingen te doen ko men; zij werden echter door ons artillerievuur terug gedreven. Eveneens belette ons artillerievuur Fransche aan- valspogingen in de Argonnen. Sterke vijandelijke aanvallen tegen de Duitsche vooruitgeschoven posities ten Westen van Bourreuil- les (Zuidelijk van Varennes) werden dicht voor onze versperringen tot staan gebracht. Fransche infanterie-aanvallen ten Westen van Pont- a-Mousson waren zonder succes. Daarentegen won nen wij eenig terrein door het doen springen van mij nen in het Bosch Le Prêtre. DE STRIJD AAN HET OOSTELIJK FRONT. Het Russische legerbericht luidde gisteren: Aan het front ten westen van de Njemen zijn onze troepen op 4 dezer wederom vooruitgegaan op eenige punten. In- de Karpathen werd in den nacht van 3 op 4 April en den daarop volgenden dag in de richting van Bartfeld een verwoed gevecht geleverd, waarbij de ar tillerie in actie was en ook met de blanke wapens werd gestreden. Wij maakten 20 officieren en meer dan 1200 manschappen krijgsgevangen en namen twee mitrailleuses. Wij vorderden ook aan het front tusschen de rich tingen Mezolobotsje en Oeszok en maakten daar gis teren ongeveer 25 officieren en meer dan 2000 solda ten krijgsgevangen. Ook vielen drie kanonnen in onze handen. Nadat wij het station van Triana, in die streek ge legen, bezet hadden, maakten wij locomotieven, wa gons, een groot munitiemagazijn en proviand buit. Ten noorden van Tsjemowitsj, in de buurt van het dorp Okna, werd' op 3 en 4 April een verwoed ge vecht geleverd, waarbij de Oostenrijkers meer dan 1000 gevangenen in onze handen lieten. In de andere sectoren van het front heeft geen ver andering van belang plaats gehad. Uit het Duitsche hoofdkwartier werd gisteren ge meld: De Russische aanval bij Mariampol werd onder zware verliezen voor den vijand afgeslagen. Anders is op het Oostelijk gevechtsterrein niets bij zonders voorgevallen. Uit Weenen werd gisteren bericht: In de Karpathen wordt in het Laborcza-dal en in de sectoren aan weerszijden daarvan nog steeds hevig gestreden. Aan de andere fronten hebben hier en daar artille rie-gevechten plaats, overigens is het er rustig. Bij Dsejeboesznie ten oosten van Zaliczizyki tracht ten vrij sterke vijandelijke afdeelingen voet te krijgen aan den zuidelijken oever van de Dnjestr. Zij werden echter na een gevecht, dat urenlang duurde, terugge slagen; 1400 man werden gevangen genomen en ze ven machine-geweren buitgemaakt. IN DE ZWARTE ZEE. De Russische staf meldde gisteren: Onze vloot heeft in de Zwarte Zee, bij de kust van de Krim, op grooten afstand schoten gewisseld met de „Göben" en de „Breslau", en deze vervolgd tot het vallen van de duisternis. Gedurende den nacht joegen onze torpedo booten ze op tot op 100 mijlen van den Bosporus. De kruisers vielen haar aan, maar daar de vijand een zeer hevig vuur opende, vermeden zij het gevecht. SCHEPEN GETORPILLEERD. Het kleine Engelsche stoomschip „Olvine" is getor pedeerd tusschen Guernsey en Calais. De bemanning is gered. Het Russische zeilschip „Hermes", op weg naar Mexico, is getorpedeerd ter hoogte van het ei land Wight. De équipage is gered, meldt Reuter uit Londen. HET IN DEN GROND BOREN VAN DE „WILLIAM FR YE". De nota van de Vereenigde Staten aan Duitschland, wegens het in den grond boren van de „William P. Frye", is gepubliceerd, meldt Reuter uit Washington. Zij bepaalt zich in hoofdzaak tot een uiteenzetting van wettelijke gezichtspunten betreffende het zinken en stelt de geheele schadevergoeding vast op 570.150. TURKSCHE KRUISER GEZONKEN. Uit Sebastopol (Rusl.) wordt bericht, dat Zaterdag avond bij de Russische kust de Turksche kruiser „Med- jidije" op een mijn geloop en en gezonken is. Het Turksche hoofdkwartier deelt hieromtrent mede: Onze vloot bracht bij Odessa twee Russische sche pen tot zinken, n.l. de „Provident", van 2000 ton, en de „Vastoeuaja" met 1500 ton waterverplaatsing. De bemanning van beide schepen werd gevangen ge maakt. Gedurende de actie naderde de kruiser „Med jidieh". Bij de achtervolging van een vijandelijken mijnenvisscher in de omgeving van de vesting Otscha- kow op den vijandelijken oever, stiet hij op een drij vende mijn en zonk. De bemanning van de „Medji dieh" werd door Turksche oorlogsschepen, die zich in de nabijheid bevonden, gered. De houding der matro zen van de „Medjidieh" was boven allen lof verhe ven. Vóór den ondergang van het schip, werden de sluitstukken van de kanonnen volkomen verwijderd en de kruiser zelf getorpedeerd, om weder vlotmaken door den vijand onmogelijk te maken. AMERIKAANSCH SCHIP GEZONKEN. Volgens een particulier telegram uit Weser Zeitung is het Amerikaansche stoomschip „Green Briar", ko mende van Nieuw-York, in de Noordzee gezonken. De bemanning is te Wyk op het eiland Föhr en op het eiland Amrum (Oost-Friesche eilanden) aan land ge bracht. EEN REDEVOERING OVER DEN OORLOG. In een bijeenkomst te Norwich, belegd door de Union of Democratie Control, hebben de arbeiders afgevaardigden Keir Hardie en Ramsay Mac Donald over den oorlog gesproken. Keir Hardie noemde het een schande dat men de Engelsche werklieden, die zich bovenmate inspannen om hetgeen de regeering noodig heeft tijdig te leve ren, naar het woord van Lloyd George een leu genachtig woord voorstelt als een bende dronken- lappen. Het meerendeel van de troepen aan het front zijn vaders of broeders van werklieden, die eerder lof dan laster hebben verdiend1. Den oorlog noemde spr. „een poging van 20 mil- lioen mannen om elkaar te vermoorden". Ramsay Mac Donald betreurde het dat de interna tionale arbeidsrbeweging niet sterk genoeg is geble ken om het heillooze werk van militairisten en diplo maten te verijdelen. DE NOTA AAN ENGELAND. De onta der Vereenigde Staten wijst er op, dat de blokkade, wanneer zij in de Engelsche order in coun cil juist is omschreven, een nieuwe methode invoert, zij belemmert n.l. den vrijen toegang tot vele neutrale havens, die Engeland niet gerechtigd is te blokkeeren. Dat is een bepaalde inbreuk op de souvereine rechten van de landen, wier schepen in deze zaak betrokkei zijn. De nota wijst er op, dat het gemakkelijk doenlij zou zijn geweest om aan den wettigen handel vrij doorvaart naar en van neutrale havens door het blok kade-cordon te verkenen. Verder spreekt zij de veronderstelling uit, dat bij de practische toepassing der bepalingen van de order in council, die, wanneer zij stipt werden uitgevoerd, in breuk zouden maken op de rchten der neutralen, be hoorlijk gewijzigd zullen worden en dat Amerikaan sche schepen, gaande naar of komende van eutrale ha vens, geen overlast zullen ondervinden, tenzij zij con trabande of goederen, bestemd voor of herkomstig van havens op het gebied der oorlogvoerende, aan boord hebben. Voorts geeft de nota de meening te kennen, dat Engeland volledige schadeloosstelling zal geven voor het geval de rechten der neutralen ge- rchonden mochten worden. KORTE BERICHTEN. In den grooten wedstrijd o rnhet wereldkampioen schap te Havana gehouden, gehouden, is de neger Jack Johnson, tot dusver bokskampioen, geslagen door den cowboy Jesse Willard, die voortdurend de sym pathie had van een groote menigte toeschouwers. In Oosit-Frieschland (Duitschl.) heerscfat groot gebrek aan vrouwelijke en mannelijke arbeidskrachten in den landbouw. Acht zoons van een weduwe te Wezel zijn in den oorlog gesneuveld. De vrouw is nu zenuwziek. Sarah Bernardt hoopt, zoodra ze hersteld is een voorstelling te geven ten bate der Fransche gewonden. Tegen September denkt ze naar Amerika te gaan. Officieel wordt medegedeeld, dat voortaan geen wijn, geestrijke dranken en bier aan het Engelsche Hof zullen worden gebruikt. De Weenstihe divisie infanterie bracht voor het weduwenij en weezenfonds van het Oostenrijfcsche leger 10.800 op, wat door het inslaan van een spijker in den „Wehrmann im Eisen" werd herdacht. DE „PRINS MAURITS" VEROAAN. Reuter seint uit Nieuw-York, dat de „Prins Mau- rits", die een équipage van 49 man en 4 passagiers aan boord had, Zaterdag in een storm bij Kaap Hat- teras is vergaan. De directie van den Kon. West-Ind'ischen Mail dienst te Amsterdam, waartoe de boot behoort, heeft een ongeveer gelijkluidend telegram ontvangen uit Nieuw-York, n.l. dat de boot bij Kaap Hatteras in zinkèüden toestand verkeerde. Omtrent de opvarenden is aan de Directie niets naders bekend. De „Prins Maurits" is een schip van 2121 ton bru to, kapitein N. A. de Boer. DE „FLORA" GESTRAND. Volgens een Lloyd's bericht is het Nederl. stoom schip „Flora" bij Hartland Point (Bristolkanaal) ge strand. Naar gemeld wordt is het stoomschip totaal verloren. De bemanning werd gered. De „Flora", groot 725 br. tons, gebouwd in 1894, behoort aan de Kon. Nederl. Stoomboot-Maatschap pij te Amsterdam en was 31 Maart van daar naar Swansea vertrokken. Kapitein is de heer J. Tooy. De équipage bestond uit 19 man. Het schip was van Amsterdam leeg vertrokken en zou in Swansea kolen laden voor Portugal. ALKMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1915 | | pagina 1